Begeleiding. Aandacht voor elke leerling!

Transcriptie

1 Aandacht voor elke leerling! Begeleiding 2017 Begeleiding Het Staring College biedt goede begeleiding. Er is aandacht voor de leerling als individu, niet alleen als het even niet soepel gaat, maar ook als alles op de rails staat. Onze school biedt de leerlingen een veilige leer- en leefomgeving. Alleen dan kunnen we samen werken aan de ontwikkeling van het talent van onze leerlingen. Hoe we dat doen leest u in deze folder.

2 De mentor is de spil in de begeleiding Elke leerling heeft een mentor. In juni voorafgaand aan het schooljaar dat uw zoon of dochter bij ons op school komt, maakt hij of zij kennis met hem of haar. De mentor is voor uw kind de belangrijkste docent. Hij of zij ziet de leerling naast de vaklessen ook wekelijks tijdens de mentorles of het contactuur. De mentor houdt de ontwikkeling van uw kind goed in de gaten, zowel op gebied van schoolprestaties als op sociaal-emotioneel vlak. Hij of zij heeft regelmatig individuele gesprekken met de leerling. Als het nodig is, organiseert de mentor in overleg met de ouders (en eventueel de zorgcoördinator) extra begeleiding. Mentorlessen Tijdens de mentorlessen is er aandacht voor groepsprocessen, studievaardigheden, agendagebruik en sociaal-emotionele vaardigheden. Uiteraard verschilt de lesinhoud over de verschillende leerjaren. In het eerste leerjaar wordt tijdens de wekelijkse mentorlessen vooral aandacht besteed aan de groepsprocessen en de studievaardigheden. In de bovenbouw is de mentor in samenwerking met de schooldecaan ook betrokken bij de loopbaanoriëntatie. Hier zullen de contacturen meer gericht zijn op de individuele begeleiding van de leerlingen.

3 Contact met ouders U, als ouder, kent uw kind het beste. Daarom vinden we contact tussen mentor en ouders erg belangrijk. We streven ernaar om u altijd te informeren en te betrekken bij eventuele extra begeleiding van uw kind. Dit kan op het gebied van schoolprestaties zijn als ook op het gebied van sociaal-emotioneel welbevinden van uw kind. Andersom willen wij ook graag door u geïnformeerd worden, wanneer er zaken zijn die het welbevinden en de leerprestaties van uw kind kunnen beïnvloeden. Wanneer u signalen krijgt dat het groepsproces in de klas aandacht van ons behoeft, horen we dat heel graag.

4 Begeleiding op school Ondersteuningslessen Alle leerlingen worden in het eerste leerjaar gescreend op mogelijke leerachterstanden. Afhankelijk van de uitkomst worden er verschillende ondersteuningslessen in de basisvaardigheden aangeboden: - Remediale Hulp: Er kunnen in leerjaar 1 en 2 ondersteuningslessen voor bepaalde vaardigheden worden aangeboden aan leerlingen van vmbobasis en kader en leerlingen met een LWOO-indicatie. Ook leerlingen van andere niveaus bij wie leerachterstanden zijn geconstateerd, komen voor deze ondersteuning in aanmerking. In het derde leerjaar en hoger is er sprake van vraaggestuurde ondersteuning en begeleiding. - Dyslexie of dyscalculie: Leerlingen bij wie een vermoeden bestaat voor het hebben van dyslexie of dyscalculie kunnen verder worden onderzocht. De ouders beslissen hierover en betalen het onderzoek. Dit vervolgonderzoek kan leiden tot een dyslexie- of dyscalculieverklaring. Leerlingen met een dyslexie- of dyscalculieverklaring volgen een begeleidingsprogramma. Ook zijn er voor hen speciale voorzieningen op school. Dit alles is vastgelegd in ons dyslexie- en dyscalculiebeleid. - Specifieke trainingen: Wij bieden op onze school faalangstreductietraining en Rots en Water training. Deze laatste is een training die zich richt op de sociale competenties, weerbaarheid en het aanpakken en voorkomen van pesten. De trainingen worden gegeven door hiervoor getrainde docenten of door externe professionals. Leerwegondersteunend onderwijs (LWOO) Wanneer onderzoek heeft aangetoond dat een leerling recht heeft op leerwegondersteunend onderwijs, een zogeheten LWOO-aanwijzing, dan zorgt het Staring College in de onderbouw voor: plaatsing in meestal een klein(er)e klas; extra aandacht en hulp voor zaken in de leerstof waar de leerling moeite mee heeft binnen de lessen remediale hulp; extra begeleiding door docenten bij het plannen van huiswerk en studievaardigheden. Het aantal hulplessen is afhankelijk van het niveau waar de leerlingen instromen. Met deze aanpak blijft de leerling gewoon het voortgezet onderwijs volgen en kan tegelijk alle interne en externe begeleiding die beschikbaar is, worden aangeboden.

5 Wie doet wat? Het ondersteuningsteam Wanneer bij leerlingen emotionele of sociale aspecten belemmerend werken, kunnen ze bij de mentor terecht. Wanneer het lijkt te gaan om een groter probleem, zoekt de mentor contact met de zorgcoördinator. Na een gesprek met de leerling bekijkt de zorgcoördinator wat nodig is om de leerling te helpen. Soms is het voldoende als een leerlingbegeleider een aantal keer een gesprek heeft met de leerling om weer grip te krijgen op de situatie. In andere gevallen is langdurige en/of specifieke begeleiding nodig en adviseert de zorgcoördinator een doorverwijzing naar een extern deskundige. Meer over de leden van het ondersteuningsteam en hun taken leest u hierna. De zorgcoördinator Op elke locatie is een zorgcoördinator aanwezig. Hij of zij coördineert de ondersteuning aan de leerling en zorgt dat de begeleiding is afgestemd met mentoren, de leerlingbegeleiders en de RH-docenten. De zorgcoördinator verzamelt afhankelijk van de situatie, de juiste mensen om zich heen. De zorgcoördinatoren van de verschillende locaties vormen samen het schoolbrede ondersteuningsteam. Hierdoor wordt de begeleiding tussen de locaties op elkaar afgestemd. De leerlingbegeleider Als er sprake is van een specifieke ondersteuningsvraag dan wordt de leerlingbegeleider ingeschakeld. Hij of zij heeft na overleg met de zorgcoördinator en mentor gedurende een bepaalde periode persoonlijk contact met de betreffende leerling en geeft de leerling ondersteuning op maat. De leerlingbegeleider heeft contact met de ouders voor het bespreken van de voortgang. Wanneer de leerlingbegeleider merkt dat het gaat om een groter probleem of een probleem dat om structurele, langdurige of specifieke begeleiding vraagt, zal hij of zij in overleg met de zorgcoördinator en mentor externe hulp adviseren.

6 De ambulant begeleider Een ambulant begeleider is een externe professional. Een ambulant begeleider met kennis over gedragsproblematiek ondersteunt het zorgcoördinaat en de docenten. Hij of zij doet observaties in klassen en adviseert ouders. We werken ook nauw samen met een ambulant begeleider met kennis over fysieke beperkingen die voor een leerling van invloed zijn op het functioneren op school. De schoolzorgcoördinator Naast de zorgcoördinatoren op elke locatie heeft de school ook een schoolzorgcoördinator. Zij coördineert uitvoerende werkzaamheden en adviseert de directie over beleid rond de ondersteuning van leerlingen. Daarnaast is zij coördinator van het Zorg Advies Team in Lochem. Zorg Advies Team (ZAT) Er is eens in de zes weken een overleg van een extern Zorg Advies Team in Lochem, waar de zorgcoördinatoren advies inwinnen of een hulpverleningstraject kunnen uitzetten. Een school heeft immers niet alle kennis in huis. Aan dit overleg wordt onder andere deelgenomen door de schoolarts, de leerplichtambtenaar, de wijkagent en een maatschappelijk werker van Jeugdzorg Gelderland. Op deze manier kan soms algemeen de benodigde zorg intern worden geboden, maar is het ook mogelijk dat wordt verwezen naar instanties in de regio. Alle informatie die binnen het Zorg Advies Team wordt besproken is vertrouwelijk. Ouders worden geïnformeerd door de zorgcoördinator als hun kind in het Zorg Advies Team wordt besproken. In Borculo werken de zorgcoördinatoren met de gemeente Berkelland samen met de Voormekaar teams. Elke dorpskern van de gemeente heeft zo n team dat bestaat uit een aantal professionals. Voor zowel inwoners als de school is dit team het eerste aanspreekpunt. Als er meer zorg nodig is dan het team kan bieden, wordt er opgeschaald naar meer specialistische hulp.

7 De afdelingsleider Zoals de naam al aangeeft, heeft de afdelingsleider de zorg en leiding voor een bepaalde afdeling op een locatie. De mentor kan bij bepaalde vragen of problemen doorverwijzen naar de afdelingsleider. De schoolarts Alle leerlingen uit leerjaar één worden tijdens een bezoek aan de verpleegkundige van de GGD gemeten en gewogen. Naar aanleiding van de screening kunnen leerlingen worden uitgenodigd voor een bezoek aan de schoolarts. Leerlingen en/of ouders kunnen ook op eigen verzoek een afspraak met de schoolarts maken. De school kan in overleg met de ouders en de leerling de schoolarts verzoeken de leerling op te roepen. Als leerlingen veel ziek zijn kan de schoolarts adviseren. Bij een verhoogd verzuim vindt een adviesgesprek met de schoolarts plaats. Ook kan zij advies geven over de belastbaarheid van leerlingen met medische of fysieke klachten.

8 Namen Schoolarts mevr. drs. M. ten Buuren (locatie L) mevr. drs. L. den Ouden (locatie B en H) Schoolzorgcoördinator mevr. M.Y.C. Hol, MSc Zorgcoördinatoren mevr. N. Veldhuizen (locatie L, onderbouw) mevr. M.Y.C. Hol, MSc (locatie L, onderbouw) dr. E. van der Avoird (locatie L, bovenbouw) mevr. H.J.M. Haitink (locatie L, leerjaar 3 mavo/havo/atheneum/ gymnasium+ en 4 mavo) L. ten Have (locatie B) J. Oldenhave (locatie H) Dyslexiecoördinatoren mevr. F. Ruiter (locatie L, onderbouw) mevr. I. Leijenhorst (locatie L, bovenbouw) L. ten Have (locatie B) D. Yüksel (locatie H) U kunt bovenstaande medewerkers bereiken via het centrale telefoonnummer van de receptie: t Voor meer informatie kunt u terecht bij de schoolzorgcoördinator, onze website en de schoolgids