Door Henk Jongsm, hoofduteur Op Niveu tweede fse Ontleden? Leuk! Inleiding Lstig soms, dt ontleden. Denk je net een regel te egrijpen, kom je weer een uitzondering tegen. En ls je denkt die uitzondering onder de knie te heen, kom je wel weer een volgend proleem tegen. Lstig! Of juist leuk? Wnt zo kun je het ook ekijken: de tl is een levend iets, en lles wt leeft, houdt zih niet ltijd n de regels. Gelukkig niet, nders zou het een dooie oel worden. Opzet vn deze lesrief Je leest eerst het gediht Grmmti vn Willem Wilmink uit We zien wel wt het wordt. Liedjes voor kinderen in de groei. Die undel versheen in 1985 ij uitgeverij Bert Bkker, mr werd ook opgenomen in de verzmelundel Verzmelde liedjes en gedihten die in 2004 in twee dikke delen vershenen. Willem Wilmink (1936-2003) shreef ehlve verhlen en gedihten veel liedjes, o.. voor televisieprogrmm s. Ook dit gediht, over een leerling die niets vn de grmmti snpt, is geshreven ls lied. Bij dt gediht mk je opdrhten: opdrhten wrij je moet lten zien dt je de regels kent, opdrhten wrij je kunt lten zien dt je met de regels kunt spelen. THIEMEMEULENHOFF, 2010 1
Gediht vn Willem Wilmink Grmmti Soms denk ik dt ik het eindelijk snp: Jn lijdend voorwerp in Jn krijgt een klp en Mrie werkt toh mee in Mrie krijgt een kus en Mrie is het meewerkend voorwerp dus. Alleml fout, volgens mijn zus. Soms denk ik dt het gemkkelijk is: zijn is gezegde in Jn eet zijn vis, ws is het werkwoord in Ze is n de ws, ps is een ijwoord in Ps op je ps. Alleml fout, mompelt de kls. Soms denk ik dt ik een vondeling en. Mr ik word lter veel eter dn zij, wnt dn mk ik er eplingen ij: epling vn rottig, epling vn leuk, epling vn krieel, epling vn jeuk, epling vn deling, epling vn reuk, epling vn otsing, epling vn deuk. THIEMEMEULENHOFF, 2010 2
Opdrhten Opdrht 1 In het gediht komt de volgende strofe voor wruit lijkt dt Ursul het lleml fout vindt. Mr hoe zit het dn wel volgens zuster Ursul? Welk zinsdeel is Jn? Welk zinsdeel is een klp? Welk zinsdeel is Mrie? Welk zinsdeel is een kus? Jn lijdend voorwerp in Jn krijgt een klp en Mrie werkt toh mee in Mrie krijgt een kus en Mrie is het meewerkend voorwerp dus. Alleml fout, volgens mijn zus. Mk een zin wrin Jn die een klp krijgt, wél lijdend voorwerp is. Mk een zin wrin Mrie die een kus krijgt, wél meewerkend voorwerp is. Opdrht 2 In de volgende strofe is ook de kls het er niet mee eens. Hoe zit het dn wel volgens de kls? Welk zinsdeel is zijn? Tot welke woordsoort hoort ws? Tot welke woordsoort hoort het eerste Ps? Tot welke woordsoort hoort het tweede ps? zijn is gezegde in Jn eet zijn vis, ws is het werkwoord in Ze is n de ws, ps is een ijwoord in Ps op je ps. Alleml fout, mompelt de kls. d Mk een zin wrin zijn wél gezegde is. Mk een zin wrin ws wél het werkwoord is. Mk een zin wrin ps wél ijwoord is. THIEMEMEULENHOFF, 2010 3
Opdrht 3 De fouten die de ik-persoon in dit gediht mkt, zijn voor het grootste deel mogelijk doordt dezelfde woordvorm meer dn één etekenis kn heen: het zijn homoniemen. Drvn zijn er heel veel. De volgende woorden kunnen steeds, fhnkelijk vn de zin, tot minstens twee woordsoorten ehoren. Mk met elk woord twee zinnen, mr dn zo dt het om vershillende woordsoorten gt. plnt rook snel ijt lst vst Zoek zelf nog vijf woorden die ook ij vershillende woordsoorten kunnen worden ingedeeld en mk dn weer zinnen wrin het vershil zihtr wordt. Opdrht 4 De fouten die de ik-persoon ij de zinnen vn opdrht 1 mkt, worden niet veroorzkt doordt een woord twee of meer etekenissen kn heen, mr doordt de grmmti niet ltijd logish lijkt: de jongen die de klp krijgt, is geen lijdend voorwerp, mr onderwerp. Dt is niet logish, omdt je ij onderwerp toh denkt n iemnd die iets doet. En Mrie, hoewel ze wel moet meewerken, is toh onderwerp, terwijl weer iemnd nders die kus geeft. Nee, niet eht logish. Bedenk zelf minstens vijf zinnen wrin de grmmti in strijd lijkt met onze logi, zinnen dus wrin de grmmtile nduiding niet klopt met ons logishe gevoel. Opdrht 5 Er zijn heel veel eplingen, zols de epling vn tijd, de epling vn plts, vn doel, vn oorzk, vn gevolg, enzovoort. Mr de volgende eplingen komen in geen enkel grmmtioverziht voor. epling vn rottig, epling vn leuk, epling vn krieel, epling vn jeuk, epling vn deling, epling vn reuk, epling vn otsing, epling vn deuk. Mr zulke eplingen zouden we wel kunnen edenken, met een eetje fntsie. THIEMEMEULENHOFF, 2010 4
Individueel Bedenk voor elk vn deze eplingen minstens één vooreeld en mk er een omplete zin mee. Geef je rijtje zinnen n een medeleerling en vrg of die er de nm vn de epling hter wil zetten. Jij krijgt dus ook een rijtje zinnen en jij zet de nm vn de epling drhter. Kies uit het rijtje dt je gekregen het de meest verrssende of de meest humoristishe zin. Klssikl Verzmel lle leukste zinnen op het ord of op een verzmelvel. Bepl smen wt eht de llerleukste, of de meest originele zin is. Opdrht 6 Welke tlfout zie je in deze regels? Extr opdrht Het gediht vn Willem Wilmink is eigenlijk een liedje, dt kun je zien. Welke twee eigenshppen vn een lied vind je in dit gediht terug? Een liedje kun je zingen, dus kun je hier misshien een melodie ij edenken? Zoek in de undel Verzmelde liedjes en gedihten (uitgeverij Bert Bkker, Amsterdm 2004) of op internet nog een leuk liedje of gediht vn Wilmink, en presenteer dt n de kls. THIEMEMEULENHOFF, 2010 5