Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres VO-content 15 february 2018 CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/74523 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet. Wikiwijs is hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave Grammatica - Verwijswoorden Vooraf Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Over dit lesmateriaal Pagina 1
Grammatica - Verwijswoorden Vooraf Leerdoel Je kunt de regels over het gebruik van verwijswoorden in je eigen woorden uitleggen. Je kunt verwijswoorden herkennen. Je kunt verwijswoorden in een zin gebruiken. Je kunt aangeven waar een verwijswoord naar verwijst. Eindproduct Je gaat op zoek naar de verwijswoorden die in een artikel staan. Alleen of samen? Het grootste gedeelte van de opdracht doe je alleen. Je mag hulp vragen aan klasgenoten of je docent. Tijd Je kunt twee lesuren besteden aan dit onderdeel. Stap 1 Verwijswoorden In een tekst kun je allerlei verwijswoorden tegenkomen. Een verwijswoord verwijst naar een woord, of een groepje woorden, in de zin. De woorden waarnaar verwezen wordt, noem je antecedenten. Bestudeer de theorie in de Kennisbank. KB: Verwijswoorden Bekijk het filmpje. In dit filmpje leer je ook iets over mannelijke en vrouwelijke woorden. De meneer uit de film vraagt of je het schema wilt overnemen in je schrift. Zie in de afbeelding hieronder het schema. Stap 2 Verwijswoorden vervolg Lees deze regels voor verwijswoorden, voordat je aan de slag gaat met de oefeningen. Pagina 2
Verwijswoorden kunnen voornaamwoorden of bijwoorden zijn. Voornaamwoorden - hij en zijn verwijzen naar mannelijke (m) woorden - zij en haar verwijzen naar vrouwelijke (v) woorden - het en zijn naar onzijdige (o) woorden - deze en die verwijzen naar de - woorden - dit en dat verwijzen het - woorden - die verwijst naar mannelijke en vrouwelijke woorden - dat verwijst naar onzijdige woorden In de volgende gevallen gebruik je het woordje wat als verwijswoord: - na: alles, iets, niets, veel, het enige, het mooiste, het aardigste. Voorbeeld: Alles wat hij wist, schreef hij op. Bijwoorden Een andere groep verwijswoorden zijn de bijwoorden. Dit zijn woorden als: hierop, eraan, waarop, daarover, enz. Hij is toch gekomen; hierop hadden we niet gerekend. We waren eraan gewend dat hij niet kwam. Hij is toch gekomen; hier hadden we niet op gerekend. Vul nu bij de volgende oefeningen het juiste verwijswoord in. Verwijswoorden die of dat maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/4030419 1 Vul het ontbrekende woord in. Kies uit die of dat. De kast - kast 2 Vul het ontbrekende woord in. Kies uit die of dat. De tafel - tafel 3 Vul het ontbrekende woord in. Kies uit die of dat. De bank - bank 4 Vul het ontbrekende woord in. Kies uit die of dat. De computer - computer 5 Pagina 3
Vul het ontbrekende woord in. Kies uit die of dat. De televisie - televisie 6 Vul het ontbrekende woord in. Kies uit die of dat. Het bed - bed 7 Vul het ontbrekende woord in. Kies uit die of dat. Het bad - bad Verwijswoorden dit of deze maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/4030847 1 dit of deze. boek 2 dit of deze. gedicht 3 dit of deze. som 4 dit of deze. les 5 dit of deze. leerling Pagina 4
6 dit of deze. docent 7 dit of deze. volwassene Verwijswoorden maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/3515998 1 De gemeenteraad heeft drie uur vergaderd over de plaats van het nieuwe gemeentehuis: uiteind 2 Rotterdam heeft grote drugsprobleem nog niet opgelost. 3 De huren van kamers zijn de laatste jaren zo gestegen dat voor mensen me 4 Jaloezie heeft altijd bestaan, want is een aangeboren karaktertrek in de me 5 Als je oud meubilair kwijt wilt, moet je bij het grof vuil zetten. 6 Het schilderij 'De Nachtwacht' zal plaats in het Rijksmuseum wel behouden. Pagina 5
7 Als je een product koopt en gaat stuk, heb je recht op garantie. 8 De jeugd vindt dat er te weinig rekening wordt gehouden met wensen. 9 Waar laten we die dozen met oude rommel? We zullen maar op zolder zette 10 Stef heeft een nieuw spel en is heel blij mee. 11 was vervelend dat ik in mijn vakantie kiespijn kreeg. 12 Het eerste elftal behaalde gisteren derde overwinning op een rij. 13 Opa bakt wafels. zijn heel lekker. 14 Mijn broer is bang op zolder, want het is erg donker. 15 Nick is ziek en al vier dagen afwezig. Stap 3 Pagina 6
Waar wordt naar verwezen? Inmiddels weet je dat een verwijswoord terug slaat op één of meerdere woorden in de zin. Ook weet je welk verwijswoord je in een zin moet gebruiken. Maar hoe kun je erachter komen naar welk(e) woord(en) het verwijswoord verwijst? Kijk maar naar het volgende voorbeeld: Max had wel zin om naar de familiedag te gaan, maar hij had geen tijd. Vraag: Wie had geen tijd? Antwoord: Max Hij verwijst dus naar Max. Doe de volgende invuloefening. Je vult iedere keer het woord of de woordgroep in waar het vetgedrukte woord naar verwijst. Verwijswoorden maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/1850434 1 Het eerste elftal behaalde gisteren zijn derde overwinning op een rij. zijn verwijst naar 2 De toneelvereniging zal haar voorstelling dit jaar in de Poorterij geven. haar verwijst naar 3 Het gemeentebestuur heeft zijn werknemers loonsverhoging beloofd. zijn verwijst naar 4 Iets wat ik niet begrijp, is dat kinderen elkaar pesten. wat verwijst naar 5 Hij heeft een rekenmachine voor mij meegebracht, maar zij werkt niet. Pagina 7
zij verwijst naar 6 De regering heeft haar zin gekregen: de bezuinigingen op het onderwijs gaan door. haar verwijst naar 7 Als je oud meubilair kwijt wil, moet je het op straat zetten als er grof vuil wordt opgehaald. het verwijst naar 8 Roken kan schadelijk voor je gezondheid zijn: daar kun je kanker van krijgen. daar...van verwijst naar 9 Frank wil graag een nieuwe fiets, maar die is erg duur. die verwijst naar 10 Zijn ouders geven hem geen geld. Dat groeit ons niet op de rug, zeggen ze. Dat verwijst naar Stap 4 Op zoek naar verwijswoorden Hieronder staan tien zinnen. In iedere zin zit een verwijswoord. Klik in iedere zin op het verwijswoord. Maak daarna de toets. Zoek de verwijswoorden Zoek uit onderstaande zinnen de verwijswoorden. Klik hierop en controleer als je alle zinnen hebt gedaan je antwoord. 1. Te veel zonnestraling is niet goed, want je kunt er huidkanker van krijgen. 2. Dat is het leukste wat ik ooit heb gehoord. 3. In Nederland kunnen we de zon niet altijd zien, want hij zit nogal eens achter de wolken. 4. In sommige gemeenten moet je plastic afval in een aparte zak of bak bewaren en Pagina 8
wordt het opgehaald. 5. Eigenlijk zijn verwijzingen helemaal niet moeilijk, want je kunt ze met een vraagwoord vaak zo vinden. 6. Leonie zei dat het geen probleem was om haar fiets te gebruiken. 7. Max gaat graag naar school, want hij heeft een leuke klas. 8. Je kunt wandelen in de bergen, maar je kunt er ook mountainbiken. 9. Die generatie wil dat men meer rekening houdt met haar wensen. 10. Ik moet mijn verstandskiezen laten trekken en dat valt niet mee. Verwijswoorden (antecedenten) maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/4031203 1 Te veel zonnestraling is niet goed, want je kunt er huidkanker van krijgen. a. te veel zonnestraling a. van a. huidkanker 2 Dat is het leukste wat ik ooit heb gehoord. a. gehoord a. dat a. het leukste 3 Pagina 9
In Nederland kunnen we de zon niet altijd zien, want hij zit nogal eens achter de wolken. a. achter de wolken a. In Nederland a. de zon 4 In sommige gemeenten moet je plastic afval in een aparte zak of bak bewaren en wordt het opgehaald. a. aparte zak of bak a. In sommige gemeenten a. plastic afval 5 Leonie zei dat het geen probleem was om haar fiets te gebruiken. a. Leonie a. geen probleem a. fiets 6 Max gaat graag naar school, want hij heeft een leuke klas. a. Max a. naar school a. een leuke klas 7 Je kunt wandelen in de bergen, maar je kunt er ook mountainbiken. Pagina 10
a. mountainbiken a. wandelen a. in de bergen 8 Die generatie wil dat er meer met haar wensen rekening wordt gehouden. a. Die generatie a. wensen a. er Pagina 11
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 15 february 2018 om 14:52 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding en publicatie onder dezelfde licentie vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; Leerinhoud en ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; ; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 2 uur en 0 minuten Trefwoorden leerlijn, rearrangeerbare Gebruikte Wikiwijs Arrangementen VO-, content. (2016). Thema: Vrienden en familie vmbo-kgt34. https://maken.wikiwijs.nl/74622/the ma Vrienden_en_familie vmbo_kgt34 Pagina 12