Begeleiding van een Zorgleerling

Transcriptie

1 Begeleiding van een Zorgleerling Schooljaar

2 1. Inleiding Als mentor ben je het eerste aanspreekpunt voor de leerlingen in je klas en voor de ouders van deze leerlingen. Soms heb je één of meer leerlingen in je klas die extra zorg behoeven. Vaak zijn deze leerlingen geïndiceerd en maken zij gebruik van een rugzakje. Dit betekent dat de school extra geld ontvangt en daarmee ook extra begeleiding kan bieden. Als mentor ontvang je daarbij ook ondersteuning en kun je een beroep doen op verschillende functionarissen zoals de zorgcoördinator en de ambulant begeleider. In dit document kun je lezen wat ervan je verwacht wordt bij de begeleiding van een zorgleerling en welke ondersteuning je kunt vragen. 2. Zorgleerlingen We verdelen zorgleerlingen in twee groepen: a. Aandachtsleerling: een leerling waarvan de zorgcommissie vaststelt dat er specifieke aandacht nodig is. Deze specifieke aandacht wordt door de mentor beschreven in een klein handelingsplan. De zorgcommissie buigt zich over deze leerling naar aanleiding van een hulpvraag van het team. b. Leerling met een LGF (Leerling Gebonden Financiering = het rugzakje): een leerling die door ouders is aangemeld en na onderzoek een indicatie heeft ontvangen van het Regionaal Expertise Centrum (REC, zie bijlage 1). De school krijgt voor deze leerling extra financiering die ten goede komt aan de mentor en/of vakbegeleiding of leerlingbegeleiding. In augustus 2014 wordt Passend Onderwijs ingevoerd en zal de lgf verdwijnen. De gelden gaan dan rechtstreeks naar het samenwerkingsverband en daar wordt bekeken welke leerlingen extra ondersteuning nodig hebben. 3. Taken mentor o De mentor moet snel weten wat een zorgleerling nodig heeft. Hij krijgt deze informatie in de eerste plaats van de vorige mentor. Deze geeft hem het bestaande kleine handelingsplan met een eindevaluatie en adviezen voor het nieuwe schooljaar. Actie: de mentor actualiseert het handelingsplan, hij haalt de vorige evaluaties weg en neemt de aanbevelingen en/of afspraken over. o De mentor is verantwoordelijk voor de begeleiding van de zorgleerling. Hij voert geregeld een gesprek met de leerling over zijn welbevinden en onderwijskundige vorderingen, waarbij de mentor specifiek bevraagt wat de leerling ervaart van de in het handelingsplan gemaakte afspraken en in hoeverre de leerling zelf de afspraken nakomt. Actie: de mentor praat geregeld met de leerling over de voortgang. o De mentor is verantwoordelijk voor een goed contact met de ouders, hij informeert hen over de voortgang van het handelingsplan. Actie: buiten de formele evaluatiemomenten neemt de mentor contact op met de ouders van een zorgleerling als daartoe aanleiding is. 2

3 o De mentor is ervoor verantwoordelijk dat alle lesgevende docenten op de hoogte zijn van het handelingsplan. Actie: de mentor stuurt in de eerste week het handelingsplan naar alle lesgevende docenten, de betreffende leerlingbegeleider, de betreffende ambulante begeleider, de zorgcoördinator én de ouders. o De mentor is verantwoordelijk voor de voortgang van het handelingsplan. Dit betekent dat hij elke periode het handelingsplan evalueert in het kernteam. Actie: de mentor stuurt een week voordat het handelingsplan van de leerling in het kernteam geëvalueerd wordt gerichte vragen naar alle lesgevende docenten en de leerlingbegeleider. De antwoorden leveren de input voor de bespreking in het team. Doel van deze bespreking is na te gaan of de afspraken voldoen of bijgesteld moeten worden. o De mentor is ervoor verantwoordelijk dat alle betrokkenen van de leerling over de evaluatie worden geïnformeerd. Actie: de mentor stuurt na de bespreking in het team het handelingsplan met de evaluatie en de nieuwe afspraken naar alle vakdocenten, ambulant begeleider, leerlingbegeleider, ouders en de zorgcoördinator. o De mentor is verantwoordelijk voor de administratieve verwerking van alle gegevens. Actie: de mentor hangt elk klein handelingsplan en de verslagen van de ambulant begeleider in magister. o De mentor is verantwoordelijk voor overleg met de ambulant begeleider en de leerlingbegeleider. Actie: de mentor voert tenminste 1 keer per periode een gesprek met de ambulant begeleider. Actie: de mentor leest het verslag van de leerlingbegeleider en reageert op eventuele vragen. o De mentor is verantwoordelijk voor een goede overdracht van de gegevens naar een volgende mentor. Actie: de mentor werkt voorafgaand aan de overdracht de gegevens in magister bij en informeert de nieuwe mentor over datgene deze geacht wordt te weten. 4. Taken zorgcoördinator De zorgcoördinator, Arianne Verhaar, coördineert alle tweede lijns zorg, is verantwoordelijk voor de toelating van zorgleerlingen, de aanvraag van rugzakjes, voor het opstellen van het groot handelingsplan, onderhoudt contacten met externe instanties zoals het Samenwerkingsverband en ondersteunt mentoren met zorgleerlingen. Verder is zij voorzitter van de zorgcommissie en is zij lid van het Zorg Advies Team. De zorgcoördinator is dinsdag tot en met donderdag op school aanwezig. Haar werkplek is in kamer 120, haar telefoonnummer is 1119, haar adres is vrh@heemlanden.nl. 3

4 5. De ambulante begeleider Ambulante begeleiding is de ondersteuning die een school voor voortgezet onderwijs krijgt vanuit een REC. Een ambulante begeleider is gespecialiseerd in de problematiek van de leerling. De ambulant begeleider geeft informatie en advies die bijdraagt aan de uitvoering van het handelingsplan. Een ambulant begeleider kan aanvullend - het team voorlichten; - observeren; - adviseren bij het aanvragen van aanpassingen en hulpmiddelen. 6. Groot handelingsplan In het groot handelingsplan staan afspraken die de school met de ouders maakt over de begeleiding van de leerling. Dit plan wordt gemaakt door de zorgcoördinator. School en ouders zijn het met elkaar eens over de gemaakte afspraken, zij tekenen hiervoor. Elk jaar wordt het grote handelingsplan bijgesteld a.d.h.v. het kleine handelingsplan dat de mentor maakt. De zorgcoördinator spreekt het groot handelingsplan door met de mentor. 7. Klein handelingsplan Het klein handelingsplan maakt inzichtelijk hoe het met de leerling gaat en welke afspraken er gemaakt zijn. De afspraken hebben betrekking op handelingen die de docent geacht wordt in de klas toe te passen. Het is belangrijk dat de mentor de handelingen kort, krachtig en duidelijk formuleert. De zorgcoördinator volgt op basis van het handelingsplan de leerling en geeft zo nodig en inden gewenst advies aan de mentor en/of het team op welke manier het meest adequaat gehandeld kan worden. In het kleine handelingsplan moeten de volgende zaken vermeld worden: (zie bijlage 2) o Welke speciale voorzieningen worden er getroffen? o Welke tweede lijns begeleiding schakelt de school in? o Welke externe deskundigen schakelt de school in? o Wanneer vindt de evaluatie plaats (vier keer per jaar)? o Welke afspraken zijn er gemaakt? o Welke afspraken blijven/ komen erbij of vervallen? 4

5 Bijlage 1: Regionaal Expertise Centrum REC I Leerlingen met een visuele beperking De slechtziende leerling De blinde leerling REC II Leerlingen met een auditieve of communicatieve beperking o De leerling met ernstige spraak-/taalproblemen (ass) o De slechthorende leerling o De dove leerling REC III Lichamelijk en verstandelijk beperking De leerling met een verstandelijke beperking De leerling met een motorische beperking De langdurig zieke leerling REC IV Leerlingen met psychiatrische stoornissen en/of gedragsproblemen. o leerlingen met aan autisme aanverwante stoornissen o leerlingen met depressiviteit en angsten 5

6 Bijlage 2: Klein Handelingsplan nr. 1 Naam leerling: Klas: Naam invuller: Geboortedatum: Korte omschrijving problematiek: Achtergrondinformatie Thuissituatie: Informatie Basisschool: Schoolloopbaan: Overige informatie: Hulpvraag: Afspraken: HELP MIJ Evaluatie 1: Evaluatie 2: Evaluatie 3: (Eind)evaluatie 4: 6