1. Inleiding : 1.1 Bepaling van een kaart : 1.2. Belang van het kaartlezen : 1.3. Soorten kaarten : 1.4. De kaartprojectie : KAARTLEZEN :

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1. Inleiding : 1.1 Bepaling van een kaart : 1.2. Belang van het kaartlezen : 1.3. Soorten kaarten : 1.4. De kaartprojectie : KAARTLEZEN :"

Transcriptie

1 KAARTLEZEN : 1. Inleiding : Gedurende heel wat oefeningen zullen we gebruik maken van kaarten om een welbepaalde route te volgen, punten terug te vinden of om de weg te bepalen. Dit kan zowel gebeuren op zee als op land. 1.1 Bepaling van een kaart : Een kaart is een afbeelding van een deel van de aardoppervlakte op een plat vlak en dit op een meetkundige en conventionele manier uitgevoerd 1.2. Belang van het kaartlezen : - een aangeduide weg kunnen volgen - helling kunnen bepalen (op land) - positie op de kaart kunnen bepalen - reisweg kunnen uitstippelen - ondiepten en gevaren kunnen omzeilen (op zee) 1.3. Soorten kaarten : - Stafkaarten - wegenkaarten stadsplannen zeekaarten enz De kaartprojectie : Een stuk aardbol weergeven op een plat vlak gaat niet zonder vervorming. Zoals men weet is het moeilijk een sinaasappel in een stuk papier te wikkelen zonder daarbij het papier te kreukelen. Om nu die vervorming tegen te gaan dient de kaartenmaker ( cartograaf) een bepaalde projectie ( weergave) toe te passen, zonder daarbij bepaalde voorname eigenschappen te laten verloren gaan. Een gekende kaartprojectie is de Mercator projectie (Belgische cartograaf ). Hij beschouwde de aarde als een grote cilinder, die hij vervolgens als een plat vlak openvouwde ( de zogenaamde cilinder projectie en vooral gebruikt bij de zeevaart zie tekening ) De gebruikte projectie is bij alle kaarten echter niet dezelfde en zal grotendeels afhangen van het beoogde doel van de kaart.( militaire doeleinden, zeevaart, luchtvaart enz; ) De cursus beoogt enkel het gebruik van de topografische kaart of de zogenaamde stafkaart. Hier wordt gebruik gemaakt van het U.T.M projectie systeem. Het vierkantennet UTM (Universal Transverse Mercatorprojection ) en de kegelprojectie van Lambert Het UTM systeem is één universeel projectiesysteem en wordt door alle landen als standaardsysteem erkend.

2 Transversale Mercatorprojectie Kegelprojectie van Lambert

3 2. De Topografische Kaart : 2.1. De Legende van de kaart : Vooraleer een kaart te gebruiken is het van belang dat eerst de legende van de kaart wordt geraadpleegd. Daarop vindt men allerlei nuttige bijzonderheden en een verklaring van de op de kaart aangebrachte tekens, afkortingen en symbolen. Al deze tekens hebben een eigen betekenis. De symbolen, waar een zeker logica inzit, worden meestal gebruikt ter aanduiding van natuurlijke of door de mens aangebrachte bijzonderheden, zoals rivieren, huizen, bossen enz. Deze symbolen zijn dan meestal overduidelijk zoals rivieren in het blauw, bossen in het groen. Niet alle tekens kunnen op de juiste schaal weergegeven worden. Wegen en paden krijgen meestal een standaardbreedte ter aanduiding van de soort weg en niet de werkelijke breedte. Beken en rivieren zijn meestal op soortgelijke manier gestandaardiseerd. Het is echter van groot belang dat je vertrouwd raakt met de wijze waarop die informatie op de kaart wordt weergegeven. Pas dan zal je er ten volle profijt uithalen De schaal van de kaart : Indien men de ware afmetingen en details van een bepaald terrein of lokaal op papier wil zetten zou men een enorm groot en onpraktisch plan verkrijgen. Daarom gaan we die afmetingen en details evenredig gaan verkleinen. In andere woorden, we gaan dit terrein of lokaal op schaal tekenen. De schaal is dan in feite de verhouding tussen de afstand van twee punten op die kaart (d) en de horizontale afstand tussen diezelfde punten op het terrein (D) De numerieke schaal : Daaronder verstaan we de verhouding waarbij de afstanden op de kaart ( d ) verkleind zijn ten opzichte van de werkelijke afstanden op aarde ( D ) Die verhouding wordt dan ook voorgesteld door een breuk., waarbij we kunnen stellen dat: - hoe groter de noemer van de breuk, hoe kleiner de schaal - hoe kleiner de noemer van de breuk, hoe groter de schaal omdat 1 / > 1/ > 1/

4 De numerieke schaal afstanden en afmetingen: Meestal wordt gewerkt op kaarten op schaal 1/ : dit wil zeggen dat op die kaart : Hoe hebben we dit gevonden? 1 cm = 250 meter werkelijke afstand, maar ook dat 1 mm = 25 meter werkelijke afstand -we geven de teller en de noemer van de breuk die de schaal voorstelt altijd dezelfde waarde. ( zie voorbeelden 1 en 2 ) 1) Teller en noemer krijgen cm als gelijke waarden 1 ( cm ) ( cm ) = cm = 250 meter 2) Teller en noemer krijgen mm als gelijke waarden 1 ( mm ) ( mm ) = mm = 25 meter Oefeningen op dit onderwerp: Hoeveel bedragen, op dezelfde kaart ( 1/25.000), telkens de werkelijke afstand in meter, voor Afstand op de kaart 3cm 1,5cm 3mm 17mm Werkelijke afstand 3 cm =..meter 3 mm =. meter 1,5 cm =.. meter 17 mm = meter Hoeveel bedraagt de werkelijke afstand in meter als er telkens 1 mm op een kaart van de verschillende schaalverhoudingen wordt afgemeten? (vul in) Afstand op kaart Schaalverhouding Werkelijke afstand 1mm 1/ mm 1/ mm 1/ mm 1/

5 Wanneer de schaalgrootte van de kaart gekend is, kan men zelf een tabel maken, die ons zal toelaten de relatie afmeting op de kaart werkelijke afstand en omgekeerd op een gemakkelijke manier terug te vinden. Stel : de gebruikte kaart heeft een schaalverhouding van 1/ Uit het vorige weet men reeds dat : We maken nu een tabel: Afmeting op kaart in mm 1mm op de kaart = 25 meter werkelijke afstand Werkelijke afstand in meter Afmeting op kaart in mm Werkelijke afstand in meter Op de tabel is duidelijk te zien dat op een kaart met schaalverhouding 1/ mm op de kaart = 925 meter werkelijke afstand en dat 175 meter werkelijke afstand = 7 mm op de kaart Let op de gebruikte eenheden (mm of cm) voor de afmetingen op de kaart

6 De Formules : Bij het berekenen van de relatie tussen de afmetingen op de kaart en de werkelijke afstand, kan men ook gebruik maken van de Formules, waarbij: -Voorbeelden met oplossingen : 1/M = de numerieke schaal van de kaart D = werkelijke afstand op het terrein d = afmeting op de kaart 1/M 1/ /50.000? d 21 mm? 5 cm D? 1450 m 2 km Formule D = d x M d = D : M 1/M = d / D Oplossing 21 mm x mm = mm = 525 meter 1450 m : m = m = 29 mm 5 cm / cm = 1 / Let op : bij het toepassen van de formules dient men bij de berekeningen altijd gelijke waarden te gebruiken Indien de teller = mm(cm ), dan is de noemer = mm ( cm ) d = mm (cm ), dan is D = mm (cm ) -Samenvatting: -De formule driehoek: 1/M = d / D = verhouding d = D : M = bewerking ( deling ) D = d x M = bewerking ( vermenigvuldiging ) D = afstand op het terrein d = afmeting op kaart M = de schaal De formule driehoek laat toe één van de elementen te vinden, indien de twee anderen gekend zijn.

7 De Grafische schaal afstanden en afmetingen : De Grafische schaal is een metrieke schaal, aangepast aan de numerieke schaal van de kaart. ( in dit geval 1/25.000) en die ons toelaat rechtstreeks afstanden op de kaart te kunnen afmeten. De grafische schaal bevindt zich onderaan de kaart. Talon De Schaal x 2 mm 2 cm 4 cm 12 cm Bovenstaande figuur illustreert een voorbeeld van een grafische schaal zoals men die terug kan vinden op een kaart met numerieke schaal 1/ De grafische schaal heeft hoofdzakelijk 2 delen: -De feitelijke schaal -De talon - verdeeld in stukken van 500 meter meter = 2 cm meter = 4 cm - verdeeld in tien stukken van 50 meter -2 mm = 50 meter De verdeling van de feitelijke schaal en de talon hangt uiteraard af van de numerieke schaal van de kaart Afstanden en Afmetingen : De afstand tussen A en F - We verdelen de gebogen lijn in kleine rechte stukken - We brengen deze kleine rechte stukken op eenzelfde bandpapier - We plaatsen het bandpapier langs de grafische schaal en lezen de afstand af -

8 =100mm meter Een op het terrein gekende afstand overbrengen op de kaart door middel van de grafische schaal - Gekende afstand op het terrein = meter - Op een band papier legt men de grafische schaal - We brengen 2 merktekens ( streepjes ) aan - één op de aanduiding van 3000 meter op de feitelijke schaal - één op de aanduiding van 200 meter op de talon - We brengen de afstand tussen beide merktekens van de band papier over op de kaart meter merkteken merkteken Uiteraard kan men ook een passer gebruiken, waarbij de opening van de passer gelijk is aan de afstand tussen beide merktekens Berekenen van de numerieke schaalgrootte : -Voorbeeld : we meten op de grafische schaal 25 mm en dit komt overeen met 1 km -Oplossing : werkelijke afstand = 1 km = mm = D Schaalafstand = 25 mm = d D en d krijgen dezelfde waarden ( mm ) Schaalgrootte = de verhouding d / D = 25 mm / mm -We kunnen vereenvoudigen 1/M = 1 /

9 2.3. Het Vierkantennet : Zoals reeds aangehaald is de Topografische kaart een op schaal getekende weergave van een bepaald gebied op aarde. Nemen we als voorbeeld de kaart van België -De kaart is verdeeld in gelijke genummerde vierkanten van 1 t.e.m 72. -Ieder genummerde vierkant stelt een bepaald gebied voor in België. ( regio ) -De grafische schaal van de kaart = 10 mm = gemeten afstand op kaart = d -De werkelijke afstand van die kaartafmeting = 30 km = D De numerieke schaal is bijgevolg de verhouding van : d / D = 10 ( mm) / (mm) = 1 / De numerieke schaal van de kaart is klein. ( noemer van de breuk is groot ) -Het gebied is zeer groot. ( België) -De kaart bevat geen gegevens en is bijgevolg niet geschikt. Besluit -We nemen een regiokaart op groter schaal.

10 De Regiokaart : Uit de kaart van België nemen we een Vierkantennet kaart van bv.de regio Arlon - Op de kaart van België zien we dat voor die regio de kaart met het netnummer 68 hierbij van toepassing is - De kaart is verdeeld in 4 gelijke gebied kaarten die elk hun eigen afzonderlijke nummers hebben. - Het gebied waarin Arlon zich bevindt heeft de nummers De volledige kaartnummer is 68/7-8 -De grafische schaal van de regio kaart = 10 mm = afmeting op kaart = d -De werkelijke afstand van die kaartafmeting = 5 km = D -De numerieke schaal is bijgevolg de verhouding van d / D = 10 (mm ) / ( mm ) = 1 / Wat stellen we vast? -De numerieke schaal van de kaart wordt groter. ( noemer van de breuk verkleind ) -Het gebied wordt kleiner. ( regio van België ) -De kaart bevat wel al enkele gegevens, doch nog niet voldoende. Besluit: -Hoe kleiner de schaal, hoe groter het gebied, doch geen gegevens. -Hoe groter de schaal, hoe kleiner het gebied, meer gegevens maar nog niet voldoende. We nemen een kaart van het gebied op nog groter schaal.

11 Gebiedskaart Bredene Houtave schaal 1/ : één vierkant = 1 km² 40 mm op kaart = meter werkelijke afstand één zijde = 1 km 1 mm op kaart = 25 meter werkelijke afstand één zijde = 40 mm op kaart

12 2.4. De Coördinaten met toepassingen : Op de kaart (blz. 10) ziet men dat ieder vierkant gekenmerkt wordt door coördinaten. Dit zijn de cijfers die we terugvinden aan de randen van de kaart We onderscheiden 2 soorten coördinaten. -De coördinaten van de liggende rand = de rechtswaarde -worden afgelezen van links naar rechts en hun waarde is terug te vinden op de boven- en onderkant van de kaart. Ze worden gevormd door de verticale lijnen van vierkantennet / Y grids -men noemt ze ook de lengte coördinaten of Y coördinaten -De coördinaten van de staande rand = de hoogwaarde -worden afgelezen van onder naar boven en hun waarde is terug te vinden op de linker en rechterkant van de kaart -ze worden gevormd door de horizontale lijnen van het vierkantennet /X- grids -men noemt ze ook de breedte coördinaten of X coördinaten Let op : -de richting van de Y grids is de N Z richting van het vierkantennet -het noorden ligt bovenaan -het zuiden ligt onderaan -de richting van de X grids is de W O richting van het vierkantennet -het westen ligt links -het oosten ligt rechts Het aflezen van de coördinaten : -In principe wordt steeds eerst de Y coördinaten afgemeten en genoemd, daarna pas de X - coördinaten. -De verticale en horizontale lijnen die de vierkanten vormen op de kaart, worden de Gridllijnen genoemd -De Gridlijnen zijn aangeduid door 2 of 3 cijfers. Dit zijn de Coördinaatcijfers of coördinaatwaarden -De coördinaatcijfers worden in de cursus steeds gevolgd door 3 cijfers omdat dit altijd overeenkomt met het aantal meters werkelijke afstand dat het punt op de kaart verwijderd is t.o.v. de Gridlijn Voorbeelden : coördinaten = / 07050, waarbij : 04 = Gridlijn van de Y coördinaat 650 = de afstand in meter rechts van de Gridlijn = Gridlijn van de X coördinaat 050 = de afstand in meter boven de Gridlijn 07 Zijnde de kerk van Waltzing

13 De coördinaat op kaart zetten : Bij de nu volgende uitleg gaan we nog altijd van de veronderstelling uit dat de gebruikte schaal 1/ is. -Eerste methode : door gebruik van de grafische schaal Punt A heeft als coördinaten : We meten op de grafische schaal de 3 laatste cijfers waarden van elk der coördinaten en brengen ze over op het vierkantennet. Opmerking : de figuren komen niet altijd overeen met hun werkelijke afmetingen 4 Lengte Coördinaat = 5 rechtswaarde = Y 8 Punt A: / Y Y = 650m X X = 050m 7 Snijpunt Y X = 4-7 Breedte Coördinaat = hoogwaarde = X - Het afmeten gebeurt vanuit het snijpunt der beide Gridlijnen Y en X (04 en 07)

14 -Tweede Methode : door berekening en gebruik van een meetlat in mm Punt A heeft als coördinaten : Bij een schaal van 1/ weet men dat : één vierkant vier gelijke zijden heeft van elk 4 cm = 40 mm -40 mm = 1 km = meter -1 mm = : 40 = 25 meter -We delen het aantal meters ( 3 laatste cijfers ) t.o.v. de Y - Gridlijn door 25 = 650 : 25 = 26 of 26 mm op de kaart komt overeen met 650 meter werkelijke afstand Y - Y = 26 mm -We delen het aantal meters ( 3 laatste cijfers ) t.o.v. de X - Gridlijn door 25 = 050 : 25 = 2 of 2 mm op de kaart komt overeen met 050 meter werkelijke afstand X X = 2mm. -Met een meetlat meten we nu beide gevonden waarden van Y -Y en van X - X af op hun respectievelijke lijnen. -De meeste kompassen zijn daartoe voorzien van een gegradueerde schaal in mm. -Het afmeten gebeurt vanuit het snijpunt der beide Gridlijnen. 4 Lengte Coördinaat = 5 rechtswaarde = Y 8 Punt A: / Y Y = 26mm X X = 2 mm 7 Snijpunt Y X = 4-7 Breedte Coördinaat = hoogwaarde = X

15 -Derde Methode : door gebruik van een Raster ( Roamer ) -Een raster of roamer wordt gemaakt op een transparant en bestaat hoofdzakelijk uit 2 delen : -De binnenroamer : -Dit is een door kruisende verticale en horizontale lijnen uiterst fijn verdeeld vierkant van de kaart (= 40 mm x 40 mm b!j schaal 1/25.000) -Het vierkant is verdeeld in vakjes van 1/10 ( indien mogelijk 1/20 ) -Aan de 4 zijden van het vierkant is de verdeling van de tienden (0 t.e.m. 10) - 1/10 = 4 mm = 100 meter werkelijke afstand - 1/20 = 2 mm = 50 meter werkelijke afstand - De binnenroamer bedekt één vierkant van het vierkantennet van de kaart. Doel : de directe aflezing van de coördinaten

16 -De buitenroamer : -De buitenroamer is groter dan de binnenroamer -Is eveneens gegradueerd in tienden en soms in 1/20 -De schaal heeft dezelfde waarde als die van de binnenroamer -Doel : -de gegeven coördinaten in kaart brengen -de directe aflezing van de coördinaten. 3. Het reliëf Het herkennen van de terreinvormen (het reliëf) op een kaart is waarschijnlijk het moeilijkste aspect van het oriënteren. In Wallonië en Brussel gaat het om grote terreinvormen zoals heuvels en valleien. In Vlaanderen hebben wij eerder te maken met duinen. In het buitenland treft men vaak zeer complexe gebieden aan. Wat voor de een de ultieme uitdaging is kan voor de ander een echte nachtmerrie zijn. Hieronder enkele voorbeelden, van links naar rechts en boven naar beneden, steeds moeilijker.

17 3.1.Hier enkele voorbeelden van grote reliëfvormen: Top Zadel Vallei Inzinking Uitloper 3.2. Hoogtelijnen : Een hoogtelijn is een ingebeelde lijn die alle punten die op gelijke hoogte liggen, verbindt. Het zijn kromme en gebogen lijnen en de cijfers in de krommingen duiden de hoogten aan uitgedrukt in een bepaalde eenheid. ( in ons geval in meter ) Het verschil tussen 2 opeenvolgende hoogtelijnen noemt men het gelijk hoogteverschil. Dit bedraagt meestal 2,5 à 5 meter. Op een topografische kaart zijn de hoogtelijnen bruin van kleur en ze worden gerekend t.o.v. het nulvlak of het referentievlak van het zeewater ( zie verder cursus: referentievlak )

18 3.3. Relatie hoogtelijnen en landvormen : Om een beter inzicht te krijgen hoe we aan de hand van de hoogtelijnen een landschap kunnen voorstellen, kunnen we het volgende doen : -We snijden een halve aardappel in schijven van gelijke dikte. We merken direct dat de snijlijnen op de halve aardappel goed gemarkeerd zijn -We kunnen nu de vorm van de aardappel op een plat vlak voorstellen als onregelmatige gebogen en gesloten lijnen. We bekomen dan een bovenaanzicht. -We kunnen onze aardoppervlak nu op dezelfde manier voorstellen. Ook hier gaan we van de veronderstelling uit dat het gesneden wordt in schijven van gelijke dikte.

19 3.3. Hoogtelijnen en Hoogtevlakken : - Hoogtelijnen zijn gesloten kromme lijnen die plaatsen verbinden op dezelfde hoogteligging. - Hoogtevlakken zijn de doorgesneden vlakken 3.4. Hoogtelijnenverschil of Interval : Wordt ook wel eens het gelijk hoogteverschil of hoogte interval genoemd. Hieronder verstaat men, het verschil in hoogte tussen de verschillende hoogtevlakken. Anders gezegd de dikte van de schijven De hoogte interval is voor alle kaarten niet dezelfde en hangt grotendeels af van de plaats en het gebied waar men zich bevindt. Zo krijgt men voor België een gemiddelde waarde van: - 5 meter voor laag België - 10 meter voor midden België - 20 meter voor hoog België Deze waarden kunnen echter nog verschillend zijn.

20 3.5. Hoogte Gradiënt : De hoogtegradiënt mag men niet verwarren met het hoogtelijnenverschil - De gradiënt - komt overeen met de ruimte tussen twee opeenvolgende hoogtelijnen - naar gelang de helling van het terrein is ze veranderlijk - De hoogtelijnenverschil - komt overeen met de verticale hoogte tussen de hoogtevlakken - op één en dezelfde kaart blijft ze gelijk Opmerking : - hoogtelijnen ver uiteen = zwak gradiënt = kleine helling = A.B - hoogtelijnen dicht bijeen = steil gradiënt = grote helling = C.D

21 3.6. Hoogteverval : De hoogteverval is de loodrechte afstand tussen het referentievlak en de hoogtelijn (of een punt op de kaart ).Het is dus de hoogte boven zeeniveau Referentievlak of nulvlak : Het referentievlak of nulvlak is het vlak van het zeeniveau vanwaar de hoogten en de diepten worden gemeten. Deze is terug te vinden onderaan de kaart. Op de Belgische kaarten is dit meestal : - de T.A.W. = tweede aanpassing van het water of - het G.L.LW.SP = het gemiddeld laagste laagwater van Springtij Ten opzichte van het referentievlak worden de hoogtelijnen genummerd, rekening houdend met de voor die kaart geldende hoogtelijnenverschil (interval) 3.8. Dieptelijnen en diepten : Men spreekt over diepten wanneer een punt op de kaart lager ligt dan het nulvlak of referentievlak.ze komen meestal voor in de lage landen ( Nederland ) en uiteraard ook op zeekaarten. Hoogten Diepten Diepten staan ook op de kaart aangeduid, maar dan is er sprake van dieptelijnen.

22 3.9. Praktische richtlijnen i.v.m. hoogtelijnen : Onderstaande richtlijnen zijn bedoeld om op een praktische en vlugge manier de kaart te interpreteren en zodoende een beeld te kunnen vormen over het landschap die de kaart voorstelt Relatie gradiënt hellingsverloop hoogtelijn : - Geen hellingsverloop - Wanneer het terrein plat is ( zonder hoogteverschil ) is er ook geen helling en wordt bijgevolg voor dit gedeelte van de kaart geen hoogtelijnen getekend. - Gelijkmatige en ongelijkmatige hellingsverloop - Wanneer de tussenruimte tussen de hoogtelijnen een gelijk verloop hebben ( gradiënt is regelmatig of constant ) dan verloopt de helling van dit gedeelte van de kaart ook gelijkmatig Wanneer de tussenruimte tussen de hoogtelijnen geen gelijk verloop hebben ( gradiënt is niet regelmatig ) dan verloopt de helling van dit gedeelte van de kaart ook niet gelijkmatig - Grote helling en kleine helling -Is de afstand ( gradiënt ) tussen de hoogtelijnen klein dan is de helling groot -Is de afstand ( gradiënt ) tussen de hoogtelijnen groot dan is de helling klein

23 Relatie hellingsverloop af te leggen weg: - De hellingshoek -Stel dat we een helling opklimmen ( tussen de hoogtelijnen 30 en 60 m ). -De af te leggen weg C D is duidelijk korter dan die van A B Besluit : -grote hellingshoek = kleiner de afstand = steile helling = C > D -kleine hellingshoek = groter de afstand = kleine helling = A > B Let op : -de kortste weg is niet noodzakelijk altijd de juiste en gemakkelijkste weg -Loopt een weg nu evenwijdig aan de hoogtelijnen, dan is er praktisch geen helling en loopt de weg plat. We blijven op dezelfde hoogtelijn. ( weg E F ) -Loopt een weg schuin op de hoogtelijnen, dan zal er een hoek gevormd worden tussen de weg en de hoogtelijn, de zogenaamde hellingshoek. ( Weg F -G en G -H ) -Loopt een weg loodrecht op de hoogtelijnen, dan is de hellingshoek 90 en loopt de weg loodrecht naar omhoog ( weg H -I ) Hieronder staat een voorbeeld hoe men een kaart moet interpreteren. Let vooral op het hoogtelijnenverschil ( interval ) en de ruimte tussen de hoogtelijnen ( gradiënt )

24 Relatie hoogtelijnen landvormen : Een goede waarnemer weet aan het juist interpreteren van de hoogtelijnen,onder welke vorm het landschap ( terrein) waarin hij zich bevindt er uit zal zien. Onderaan staan enkele voorbeelden van verschillende groepen van hoogtelijnen ; daarnaast ziet men het landschap. Ze staan echter niet op hun juiste plaats. Zoek nu zelf uit bij welke hoogtelijnengroep het juiste landschap past. Oplossing Hoogtelijnen Landeigenschappen 1 = 1 A 2 = 2 B 3 = 3 C 4 = 4 D 5 = 5 E 6 = 6 F

25 4. Het Kompas : 4.1. Doel : Het kompas dient voor het aangeven van richtingen en het vaststellen van richtingen bij het peilen van referentiepunten op een kaart en op het terrein De Windroos : Kwadrantale verdeling in streken : De windroos is verdeeld in 32. volle streken, waarvan de 16 voornaamste zijn : De hoofdwindrichtingen: Noord N, Oost E, Zuid S, West W De tussenwindrichtingen Noordoost NE, Zuidoost SE, Zuidwest SW, Noordwest NW De tussentussenwindrichtingen Noord Noord Oost NNE, Oost Noord Oost ENE, Oost Zuid Oost ESE, Zuid Zuid Oost SSE, Zuid Zuid West SSW, West Zuid west WSW, West Noord West WNW, Noord Noord West NNW Opmerking : de afkortingen van de windstreken zijn volgens het Engels systeem ( N = North, S = South, E = East en W = West)

26 Azimuthale verdeling in graden : Het aflezen van de windroos gebeurt meer en meer volgens de azimuthale verdeling en in graden ( ). De streeknamen vallen daarbij weg en de aanduidingen ervan in graden worden altijd weergeven door 3 cijfers. We beginnen met 000 ( N ) en zo in wijzerzin verder tot men terug aan het beginpunt komt of 360. We krijgen voor de respectievelijke hoofd -, tussen en tussentussen -windrichtingen de volgende azimuthale aflezing : N = 000 of 360, E = 090, S = 180, W = 270 NE = 045, SE = 135, SW = 225, NW = 315 NNE = 22,5, ENE = 67,5, ESE = 112,5, SSE = 157,5, SSW = 202,5, WSW = 247,5, WNW = 292,5, NNW = 33.7,5 Hoofdwindstreken Afkorting Graden NOORD N (North) 0 of 360 OOST E (East) 90 ZUID S (South) 180 WEST W (West) 270 Tussen windstreken Afkorting Graden NOORD-OOST NE (North-East) 45 ZUID-OOST SE (South-East) 135 ZUID-West SW (South-West) 225 NOORD-WEST NW (North-West) 315 Tussen-tussen windstreken Afkorting Graden NOORD-NOORD-OOST NNO (North-north-east) 22,5 OOST-NOORD-OOST ENE (East-north-east) 67,5 OOST-ZUID-OOST ESE (East-south-east) 112,5 ZUID-ZUID-OOST SSE (South-south-east) 157,5 ZUID-ZUID-WEST SSW (South-south-west) 202,5 WEST-ZUID-WEST WSW (West-south-west) 247,5 WEST-NOORD-WEST WNW (West-north-west) 292,5 NOORD-NOORD-WEST NNW (North-north-west) 337,5

27 4.3. Beschrijving van het kompas : Een beschrijving geven van alle op de markt zijnde kompassen is uiteraard een onmogelijk taak. We beperken ons tot een algemene beschrijving van de delen. Het kompas bestaat hoofdzakelijk uit drie delen : de magneetnaald,. Richtingspijl, de draaibare kompasdoos met noordpijl De magneetnaald : Bevind zich in de midden van de draaibare kompasdoos met noordpijl en het rode uiteinde ervan blijft onveranderlijk het magnetisch noorden aanwijzen De richtingspijl : De op de doorzichtige schijf aangebrachte pijl ( de richtingsspijl of mars pijl) meestal gekleurd in rood of blauw, duidt de mars richting aan. Verder is de schijf voorzien van een gegradueerde schaal in mm, cm of inches ( naargelang het soort kompas). Meestal voorziet de schijf in een Km schaal voor de schalen 1/ en 1/ dit naargelang het type kompas De draaibare kompasroos met noordpijl : - De buitencirkel van de draaibare roos is verdeeld in De binnen cirkel is voorzien van N S lijnen met W E band ( is eveneens verstelbaar ) Opmerking : - het kompas steeds horizontaal houden, de armen uitgestrekt en naar omlaag - Het gezicht steeds richten naar de marsrichting - Het kompas vrijwaren van magnetische invloeden

28 4.4. Fouten en afwijkingen op het kompas : De Variatie : De variatie wordt veroorzaakt door het aardmagnetisme en zal de magneetnaald van het kompas doen afwijken van het Ware noorden. Die afwijking kan zowel links ( W ) of rechts ( E ) zijn, is jaarlijks veranderlijk en verschilt van plaats tot plaats op aarde. In onze streken is de variatie W,( jaar 2001 ) en vermindert jaarlijks van +- 7 ( de waarde ervan staat in de rechterbovenhoek van de kaart vermeld)

29 De deviatie : De deviatie wordt veroorzaakt door de magnetische invloeden die zich dicht bij het magnetisch kompas kunnen bevinden en waardoor de magneetnaald van het kompas een tweede afwijking t.o.v. het Magnetisch noorden gaat ondervinden. Die afwijking kan ook hier rechts ( E ) of links ( W ) zijn. - Magnetische invloeden dichtbij het kompas kunnen zijn : - hoogspanningskabels - ijzeren constructies ( bruggen, masten ) - een auto of vrachtwagen ( denk aan ijzeren massa en de batterijen ) - een spoorweg Daarom het belang van zich zover mogelijk daarvan te verwijderen 4.5. De verschillende Noord - richtingen: - Het Ware Noorden W N Wordt ook wel eens het Geografisch Noorden genoemd, is de richting van de ware Noordpool, plaats waar de meridianen samen komen. De geografische Noordpool is het noordelijkste punt van onze aardbol, het is het punt waar de aardas doorheen loopt, het is het punt waar alle lengtegraden samenkomen, het is het punt met de coördinaten Noord 90 graden, 0 minuten, 0 seconden; Oost 0 graden, 0 minuten, 0 seconden (maar oost en west is hetzelfde op dat punt. - Het Magnetisch Noorden - MN Is de richting aangegeven door een kompasnaald onder de uitsluitende invloed van de magnetische Noordpool. De magnetische Noordpool is die plek in het noorden (noord Canada) waar elke kompasnaald naar toe wijst. De magnetische Noordpool ligt niet op de zelfde plaats als de geografische Noordpool. En om het nog wat lastiger te maken: de magnetische Noordpool is geen vast punt, maar verschuift in de loop der tijden - Het Vierkantennet Noorden ( kaartnoorden ) of Grid Noorden - GN Is de richting van de bovenkant van de kaart ( Y grid)

30 a. = Convergentiehoek tussen het WN en GN ( meridiaan convergentiehoek ) -Deze hoek is zeer klein en is verwaarloosbaar ( +- 1 ) b. = De variatie -De hoek tussen het WN en het MN ( variatie = W, MN ligt links van het WN ) c. = Afwijking ( declinatie ) van het MN t.o.v. het vierkantennet Opmerking : -De hoeken van de bovenstaande figuur zijn niet in ware grootte weergegeven. -In werkelijkheid zijn ze zeer klein en in de praktijk voor onze streken te verwaarlozen. 4.6 Declinatie Een kompasnaald wijst naar het magnetische noorden, niet naar het geografische noorden. Afhankelijk van waar je je op de aardbol bevindt, ligt het geografische noorden dus iets ten oosten of iets ten westen van de kompasnaald. Dat verschil heet 'declinatie' en hoe noordelijker je bent op het noordelijk halfrond (dichtbij de twee noordpolen), hoe groter die afwijking (tot wel 180 graden). Omdat het magnetische noorden verschuift in de loop der tijden, verandert de declinatie ook. Voor oriëntatie in het vrije veld, over grote afstand (zeevaart, luchtvaart) is de declinatie van grote betekenis. Met behulp van deze link kun je de declinatie voor elke plaats op aarde berekenen. Op papieren landkaarten vind je (het kaartgemiddelde van) de declinatie vrijwel altijd ergens aangegeven, vaak ook nog de verandering per jaar. Voor midden Europa is de declinatie bijna 0 (nul), maar in noord Canada kan dat wel tot 25 graden zijn. Kompas. Elk fatsoenlijk kompas kan rekening houden met de declinatie en de kompasroos is daarom verstelbaar.

31 4.7 Miswijzing De miswijzing (ten opzichte van de kaart!) is het verschil tussen het kaart noorden en het magnetische noorden. Figuur onder KN (kaart noorden), GN (geografische noorden) en MN (magnetische noorden) = miswijzing, verschil (op deze kaart) tussen kaart noorden (KN) en magnetische noorden (MN) = declinatie, verschil tussen geografische noorden (GN) en magnetische noorden (MN) = verschil (op deze kaart) tussen het kaart noorden (KN) en het geografische noorden (GN).

32 4.7.1 Miswijzing corrigeren Het magnetisch noorden is de richting waarin het rode gedeelte van de kompasnaald wijst. Nu zou het handig zijn als cartografen voor het kaart-noorden dezelfde richting aanhielden als het magnetisch noorden. Door geofysische oorzaken is het magnetisch noorden echter niet constant, maar verandert in de tijd. De cartografen hebben een fictief noorden verzonnen dat wel constant is, zodat de kaarten niet elk jaar aangepast hoeven te worden. Het verschil tussen het magnetische en het kaart-noorden noemen wij miswijzing. In de marge van een stafkaart wordt aangegeven hoeveel het magnetisch noorden op een bepaalde datum afwijkt van het kaart-noorden. Bovendien wordt daar aangegeven hoeveel deze afwijking per jaar verandert. Het volgende voorbeeld is overgenomen van de Belgische stafkaart 49/7-8 (Harzé - La Gleize): De miswijzing van het magnetisch noorden ten opzichte van het kaartnoorden is op 30 juni 1989 vier graden en elf minuten (4 11') westelijk. Elk jaar vermindert de miswijzing met zeven minuten (0 07'). Op 30 juni 1998 was de miswijzing dus 4 11' - (9 x 0 07') = 3 08'. (Noot: er gaan zestig minuten in een graad.) Miswijzing corrigeren - kaart naar terrein Het is handiger om de logica te doorzien van de regels om miswijzing te corrigeren, dan ze uit het hoofd te leren. Daarom eerst een voorbeeld: Stel je meet op de kaart de hoek tussen de doelrichting en het kaart-noorden. Ligt het magnetisch noorden 4 graden westelijk van het kaart-noorden dan is de hoek tussen je doelrichting en het magnetisch noorden groter dan de hoek ten opzichte van het Kaart- Noorden. Er moet 4 graden opgeteld worden bij de hoek, die gemeten is op de kaart.

33 De regels luiden: Ligt het magnetisch noorden westelijk van het kaart-noorden dan moet de miswijzing opgeteld worden bij de -op de kaart gemeten- hoek. Ligt het magnetisch noorden oostelijk van het kaart-noorden dan moet de miswijzing afgetrokken worden van de -op de kaart gemeten- hoek Miswijzing corrigeren - terrein naar kaart Stel je peilt de hoek tussen je doelrichting en het magnetisch noorden. Als het magnetisch noorden 4 westelijk van het kaart-noorden ligt dan is de hoek tussen de doelrichting en het kaart-noorden 4 graden kleiner dan de hoek tussen de doelrichting en het MN. Er moet 4 garden afgetrokken worden van de hoek, die met het kompas gepeild is. De regels luiden: Ligt het magnetisch noorden westelijk van het kaart-noorden dan moet de miswijzing afgetrokken worden van de -met het kompas gemeten- hoek. Ligt het magnetisch noorden oostelijk van het kaart-noorden dan moet de miswijzing opgeteld worden bij de -met het kompas gemeten- hoek.

34 4.6. Gebruik van het kompas : Kaart oriënteren: Meestal kan het oriënteren van de kaart gebeuren door naar de merkpunten in het terrein te kijken zoals gebouwen, weiden of wegen. Zoek deze merkpunten op de kaart en draai dan je kaart tot alles overeenkomt. Je kan dan altijd "voor je uit" werken zodat je voor je ziet op het terrein wat je ziet op de kaart. Als je dan naar je kaart kijkt staan de dingen die je links van je ziet ook links op de kaart, dingen die rechts van je zijn staan dan ook rechts op de kaart. De hoofdreden om een kompas bij te hebben is om je te oriënteren (later leer je het gebruiken om een richting te nemen Je kaart oriënteren met je kompas doe je door je kaart te draaien tot de rode noordpijl van het kompas in dezelfde richting wijst als de noorderlijnen op je kaart. Vervolgens ga je natuurlijk weer "achter" de richting staan die je uit moet

35 De Azimut: Onder Azimut verstaat men de richting waarin de waarnemer een bepaald punt ziet. Het is dus de hoek gevormd tussen de Noord richting en de Richtingslijn of peilinglijn. Bij het aanleren van het kaartlezen is het kompas enkel nodig om de kaart te oriënteren.). Al snel zal je het nuttig vinden om met het kompas een precieze richting te kunnen volgen. In oriëntatietermen wordt dit "een azimut nemen" genoemd. De techniek met het plaatkompas is hier speciaal voor ontworpen. STAP 1: oriëntatietermen wordt dit "een azimut nemen" genoemd. De techniek met het plaatkompas is hier speciaal voor ontworpen. Leg de rand van het kompas langs de lijn op de kaart waarvan je de richting wil nemen, gericht naar de plaats waar je naar toe wil. (van je standplaats (punt 1) naar het volgende punt (punt 2). Leg de rand van het kompas op de lijn tussen post 1 en 2 met de richtingspijl naar punt 2).

36 STAP 2: Draai de kompasdoos totdat de noordpijl evenwijdig is met de noorderlijnen van de kaart. STAP 3: Neem het kompas van de kaart. Draai nu tot de magnetische naald binnen de noordpijl van de kompasdoos valt. De richting die je uit moet, wordt aangegeven door de pijl vooraan op het kompas. Ga "achter" het kompas staan, hou het kompas ter hoogte van je lichaam, zo'n 50 cm ervoor. Nu kan je over de pijl mikken naar een doel (een opvallende boom, een heuveltje,...) in de verte en in de richting waar je naar toe moet. Dit herhaal je tot je aan het punt bent aangekomen waar je moet zijn. Samenvatting: vorderen volgens een azimut van X graden: veronderstel dat de opdracht is: Loop 280. De draaibare kompasdoos draaien en 280 tegenover het richtingsteken draaien zodat het streepje van 280 samenvalt met het richtingsteken. Het kompas horizontaal houden, de looprichting naar voor. We draaien rond onze as met het kompas onbeweeglijk in de hand tot de magneetnaald samenvalt rond het aangeduide noorden van het kompashuis. Het richtingsteken wijst naar een vast punt in de verte: daar gaan we naar toe. Deze handeling moet steeds worden herhaald. Zelf bepalen hoeveel graden men moet lopen om van A (waar men zich bevindt) naar een punt B te gaan in de verte. Het kompas horizontaal houden, de looprichting gericht van A naar B. De draaibare kompasdoos draaien en de vaste pijl (of het Noorden) onder de magneetnaald

37 brengen. De rode punt van de naald is het Noorden. Tijdens het draaien van het kompashuis moet het richtingsteken in de juiste richting AB blijven en het kompashuis horizontaal. De gezochte looprichting aflezen tegenover het richtingsteken Tegengestelde azimuthen en/of peilingshoeken : De waarnemer ( P ) bevindt zich altijd in de tegengestelde richting waarin hij het punt waarneemt. In de figuur ziet men dat : ( P = positie waarnemer ) 1 a = richting (P) - kerk = azimuth = b = richting Kerk ( P) = tegenazimuth = 134 ( ) 2 a = richting P molen = azimuth = b = richting molen P = tegenazimuth = 226 ( ) Besluit -Azimuth / Richtingshoek = > 180 Tegengesteld = Azimuth/hoekl Azimuth / Richtingshoek = < 180 Tegengesteld = Azimuth/hoekl + 180

38 Standplaats bepaling : Driehoeksbepaling Een ingewikkeldere, maar zeer effectieve manier van plaatsbepaling is de Driehoeks bepaling. Hierbij moet je van waar je staat 3 herkenbare punten zien. Dit moeten punten zijn die uniek zijn op de kaart, vb een bepaalde kerk. Indien je een kapel neemt, kan je deze op de kaart gemakkelijk vergissen met een andere kapel. Nadat je 3 punten hebt, moet je bepalen op hoeveel graden ze van je staan. Haal hiervoor dus je kompas boven. Hierna moet je van elk punt hun tegenazimut bepalen: indien het aantal graden kleiner is dan 180, tel je er 180 bij op. Indien het aantal graden groter is dan 180, trek je er 180 van af. Stel dus dat kerk1 op 275 van je staat, dan is het tegenazimut: =95. Kerk 2 op 45, dan is het tegenazimut: = 225 Kerk 3 op 130, dan is het tegenazimut: = 310 Vervolgens trek je op de kaart van elk punt de lijn van de tegenazimuth. Indien alles perfect is uitgevoerd, komen de 3 lijnen op precies 1 punt samen. Meestal is dit niet zo, dus je kom je een driehoek uit zoals in de figuur.

39 Je weet dus alvast dat je je in die driehoek bevindt. Om hier dan de exacte locatie uit te vinden, moet je van elke hoek de zwaartelijn uitvoeren, dit is een lijn die door het midden van de tegenoverstaande zijde gaat. Deze 3 zwaartelijnen komen dan samen in 1 punt, zijnde jouw locatie!

40 Alignement lijnen In de bovenstaande figuur is P = positie van de waarnemer = het kruispunt van 2 alignementlijnen De 2 alignementen zijn : 1e het alignement gevormd door de watertoren en de kerk - de waarnemer P - ziet beide referentiepunten in één lijn ( in één richting ) 2e het alignement gevormd door de vuurtoren en de molen - de waarnemer P ziet beide referentiepunten in één lijn ( in één richting ) Richting P watertoren kerk = alignementlijn = azimuth = 314 Richting kerk watertoren - P = alignementlijn = tegenazimuth = 134 ( ) Richting P vuurtoren molen = alignementlijn = azimuth = 050 Richting molen vuurtoren - P = alignementlijn = tegenazimuth = 230 ( )

VZW Airsoft Oostende. Inhoud :

VZW Airsoft Oostende. Inhoud : KAARTLEZEN Inhoud : KAARTLEZEN :...2 1. Inleiding :...2 1.1 Bepaling van een kaart :...2 1.2. Belang van het kaartlezen :...2 1.3. Soorten kaarten :...2 1.4. De kaartprojectie :...2 2. De Topografische

Nadere informatie

Reader oriëntatietechnieken

Reader oriëntatietechnieken Reader oriëntatietechnieken Inhoud 1. Schaal 2. Legenda 3. Coördinatenstelsels 4. Soorten kompassen 5. Declinatiecorrectie 6. Inclinatie 7. Kaart op het noorden leggen 8. Looprichting bepalen 9. Koers

Nadere informatie

Tochttechnieken Cursus Coördinatie Bijlage cursus 5

Tochttechnieken Cursus Coördinatie Bijlage cursus 5 Tochttechnieken Cursus Bijlage cursus 5 Door: Maurits Westerik Jong Nederland De Lutte. December 2008 Inhoudsopgave 1. Kompas... 3 2. Kaarten... 4 3. Coördinaten... 5 4. Kruispeiling... 6 Jong Nederland,

Nadere informatie

Cursus Kaart en Kompas

Cursus Kaart en Kompas Cursus Kaart en Kompas sponsored by Introductie Het kompas en de werking ervan is voor sommige mensen nog altijd een soort magie. Het feit dat het kleine naaldje altijd feilloos het noorden weet te vinden

Nadere informatie

Tochttechnieken. Cursus kaart en kompas. Bijlage cursus 5. Door: Maurits Westerik Jong Nederland De Lutte. December 2008.

Tochttechnieken. Cursus kaart en kompas. Bijlage cursus 5. Door: Maurits Westerik Jong Nederland De Lutte. December 2008. Tochttechnieken Cursus kaart en kompas Bijlage cursus 5 Door: Maurits Westerik Jong Nederland De Lutte. December 2008 Met dank aan: Hiking-site.nl Inhoudsopgave 1. Introductie... 3 2. Het bepalen van de

Nadere informatie

Landkaarten en coördinaten

Landkaarten en coördinaten Landkaarten en coördinaten Wat is nu eigenlijk een landkaart? Nou, hou je vast. Op een landkaart staat op een plat vlak een verkleind en toegelicht beeld van een bepaald deel van het aardoppervlak afgedrukt.

Nadere informatie

Stafkaart DOCK. Dropping Oudleiding Chiro Kaart hoogtelijn. kilometervak. akkerland. weiland. naaldbos. loofbos

Stafkaart DOCK. Dropping Oudleiding Chiro Kaart hoogtelijn. kilometervak. akkerland. weiland. naaldbos. loofbos DOCK hoogtelijn Stafkaart kilometervak akkerland weiland naaldbos loofbos s onverharde weg (bospad/zandweg/ ) verharde weg (asfalt/beton/ ) s Legende Stafkaart Kompas en kompas- schieten: Een typische

Nadere informatie

Kaart en kompas. Oriënteren met kaart en kompas. Amundsenvendel Ermelo. Kaart en kompas. E r m e l o

Kaart en kompas. Oriënteren met kaart en kompas. Amundsenvendel Ermelo. Kaart en kompas. E r m e l o 3 Oriënteren met kaart en kompas Amundsenvendel Ermelo 2001 H USKY PUBLICATIES E r m e l o Pagina 2 Pagina 11 Inhoudsopgave Het kompas 3 Oriënteren met het kompas Oriënteren van de kaart 4 eerste handgreep

Nadere informatie

St. Scouting St. Franciscus Wijchen

St. Scouting St. Franciscus Wijchen (Land)kaarten Een kaart geeft ons een schat aan informatie over de omgeving waarin we op pad zijn. Maar om al die informatie te kunnen gebruiken moet je natuurlijk wel weten waar je het kunt vinden. Daarom

Nadere informatie

HIKE BOEKJE #RSW-NVF

HIKE BOEKJE #RSW-NVF HIKE BOEKJE #RSW-NVF #RSW-NVF RSW hikeboek 1 1. Versie beheer Versie nr Door wie Wat is er aangepast 1.0 Oplevering document 2.0 Bob Tump Jessica Makkinje Layout Route techniek toegevoegd Aanpassing in

Nadere informatie

Richtingen, coördinaten en oriënteren

Richtingen, coördinaten en oriënteren 1 Richtingen, coördinaten en oriënteren Amundsenvendel Ermelo 2001 H USKY PUBLICATIES E r m e l o Pagina 2 Pagina 11 Inhoudsopgave Richtingen 3 De kaart schaal 4 Plaatsbepaling op de kaart het coördinatensysteem

Nadere informatie

Opleiding Meetploegen

Opleiding Meetploegen Campus Vesta Opleiding Meetploegen Jef Van Tongerloo Juliaan De Bie jef.vantongerloo@geel.be juliaan.debie@brandweer.mechelen.be Hfdst. 1 3. Kaartlezen Inleiding 1.3.1 Kaarten. Sterk verkleinde weergave

Nadere informatie

Het kompas. Het bepalen van de richting

Het kompas. Het bepalen van de richting Het kompas Het kompas en de werking ervan is voor sommige mensen nog altijd een soort magie. Het feit dat het kleine naaldje altijd feilloos het noorden weet te vinden is voor veel mensen dan ook een soort

Nadere informatie

De metrieke schaal is de verhouding van de afstand in werkelijkheid tot de afstand op kaart.

De metrieke schaal is de verhouding van de afstand in werkelijkheid tot de afstand op kaart. 3. Kaartlezen 1. De gebruikelijke numerieke schalen. (teervoet) 2. De grafische schaal + toepassingen. (teervoet) 3. Werken met schalen. (teervoet) 4. De betekenis van de schaal der symbolen. 5. De betekenis

Nadere informatie

Oriëntatieloop Handleiding

Oriëntatieloop Handleiding Oriëntatieloop Handleiding Hoe kan ik de Oriëntatieloop ontlenen? Voor de reservatie van het materiaal kan je terecht bij de dienst onthaal & info. De kostprijs van het gehuurde materiaal wordt verrekend

Nadere informatie

WIE ZOEKT, DIE VINDT!

WIE ZOEKT, DIE VINDT! I WIE ZOEKT, DIE VINDT! Eigenlijk is kaartlezen een zoekspelletje. Aan de hand van een index en een legende zijn we in staat om een bepaalde plaats op een kaart gemakkelijk terug te vinden. Dit gebeurt

Nadere informatie

Oriënteren Kaart en Kompas

Oriënteren Kaart en Kompas Oriënteren Kaart en Kompas Om veilig de weg te kunnen vinden in onbekend gebied, is het handig kennis van navigatie met kaart en kompas te hebben. Om het insigne Oriëntatie in de wacht te slepen, moet

Nadere informatie

Lessen over Cosmografie

Lessen over Cosmografie Lessen over Cosmografie Les 1 : Geografische coördinaten Meridianen en parallellen Orthodromen of grootcirkels Geografische lengte en breedte Afstand gemeten langs meridiaan en parallel Orthodromische

Nadere informatie

Een overzicht van de meest gebruikte tochttechnieken

Een overzicht van de meest gebruikte tochttechnieken Tochttechnieken Een overzicht van de meest gebruikte tochttechnieken In dit boekje vindt je uitleg van tochttechnieken die we veel bij Scouting gebruiken. Dit boekje kan je helpen bij het leren van technieken

Nadere informatie

1. INLEIDING... 3 2. PERSPECTIEVEN... 4 3. PROJECTIEMETHODEN... 8 4. AANZICHTEN TEKENEN... 10 5. PERSPECTIEF TEKENEN... 14 6. BRONVERMELDING...

1. INLEIDING... 3 2. PERSPECTIEVEN... 4 3. PROJECTIEMETHODEN... 8 4. AANZICHTEN TEKENEN... 10 5. PERSPECTIEF TEKENEN... 14 6. BRONVERMELDING... 1. INLEIDING... 3 2. PERSPECTIEVEN... 4 3. PROJECTIEMETHODEN... 8 4. AANZICHTEN TEKENEN... 10 5. PERSPECTIEF TEKENEN... 14 6. BRONVERMELDING... 22 Leerplandoelstellingen Perspectieftekenen 9. De afgewerkte

Nadere informatie

Adventure Race Tips & Tricks

Adventure Race Tips & Tricks 1 Adventure Race Tips & Tricks Hierbij een korte beschrijving van de belangrijkste hulpmiddelen voor een adventure race / navigatietocht en een korte beschrijving van gebruikte methodes voor het uitzetten.

Nadere informatie

Het is de bedoeling om de motor zodanig te laten draaien dat de schotel als het ware steeds in deze Clarck belt kijkt.

Het is de bedoeling om de motor zodanig te laten draaien dat de schotel als het ware steeds in deze Clarck belt kijkt. Installeren van een Diseqc motor (1.2) (Bron: http://thaskull.tripod.com/diseqc.htm) Deze pagina is een basishandleiding voor het installeren van een diseqc motor: Stab, Moteck...het is geen gemakkelijke

Nadere informatie

De vectorroute bestaat er in twee varianten: Met een vaste noordpijl en met een draaiende noordpijl.

De vectorroute bestaat er in twee varianten: Met een vaste noordpijl en met een draaiende noordpijl. De vectorroute In de vectorroute wordt de richting van de noordpijl gegeven, die wordt getekend met een dubbele poot. Deze noordpijl hoeft niet per definitie naar de bovenkant van de bladzijde te wijzen.

Nadere informatie

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN

SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN II - 1 HOODSTUK SAMENSTELLEN EN ONTBINDEN VAN SNIJDENDE KRACHTEN Snijdende (of samenlopende) krachten zijn krachten waarvan de werklijnen door één punt gaan..1. Resultante van twee snijdende krachten Het

Nadere informatie

Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales

Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales Hoofdstuk 6 : Projectie en Stelling van Thales - 127 1. Projectie op een rechte (boek pag 175) x en y zijn twee... rechten. We trekken door het punt A een evenwijdige rechte met de rechte y en noemen het

Nadere informatie

Cartografische oefeningen antwoorden voor de leerkracht

Cartografische oefeningen antwoorden voor de leerkracht Cartografische oefeningen antwoorden voor de leerkracht Stad OCMW V.U.: welzijnshuis Sint-Niklaas naam achternaam Abingdonstraat 99 9100 Sint-Niklaas Stedelijke Musea Sint-Niklaas 1 Meting met het gps-toestel

Nadere informatie

Les 3 Toppen, passen, dalen

Les 3 Toppen, passen, dalen Les 3 Toppen, passen, dalen Fatzoenlijke eilanden Een eiland is omgeven door water. De kustlijn van het eiland is dus op zeeniveau. Op ons eiland zijn er veel hoogteverschillen: er zijn toppen en dalen.

Nadere informatie

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk

Vlakke meetkunde. Module 6. 6.1 Geijkte rechte. 6.1.1 Afstand tussen twee punten. 6.1.2 Midden van een lijnstuk Module 6 Vlakke meetkunde 6. Geijkte rechte Beschouw een rechte L en kies op deze rechte een punt o als oorsprong en een punt e als eenheidspunt. Indien men aan o en e respectievelijk de getallen 0 en

Nadere informatie

KOMPAS(STREKEN) EN ROUTETECHNIEKEN DE 32 KOMPASSTREKEN

KOMPAS(STREKEN) EN ROUTETECHNIEKEN DE 32 KOMPASSTREKEN KOMPAS(STREKEN) EN ROUTETECHNIEKEN DE 32 KOMPASSTREKEN Een kompasstreek, windstreek of hemelstreek is 1/32e deel van de kompasroos en komt overeen met 11,25º (graden). Het wordt gebruikt voor het globaal

Nadere informatie

Soorten lijnen. Soorten rechten

Soorten lijnen. Soorten rechten Soorten lijnen ik zeg ik teken ik noteer ik weet een punt A A een rechte a a Een rechte heeft geen begin- en eindpunt. een halfrechte [A een halfrechte heeft B] een beginpunt of een eindpunt een lijnstuk

Nadere informatie

Hoe een bodemboring uitvoeren en een bodemstaal bespreken?

Hoe een bodemboring uitvoeren en een bodemstaal bespreken? Voorbeelden van VAARDIGHEIDSFICHES Hoe een bodemboring uitvoeren en een bodemstaal bespreken? Zie ook filmpje op https://youtu.be/np9f4fqd56g - Bodemboor - Lintmeter - Opnamefiche - Determineertabel voor

Nadere informatie

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR

WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR WISKUNDE: HERHALINGSOEFENINGEN EINDE ZESDE LEERJAAR Getallenkennis: getalbegrip 1. Noteer het getal: 5D 2H 6HD 7t 9d 2. Noteer het getal: MMXVIII Getallenkennis: werken met gegevens 3. Hoeveel maanden

Nadere informatie

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN een rechte lijn A het punt A a de rechte a een kromme lijn of een kromme een gebroken lijn a A b a B het lijnstuk [AB] evenwijdige rechten a // b een plat oppervlak of een

Nadere informatie

Oriënteren. Met andere hulpmiddelen dan het kompas. 1. Door middel van de zon:

Oriënteren. Met andere hulpmiddelen dan het kompas. 1. Door middel van de zon: 4. Oriënteren Ik kan me oriënteren 1. door middel van de zon. 2. door middel van het uurwerk. 3. door middel van de sterren. 4. doormiddel van natuurfenomenen 5. door middel van merktekens (teervoet) 31

Nadere informatie

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren

Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren Hoofdstuk 7 : Gelijkvormige figuren 141 Eventjes herhalen : Wat is een homothetie? h (o,k) : Een homothetie met centrum o en factor k Het beeld van een punt Z door de homothetie met centrum O en factor

Nadere informatie

Oriëntatie. kaart, kompas, GPS. Kompashandgrepen Kaarten en projecties GPS Oriëntatie Opdrachten en spellen

Oriëntatie. kaart, kompas, GPS. Kompashandgrepen Kaarten en projecties GPS Oriëntatie Opdrachten en spellen Oriëntatie kaart, kompas, GPS Kompashandgrepen Kaarten en projecties GPS Oriëntatie Opdrachten en spellen Instant uitleg voor leiding en scouts Voor gebruik tijdens (gezamenlijke)activiteiten, opkomsten

Nadere informatie

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan

We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan jaar: 1995 nummer: 28 Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld. De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt aangegeven door de pijl. We willen

Nadere informatie

Beste Gidsen, Wat gaan we doen? Zoals we hebben besproken gaan we jullie kennis van de tochttechnieken schriftelijk testen.

Beste Gidsen, Wat gaan we doen? Zoals we hebben besproken gaan we jullie kennis van de tochttechnieken schriftelijk testen. Uitleg Tochttechnieken 2014 Beste Gidsen, Wat gaan we doen? Zoals we 22-02-2014 hebben besproken gaan we jullie kennis van de tochttechnieken schriftelijk testen. Waarom gaan we het doen? We doen dit om

Nadere informatie

Oriëntatie kaart, kompas, GPS

Oriëntatie kaart, kompas, GPS Oriëntatie kaart, kompas, GPS Kompashandgrepen Kaarten en projecties GPS Oriëntatie Opdrachten en spellen Instant uitleg voor leiding en scouts Voor gebruik tijdens (gezamenlijke)activiteiten, opkomsten

Nadere informatie

3. Tekentechnieken. Sommige symbolen zijn duidelijk, andere niet. Van links naar rechts staat het symbool (en de werkbalkknop) voor

3. Tekentechnieken. Sommige symbolen zijn duidelijk, andere niet. Van links naar rechts staat het symbool (en de werkbalkknop) voor 3. Tekentechnieken Ocad voorziet een aantal mogelijkheden om voorwerpen te tekenen, afhankelijk van de vorm van de voorwerpen. In de werkbalk vinden we de knoppen voor deze technieken. Sommige symbolen

Nadere informatie

Kaart en kompas. Controleer dus goed of de omgeving nog overeenstemt met de kaart vooraleer je jongens of meisjes op pad te sturen.

Kaart en kompas. Controleer dus goed of de omgeving nog overeenstemt met de kaart vooraleer je jongens of meisjes op pad te sturen. Kaart en kompas 1. Stafkaarten Een stafkaart laat ons toe, door middel van overeengekomen tekens, het terrein te zien zoals een foto van een landschap uit de lucht. Door deze afgesproken tekens kunnen

Nadere informatie

Navigatiereader Race of the Classics

Navigatiereader Race of the Classics Navigatiereader Race of the Classics Zondag 29 maart tot en met zondag 5 april 2015 Inhoud Inleiding De aarde De zeekaart Drift, stroom en koersrekening Invullen van het logboek Eenheden, termen en afkortingen

Nadere informatie

Inleiding. Wij hopen dat jullie iets aan dit boekje hebben tijdens de voorbereidingen en de hike zelf.

Inleiding. Wij hopen dat jullie iets aan dit boekje hebben tijdens de voorbereidingen en de hike zelf. JPG Hikewijzer Inleiding Voor je heb je de eerste uitgave van het hike boekje van de Johannes Post Groep. In dit boekje worden verschillende technieken behandeld die je onder een hike tegen kunt komen.

Nadere informatie

Kaartlezen. Hoge Venen Natuurgids 2008

Kaartlezen. Hoge Venen Natuurgids 2008 Kaartlezen Hoge Venen Natuurgids 2008 1000 Brussel Website: www.ngi.be Nationaal Geografisch Instituut Abdij ter Kameren 13 1. De schaal Kaarten met een grote schaal Schaal 1:10 000 1mm = 10m 1cm = 100m

Nadere informatie

Kompas met zonnewijzer

Kompas met zonnewijzer is uniek 115.420 Kompas met zonnewijzer Benodigd gereedschap: Schaar Hobbymes Potlood + stalen liniaal Figuurzaag + toebehoren Hamer Houtlijm Alleslijm Schuurpapier Let op! Opitec bouwpakketten zijn na

Nadere informatie

Los de volgende vergelijkingen op. Rond eventueel af op 2 decimalen.

Los de volgende vergelijkingen op. Rond eventueel af op 2 decimalen. Oefeningen voor SE3 T4 Vergelijkingen oplossen Los de volgende vergelijkingen op. Rond eventueel af op 2 decimalen. 1 7x 10 = 5x + 2 2 5x + 3 = 2x + 9 3 x 2 = 25 4 2x 2 288 = 0 Inklemmen In de figuur rechts,

Nadere informatie

DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 )

DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 ) DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 ) Algemeen Als klanten met lang haar geen massieve snit hebben, is het meer dan waarschijnlijk dat zij lagen in het haar hebben en meestal toenemende lagen.

Nadere informatie

Basisbegrippen 3D-tekenen.

Basisbegrippen 3D-tekenen. Basisbegrippen 3D-tekenen. Vroeger was het begrip 3D-tekenen onbestaande en tekende men gewoon in perspectief wanneer er een dieptezicht nodig was. Normaal werd er enkel in 2D getekend, dus enkel de aanzichten.

Nadere informatie

inkijkexemplaar Ontwerp van de lamp Ontwerp

inkijkexemplaar Ontwerp van de lamp Ontwerp van de lamp. Communicatie via tekens. De Technische tekentaal.. Genormaliseerd papierformaat.. Letters en cijfers.. Tekengerei.. Stroomdiagram. De perspectieftekening 6.. Natuurlijk perspectief 6.. Isometrisch

Nadere informatie

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2)

Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Theorie: Snelheid (Herhaling klas 2) Snelheid en gemiddelde snelheid Met de grootheid snelheid geef je aan welke afstand een voorwerp in een bepaalde tijd aflegt. Over een langere periode is de snelheid

Nadere informatie

Navigatiereader. 9 e editie 14 oktober tot en met 19 oktober 2014. Versie: 26-9-2014 Definitief

Navigatiereader. 9 e editie 14 oktober tot en met 19 oktober 2014. Versie: 26-9-2014 Definitief 9 e editie 14 oktober tot en met 19 oktober 2014 Versie: 26-9-2014 Definitief Inhoudsopgave 1. Inleiding p. 3 2. De aarde p. 4 Een indeling op de aarde p. 4 Lengte en breedte p. 4 3. De zeekaart p. 6 Het

Nadere informatie

Cursus KeyCreator. Oefening 13: Audiocassette

Cursus KeyCreator. Oefening 13: Audiocassette Cursus KeyCreator Oefening 13: Audiocassette Tekenen van een audiocassette Men dient hiervoor verschillende functies te gebruiken: - Tekenen van rechthoeken, lijnen en cirkels. - Trimmen, dubbeltrimmen

Nadere informatie

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN

MEETKUNDE 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN 120 PUNTEN, LIJNEN EN VLAKKEN een rechte lijn A het punt A a de rechte a een kromme lijn of een kromme een gebroken lijn a A b a B het lijnstuk [AB] evenwijdige rechten a // b een plat oppervlak of een

Nadere informatie

Hike Boekje #RSW-NVF

Hike Boekje #RSW-NVF Hike Boekje #RSW-NVF Inleiding Voor je heb je de heb je het Hike boekje voor de #RSW-NVF. De technieken die hierin behandeld worden zullen worden gebruikt tijdens de #RSW-NVF. Het boekje gaat onder andere

Nadere informatie

Vl. M. Nadruk verboden 1

Vl. M. Nadruk verboden 1 Vl. M. Nadruk verboden 1 Opgaven 1. Hoeveel graden, minuten en seconden zijn gelijk aan rechte hoek? van een rechte hoek resp van een 2. Als = 25 13 36, = 37 40 56, = 80 12 8 en = 12 36 25, hoe groot is

Nadere informatie

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ...

PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE. a) Begrippen uit de getallenleer ... PARATE KENNIS & VAARDIGHEDEN WISKUNDE 1 STE JAAR 1. TAALVAARDIGHEID BINNEN WISKUNDE a) Begrippen uit de getallenleer Bewerking optelling aftrekking vermenigvuldiging Symbool deling : kwadratering... machtsverheffing...

Nadere informatie

Zorg ervoor dat de magnetische naald altijd vrij kan draaien, met andere woorden, houd het kompas altijd vlak/ horizontaal

Zorg ervoor dat de magnetische naald altijd vrij kan draaien, met andere woorden, houd het kompas altijd vlak/ horizontaal 5. Kompas en gebruik 1. Eerst wat algemene gegevens (teervoet) 2. Een overzicht van de soorten kompassen (enkel ter info) 3. De windroos (teervoet) 4. De verschillende noordens 5. Magnetische declinatie

Nadere informatie

RECHTEN. 1. Vul in met of. co(a) = (-2,3) a y = -2x + 1 A a want 3-2.(-2)+3 co(a) = (4,1) a 3x -5y -2 = 0 A a want

RECHTEN. 1. Vul in met of. co(a) = (-2,3) a y = -2x + 1 A a want 3-2.(-2)+3 co(a) = (4,1) a 3x -5y -2 = 0 A a want ANALYTISCHE MEETKUNDE: HERHALING DERDE JAAR OEFENINGEN Lees eerst de formules op het andere blad, en los vervolgens de oefeningen van het bijbehorende deel op. Wanneer je alles hebt opgelost, maak je de

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: goniometrie en meetkunde. 22 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Wiskunde: goniometrie en meetkunde 22 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4

Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4 Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4 4.4.1 Basis Lijnen en hoeken 1 Het assenstelsel met genoemde lijnen ziet er als volgt uit: 4 3 2 1 l k -4-3 -2-1 0 1 2 3 4-1 -2-3 n m -4 - Hieruit volgt: a Lijn k en

Nadere informatie

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut.

d. Met de dy/dx knop vind je dat op tijdstip t =2π 6,28 het water daalt met snelheid van 0,55 m/uur. Dat is hetzelfde als 0,917 cm per minuut. Hoofdstuk A: Goniometrische functies. I-. a. De grafiek staat hiernaast. De periode is ongeveer,6 uur. b. De grafiek snijden met y = levert bijvoorbeeld x,00 en x,8. Het verschil is ongeveer,7 uur en dat

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Meetkunde

Hoofdstuk 4: Meetkunde Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen Assenstelsel Lineair

Nadere informatie

Niveauproef wiskunde voor AAV

Niveauproef wiskunde voor AAV Niveauproef wiskunde voor AAV Waarom? Voor wiskunde zijn er in AAV 3 modules: je legt een niveauproef af, zodat je op het juiste niveau kan starten. Er is de basismodule voor wie de rekenvaardigheden moet

Nadere informatie

Een kaart wordt op schaal getekend. Dat is een verkleining van de werkelijkheid.

Een kaart wordt op schaal getekend. Dat is een verkleining van de werkelijkheid. VAN KLEIN NAAR GROOT België is verdeeld in meerdere kleine plaatsen. Er zijn gehuchten, dorpen, deelgemeenten, gemeenten, steden, provincies en gewesten. België behoort tot werelddeel Europa. Op een provinciekaart

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B havo I

Eindexamen wiskunde B havo I Diersoorten Uit onderzoek is gebleken dat er foto een verband bestaat tussen de lengte van diersoorten en het aantal diersoorten met die lengte. Met de lengte van een diersoort wordt bedoeld de gemiddelde

Nadere informatie

Nieuwe Steeg KG Herwijnen Projecties

Nieuwe Steeg KG Herwijnen Projecties Nieuwe Steeg 74 4171 KG Herwijnen 06-20614572 willemijn@geofort.nl Projecties Projecties Hoe maak je een sinaasappel plat? Je kunt de schil opensnijden of proberen de sinaasappel plat te stampen, maar

Nadere informatie

Cursus KeyCreator. Oefening: briefstaander

Cursus KeyCreator. Oefening: briefstaander Cursus KeyCreator Oefening: briefstaander Tekenen van een briefstaander in 3D. Hier gebruikt men functies uit 2D en ander uit 3D. Volgorde: Gebruik volgende instellingen: Aanzicht : bovenaanzicht Kleur:

Nadere informatie

De landbouwer als landschapsbouwer

De landbouwer als landschapsbouwer 6A. De topografische kaart 6A.1. Inleiding België heeft samen met enkele andere West-Europese landen zijn ganse oppervlak gedetailleerd in kaart gebracht. Van om het even welke streek in België is een

Nadere informatie

15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21.

15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of 2 bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: Hoofdstuk 21 OPPERVLAKTE HAVO 21. Hoofdstuk 1 OPPERVLAKTE HAVO 1.1 INTRO 15 a De rechthoeken zijn 1 bij 6 lucifers, of bij 5 lucifers, of 3 bij 4 lucifers. Zie figuur: 1 Oppervlakte snelweg = 0 km 18 m = 0.000 m 18 m = 360.000 m. Zijde

Nadere informatie

Koers- en plaatsbepaling (1)

Koers- en plaatsbepaling (1) Hoofdstuk 5 Navigatie (1) Koers- en plaatsbepaling (1) Navigatie: 1) Het bepalen van de te volgen weg bij gegeven plaats van vertrek (afgevaren plaats) en de plaats van bestemming (bekomen plaats) 2) Het

Nadere informatie

Boldriehoeken op een wereldkaart. 1. Op zoek naar de kortste afstand

Boldriehoeken op een wereldkaart. 1. Op zoek naar de kortste afstand Boldriehoeken op een wereldkaart 1. Op zoek naar de kortste afstand Een boldriehoek op een wereldbol kun je je makkelijk inbeelden. Je kiest drie steden, en op het aardoppervlak en je verbindt ze met drie

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 18 mei 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2010 tijdvak 1 dinsdag 18 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 17 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Les 11. Meetkundige begrippen. Lijnen. een gebogen lijn een gebroken lijn een rechte. Een rechte benoemen we met een kleine letter.

Les 11. Meetkundige begrippen. Lijnen. een gebogen lijn een gebroken lijn een rechte. Een rechte benoemen we met een kleine letter. WERKBOEK 3 Meetkundige begrippen Les 11 Dit kan ik al! Ik ken verschillende soorten lijnen. Ik weet wat een punt en een lijn is en kan die tekenen en noteren. Ik kan van een figuur zeggen of het een driehoek,

Nadere informatie

CURSUS ATELIERONDERSTEUNING WISKUNDE/WETENSCHAPPEN 5 INHOUD

CURSUS ATELIERONDERSTEUNING WISKUNDE/WETENSCHAPPEN 5 INHOUD CURSUS ATELIERONDERSTEUNING WISKUNDE/WETENSCHAPPEN 5 ARCHITECTURALE EN BINNENHUISKUNST 25 lesuren, 2009-2010 Bart Wuytens INHOUD DEEL 1: HOEKEN EN AFSTANDEN Hoofdstuk 1: hoeken en afstanden in rechthoekige

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 14 mei uur Examen HAVO 204 tijdvak woensdag 4 mei.0-6.0 uur wiskunde B (pilot) Dit examen bestaat uit 9 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een

Nadere informatie

wiskunde B vwo 2015-II

wiskunde B vwo 2015-II Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande

Nadere informatie

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen.

Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Netwerkdiagram voor een project. AOA: Activities On Arrows - activiteiten op de pijlen. Opmerking vooraf. Een netwerk is een structuur die is opgebouwd met pijlen en knooppunten. Bij het opstellen van

Nadere informatie

Het gewicht van een paard

Het gewicht van een paard Het gewicht van een paard Voor mensen die paarden verzorgen figuur 1, is het belangrijk om te weten hoe zwaar hun paard is. Het gewicht van een paard kan worden geschat met behulp van twee afmetingen:

Nadere informatie

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF

opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF lijnen en cirkels opdrachten bij hoofdstuk 7 Lijnen cirkels als PDF 0. voorkennis De vergelijking ax+by=c Stelsels lineaire vergelijkingen De algemene vorm van een lineaire vergelijkingen met de variabele

Nadere informatie

4X4 DRIVERS ROADBOOKS

4X4 DRIVERS ROADBOOKS ROADBOOKS ROADBOOKS. ROADBOOKS hier volgen een aantal voorbeelden van wat je zoal kan tegenkomen in een Roadbook. Zoals het meest voorkomend is het bolleke-pijl systeem, maar ook stafkaart, ingetekende

Nadere informatie

Bolletje-Pijltje routetechniek:

Bolletje-Pijltje routetechniek: Route Technieken Bolletje-Pijltje routetechniek: Bolletje-pijltje is een vrij eenvoudige techniek om een route aan te geven, en heeft wel wat weg van een kruispuntenroute. Het bolletje (dikke punt) staat

Nadere informatie

Niet-euclidische meetkunde. Les 3 Meetkunde op de bol

Niet-euclidische meetkunde. Les 3 Meetkunde op de bol Niet-euclidische meetkunde Les 3 Meetkunde op de bol (Deze les sluit aan bij de paragrafen 2.1 en 2.2 van de tekst Niet-Euclidische meetkunde van de Wageningse Methode) Kun je het vijfde postulaat afleiden

Nadere informatie

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2012 tijdvak 2 woensdag 20 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.. Dit examen bestaat uit 21 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor

Nadere informatie

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l Opgave 1 Een kompasnaald staat horizontaal opgesteld en geeft de richting aan van de horizontale r component Bh van de magnetische veldsterkte van het aardmagnetische veld. Een spoel wordt r evenwijdig

Nadere informatie

GEBRUIKSAANWIJZING PLASTIMO KOMPASSEN

GEBRUIKSAANWIJZING PLASTIMO KOMPASSEN GEBRUIKSAANWIJZING PLASTIMO KOMPASSEN U bent nu de gelukkige eigenaar van een Plastimo kompas. Dit instrument is het resultaat van onze meer dan 40 jaar ervaring in het ontwikkelen en vervaardigen van

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33)

Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33) - 1- Hoofdstuk 1 : Hoeken ( Zie ook : boek pag 1 tot en met pag 33) Hoekeenheden (boek pag 1) Hoofdeenheid om hoeken te meten is de grootte van de rechte hoek de graad :...... notatie :... de minuut :...

Nadere informatie

2 Lijnen en hoeken. De lijn

2 Lijnen en hoeken. De lijn 1 Inleiding In het woord meetkunde zitten twee woorden verborgen: meten en kunnen. Deze periode gaat dan ook over het kunnen meten. Meetkunde is een oeroude kennis die al duizenden jaren geleden voorkwam

Nadere informatie

Bewerkingen met krachten

Bewerkingen met krachten 21 Bewerkingen met krachten Opgeloste Vraagstukken 2.1. Bepaal het moment van de kracht van 2N uir Fig. 2-3 rond het punt O. Laat de loodrechte OD neer vanuit O op de rechte waarlangs de kracht van 2N

Nadere informatie

Docentenhandleiding. het dagelijks leven. Ook worden de leerlingen gemotiveerd om na te denken wat ze aan het kompas zouden kunnen verbeteren.

Docentenhandleiding. het dagelijks leven. Ook worden de leerlingen gemotiveerd om na te denken wat ze aan het kompas zouden kunnen verbeteren. Docentenhandleiding Korte beschrijving van de opdracht: Bij deze opdracht gaan de leerlingen een kompas maken. Met simpele materialen wordt er een kompashuis en een magnetische naald gemaakt. Op school

Nadere informatie

wiskunde B vwo 2016-I

wiskunde B vwo 2016-I wiskunde vwo 06-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte

Nadere informatie

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I

Eindexamen wiskunde B1-2 havo 2005-I Modderstroom Er zijn vulkanen die geen lava uitspuwen, maar een constante stroom modder geven. De koude modder stroomt als een rivier langzaam de helling af (zie foto 1). Aan de rand van deze stroom droogt

Nadere informatie

Cartografische oefeningen

Cartografische oefeningen Cartografische oefeningen Stad OCMW V.U.: welzijnshuis Sint-Niklaas naam achternaam Abingdonstraat 99 9100 Sint-Niklaas Stedelijke Musea Sint-Niklaas 1. Meting met het gps-toestel satelliet gps-scherm

Nadere informatie

Cursus KeyCreator. Oefening 12: Perspectief in 2D

Cursus KeyCreator. Oefening 12: Perspectief in 2D Cursus KeyCreator Oefening 12: Perspectief in 2D Maken van een 2Dtekening in isometrisch perspectief. Methode 1: Belangrijk: teken zoveel mogelijk op de verschillende lagen. Zie onderaan. Bij deze oefening

Nadere informatie

Bijlage 1 Rekenen met wortels

Bijlage 1 Rekenen met wortels Bijlage Rekenen met wortels Deze bijlage hoort bij het hoofdstuk Meetkunde en Algebra juli 0 Opgaven gemarkeerd met kunnen worden overgeslagen. Uitgave juli 0 Colofon 0 ctwo Auteurs Aad Goddijn, Leon van

Nadere informatie

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo Domein A: Inzicht en handelen Subdomein A1: Vaktaal wiskunde 1. vmbo passende vaktaal voor wiskunde herkennen en gebruiken voor het ordenen van het eigen denken

Nadere informatie

Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting

Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting Ruimtelijke oriëntatie: plaats en richting 1 Lijnen en rechten Hoe kunnen lijnen zijn? gebogen of krom gebroken recht We onthouden: Een rechte is een rechte lijn. c a b Een rechte heeft geen begin- en

Nadere informatie

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van

Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Stelling van Kan alleen bij rechthoekige driehoeken pythagoras a 2 + b 2 =

Nadere informatie

Fundamentele elektriciteit

Fundamentele elektriciteit KONNKLJKE MLTARE CHOOL Leerstoel Elektriciteit 1 oktober 2002 11 TAW Fundamentele elektriciteit Praktisch werk 6 Oplossingen 1. Twee identieke permanente magneten hebben elk een magnetisch veld van 2 T

Nadere informatie

Bereken hoeveel populieren hiervoor gebruikt zijn. Schrijf je berekening op.

Bereken hoeveel populieren hiervoor gebruikt zijn. Schrijf je berekening op. Lucifers Lucifers worden meestal gemaakt van het hout van de ratelpopulier. Van één populier worden gemiddeld 6 miljoen lucifers gemaakt. In een luciferdoosje zitten gemiddeld 60 lucifers. 3p 1 Het bedrijf

Nadere informatie

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1]

2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] 2.1 Cirkel en middelloodlijn [1] Hiernaast staat de cirkel met middelpunt M en straal 2½ cm In het kort: (M, 2½ cm) Op de zwarte cirkel liggen alle punten P met PM = 2½ cm In het rode binnengebied liggen

Nadere informatie