De administratie meldt het in Magister. De mentor praat met je. Magister. De teamleider geeft het door aan de leerplichtambtenaar.

Transcriptie

1 TE LAAT Je komt te laat met een geldige De conciërge meldt het in Magister. Jouw ouder/verzorger belt de reden. administratie zonder geldige reden Je komt te laat zonder geldige reden. Je komt 3 keer te laat in vijf weken De administratie meldt het in Magister. De mentor praat met je. Je komt 6 keer te laat in 20 weken. De administratie meldt het in Magister. De mentor heeft contact met je ouders. Jouw ouder/verzorger ontvangt een waarschuwingsbrief. Je bent 9 keer (of vaker) te laat De administratie meldt het in geweest. Magister. De teamleider geeft het door aan de leerplichtambtenaar. Je bent 12 keer (of vaker) te laat De teamleider meldt het bij het geweest. verzuimloket (DUO). Je moet bij de leerplichtambtenaar komen. De teamleider licht ouder/verzorger in. De teamleider maakt samen met de mentor een begeleidingsplan. SPIJBELEN Je bent zonder toestemming afwezig. De mentor meldt in Magister dat je spijbelt. De teamleider licht ouder/verzorger in. Je meldt je bij de conciërge. 1. Je meldt je na afloop van de lessen bij de conciërge. 2. Je krijgt een opdracht van de conciërge. 3. Je meldt je af als de opdracht is gedaan. Als je je niet meldt, moet je de volgende dag 1 uur nablijven. Je komt de volgende keer op tijd. Je houdt je aan de afspraken die de leerplichtambtenaar met je maakt. Je houdt je aan de afspraken die de teamleider en de mentor met je maakt Je komt niet meer te laat De mentor praat met je. Je haalt de gemiste lessen na schooltijd in. ZIEK Je bent ziek thuis. De administratie meldt het in Magister. Jouw ouder/verzorger belt de administratie

2 Je wordt ziek op school. De mentor overlegt met jou wat je moet doen. De administratie belt naar huis voordat je weggaat. 1. Je gaat naar je mentor. 2. Met toestemming van je mentor mag je naar huis. 3. Je meldt je altijd eerst af bij de administratie. 4. Als je thuis bent, bel je de administratie. VERLOF Je wilt (bijzonder) verlof. De schoolleiding beoordeelt de Een ouder of verzorger schrijft een brief aanvraag aan de hand van de met daarin een verlofaanvraag aan de leerplichtwet. directie. SCHOOLSPULLEN boeken schriften agenda rekenmachine schrijfmateriaal sportkleren enz. De schoolleiding beantwoordt de brief. De schoolleiding informeert de mentor en administratie. Je hebt je schoolspullen vergeten. De mentor controleert jouw materiaal; zorgt ervoor dat je de lessen kunt volgen; (je gaat voor uur naar de uitleenbalie) maakt een afspraak met je; belt je ouder / verzorger als het vaker voorkomt. Als je schriftelijke toestemming hebt van de schoolleiding krijg je vrij. Je gaat altijd naar de les. In overleg met je docent bepaal je een taak. Bijvoorbeeld: je blijft na, trakteert of schrijft strafregels. Als je in de bovenbouw zit, mag jouw mentor je naar huis sturen om het materiaal te halen. De verloren lestijd haal je na schooltijd in. De docent overlegt met jou over een taak. Je bent je schoolspullen kwijt. De teamleider bestelt nieuw materiaal. Je meldt het aan de teamleider. Je betaalt de rekening.

3 WANGEDRAG Je verstoort de les. De docent stuurt je naar de 1. Je gaat direct naar de pitstop. pitstop. 2. Je vult het vertrekformulier in Je bent door je docent De pitstopmedewerker meldt de 3. Je gaat aan het werk voor het vak gewaarschuwd maar je blijft de les verwijdering in Magister. van dat lesuur. verstoren. De docent praat na schooltijd met je en bepaalt eventueel een taak. 4. Om uur ga je naar jouw mentor en haalt het De docent vult het vertrekformulier in en informeert de mentor. vertrekformulier. 5. Met het vertrekformulier ga je naar de docent die je heeft verwijderd. 6. Je neemt het vertrekformulier mee. 7. Je voert een herstelgesprek. 8. Je voert een eventuele taak uit. 9. Je levert het vertrekformulier weer in bij de mentor. 10. Na het herstelgesprek ben je weer Je kunt geen herstelgesprek voeren, omdat de docent niet aanwezig is. Je kunt op dinsdag geen herstelgesprek voeren, omdat de mentor/docent POP gesprekken heeft. De docent ontvangt de brief en het vertrekformulier en bepaalt of je de volgende les in mag. Het herstelgesprek en de taak kunnen eventueel nog volgen. welkom in de les. 1. Je gaat om uur naar de mentor en haalt het vertrekformulier. 2. Op dinsdag ga je om uur naar de mentor en haalt het vertrekformulier. 3. Je gaat daarna naar de pitstop. 4. Je schrijft in een brief wat er is gebeurd. Je geeft de brief aan de pitstopmedewerker, met het vertrekformulier. 5. De volgende dag ga je naar de docent. Als je naar huis gaat, ben je de volgende les niet welkom. Je haalt 2 lesuren in. Je voert een taak uit.

4 GEEN HERSTELGESPREK GEWELD Je gaat niet uit de les. Je gaat niet naar de pitstop. Je bent uit de les verwijderd en je hebt geen herstelgesprek gevoerd. Je gebruikt geweld tegen een andere leerling. Afspraken voor iedereen op College de OpMaat De docent stelt de teamleider op de hoogte. De teamleider bepaalt de taak. De docent meldt het via het formulier bij de mentor. De mentor geeft jou advies om naar de docent te gaan. De docent voert het herstelgesprek met jou en bepaalt een taak. De docent schakelt de mentor in als er geen herstelgesprek volgt. De mentor geeft een taak. De mentor begeleidt het herstelgesprek. Medewerker: stuurt beide leerlingen naar huis; meldt voorval bij de teamleider. Teamleider: leidt gesprek tussen jou en de andere leerling(en) volgende dag; bepaalt taak; Informeert jouw ouder/verzorger. 1. Je voert een herstelgesprek met de docent. 1. Na uur ga je naar je mentor en haal je het vetrekformulier. 2. Met het vertrekformulier ga je naar de docent die jou heeft verwijderd. 3. Je maakt een afspraak. 4. Je voert een herstelgesprek. 5. Je voert je taak uit. 6. Na het herstelgesprek ben je weer welkom in de les. Als je vaker geen herstelgesprek voert, stuurt de mentor je naar de teamleider. Je krijgt een taak van de teamleider omdat jij je afspraak niet nakomt. Je voert een herstelgesprek met de teamleider en de docent. 1. Je gaat direct naar huis. 2. Je meldt je de volgende dag om 8.00 uur. 3. Je praat met elkaar en maakt afspraken.

5 GEWELD Je gebruikt geweld tegen een Medewerker brengt leerling naar 1. Je gaat naar de directeur. medewerker. de directeur. 2. Je gaat daarna direct naar huis. Betrokken medewerker wordt 3. Je wordt geschorst voor afgelost door collega. onbepaalde tijd. Vervanger voert klassengesprek. 4. Je schrijft op wat er is gebeurd. Betrokken medewerker voert 5. Je voert een gesprek met de gesprek met directie. medewerker onder leiding van Medewerker schrijft verslag van de directeur. gebeurtenis. 6. Je wordt van school verwijderd. Medewerker voert gesprek met 7. Je krijgt een gesprek over jou onder leiding van de directeur. vervolgonderwijs. SCHELDEN Je scheldt een leerling uit. Een medewerker: Je krijgt altijd een taak. gaat met je in gesprek; Je praat het met elkaar uit onder licht de mentor in; leiding van een medewerker. leidt het gesprek tussen jou en de andere leerling. Je voert de taak uit. Je scheldt een medewerker uit. Medewerker: 1. Je gaat naar de pitstop. stuurt je naar pitstop; 2. Je vult daar een formulier in. licht teamleider direct in; 3. Je gaat aan het werk voor het voert dezelfde dag gesprek met jou; vak van dat lesuur. 4. Je voert dezelfde dag na meldt teamleider dat het is opgelost. schooltijd een gesprek met de medewerker. Teamleider: 5. Je biedt je excuus aan. spreekt dezelfde dag met jou; bepaalt de taak; licht jouw ouder/verzorger en mentor in.

6 PESTEN Je pest een andere leerling. De mentor gaat met jou en de andere leerling(en) in gesprek: Je gaat naar de mentor. De mentor praat met jullie over wat er is Je gaat samen met je mentor en de andere Je wordt gepest gebeurd; leerling(en) in gesprek: door een andere leerling. De mentor lost het probleem samen met jullie op; Jullie praten samen met de mentor over wat er is gebeurd. De mentor maakt afspraken met jullie. Jullie lossen het probleem samen met de Een medewerker De mentor bespreekt de consequenties van mentor op. of leerling ziet het pesten; Jullie maken afspraken. dat een leerling De mentor licht jouw ouder/verzorger van Jullie bespreken de consequenties als het wordt gepest. de pester en de gepeste leerling in; pesten doorgaat; De mentor evalueert iedere week met jullie of jij je aan de afspraak houdt. Jullie evalueren iedere week met de mentor of jij je aan de afspraak kunt houden. Als we in de evaluatie niet genoeg zien dat jij je aan de afspraken houdt: Gaat de teamleider met de ouder/verzorger van de pester en de gepeste leerling in gesprek. In overleg met de mentor en de andere leerling(en) krijg je een taak. Jullie maken opnieuw afspraken met de mentor. De teamleider doet een melding bij het zorgteam. De mentor evalueert iedere week met jullie of jij je aan de afspraak houdt. Als het goed gaat stoppen de evaluaties. Als we in de evaluatie nog steeds niet genoeg zien dat jij je aan de afspraken houdt: De mentor bespreekt met jullie dat er hulp nodig is. De mentor brengt de leerlingen in het zorgteam in. Het zorgteam bespreekt de begeleiding Als we in de evaluatie niet genoeg zien dat jij je aan de afspraken houdt: Gaan jullie opnieuw in gesprek met de mentor. In overleg met de mentor en de andere leerling(en) krijg je een taak en die voer je uit. Jullie maken opnieuw afspraken met de mentor en laten zien dat jij je aan de afspraken houdt; Jullie evalueren iedere week met de mentor of jij je aan de afspraak houdt. Als het goed gaat stoppen de evaluaties. Als we in de evaluatie nog steeds niet genoeg zien dat jij je aan de afspraken houdt: Je accepteert dat er extra hulp nodig is. De pester wordt begeleid door het zorgteam. De gepeste leerling wordt begeleid door het zorgteam.

7 met jullie ouder/verzorger Als het pesten nog steeds doorgaat: Gaat de directeur met je in gesprek; De directeur kan je schorsen of eventueel verwijderen van school. Als het pesten nog steeds doorgaat: Ga je met de directeur in gesprek. Je kunt worden geschorst of worden verwijderd van school.

8 CYBERPESTEN Je pest een andere leerling op het internet of met je telefoon. Je wordt gepest door een andere leerling op het internet of met je telefoon. Een medewerker of leerling ziet dat een leerling wordt gepest op het internet of met de telefoon. De mentor gaat met jou en de andere leerling(en) in gesprek: De mentor praat met jullie over wat er is gebeurd. De mentor lost het probleem samen met jullie op. De mentor maakt afspraken met jullie. De mentor bespreekt de consequenties van het pesten. De mentor licht de ouder/verzorger van de pester en de gepeste leerling in. De mentor evalueert iedere week met jullie of jij je aan de afspraak houdt. Als we in de evaluatie niet genoeg zien dat jij je aan de afspraken houdt: Gaat de teamleider met de ouder/verzorger van de pester en de gepeste leerling in gesprek. In overleg met de mentor en de andere betrokken leerling(en) krijg je een taak. Jullie maken opnieuw afspraken met de mentor. De teamleider doet een melding bij het zorgteam. De mentor evalueert iedere week met jullie of jij je aan de afspraak houdt. Als het goed gaat stoppen de evaluaties. Je slaat het bewijs altijd op en je gaat naar de mentor. Je gaat samen met je mentor en de andere leerling(en) in gesprek: Jullie praten samen met de mentor over wat er is gebeurd. Jullie lossen het probleem samen met de mentor op. Jullie maken afspraken. Jullie bespreken de consequenties als het pesten doorgaat. Jullie evalueren iedere week met de mentor of jij je aan de afspraak kunt houden. Als we in de evaluatie niet genoeg zien dat jij je aan de afspraken houdt: Gaan jullie opnieuw in gesprek met de mentor. In overleg met de mentor en de andere leerling(en) krijg je een taak en die voer je uit. Jullie maken opnieuw afspraken met de mentor en je laat zien dat jij je aan de afspraken houdt. Jullie evalueren iedere week met de mentor of jij je aan de afspraak houdt. Als het goed gaat stoppen de evaluaties. Als we in de evaluatie nog steeds niet genoeg zien dat jij je aan de afspraken houdt: De mentor bespreekt met jullie dat er hulp nodig is; De mentor brengt de leerling(en) in het Als we in de evaluatie nog steeds niet genoeg zien dat jij je aan de afspraken houdt: Je accepteert dat er hulp er nodig is; De pester wordt begeleid door het zorgteam. De gepeste wordt begeleidt door het

9 Afspraken voor iedereen op College de OpMaat zorgteam in. Het zorgteam bespreekt de begeleiding met jullie ouder(s)/verzorger(s). zorgteam. Als het pesten nog steeds doorgaat: Gaat de directeur met je in gesprek; De directeur kan je schorsen of eventueel verwijderen van school. Als het pesten nog steeds doorgaat: Ga je met de directeur in gesprek Je kunt worden geschorst of worden verwijderd van school.