DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 )

Transcriptie

1 DE TOENEMENDE LAGENSNIT MET PROJECTIE (vanaf 120 ) Algemeen Als klanten met lang haar geen massieve snit hebben, is het meer dan waarschijnlijk dat zij lagen in het haar hebben en meestal toenemende lagen. Of de haren nu steil, golvend of krullend zijn, een kapsel met toenemende lagen krijgt meer textuur, meer volume en beweeglijkheid. Je kan deze snit op verschillende manieren afwerken; gekruld, punten naar buiten, steil. Het resultaat van een toenemende lagensnit hangt af van de werkwijze die je kiest. Als je werkt volgens de klassieke werkwijze (=basissnit), krijg je lagen in het kapsel waarbij de kortste haarlengte op het bovenhoofd zit.

2 Een andere werkwijze laat dan weer toe de kortste haarlengte vooraan aan het voorhoofd te creëren, en met schuine lagen die naar beneden naar de nek toelopen. Of nog een andere methode is beginnen aan de kruin, met daar de kortste haarlengte. De toenemende lagensnit kan ook bij kortere kapsels worden toegepast. Hier wordt de snit gedeeltelijk toegepast, bovenaan, met onderaan een andere basissnit wat een combinatiesnit oplevert. (cursus Uitbreiding snitten ) Textuur en structuur TEXTUUR drukke textuur lagen in het kapsel meestal een langgerekte vorm STRUCTUUR De haarlengte is bovenaan het kortste de lengte wordt langer naar onder toe in de nek zit de langste lengte (tenzij de omtreklijn massief is geknipt)

3 Bij deze snit kan je de graden op twee manieren knippen: door projectie van de lok op 120 of meer t.o.v. het hoofd OF stand van de vingers op de lok op 120 of meer. Deze methode laat toe om van heel kort bovenaan naar heel lange haren onderaan te gaan. Werkwijze projectie van de lok. Verdelingen en onderverdelingen Je vult een analyseblad in. Maak een kruisverdeling. Houd het hoofd rechtop en deel het haar af van het midden van het voorhoofd tot de nek.

4 Daarna vanaf de kruin afdelen naar het oor. De onderverdelingen die over heel de snit worden gebruikt lopen horizontaal. Ze worden steeds met de ronding van het hoofd mee getrokken. De vingers houden we horizontaal en evenwijdig met de onderverdelingen. We knippen boven de vingers, de haren worden omhoog geprojecteerd onder een hoek van 120 en meer. De eerste kniplijn = lengtegids Neem naast de middenscheiding, van voorhoofd tot op de kruin, een strookje van 1cm aan elke kant. (totaal ongeveer 2 à 3 cm breed)

5 Met deze lok in natuurlijke val, ga je vooraan de lengte vastleggen in samenspraak met je klant. Deze lengte is de kortste lengte in de snit. Kam nu de hele onderverdeling naar boven en plaats de vingers en schaar evenwijdig met de scheiding. Knip van het kortste punt vooraan aan het voorhoofd naar achter, richting kruin. Dit is de eerste kniplijn = lengtegids. Als deze onderverdeling voor jou te lang is, knip ze dan in twee delen. Je begint dan met het eerste deel vooraan, aan het kortste punt. Maak de haren tijdig terug nat.

6 Linker -en rechter voorpartij Werk verder aan de rechterzijde met transparante horizontale onderverdelingen van 2cm tot 4cm max.dikte. Projecteer (kam) elke lok van aanzet tot punt naar boven, naar de vaste kniplijn. De vaste kniplijn wordt steeds recht omhoog getrokken (het midden van de neus) Neem de lok samen met de vaste kniplijn tussen je vingers. Knip de haren op de lengte van de kniplijn. Neem een volgende transparante horizontale onderverdeling en projecteer (kam) de haren ook nu weer naar de vaste kniplijn. Kam de haren zuiver van aanzet tot punt en knip dan op lengte van de kniplijn. Let op: de vaste kniplijn blijft in het midden op het hoofd en wordt recht omhoog getrokken. Werk zo verder, onderverdeling per onderverdeling, tot de laatste aan het oor is opgenomen. Hoe meer onderverdelingen je knipt, hoe dikker de lok tussen je vingers. Het is mogelijk dat de haren van de laatste onderverdeling(en) niet meer tot boven reiken. Een mogelijke reden is dat de omtreklijn(=onderaan) een vorige keer massief is geknipt. Knip de linker- zijpartij op dezelfde manier.

7 Controle voorpartijen Kam de haren terug in een middenscheiding. Maak de haren voldoende nat. Begin vooraan en neem een zuivere verticale onderverdeling van 2cm dik. Kam de lok zuiver van aanzet tot punt naar boven. Kijk in de spiegel of de lok mooi vanuit de middenscheiding omhoog is getrokken. Je moet bovenaan een zuivere en lichtjes schuine lijn zien. Zoniet, dien je dit te verbeteren door de onzuiverheden weg te knippen..

8 Neem dan de helft van de lok samen met een volgende verticale onderverdeling (lok aan lok). Kam naar boven als hiervoor.. Knip eventuele onzuiverheden weg. Werk zo verder lok aan lok naar achter toe. Doe daarna hetzelfde aan de andere zijpartij. Knip nooit als je geen kniplijn ziet! Maar ga dan terug naar je vorige onderverdeling. Overgang naar achterpartijen Kam de haren terug zuiver in een middenscheiding. Verleg aan de rechter- en linkerzijde de dwarsscheiding 1 tot 2cm naar voor toe zodat deze nu in het midden van het oor zit.. Steek de voorpartijen nu vast. Het strookje van 1cm tot 2cm dat nu bij het achterhoofd hoort, is de lengtegids voor de rest van de snit! De achterpartijen Neem op de kruin van de rechterachterzijde de eerste onderverdeling in een driehoekje. Zelf sta je schuin achter de klant (= tussen achter en opzij van de klant) en sta je voor de lok. De lok loodrecht naar boven trekken.

9 Je ziet de kniplijn vanuit de voorpartij, tussen de lok zitten. Knip gelijk met deze kniplijn = lengtegids voor de achterpartij. Trek daaronder een volgende transparante horizontale onderverdeling, die lichtjes gebogen is. Kam deze lok (=projecteer onder een hoek van 180 ) naar het bovenhoofd toe, naar het eerste driehoekje dat loodrecht op het bovenhoofd staat. Knip op lengte van de kniplijn. Elke nieuwe onderverdeling wordt telkens bij de vaste kniplijn genomen en geknipt op lengte die je al ziet (= lengtegids) Zo worden alle volgende horizontale onderverdelingen naar boven gekamd (geprojecteerd) en geknipt. Hoe meer onderverdelingen zijn opgenomen, hoe dikker de verdeling wordt.

10 Werk zo verder tot de laatste onderverdeling in de nek. Het is mogelijk dat de nekharen van de laatste onderverdeling(en) niet meer tot boven reiken. Een mogelijke reden is dat de omtreklijn(=onderaan) een vorige keer massief is geknipt. Steek deze verdeling vast en knip nu de linkerzijde op dezelfde manier. Controle achterpartijen De controle van de zijpartijen werd al uitgevoerd voor je bent beginnen knippen aan het achterhoofd. Neem nu aan de rechterzijde, een eerste verticale onderverdeling in spievorm (= van het punt midden van de kruin en breder naar de nek toe). Projecteer (kam) naar boven en controleer op onzuiverheden. Je moet ook nu bovenaan een zuivere en lichtjes schuine lijn zien.

11 Je werkt lok aan lok (= je trekt een nieuwe onderverdeling en neemt de helft van de vorige onderverdeling mee) Projecteer (kam) telkens de lok naar boven en controleer. Zo werk je verder tot in het midden. Doe hetzelfde aan de linkerzijde tot je ook weer in het midden komt. Opmerking: deze werkwijze wordt een kruiscontrole genoemd; horizontaal knippen, verticaal controleren. Dat betekent dat je de snit ook op deze manier zou kunnen knippen. Er is toch een subtiel verschil in resultaat; de werkwijze met horizontale onderverdelingen levert mooier afgetekende lagen. Omtrek

12 Maak opnieuw een kruisverdeling. Kam rechts vooraan heel de verdeling in diagonale richting, tot voor de neus. Plaats je vingers verticaal (je vingertoppen wijzen recht naar onder als je rechtshandig bent of recht naar boven als je linkshandig bent). Doe hetzelfde aan de linkerzijde. Controleer vooraan goed of links en rechts even lang zijn en neutraliseer indien nodig. Controleer of de omtreklijn aan de beide zijden even lang is en even schuin loopt. Steek dan elke zijpartij terug vast.

13 Maak een eerste horizontale onderverdeling in de nek zoals bij de massieve snit horizontaal. Knip (volgens de werkwijze massief horizontaal), alleen de onzuiverheden weg tenzij de klant de lengte een beetje korter wenst. Neem een volgende evenwijdige en transparante onderverdeling en knip op lengte. Werk zo verder tot de bovenharen niet meer bij de kniplijn kunnen. Maak de zijpartijen los. Kam de haren in natuurlijke valrichting. Controleer de omtreklijn daar waar de voorpartij overgaat naar achter (= waar de dwarsscheiding zat). Maak een verbinding tussen voorpartij en achterpartij. Je knipt enkel een kleine hoek weg, het lengteverschil tussen voor en achterpartij!

14 Het resultaat Steil gekamd Los geschud Analyseer je werk: bekijk aandachtig de textuur en structuur van de gradatiesnit. DE TOENEMENDE LAGENSNIT OP DE LOK (vanaf 120 ) Algemeen Het is een andere manier om toenemende lagen te knippen maar het is vooral handig wanneer er zich al lagen in de snit bevinden en je de lengteverhouding wil veranderen. Hierdoor is het mogelijk om een groot lengteverschil tussen de bovenste en onderste haren te creëren. De graden worden gevormd door de lok telkens 90 t.o.v. het hoofd op te nemen terwijl je de vingers in een schuine stand plaatst om de gewenste lengtetoename te bekomen. Hoe schuiner de stand van de vingers, hoe meer lengtetoename er ontstaat. Je werkt dus volgens het principe van het snitbeeld. De stand van de vingers bepaalt het uiteindelijke snitbeeld. Deze methode kan gebruikt worden om een enkelvoudige toenemende lagensnit te knippen maar evengoed bij een combinatiesnit met toenemende lagen. Enkele voorbeelden van hoe een toenemende lagensnit door stand van de vingers op de lok.

15 Enkelvoudige toenemende lagensnit in lang haar Enkelvoudige toenemende lagen in halflang haar Combinatiesnit waarbij bovenaan de toenemende lagensnit zit Textuur en structuur TEXTUUR Een toenemende lagensnit heeft een drukke textuur er zitten lagen in het kapsel die meer verspreid uit elkaar liggen dan bij de gelijke lagensnit. heeft meestal een langgerekte vorm.

16 STRUCTUUR De haarlengte is bovenaan het kortste, de lengte wordt langer naar onder toe. In de nek zit de langste lengte (tenzij de omtreklijn massief is geknipt). Werkwijze Je knipt 120 boven de vingers, de haren worden omhoog geprojecteerd onder een hoek van 90 t.o.v. het hoofd. De onderverdeling wordt lok aan lok opgenomen en geknipt zoals de gelijke lagensnit t.o.v. het hoofd maar met dat verschil dat de vingers op 120 of meer, op de lok de staan. Voor je begint; Bespreek met je klant de wens over de kortste lengte, dus bovenaan, en bespreek ook de langste lengte onderaan. Maak een kruisverdeling.

17 Maak hierna een hoefijzerverdeling (= verdeling in U-vorm) Neem hiervoor eerst aan naast de middenscheiding aan elke kant 3,5 cm. De totale breedte is nu ongeveer 7 cm. Neem dan op de kruin ook nog een half maantje bij. Controleer de gelijke hoogte van de U verdeling of hoefijzerverdeling Tijdens de snit ga je werken in denkbeeldige stroken of banen. Baan 1,2 en 3: horizontale onderverdelingen Baan 4: verticale onderverdelingen Baan 5: verticale onderverdelingen Baan 6: verticale onderverdelingen De eerste kniplijn of lengtegids Trek opnieuw een middenscheiding. Neem naast de middenscheiding, van voorhoofd tot op de kruin, een strookje van 1cm aan elke kant en neem deze samen. (totaal 2 à 3 cm breed).

18 Aan het voorhoofd wordt de gewenste lengte van de bovenharen bepaald in samenspraak met je klant. Als er een pony aanwezig is kan deze lengte als basislengte worden gekozen, zo niet leg dan de lok opzij en bekijk zo de gewenste lengte. Knip nu de kortste lengte, de eerste kniplijn. Plaats je opzij van het hoofd. Projecteer (kam) deze onderverdeling op 90 t.o.v.het hoofd naar boven. Kijk hiervoor in de spiegel; trek de lok niet naar links, niet naar rechts. Plaats de vingers en schaar evenwijdig en knip van het kortste punt vooraan aan het voorhoofd naar achter, richting kruin. Dit is de eerste kniplijn = lengtegids. Doe dit eventueel in 2 delen. Het bovenhoofd of baan 1,2 en 3 Ga nu achter je klant staan. Baan 1, 2 en 3 samen: Neem een onderverdeling. Projecteer deze lok 90 t.o.v. het hoofd. De kniplijn (=lengtegids) zit in het midden van de onderverdeling. Knip deze onderverdeling op gelijke lengte met de lengtegids.

19 Je neemt een tweede onderverdeling (1cm dik) achter de eerste geknipte lok en neemt deze samen. Er wordt lok aan lok gewerkt; je kamt de eerste onderverdeling (naar achter) naar de tweede onderverdeling zodat deze zich recht t.o.v. de basis of dus 90 t.o.v. het hoofd bevindt. Kam zuiver waarbij de vingers weer de kam volgen en knip gelijk met de kniplijn die je door de onderverdeling heen kan zien. Vanaf hier neem je telkens de helft van de geknipte lok mee bij de volgende onderverdeling. (lok aan lok) Projecteer de lok op 90 loodrecht tov hoofd. Plaats je vingers en knip pas als je de lengtegids ziet. Ga zo lok aan lok nog verder naar achter tot over de kruin (= hier het halve maantje in zijaanzicht). Let op: projecteer ook hier de lok op 90 loodrecht tov hoofd

20 De zijpartijen of baan 4 en baan 5 Begin terug vooraan en ga opzij staan. Kam de verdeling die net geknipt is naar boven maar laat een horizontale strook van 1cm liggen die als lengtegids zal dienen. Steek de haren op het bovenhoofd eventueel terug vast. Ga opnieuw achter je klant staan. Neem een verticale onderverdeling. De verdeling is niet langer dan je vingers. Kam de onderverdeling zuiver en plaats je vingers nu zo schuin als de gewenste lengtetoename. Knip de lok. Opmerking: Als enkel de bovenharen korter moeten, plaats dan je vingers zo schuin zodat ze aansluiten bij het uiteinde van de lok. Dit betekent dat baan 4 de laatste verdeling is die je knipt. Blijf steeds letten op alle factoren: De haren zijn voldoende nat. Projectie van de lok t.o.v. het hoofd is 90 en recht t.o.v. de basis. De lok is steeds zuiver gekamd van aanzet tot punt.

21 Werk lok aan lok verder (= helft van de geknipte onderverdeling samen met een nieuwe onderverdeling Knip zo verder richting kruin tot aan de dwarsscheiding. Vanaf de dwarsscheiding aan het oor, werk je met verdelingen in spievorm (= iets breder naar onder) omdat het hoofd hier nog iets of wat rond is. Je staat nu schuin achter de klant. Je vingers staan schuin volgens de gewenste lengtetoename en volgens de kniplijn die je ziet van de vorige onderverdeling. Doe nu hetzelfde aan de linkerkant. Let op!! Je vingers staan even schuin maar tegengesteld als aan de rechterkant. Blijf op alles letten vooraleer je knipt! Controle: Links en rechts moeten even lang zijn. Controleer op enkele verschillende plaatsen.

22 Baan 5 Doe hetzelfde als bij baan 4 Neem een horizontaal strookje van baan 4 bij als lengtegids en steek de bovenste haren ev. terug vast. Plaats je vingers schuin. Opmerking: Als de lengte van de onderste haren moet behouden blijven, plaats dan je vingers zo schuin dat ze aansluiten bij het uiteinde van de lok. Dit betekent dat baan 5 de laatste verdeling is die je knipt. Wanneer je heel schuin moet gaan, is het meestal gemakkelijker om binnenhands te knippen. Werk tot in het midden achteraan. Doe exact hetzelfde aan de linkerzijde. Controle: Links en rechts moeten even lang zijn. Indien nodig knip je ook nog baan 6 en eventueel een 7 de baan. Controlestrook in het midden achteraan: links en rechts moeten even lang zijn. Kam de haren ook eens naar beneden en kijk naar de lengte links en rechts onder het oor. Omtrek Maak opnieuw een kruisverdeling. Kam rechts vooraan de verdeling in horizontale richting en plaats je vingers diagonaal om de lengte onderaan te sparen.

23 Knip nu het onderste deel van de verdeling op dezelfde manier als de bovenste helft. Doe hetzelfde aan de linkerzijde. Controleer nu vooraan of dat links en rechts even lang is. Controleer of de omtreklijn aan de beide zijden even lang is en even schuin loopt. Steek dan elke zijpartij terug vast. Maak een eerste horizontale onderverdeling in de nek zoals bij de massieve snit horizontaal. Knip (volgens de werkwijze massief horizontaal), alleen de onzuiverheden weg tenzij de klant de lengte een beetje korter wenst. Neem hierna nog een of meerdere evenwijdige en transparante onderverdelingen en knip op lengte tot de bovenharen niet meer bij de kniplijn kunnen. Maak de zijpartijen los. Laat je klant het hoofd draaien, de schouders blijven recht. Kam de haren in natuurlijke valrichting. Controleer de omtreklijn daar waar de voorpartij overgaat naar achter (= waar de dwarsscheiding zat).

24 Maak een verbinding tussen de voorpartij en de achterpartij. Je knipt enkel een kleine hoek weg, het lengteverschil tussen voor- en achterpartij! Resultaat Houd in gedachten dat het resultaat er anders uit ziet wanneer de lengte korter of langer is gekozen. De snit kan nog worden verpersoonlijkt en afgewerkt naar wens met brushing of watergolf.

25 Al een heel kleine toepasbare oefening het verpersoonlijken van de snit Om de zijpartijen minder zwaar of vol te doen vallen en ze vloeiender te maken kan je deze verpersoonlijken met de effileerschaar, het scheermes of de feather. Gebruik van effileerschaar: kan op nat haar of droog haar (na het brushen) worden gebruikt. Begin vooraan en werk naar achter. Plaats de schaar verticaal in de lok. Knip 1 keer op de lengten, knip nog 1 keer op de punt. Controleer het resultaat aan beide zijkanten. Is de verpersoonlijking symmetrisch gebeurd? Gebruik van de feather of het scheermes: alleen op nat haar gebruiken. Glijd met het mes vanaf de lengte richting punt. Controleer het resultaat aan beide zijkanten. Is de verpersoonlijking symmetrisch gebeurd? Verpersoonlijken = inknippen, slicen, effileren, rafelen. Je leert het uitgebreid in de cursus Uitbreiding snitten