De teller geeft hoeveel stukken er zijn en de noemer zegt wat de 5. naam is van die stukken: 6 taart geeft dus aan dat de taart in 6



Vergelijkbare documenten
6 Breuken VOORBEELDPAGINA S. Bestelnr Het grote rekenboek - overzicht - Hoofdstuk Breuken

Het Breukenboekje. Alles over breuken

Kommagetallen. Twee stukjes is

De waarde van een plaats in een getal.

2.2 Ongelijknamige breuken en vereenvoudigde breuken Gemengde getallen optellen en aftrekken Van breuken naar decimale getallen 28

Breuken. Tel.: Website:

Het Breukenboekje. Alles over breuken

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen ( 15 x 3 = 45

2.1 Bewerkingen [1] Video Geschiedenis van het rekenen ( 15 x 3 = 45

1. Optellen en aftrekken

Het weetjesschrift. Weetjesschrift Galamaschool

Reken zeker: leerlijn breuken

2 REKENEN MET BREUKEN Optellen van breuken Aftrekken van breuken Vermenigvuldigen van breuken Delen van breuken 13

Onthoudboekje rekenen

Kernbegrippen Kennisbasis wiskunde Onderdeel breuken

Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

2.1 Kennismaken met breuken Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

Afspraken hoofdrekenen eerste tot zesde leerjaar

2. Optellen en aftrekken van gelijknamige breuken

RekenWijzer, uitwerkingen hoofdstuk 2 Gebroken getallen

Opdracht 2.1 a t/m c. Er zijn veel mogelijkheden. De vorm hoeft dus niet gelijk te zijn om toch een vierkant van dezelfde grootte te krijgen.

PG blok 4 werkboek bijeenkomst 4 en 5

Rekentermen en tekens

kun je op verschillende manieren opschrijven of uitspreken: XX Daarnaast kun je een breuk ook opschrijven als een decimaal getal.

x x x

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100

Breuken met letters WISNET-HBO. update juli 2013

1. REGELS VAN DEELBAARHEID.

Deel A. Breuken vergelijken

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

Derde domein: gebroken getallen. 1 Kennismaking met breuken. 1.1 De breuk als deel van een geheel. Opdracht 1. Opdracht 2. blaadje 1.

REKENVAARDIGHEID BRUGKLAS

Van een percentage een breuk maken, is vaak nog eenvoudiger.

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

Het Breukenboek. Leer beter rekenen met breuken Voor leerlingen vanaf het voortgezet onderwijs. Ingrid Lundahl

Reken zeker: leerlijn kommagetallen

WISo. Handleiding breukendoos. Inhoud breukendoos. Gebruik van de breukendoos. Inzicht in breuken

Memoriseren: Een getal is deelbaar door 10 als het laatste cijfer een 0 is. Of: Een getal is deelbaar door 10 als het eindigt op 0.

Ouderbijeenkomst Rekenen

2.1 Kennismaken met breuken Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

Klok dag en nacht. Hulpkaart OPTELLEN/AFTREKKEN

3.2 Basiskennis De getallenlijn Symbolen, tekens en getallen. 92 Algebra. Inhoofdstuk1zijnaandeordegeweest: Het=teken. =staat.

breuken 1.0 Inleiding 1.1 Natuurlijke getallen

wat is de som zie ik een instinker bij de antwoorden? het goede antwoord aan

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN

Basisvaardigheden algebra. Willem van Ravenstein Den Haag

Getallen en breuken. 1 Doel: helen in breuken verdelen en helen uit de breuk halen. Herhalen

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

2 Noordhoff Uitgevers bv

Doelenlijst 6: VERHOUDINGEN, onderdeel BREUKEN

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters

Opmerking 2: laat de tussenstap aanvankelijk luidop doen, later (als het vlot gaat) in stilte.

Overstapprogramma 6-7

Deel 1. het complete zakboek voor groep 7 & 8 deel 1 hele getallen, kommagetallen en breuken

1.5.1 Natuurlijke, gehele en rationale getallen

OP WEG NAAR WISKUNDE. Plusboek uit de serie Het Grote Rekenboek Uitgeverij ScalaLeukerLeren.nl

Onderstreep in elke opgave wat je eerst moet uitrekenen. Je hoeft de opdrachten niet uit te rekenen. 788 : (1 500 : 3)

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk19 KOMMAGETALLEN - BASIS

round up or round down 2 je maakt een getal kleiner door een getal van een ander af te halen, je mag ook numeral figure, number

GETALLEN deel De waarde van een cijfer wordt bepaald door de. We lezen 1 E. .. vijf tientallen

Onderstreep in elke opgave wat je eerst moet uitrekenen. Je hoeft de opdrachten niet uit te rekenen. 788 : (1 500 : 3)

1 Hele getallen. Rekenen en wiskunde uitgelegd Kennisbasis voor leerkrachten basisonderwijs. Uitwerkingen van de opgaven bij de basisvaardigheden

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

De Graankorrel Wervik. Mijn wiskundehulpschrift. van 1 tot 6 leerjaar

Wiskunde in vierde, vijfde en zesde klas Lezing

Instructie voor Docenten. Hoofdstuk 4 KOMMAGETALLEN BASIS

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN ): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Doelenlijst 6: VERHOUDINGEN, onderdeel BREUKEN

ALBERDINGK THIJM COLLEGE REKENGIDS. Basis en afspraken rekenen

Score. Zelfevaluatie. Beoordeling door de leerkracht. Datum: Klas: Nr: Naam:

Willem van Ravenstein

1 Delers 1. 3 Grootste gemene deler en kleinste gemene veelvoud 12

ANTWOORDEN blz. 1. d = 1013; = ; = ; =

Deel C. Breuken. vermenigvuldigen en delen

= (antwoord )

Blok 7 G/B vraag 1: natuurlijke getallen, kommagetallen en breuken structureren en op een getallenas situeren

Start u met zwiso in verschillende leerjaren tegelijkertijd?

Blok 7 G/B vraag 1: natuurlijke getallen, kommagetallen en breuken structureren en op een getallenas situeren

Wortels met getallen en letters. 2 Voorbeeldenen met de (vierkants)wortel (Tweedemachts wortel)

oefenbundeltje voor het vijfde leerjaar

Van een verdeling naar een stambreuk

Domeinbeschrijving rekenen

1.Tijdsduur. maanden:

toetswijzer wiskunde curriculumdifferentiatie 6de leerjaar *De waarde van natuurlijke getallen en kommagetallen, bv = 8 D + 5 H + 6 T + 0 E

SYMBOOL TERM ENGELS NEDERLANDS 1. numeral figure, number. symbool waarmee je een getal schrijft, we hebben 10 cijfers 0 -> 9 2. numral, figure, number

Breuken in de breuk. 1 Breuken vermenigvuldigen en delen (breuken in de breuk)

De tiendeligheid van ons getalsysteem

BEWERKINGEN HOOFDREKENEN 40 NATUURLIJKE GETALLEN OPTELLEN

Taak na blok 1 startles 8

Overzicht rekenstrategieën

INHOUDSTAFEL. inhoudstafel... 2

Les 20: gelijknamige breuken, gelijkwaardige breuken en breuken vereenvoudigen

Procenten 75% 33% 10% 50% 40% 25% 50% 100%

1.3 Rekenen met pijlen

Antwoorden bij Rekenen met het hoofd

5.1 Herleiden [1] Herhaling haakjes wegwerken: a(b + c) = ab + ac (a + b)(c + d) = ac + ad + bc + bd (ab) 2 = a 2 b 2

3.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

Blok 6 G/B vraag 1: een natuurlijk getal of kommagetal cijferend delen door een getal van 3 cijfers

Transcriptie:

Breuken Breuk betekent dat er iets gebroken is. Het is niet meer heel. Als je een meloen doormidden snijdt, is die niet meer heel, maar verdeeld in twee stukken. Eén zo n stuk is dan een halve meloen, meloen. meloen meloen Zo kun je ook een taart in stukken snijden. Als je taart verdeelt in gelijke stukken, dan is elk stuk (spreek uit één zesde) taart. Een breuk is dus eigenlijk een gebroken getal. Breuken ontstaan als een deling niet uitkomt op een geheel getal. Als je meloenen door wilt delen, krijg je, rest. Wil je die rest ook nog delen door dan krijg je gedeeld door. Dat is. is gedeeld door :. Een breuk bestaat uit een teller en een noemer: De teller staat boven de breukstreep en de noemer er onder. teller noemer Het deelstreepje wordt schuin op je toetsenbord geschreven. Dus / is hetzelfde als. De teller geeft hoeveel stukken er zijn en de noemer zegt wat de naam is van die stukken: taart geeft dus aan dat de taart in stukken is verdeeld en dat je stukjes telt die allemaal groot zijn. één zesde twee zesde drie zesde vier zesde vijf zesde zes zesde De taart is in stukken verdeeld. Eén stuk is dus en vijf stukken is. Zes stukken taart is en dat is hetzelfde als hele. Als de teller en noemer gelijk zijn, dan is dat hetzelfde als. Je kunt een hele in net zoveel gelijke stukjes verdelen als je zelf wilt, bijvoorbeeld. stukjes van (één tweede, we noemen dat meestal een half) stukjes van (één derde) stukjes van (één vierde, we noemen dat vaak een kwart) stukjes van (één vijfde) stukjes van (één zesde) stukjes van (één zevende) stukjes van (één achtste) stukjes van (één negende) 0 stukjes van 0 (één tiende) 00 stukjes van 00 (één honderdste) 000 stukjes van (één duizendste) 000 Je kunt ook meer helen in stukken verdelen. hele is helen is stukjes

Vergelijken en ordenen van breuken Hoe groter de noemer is, hoe kleiner het stuk is. Want als je een taart in stukjes snijdt, is elk stukje kleiner dan wanneer je de taart in stukjes snijdt en die stukjes zijn weer kleiner dan wanneer je taart in stukken snijdt. Dus 0 is kleiner dan en Eén stukje van de eerste taart is kleiner dan één stukje van de tweede taart. Ook twee stukjes van de eerste taart is samen kleiner dan twee stukjes van de tweede taart: is dus kleiner dan Dus als de teller van beide breuken gelijk is, kun je aan de noemer zien welk getal groter is. is kleiner dan. 0 Anders wordt het als de teller groter is dan. Als je een taart in stukken snijdt en een andere taart in stukken, dan is een stuk van de eerste taart kleiner dan één stuk van de tweede taart. Als je bij teller en noemer allebei door deelt, krijg je : gedeeld door gedeeld door Maar twee stukjes van de eerste taart is samen evenveel als één stukje van de tweede taart: is dus hetzelfde als. De breuk met de grootste noemer kan dus evenveel of zelfs groter zijn dan de breuk met de kleinste noemer als de teller van de eerste breuk groter is dan die van de tweede breuk. is groter dan. Ook hier deel je teller en noemer allebei door hetzelfde getal: gedeeld door gedeeld door.

gedeeld door Rekenen met breuken gedeeld door gedeeld door Om te kunnen rekenen met breuken, moet je twee dingen kunnen: breuken gelijknamig maken en breuken vereenvoudigen. gedeeld door Andersom, dus teller en noemer met hetzelfde getal vermenigvuldigen, mag ook: keer keer keer keer Tel de breuken en bij elkaar op. Maak deze breuken eerst gelijkwaardig. Neem de tafel van de kleinste noemer, in dit geval, totdat je bij het getal komt dat ook in de tafel van de grootste noemer staat. keer keer Je mag teller en noemer altijd delen of vermenigvuldigen met hetzelfde getal. De waarde van de breuk blijft hetzelfde. ( ) 0 0 0 0 0 0 0 x x x en x Het getal is het kgv en wordt de nieuwe noemer. Om van het getal te maken, doe je dit keer. Teller en noemer mag je met hetzelfde getal vermenigvuldigen, dus doe dan ook de teller keer. En om van het getal te maken, doe je keer. Dan moet je dus ook de teller keer doen. teller vermenigvuldigen met noemer vermenigvuldigen met 0 0 Breuken gelijknamig maken Twee of meer breuken gelijknamig maken, betekent dat je de noemer van de breuken hetzelfde maakt. Bij het gelijknamig maken van breuken zoek je naar het kgv, het kleinste gemene (gemeenschappelijke) veelvoud. 0 teller vermenigvuldigen met noemer vermenigvuldigen met Vereenvoudigen van breuken Een breuk moet altijd zo klein mogelijk worden opgeschreven. Dit heet vereenvoudigen. Om een breuk te vereenvoudigen, heb je de ggd, de grootste gemene (gemeenschappelijke) deler nodig.

Vereenvoudig. Neem de grootste tafel waarin en in de antwoorden staan, en zitten in de tafels van, en. x x x x x x x x x x x x 0 x x x x x x De tafel van is de grootste tafel waarin beide getallen voorkomen. Dus is de ggd. Deel teller en noemer nu allebei door. gedeeld door Dus gedeeld door Breuken optellen en aftrekken Je kunt breuken, net als hele getallen bij elkaar breuken optellen. Bij breuken met gelijke noemers hoef je, om ze op te tellen, alleen de tellers bij elkaar op te tellen. + Beide noemers zijn, dus deze breuk kun je optellen. Het aantal stukken tel je bij elkaar. De naam van de stukken blijft gelijk. Je telt dus alleen de tellers bij elkaar op. + Dus ook: + + + en dat is hetzelfde als + Hier is het handiger eerst te splitsen. Tel eerst de helen bij elkaar: + Tel dan de breuken bij elkaar: + Tel daarna alles bij elkaar: + Vereenvoudig tot slot de breuk:, dus de uitkomst is. + De teller () is groter dan de noemer (). Dus in het getal een hele. De noemer is, dus de hele is. Dan houd je nog over. schrijf je daarom als. + + + + Als de noemers niet gelijk zijn, zoek dan een nieuwe noemer om de breuken gelijkwaardig te maken. Breuken met ongelijke noemers moet je eerst gelijknamig maken om ze op te kunnen tellen. + Zoek het kgv. Neem de tafel van de kleinste noemer, in dit geval, totdat je bij het getal komt dat ook in de tafel van de grootste noemer staat. zit

x x x x en x Het getal wordt de nieuwe noemer. Om van het getal te maken, vermenigvuldig je met en om van het getal te maken, vermenigvuldig je met. teller x noemer x teller x noemer x + + Hetzelfde doe je bij breuken met helen erin. + Je zoekt eerst de nieuwe noemer. Dat wordt 0, want x 0 en x 0. teller x 0 noemer x teller x 0 noemer x + + 0 0 Ook voor aftrekken met breuken geldt: 0 Bij breuken met gelijke noemes hoef je om ze af te trekken alleen de tellers van elkaar af te trekken 0 Beide noemers zijn, dus deze breuk kun je aftrekken. Het aantal stukken trek je van elkaar af. De naam van de stukken blijft gelijk. Je trekt alleen de tellers van elkaar af. Dus ook: Trek eerst de helen van elkaar af. Trek de breuken af. Tel dan alles bij elkaar. + Je moet lenen van de om te kunnen aftrekken. is hetzelfde als dus Als de noemers niet gelijk zijn, moet je de breuken gelijknamig maken. Zoek nieuwe noemers. Zoek het kgv. Neem de tafel van de kleinste noemer, in dit geval, totdat je bij het getal komt dat ook in de tafel van de grootste noemer staat. x x x x en x Het getal wordt de nieuwe noemer. Om van het getal te maken, doe je keer en om van het getal te maken, doe je keer. Vermenigvuldig dus ook de teller van met en de teller van met. 0

Neem de tafel van. Het getal wordt de nieuwe noemer. Om van het getal te maken, doe je keer en om van het getal te maken, doe je keer. Teller en noemer van blijven dus gelijk. Neem de tafel van. Het getal wordt de nieuwe noemer. Om van het getal te maken, doe je keer en om van het getal te maken, doe je keer. Je moet lenen van de om te kunnen aftrekken. Schrijf als en tel daar. Trek dan af. Breuken vermenigvuldigen Stel je bij het vermenigvuldigen van een breuk weer de taart voor. Bij een vermenigvuldiging van een breuk, bijvoorbeeld, met een heel getal tel je net zoveel stukjes als het hele getal aangeeft bij elkaar op. x + + + + dus x Je vermenigvuldigt de teller met het hele getal. x + + dus x Je kunt ook breuken met elkaar vermenigvuldigen. x Hier staat dus: hoeveel is de helft van? De helft van stukje is, want er zitten dan stukjes in de hele strook. de tellers met elkaar vermenigvuldigen x de noemers met elkaar vermenigvuldigen Om twee breuken te vermenigvuldigen, vermenigvuldig je de tellers met elkaar en de noemers met elkaar. Bij breuken groter dan maak je er eerst een echte breuk van, door van de helen ook een breuk te maken. Je kunt ook vereenvoudigen vóór het vermenigvuldigen. Dit heet wegstrepen. Je mag teller en noemer door hetzelfde getal delen. Bij het vermenigvuldigen van breuken pas je deze regel kruiselings toe. De teller van de eerste breuk en de noemer van de tweede breuk deel je door hetzelfde getal. De teller van de tweede breuk en de noemer van de eerste breuk deel je door hetzelfde getal. / / en delen door x / / en delen door Breuken delen Bij het delen van een breuk door een heel getal, verdeel je het aantal stukken. x 0 0 x x : x

Je hebt stukken van. Ieder krijgt stukken van. Je deelt de teller door het hele getal. Je kunt een breuk ook delen door een breuk. Delen door een breuk is hetzelfde als vermenigvuldigen met het omgekeerde van die breuk. Je kunt ook meteen wegstrepen: : 0 : x Als er helen in de breuk zitten, maak je daar eerst een breuk van. : : x : x / / / / Kommagetallen Een kommagetal is getal dat niet heel is. Het is een breuk. Voor de komma staan de helen, achter de komma staat de breuk. De getallen achter de komma staan voor de tienden, honderdsten, duizendsten, enzovoort. Een breuk kun je schrijven als een kommagetal. De breuk is dan herleid tot tienden, honderdsten, duizendsten. Kommagetallen gebruik je bij geld en maten: een kamer van, meter en een boek van,. De komma is de scheiding tussen hele euro s () en het deel dat kleiner is dan een hele euro (), de eurocenten. Alles wat of groter is, staat voor de komma. Alles wat kleiner is dan, staat achter de komma. Opbouw van de getallen Deel - geheel Welke breuk is cm? De balk is 0 cm, verdeeld in stukken van cm. Elk stuk is van 0 cm. Je kunt ook zeggen. De balk is 0 cm lang, dan is 0 de noemer. Elke cm is 0 deel van de balk. Een stuk van cm is dus van de balk. 0 Als je weet hoeveel de breuk is, kun je uitrekenen hoeveel de hele is. cm cm cm cm deel van een bedrag is,00. Hoeveel is dan het hele bedrag? deel is,00 :,00. Dus deel x,00 0,00 Deze reep is in 0 stukken verdeeld. Elk stukje is 0 deel, een tiende deel. Als je 0 schrijft als kommagetal, schrijf je 0,0. De laatste 0 laat je weg 0,. Twee stukjes is 0 deel. Als kommagetal schrijf je 0,0 of 0,. In 0 is de teller en 0 de noemer van de breuk. De teller vind je terug in het kommagetal. De noemer bepaalt de plaats achter de komma. Tienden zijn het eerste getal achter de komma. + 0, 0,0 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0, 0,,0,,,,,,,,,,0 hele is verdeeld in 0 gelijke stukken van 0,. Je ziet dat 0, kleiner is dan. En dat 0, + 0, gelijk is aan 0,.