VOORBLAD PROFIELPRODUCT Naam auteur(s) M.L.I. Pouw Vakgebied Aardrijkskunde Titel Onderwerp Educatie voor het VO in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland Profiel Cultuur- en erfgoededucatie Opleiding Interfacultaire Lerarenopleidingen, Universiteit van Amsterdam Doelgroep Onderbouw havo/vwo Sleuteltermen Links Bibliografische referentie Studentnummer 10707107 Begeleider(s) C.M.G.A. Westrate Beoordelaar(s) indien bekend C.M.G.A. Westrate, UvA, A.M. van der Vlies, UvA en C. Emmelkamp, IVN Opdrachtgever C. Emmelkamp, IVN Datum 1
Profielproduct 1 Plan van aanpak Een onderdeel van de Interfacultaire Lerarenopleiding van de Universiteit van Amsterdam is het maken van een profielproduct. Hieronder volgt het plan van aanpak voor mijn profielproduct binnen het profiel cultuur- en erfgoededucatie. Ik heb ervoor gekozen om het profielproduct binnen dit profiel te maken omdat ik persoonlijk een grote meerwaarde zie in veldwerk in het kader van aardrijkskunde. Erfgoed biedt interessante onderwerpen aan in de eigen leefomgeving van de leerlingen. Ook is het een gelegenheid om met educatie in een bredere zin dan alleen educatie op school aan de slag te gaan. Opdrachtgever: De opdrachtgever voor dit profielproduct is Corine Emmelkamp, Coördinator Communicatie en Educatie bij het Nationaal Park Zuid-Kennemerland. Zij is ook mijn begeleider. De opdrachtbevestiging staat in bijlage 1. Het probleem: Binnen het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (NPZK) speelt educatie een belangrijke rol. Op de website van het Park staat: Wij willen zoveel mogelijk kinderen uit de omgeving kennis laten maken met de duinen en de natuur laten beleven. ( Nationaal Park Zuid-Kennemerland, onderwijs, n.d.). Op dit moment is er echter alleen aanbod voor het primair onderwijs (PO). Voor het voortgezet onderwijs (VO) is geen standaard aanbod beschikbaar. Met name de VO scholieren uit de regio vormen een grote groep die nu niet via school in aanraking komen met de natuur, landschap en cultuurhistorie in het NPZK, in hun eigen leefomgeving. Dit is een gemiste kans. Want begrippen en processen die in de schoolboeken staan en zich voordoen in de omgeving van de school kunnen met veldwerk langs inductieve weg duidelijk worden gemaakt (Van den Berg et al., 2009, p. 235). Ook stimuleert veldwerk in de eigen omgeving (omgevingsonderwijs) betrokkenheid bij de leefomgeving, het kan vakinhoudelijke interesse opwekken en de nieuwsgierigheid van de leerlingen prikkelen (Vankan, 1990, p. 21-23). In het Beheer- en ontwikkelplan Nationaal Park Zuid-Kennemerland 2014-2024 (Overlegorgaan Nationaal Park Zuid-Kennemerland, 2014) wordt aangegeven dat het NPZK het overdragen van kennis van en inzicht in natuur, landschap en cultuurhistorie een belangrijke taak vindt voor haarzelf als Nationaal Park. Het NPZK wil in de regio een prominente rol innemen in natuur- en milieueducatie. Aangegeven wordt dat het NPZK zich vooral richt op basisonderwijs, maar ook op middelbare scholieren en volwassenen. Als echter naar het huidige aanbod gekeken wordt, 2
is er alleen aanbod voor PO. Er is een doorlopende leerlijn voor basisscholen en de educatieproducten voor de verschillende leeftijden zijn inhoudelijk op elkaar afgestemd. Er is op dit moment geen aanbod voor VO. Wel wordt nadrukkelijk aangegeven dat dit niet bij voorbaat wordt uitgesloten. Het voornemen staat genoteerd dat aanbod en ervaringen in andere nationale parken bekeken en beoordeeld gaan worden op passendheid en uitvoerbaarheid in het NPZK. Voorts wordt in het Beheer- en ontwikkelplan Nationaal Park Zuid-Kennemerland 2014-2024 (Overlegorgaan Nationaal Park Zuid-Kennemerland, 2014) aangegeven dat bij het ontwikkelen van recreatief aanbod met een boodschap (o.a. schoolreis/buitenactiviteit voor scholen) vraaggericht te werk zal worden gegaan. Het is natuurlijk een vooruitstrevend idee om vraaggericht te werk te gaan en een passend aanbod te leveren. Maar dan moeten de VO scholen je wel weten te vinden. En omdat er op dit moment geen aanbod is, is dit maar de vraag. Vraaggericht te werk gaan zou het pro-actief aanbieden van educatiematerialen in de weg kunnen staan. Aanbieden van de materialen is juist nodig als gekeken wordt naar de barrières die docenten aardrijkskunde ervaren bij veldwerk: gebrek aan tijd, middelen en medewerking op school. De docenten voelen zich niet voldoende toegerust om veldwerk in het aardrijkskundecurriculum om school te integreren, daar een leerlijn in aan te brengen en het veldwerk effectief uit te voeren (Oost, De Vries & Van der Schee, 2012, p.69). In de onderbouw van het VO is meer ruimte voor eigen invulling door de scholen ( SLO, Onderbouw, n.d.) Vandaar dat er gekeken wordt naar educatiematerialen voor de onderbouw. De algemene onderwijsdoelen voor de onderbouw van het VO worden geconcretiseerd in kerndoelen en eindtermen per leergebied. Door educatiematerialen aan te bieden die gebaseerd zijn op de kerndoelen en eindtermen uit de onderbouw van het VO, wordt aangesloten bij het programma van de scholen. Door educatiematerialen binnen de contouren van het curriculum aan te bieden, kan veldwerk of omgevingsonderwijs een bestaand onderdeel uit het schoolprogramma aanvullen of vervangen. Bovendien wordt aangesloten bij wat leerlingen al kennen en kunnen (Van Riessen & Van Manen, 2006, p. 86). Een ander voordeel van het laten aansluiten van het veldwerk bij de kerndoelen en eindtermen is dat de overlevingskansen van het veldwerk groter zijn (Van Riessen & Van Manen, 2006, p. 114). Scholen blijven het materiaal als het bevalt dus eerder meerdere jaren gebruiken. Binnen de onderbouw van het VO wordt ervoor gekozen om te kijken naar de kerndoelen en eindtermen van de vakken biologie, aardrijkskunde en geschiedenis. Deze vakken sluiten aan bij de thema s die het NPZK hanteert: natuur, landschap en cultuurhistorie. Uiteindelijk kan er veldwerk ontwikkeld worden gericht op één vak, maar ook vakoverstijgend veldwerk behoort tot de mogelijkheden. Vakoverstijgend werken creëert meer tijd en mogelijkheden voor veldwerk. Ook kan het tot verdieping leiden. Wel moet opgepast worden dat zowel de organisatie van het veldwerk als het ontwerpen van het veldwerk niet te complex wordt (Van Riessen & Van Manen, 2006, p. 113). Een recente ontwikkeling is dat er contacten zijn vanuit de organisatie Huis van het Verleden en het NPZK. Op de website van de organisatie ( Huis van het Verleden, n.d.) staat het volgende: Het Huis van het Verleden is een erfgoedproject waarbij kinderen meegesleept worden in een avontuurlijk onderzoek naar het verleden van hun eigen leefomgeving. De computer en de 3
werkelijke wereld zijn slim en effectief met elkaar verweven. Vanuit een uitdagende, online werkomgeving, gaan de jongeren op zoek in de echte wereld. De organisatie wil een educatief product voor het NPZK ontwerpen gericht op het VO, waarbij een online werkomgeving gecombineerd wordt met veldwerk in het NPZK. De vraag van de Coördinator Communicatie en Educatie hierbij is echter: Is de methode die Huis van het Verleden gebruikt iets waarop VO scholen zitten te wachten? Deze vraag zal mee worden genomen in dit onderzoek. Probleemstelling: Uit bovenstaande komen de volgende hoofd- en deelvragen naar voren: Hoofdvraag: Hoe kan educatie voor het voortgezet onderwijs (VO) ontwikkeld worden binnen het Nationaal Park Zuid-Kennemerland (NPZK), waarbij dit aanbod aansluit bij zowel de wensen c.q kerndoelen en eindtermen van het VO als de wensen van het NPZK? Deelvragen: 1. Welk aanbod en welke ervaringen hebben andere nationale parken en wat zou passend en uitvoerbaar zijn binnen het NPZK? 2. Welke aanknopingspunten bieden de kerndoelen en eindtermen van de vakken biologie, aardrijkskunde en geschiedenis van de onderbouw van het VO voor veldwerk in het NPZK? 3. Is de methode die Huis van het Verleden gebruikt iets waarop VO scholen zitten te wachten? Onderzoeksdoel: Het onderzoek levert een verkenning van mogelijkheden voor een educatieprogramma voor het VO binnen het NPZK. Deze verkenning van mogelijkheden wordt op verzoek van de opdrachtgever aangevuld met een stappenplan. Voor elke geschetste mogelijkheid wordt aangegeven welke vervolgstappen nodig zijn om tot een product te komen. Daarnaast wordt een advies uitgebracht of de methode van Huis van het Verleden de investering waard zou zijn. Onderzoeksmethode: Iedere deelvraag vergt een eigen aanpak. Voor vraag 1 wordt een overzicht gemaakt van het aanbod van de andere nationale parken in Nederland. Er zijn twintig nationale parken in 4
Nederland ( Samenwerkingsverband Nationale Parken, n.d.). Van alle twintig wordt op de website gekeken of er aanbod is voor het VO. Van het bestaande aanbod worden indien mogelijk voorbeelden opgevraagd. Er is een contactgroep voor de educatiemedewerkers binnen de nationale parken. Via deze contactgroep wordt geïnformeerd naar de ervaringen van de andere nationale parken. Vervolgens wordt het materiaal beoordeeld of het passend en uitvoerbaar zou zijn binnen het NPZK. Passend binnen de doelstellingen en uitvoerbaar binnen de toegangsregels en praktijksituatie. Hiervoor zal gedeeltelijk afgegaan moeten worden op het oordeel van medewerkers van het NPZK. Er zal dan ook een lijst met materiaal dat reeds door mij voorgesorteerd is voorgelegd worden aan medewerkers van het NPZK. Het beantwoorden van deelvraag 2 verlangt het doorlopen van de kerndoelen en eindtermen van de onderbouw VO van de vakken biologie, aardrijkskunde en geschiedenis. Aanknopingspunten zijn thema s die passen binnen natuur, landschap en cultuurhistorie. Het NPZK heeft immers zoals eerder beschreven aan haarzelf de taak opgedragen om over deze drie onderwerpen kennis en inzicht over te dragen. Voor deelvraag 3 ten slotte, wordt een aantal vakdocenten uit het VO gevraagd wat zij van de methode vinden. Of het aansluit bij hun lessen maar ook of het praktisch uitvoerbaar is ten aanzien van investeringen van tijd en geld. Hiervoor worden een aantal docenten aardrijkskunde en geschiedenis benaderd van twee verschillende scholen. Er zal hen beknopt uitgelegd worden wat de methode inhoudt waarna er een korte vragenlijst voorgelegd wordt. Daarnaast wordt de methode nader onderzocht op o.a. leeractiviteiten en of deze aansluiten bij het VO. Eindproduct: De antwoorden op deelvragen 1 en 2 resulteren na samenvoeging in de verkenning van mogelijkheden voor een educatieprogramma voor het VO binnen het NPZK. Het antwoord op deelvraag 3 voegt hieraan toe of de methode van Huis van het Verleden een onderdeel van dit educatieprogramma uit zou kunnen gaan maken. Ook worden de vervolgstappen alvorens tot productontwikkeling te komen aangegeven. De verkenning van mogelijkheden wordt bondig aan de opdrachtgever gepresenteerd in een powerpointpresentatie, waarbij ook enige aandacht uit gaat naar de benodigde vervolgstappen. De achtergronden bij de gemaakte oordelen worden op papier meegeleverd. 5
Tijdplan: 27 oktober: Indienen PvA en opdrachtverklaring opdrachtgever (PP1) 4-30 november: Verzamelen data, verwerken data, minimaal twee maal tussentijds overleg met opdrachtgever 17 november: Indienen herkansing PP1 1-14 december: Werken aan product Week 50 (8-12 dec): Presentatie product aan opdrachtgever 15 december: Indienen abstract, verantwoording, profielproduct en beoordeling opdrachtgever (PP2) 6 januari 2015: Eindpresentatie op ILO 20 januari 2015: Indienen herkansing PP2 27 januari 2015: Herkansing eindpresentatie ILO 6
Literatuur: Berg, G. van den, Bosschaart, A., Kolkman, R., Pauw, I., Van der Schee, J. & Vankan, L. (2009). Handboek vakdidactiek aardrijkskunde. Amsterdam: Landelijk Expertisecentrum Mensen Maatschappijvakken. Huis van het Verleden (n.d.). Gevonden op 26 oktober 2014, op http://www.huisvanhetverleden.nl Nationaal Park Zuid-Kennemerland, onderwijs (n.d.). Gevonden op 26 oktober 2014, op http://www.np-zuidkennemerland.nl/onderwijs Oost, K., Vries, B. de & Schee, J. van der (2012). Onderzoek naar veldwerk bij aardrijkskunde in het vmbo. In J. van der Schee & T. Béneker (Eds.), Aardrijkskundeonderwijs onderzocht (pp. 69-80). Amsterdam: Landelijk Expertisecentrum Mens- en Maatschappijvakken. Overlegorgaan Nationaal Park Zuid-Kennemerland (2014). Beheer- en ontwikkelplan Nationaal Park Zuid-Kennemerland 2014-2024. Riessen, M. van & Manen, I. van (2006). Omgevingsonderwijs. Van project naar praktijk. Assen: Koninklijke van Gorcum. Samenwerkingsverband Nationale Parken (n.d.). Gevonden op 26 oktober 2014, op http://www.nationaalpark.nl/documents/home.xml?lang=nl SLO, Onderbouw (n.d.). Nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling. Gevonden op 26 oktober 2014, op http://www.slo.nl/voortgezet/onderbouw Vankan, L.J.A.E. (1990). Ontwerpen van omgevingsonderwijs. Nijmegen: Universiteitsdrukkerij Nijmegen. 7