Bestuurlijk Contracteren Notulen

Transcriptie

1 Bestuurlijk Contracteren Notulen Vergadering : Fysieke Overlegtafel (FOT) Datum : 11 september 2018 Locatie : Raadzaal, Oegstgeest Tijd : tot uur Aanwezig: Mevr. Willeke Lekanne (Gemeente Leiden - voorzitter) Mevr. Sandra Nootenboom (Gemeente Leiden - notulist) Mevr. Monique van der Vlugt (Gemeente Leiden) Dhr. Remco Peijs (Gemeente Leiden) Mevr. Frédérique Verweij (Contractbeheer Servicepunt 71) Mevr. Renske Gercama (Gemeente Leiden) Mevr. Sietske van der Staak (Gemeente Leiden) Dhr. Roel van Oers (Gemeente Zoeterwoude) Dhr. Chrik Duyvendak (Gemeente Oegstgeest) Mevr. Carla Overkamp (Rivierduinen) Mevr. Emmy Klooster (Binnenvest) Mevr. Jacqueline Bos (Topaz) Mevr. Marije van der Valk (ActiVite) Mevr. Amber Blokdijk (Impegno) Mevr. Karin Scheffer (Thuiszorg Inholland) Dhr. Robert Henk Prins (Marente) Dhr. Frank van Rooij (Radius) Mevr. Kim Verburg (Prodeba) Mevr. Petra van Teijlingen (Gemiva) Mevr. Suzanne Verbarendse (Ipse de Bruggen Maatwerk) Mevr. Yasemin Tel (Adviesraad Wmo/Jeugd Leiden) Mevr. Marja Sinteur (Zorgvuldig) Agendapunten: Opening, mededelingen en vaststellen agenda Vaststellen verslag vorige keer (d.d. 6 februari) Onderzoek inzet maatwerkvoorzieningen Aankondiging CPI Generieke contractaanpassingen HO: vooruitblik tarieven BG: inhoudelijke contractaanpassingen LVB: verlenging contract BW: aanzet tot nieuwe modulaire pakketten 1

2 1. Opening, mededelingen en vaststellen agenda Mevr. Lekanne opent de overlegtafel door mede te delen dat we een bericht van afmelding hebben van Martien Wesselman (Haardstee) en Mirjam Muller (Pluspunt Leiderdorp). Suzanne Verbarendse vervangt Deborah Telkamp (Ipse de Bruggen Maatwerk) tijdens deze vergadering. Ingrid Kraaijenoord (Libertas Leiden) wordt per heden voortaan vertegenwoordigd door Frank van Rooij (Radius). Er zijn geen mededelingen. 2. Vaststellen verslag vorige keer Het verslag wordt zonder wijzigingen vastgesteld. 3. Onderzoek inzet maatwerkvoorzieningen Monique v/d Vlugt is beleidsmedewerker van de gemeente Leiden en accounthouder van de coöperatie SWT in Leiden en legt uit dat er afgelopen zomer een onderzoek is gestart naar de bewuste inzet van maatwerkvoorzieningen. Er blijkt onvoldoende bekend te zijn over hoe de sociaal werker tot een keuze van inzet van (maatwerk-) voorzieningen komt. Samen met de coöperatie heeft de gemeente Leiden aan onderzoeksbureau Ecorys opdracht gegeven om hier onderzoek naar te doen. De onderzoeksvragen zijn terug te lezen op de sheets. Karin Scheffer (Thuiszorg Inholland): Zo passend mogelijk, ten opzichte van wat? Ik begrijp de vraagstelling van de eerste onderzoeksvraag niet helemaal. Monique van der Vlugt: Soms zijn er ook andere mogelijkheden dan de inzet van maatwerkvoorzieningen. De vraag is in hoeverre de sociaal werker het hele scala aan mogelijkheden onderzoekt. Monique van der Vlugt legt uit dat er 41 casussen zijn onderzocht waar maatwerkvoorzieningen zijn geïndiceerd. Op 30 augustus heeft er een validatiesessie plaatsgevonden met o.a. sociaal werkers en beleidsmedewerkers. In oktober volgt de rapportage, welke we graag op 30 oktober met jullie willen bespreken. Frank van Rooij (Radius): Hoe heeft de selectie van casussen plaatsgevonden? Monique van der Vlugt: We hebben een zo groot mogelijke scope genomen met een representatieve verdeling over geslacht, leeftijd en soort voorziening. Robert Henk Prins (Marente): Is het doel van het onderzoek om te kunnen besparen? Monique van der Vlugt: Natuurlijk moeten wij ook naar onze budgetten kijken, echter het gaat ons ook om de inhoudelijke opbrengsten van dit onderzoek. Carla Overkamp (Rivierduinen): Is er tijdens de validatiesessie ook nog aan de orde gekomen dat de ene sociaal werker anders werkt dan de andere? En maakt het dan nog uit of je bij de ene of bij de andere komt? Monique van der Vlugt: Ja, er blijken verschillen te zijn, maar hoe dat zit moeten we nog verder uitzoeken. 4. Aankondiging CPI In de contracten is opgenomen dat we de tarieven per 1 januari 2019 met de CPI zullen verhogen, dit zal naar verwachting uitkomen op een verhoging van circa 2%. 5. Generieke contractaanpassingen De gemeenten bespreken een aantal voorstellen voor generieke contractaanpassingen. Indexering Remco Peijs legt uit dat we vorig jaar hebben gekozen voor de CPI (tov een onnavolgbare formulering over de begroting van de gemeenten). Aanbieders gaven toen mee dat daarin onvoldoende de loonstijgingen tot uiting komen. In navolging van Gouda e.o. doen we nu het voorstel om het 2

3 indexatiecijfer aan te passen naar een combinatie van de CPI en de OVA-index. Deze vorm van indexatie geldt voor de tariefstelling Robert Henk Prins (Marente): Aan welke verhouding denken jullie? En op basis waarvan is deze keuze gemaakt? Remco Peijs: Het gaat om 50% CPI en 50% OVA-index. Wij kiezen voor deze combinatie, omdat wij kunnen volgen dat aanbieders de indexatie met de CPI niet passend vonden, maar dat we als gemeenten de indexering niet alleen willen baseren op de loonontwikkelingen. Karin Scheffer (Thuiszorg Inholland): Goed dat er wordt overgegaan tot een mix van OVA en CPI. Echter de meeste kosten voor ons als HO-aanbieder bestaan uit loonkosten. Remco Peijs: Het is lastig dat er verschillende cao s gelden, wij proberen dat op deze manier deels te ondervangen. Overigens geldt voor alle onderwerpen dat het nog mogelijk is om hier per mail op te reageren. Monitoring Frédérique Verweij: We zijn voornemens om het artikel uit de resultaatovereenkomst over monitoring aan te passen. Het voorstel voor het nieuwe format zal op de website geplaatst worden. We willen enerzijds graag informatie verzamelen over trajecten, uitstroom, klanttevredenheid en behaalde resultaten, maar anderzijds ook de administratieve lasten van aanbieders waar mogelijk verlichten. De focus ligt meer op kwaliteit. Aanscherping kwaliteit- en toetredingseisen 1. Certificaat/kwaliteitshandboek Frédérique Verweij legt uit dat de gemeenten de toetredingseisen voor nieuwe aanbieders willen aanscherpen. We willen graag dat aanbieders een kwaliteitscertificaat bezitten. Indien dit niet het geval is, vragen we aanbieders een kwaliteitshandboek aan te leveren en zal deze aanbieder voor een halfjaar voorwaardelijk toetreden. Vervolgens zullen we aan de GGD vragen om te controleren of er ook daadwerkelijk volgens dit kwaliteitshandboek wordt gewerkt. Kim Verburg (Prodeba): Wordt dat niet al standaard gedaan? Karin Scheffer (Thuiszorg Inholland): Volgens mij is de GGD niet de juiste partij om te controleren of er volgens het kwaliteitshandboek wordt gewerkt. Frédérique Verweij: Dit wordt dan een nieuwe opdracht aan de GGD, we gaan hierover nog met ze in gesprek. Willeke Lekanne: De GGD is de toezichthouder voor de Wmo, aan de hand van evaluatie van de afgelopen tijd gaan we met ze in gesprek over hun rol en inzet voor de komende tijd. Petra van Teijlingen (Gemiva): Gaan jullie ook kwaliteitseisen opnemen voor onderaannemers? Ik zou graag richtlijnen hiervoor ontvangen. Frédérique Verweij: Het is goed om hier ook over na te denken. Amber Blokdijk (Impegno): De toezichthouder is juist een verzwaring van de administratieve lasten, want ze toetsen grotendeels op dezelfde punten als bijvoorbeeld de HKZ certificering. Als een partij een certificering heeft, kan je er vanuit gaan dat ze aan de eisen voldoen en zou Wmo toezicht die kunnen overslaan en alleen eventueel aanvullend iets moeten bekijken. Karin Scheffer (Thuiszorg Inholland): Ik ben dit jaar veel extra kosten kwijt aan alle bezoeken van de GGD s uit de verschillende regio s waarin wij werken. De rapporten van de verschillende regio s worden ook niet overgedragen, elke regio begint weer opnieuw, i.p.v. het rapport voor een andere regio als basis te gebruiken. Frédérique Verweij: De GGD heeft de afgelopen twee jaar alle aanbieders bezocht. We zullen jullie signalen meenemen bij het gesprek dat we nog met ze gaan hebben. Een rapport van de GGD uit een andere regio is voor ons ook voldoende, als de aanbieder akkoord gaat. Dit staan wij nu ook al toe. De GGD zal daarnaast de rol van calamiteitentoezicht blijven vervullen. 3

4 2. VOG Frédérique Verweij legt uit dat er op dit moment geen eisen rondom een VOG zijn opgenomen in de resultaatovereenkomsten. De gemeenten hebben van de GGD het signaal ontvangen dat de aanbieders soms geen (recente) VOG s van hun medewerkers in het bezit hebben. Op dit moment zijn we nog zoekende voor wie we die eis rondom VOG s precies op willen nemen: voor alleen personeelseden die beroepsmatig in aanraking komen met cliënten? En hoe recent moet de VOG zijn? Karin Scheffer (Thuiszorg Inholland): Ik herken dit signaal van de GGD s, maar wij hebben in geen enkele gemeente waar wij werken deze plicht. Hij is ook bewust uit de conceptwet gehaald destijds. Dit levert ook veel kosten op, zeker gezien het hoge verloop onder onze medewerkers. Wij vragen medewerkers wel om onze bedrijfseigen-vog te ondertekenen, waarin o.a. staat dat ze niet veroordeeld zijn, geen misdaad hebben gepleegd en dat als ze dat in de toekomst wel doen ze dat aan de werkgever moeten melden. Als vervolgens aantoonbaar blijkt dat een medewerker van een cliënt gestolen heeft, kunnen wij deze medewerker ontslaan. Frank van Rooij (Radius): Wij hebben naar aanleiding van de inspectie van de GGD de aanbeveling over de VOG s overgenomen en voor onze medewerkers geregeld. Petra van Teijlingen (Gemiva): Bij ons is het voor alle nieuwe medewerkers verplicht om binnen 1 maand een VOG te hebben. Ik snap ook dat bijvoorbeeld ouders graag zien dat onze medewerkers een VOG hebben. Echter je creëert hiermee een schijnveiligheid, omdat je het slechts eenmalig hoeft te verschaffen en je met dit document niet voorkomt dat er incidenten zijn. Bovendien levert het administratief veel werk op. Kim Verburg (Prodeba): Wij hebben ook veel verloop, maar moeten er volgens de jeugdwet aan voldoen. Wij zijn wel tegen het per toesturen van de VOG s naar de GGD of de gemeenten, want dan moet je aan alle medewerkers hiervoor toestemming vragen. Willeke Lekanne: We kunnen toezeggen dat dat laatste niet ons plan is. 3. Wanprestaties andere gemeenten/zorgkantoor & 4. Verzekeringen Frédérique Verweij legt uit dat we een tekstvoorstel hebben gemaakt om in geval van eerder/elders vastgestelde fraude/wanpresteren toetreding van nieuwe aanbieders te weigeren en/of de overeenkomst tussentijds te kunnen ontbinden. We zullen ook een tekstvoorstel doen om een beroepsaansprakelijkheidsverzekering / bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering verplicht te stellen. 5. cao Frédérique Verweij: Wij willen graag in de overeenkomsten opnemen dat aanbieders volgens een cao moeten werken. Kim Verburg (Prodeba): Wij hebben binnen onze organisatie vanuit onze werkzaamheden voor verschillende wetten met vijf verschillende cao s te maken. Daarom hebben wij in samenwerking met de FWG een eigen marktconforme cao opgesteld, omdat het anders niet werkbaar was. Als je dit dus als harde eis opneemt in de overeenkomst, kunnen wij niet meer meedoen, terwijl onze cao is goedgekeurd door de FWG. Karin Scheffer (Thuiszorg Inholland): Ik ben hier wel blij mee, maar hoe ga je dit borgen? Ik kom ook partijen tegen die de schoonmaakcao hanteren, terwijl de wetgever heeft bepaald dat voor aanbieders van huishoudelijke ondersteuning de cao VVT moet gelden. Ik heb altijd begrepen dat jullie dat niet kunnen en niet mogen controleren, vraag dit van tevoren goed na. Frédérique Verweij: We moeten nog bedenken hoe we dit precies gaan controleren. Het is echter al wel in de resultaatovereenkomst Huishoudelijke Ondersteuning opgenomen. De aanpassing geldt dus voor het contract van Begeleiding. Kim Verburg (Prodeba): De FNV controleert vrijwel alle cao s, dus je zou hen in kunnen zetten. Remco Peijs: Het gaat ons hierbij vooral om partijen die geen enkele toepasselijke cao volgen. 4

5 6. Opleidingseisen Frédérique Verweij: Voor Begeleiding Basis hebben we nog geen opleidingseisen in het contract opgenomen. We willen hier graag toevoegen dat een medewerker minimaal een MBO 3 werk en denkniveau en een passende opleidingsrichting moet hebben. Een professional met een andere achtergrond of vrijwilliger werkt alleen onder begeleiding of toezicht van een collega met de juiste opleidingsachtergrond en werk- en denkniveau. Carla Overkamp (Rivierduinen): Dit moet wel parallel lopen met de ontwikkeling die jullie willen inzetten om meer met vrijwilligers te werken. Privacy Frédérique Verweij: We gaan ervoor zorgen dat de resultaatovereenkomsten conform de AVG worden aangepast en zijn aan het onderzoeken of jullie een gezamenlijke verwerkingsverantwoordelijke regeling moeten tekenen. Zodra we meer weten, zullen we jullie hierover berichten. Willeke Lekanne: We nemen jullie reacties voor nu mee en zullen jullie nog informeren over het verdere proces rondom de contractaanpassingen. Daarbij zullen we net als vorig jaar gebruik maken van formats met oude en nieuwe teksten, waarop jullie kunnen reageren. 6. HO: vooruitblik tarieven Remco Peijs legt uit dat er tijdens de Ontwikkeltafel HO in april al is aangegeven dat het verhogen van de tarieven met de CPI niet passend zou zijn om tot een reëel tarief te komen. Op dit moment is de verwachting dat het rekenuurtarief voor Basis verhoogd zal worden met circa 1,25 en Speciaal en Thuisondersteuning met circa 0,75. Daarnaast hebben de gemeenten op basis van de CAK-gegevens naar de gemiddelde levering bij de verschillende producten gekeken. De levering van HO Basis en Speciaal regulier lijkt redelijk conform onze rekenuren. Daarbij zien we wel verschillen tussen aanbieders. Bij alle intensieve varianten wordt aanzienlijk minder geleverd dan wij bedacht hadden. De grootste afwijking is bij Thuisondersteuning, waarbij de levering bijna hetzelfde is als bij HO Speciaal. Gezien de combinatie van HO en Begeleiding zou je echter meer inzet verwachten. Karin Scheffer (Thuiszorg Inholland): Ik zal nog schriftelijk reageren, maar wil wel vast aangeven dat de gemiddelde inzet van mijn organisatie niet overeenkomt met jullie cijfers. Ik zou graag de cijfers willen ontvangen van mijn organisatie waar jullie mee hebben gerekend. Je kan niet alleen op basis van deze cijfers besluiten gaan nemen, want de CAK-uren zijn alleen de direct geleverde uren. Soms zijn er redenen waarom er niet wordt geleverd (zoals feestdagen of voor een dichte deur staan). Daarnaast investeren wij tijd voor het regelen van allerlei zaken (bv de was) en in contact met het netwerk van onze klanten. Bovendien hebben we een resultaatafspraak en gaat het er dus om of wij een schoon en leefbaar huis opleveren. Wij leveren geen Thuisondersteuning meer, maar de inzet bij Thuisondersteuning is wellicht lager omdat je daar met hoog geclassificeerde medewerkers werkt. Marije van der Valk (ActiVite): Onze reactie volgt nog schriftelijk. Remco Peijs: We zullen de rekenuurtarieven definitief gaan bepalen en aan de hand van jullie input het beeld over de gemiddelde levering vervolmaken. Deze twee factoren samen bepalen de vierwerkentarieven voor Dit komt op de volgende overlegtafel terug. 7. BG: inhoudelijke contractaanpassingen Renske Gercama legt uit dat we Begeleiding Individueel graag met Beschermd Wonen willen verbinden. In verband met de komende decentralisatie van centrumgemeente naar gemeenten, is het belangrijk dat de regiogemeenten lokaal expertise opbouwen. Zodoende hebben we regionaal besproken dat het goed is dat alle regiogemeenten verantwoordelijk worden voor hun eigen cliënten die op de wachtlijst van Beschermd Wonen staan. Eind september zal in het PHO Maatschappij een voorstel voor een investeringsfonds besproken worden, zodat er middelen worden overgeheveld naar de regiogemeenten. Het past bij deze ontwikkeling om overbruggingszorg en transitiezorg over te 5

6 zetten naar de lokale Wmo. De komende weken willen we gebruiken om te onderzoeken wat haalbaar is per 1 januari 2019 en hoe we dit het beste kunnen organiseren. Kim Verburg (Prodeba): Gaan alle middelen van overbruggingszorg naar de lokale gemeenten toe? Renske Gercama: Dat zou een conclusie kunnen zijn, maar waarschijnlijk zal het alleen voor nieuwe cliënten gelden. Bovendien moeten we nog uitzoeken wat dit betekent voor de contracten, aangezien niet alle BW-aanbieders voor de lokale Wmo zijn gecontracteerd. Petra van Teijlingen (Gemiva): Wij hebben slechts een paar plekken voor cliënten van Beschermd Wonen. Ik voorzie problemen als deze cliënten weer door anderen begeleid gaan worden. Renske Gercama: Het gaat alleen om wachtlijstcliënten, die nog thuis wonen. Kim Verburg (Prodeba): Wij hebben net een interne evaluatie afgerond. Een van de belangrijkste conclusies was dat het voor een succesvolle plaatsing binnen een woonvorm van beschermd wonen belangrijk is om de cliënt al te kennen. Ik kan onze uitgebreide conclusies met jullie delen. Renske Gercama: Bedankt, we zullen alle input meenemen en gaan er de komende tijd mee aan de slag. Renske Gercama legt uit dat we de komende maanden de productomschrijving van Individuele Begeleiding basis, Individuele Begeleiding speciaal en overbruggingszorg willen aanscherpen om te bepalen of er een extra categorie begeleiding nodig is en of aanpassing van de tarieven noodzakelijk is. Kim Verburg (Prodeba): Bij Speciaal werk je met een periodetarief en bij overbruggingszorg met PxQ, waardoor je snel kan op- en afschalen. Het is interessant om hierover verder te praten. Renske Gercama: Het is erg fijn als er aanbieders mee willen denken. Op de overlegtafel van begin oktober zullen we helderheid geven over wat er per zal veranderen. Remco Peijs legt uit dat we voor 2019 geen grote wijzigingen in willen voeren bij dagbesteding, omdat we de wens hebben om dagbesteding voor een deel in een algemene voorziening aan te gaan bieden. Dit zal in 2020 kunnen leiden tot aanzienlijke wijzigingen in het product. Carla Overkamp (Rivierduinen): Je kan geen algemene voorziening realiseren zonder na te denken over hoe je daar komt. Het is dan essentieel om een bepaalde vorm van begeleiding te bieden om de betreffende cliënten toe te leiden naar deze algemene voorziening. Remco Peijs: Als er meer bekend is over hoe we het gaan inrichten, zal ook onderzocht moeten worden hoe we daar het beste kunnen komen. Petra van Teijlingen (Gemiva): Er moet dan ook goed uitgezocht worden op welke locaties je deze algemene voorziening gaat creëren. Bij de aanbesteding van welzijn in Leiderdorp is aangegeven dat ze verwachten dat 40% van de cliënten die momenteel een maatwerkvoorziening hebben naar een algemene voorziening over kunnen. Dit zal echter problemen opleveren voor de bedrijfsvoering van bestaande aanbieders. Bovendien krijg ik het idee dat we door deze ontwikkeling weer teruggezet worden naar ons specialisme als VG aanbieder, terwijl wij de afgelopen tijd juist deel hebben genomen aan andere doelgroep overstijgende initiatieven. Frank van Rooij (Radius): Als de dagbesteding voor een groot deel zal verdwijnen, zal er een groot gat ontstaan tussen de algemene voorziening en het intramuraal wonen. Ik wil graag mijn zorgen hierover uitspreken. De dagbesteding is een schakel in de keten waar professioneel toezicht is. Ik wil jullie graag wijzen op het innovatieproject De dag in orde waar vijf partijen (Binnenvest, Gemiva, Radius, Libertas en Movens) onderzoeken welke alternatieven er mogelijk zijn. Willeke Lekanne: We hebben onze wens omtrent de doorontwikkeling van dagbesteding eerder met jullie gedeeld en realiseren ons dat het niet gemakkelijk is om dat te realiseren. We weten dat er innovatieprojecten lopen en nemen de uitkomsten daarvan graag mee in de doorontwikkeling. Het zal een gezamenlijke zoektocht worden naar wat werkbaar en realistisch is. Karin Scheffer (Thuiszorg Inholland): Hebben jullie voorafgaand aan de formulering van deze stip op de horizon ook berekend wat welzijn kost en moet opbrengen? 6

7 Remco Peijs legt uit dat we de komende periode wel willen werken aan een scherpere productomschrijving voor dagbesteding. Bovendien willen we onderzoeken of er een extra productcategorie nodig is binnen dagbesteding ter financiering van ontwikkelingsgerichte ondersteuning aan een groep (jong)volwassenen voor het aanleren van vaardigheden in vaak kleinere groepen. Petra van Teijlingen (Gemiva): Wij zetten trajectbegeleiding in om mensen naar werk/vrijwilligerswerk toe te leiden. Deze trajecten vallen niet onder de productomschrijvingen zoals ze nu zijn geformuleerd. De gemeente heeft deze begeleiding bij de DZB ondergebracht, maar dit voldoet niet voor een deel van de VG groep. Carla Overkamp (Rivierduinen): Het aanbod van aanbieders is meer divers dan de bekostigingstrajecten die er zijn. De bekostiging is opgebouwd alsof het steeds beter gaat met cliënten, terwijl dit in de praktijk meer fluctueert. Remco Peijs: Voor de indexatie van vervoer hebben we naar de input gekeken van de kostprijselementenanalyse. We zullen het rekentarief verhogen naar 5,00 per dagdeel. Het rekentarief voor BG speciaal B (waarin ook een (groter) aandeel zit voor rolstoelvervoer vanwege de doelgroep lichamelijk gehandicapten) zal op dezelfde wijze verhoogd worden. Robert Henk Prins (Marente) en Petra van Teijlingen (Gemiva): Wij hebben echt een groot probleem met de vervoerskosten. Willeke Lekanne: Wij ontvangen jullie reacties graag ook schriftelijk. 8. LVB: verlenging contract Sietske van der Staak legt uit dat er voor 2017 en 2018 een resultaatovereenkomst is opgesteld voor cliënten met een licht verstandelijke beperking in de Duin- en Bollenstreek en de Leidse regio. Op dit moment hebben we echter nog onvoldoende inzicht in het product. Het voorstel is om de resultaatovereenkomst voor de Leidse regio te verlengen en in 2019 te onderzoeken of we het beschut wonen aan kunnen laten sluiten bij onze wensen voor Beschermd Wonen. De Duin- en Bollenstreek gaat binnenkort een eigen aanbesteding starten. 9. Conclusies, vervolgafspraken en afsluiting Frank van Rooij (Radius): Ik zou het fijn vinden om de volgende keer een helicopterview van jullie te ontvangen om een beter beeld te krijgen bij de knelpunten bij de budgetten en wat er volgens jullie goed en minder goed gaat. De behoefte aan een helicopterview wordt ook gedeeld door andere aanbieders. Willeke Lekanne: Dat is inderdaad goed om met elkaar te delen. We moeten even bezien wat een handige timing daarvoor is. We komen er nog op terug. Mw. Lekanne rondt de bijeenkomst af en legt uit dat we nog verder willen spreken met wie dit aangaat over de ontwikkelingen binnen Beschermd Wonen. 10. BW: Aanzet tot nieuwe modulaire pakketten Renske Gercama legt uit dat we tijdens de ontwikkeltafels in het eerste halfjaar van 2018 gesproken hebben over de wens om de ZZP s om te vormen naar een modulair systeem en hierbij uit te gaan van herstelperspectief en de ondersteuningsbehoefte van een cliënt. Dit leidt tot een voorstel voor een aantal inhoudelijke aanpassingen in de omschrijving van de ZZP s, zoals o.a. het duidelijker benoemen van de leefgebieden en een duidelijker onderscheid tussen Beschermd Wonen (24/7 aanwezigheid) en Beschut wonen (24/7 oproepbaarheid). Er komt ook een tekstvoorstel voor de wachtlijstprocedure. Dit voorstel wordt afgestemd met de deelnemers van de voorbereidende werkgroep. Bovendien is ons voorstel om de komende tijd aan de slag te gaan met de uitwerking van een modulair systeem waarin we in ieder geval de modules Begeleiding (individuele woonbegeleiding), Wonen en Veiligheid (bereikbaarheid/slapende wacht/wakende wacht) zullen benoemen. 7

8 Kim Verburg (Prodeba): Het zou mijn voorkeur hebben om in plaats van de termen intramuraal en extramuraal de term scheiden wonen/zorg te gebruiken. Het enige verschil is namelijk dat wij de huur niet betalen. Op deze manier is het voor andere aanbieders niet aantrekkelijk om ook deze ontwikkeling in gang te zetten. Petra van Teijlingen (Gemiva): Bij de gemiddelde VG-locatie leven verschillende cliënten samen. Die mix van ZZP s bepaalt of er een slapende of een wakende wacht aanwezig is/ financieel mogelijk is. Voor sommige cliënten binnen mijn organisatie zal er dan met deze ontwikkeling een WLZ-indicatie aangevraagd moeten worden. Renske Gercama: We willen de komende periode gebruiken om alles precies te beschrijven en uit te werken. Wij ontvangen daarvoor graag jullie input. We zullen ook het gesprek aangaan met het Zorgkantoor, omdat in praktijk blijkt dat niet iedereen die een WLZ-indicatie zou moeten krijgen, deze ook daadwerkelijk krijgt. Petra van Teijlingen (Gemiva): Zorg en Zekerheid mag in deze regio niet uitbreiden. Als je dus cliënten naar de WLZ toe wilt leiden, heb je een probleem. Kim Verburg (Prodeba): Wij moeten nu vaak dagbesteding inkopen bij andere partijen, het is ingewikkeld dat hier geen extra middelen voor zijn. Renske Gercama: We hebben ervoor gekozen om dagbesteding niet als module toe te voegen, omdat we vinden/willen dat de dagbesteding uit de lokale wmo zou moeten doorlopen. Carla Overkamp (Rivierduinen): De dagbesteding moet wel passen bij wat er op dat moment bij de fase van herstel past. Cher Steinfeld (Binnenvest), Kim Verburg (Prodeba), Rivierduinen en Stichting Lumen zullen meelezen met de voorstellen voor de nieuwe teksten in de resultaatovereenkomst. Ook zal er voorafgaand aan de volgende overlegtafel nog een voorbereidingswerkgroep ingepland worden. Actielijst: Gemeenten informeren de aanbieders over het proces rondom de contractaanpassingen. Gemeenten formuleren een antwoord op de vraag van Karin Scheffer over de kosten en opbrengsten van de inzet van een algemene voorziening t.o.v. een maatwerkvoorziening. Gemeenten presenteren een helicopterview. Centrumgemeente Leiden plant voorafgaand aan de volgende FOT een voorbereidingswerkgroep BW in. 8