Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Maat: px

Weergave met pagina beginnen:

Download "Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld"

Samuël Theodoor de Kooker
5 jaren geleden
Aantal bezoeken:

1 BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige: Handtekening extern deskundige: Cesuur: Niveau Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld Afstudeerfase (profilerend) Beoordeling Beoordeling door middel van toekenning van o, v, g, u (onvoldoende, voldoende, goed, uitstekend) De student toont door middel van de Artistieke Praktijk de eindkwalificaties Artistiek en Krtisch-reflectief aan. Daarnaast kan/kunnen, afhankelijk van het Studieplan, één of meerdere van de eindkwalificaties Pedagogisch-didactisch, Interpersoonlijk of Omgevingsgericht worden aangetoond. De berekening van de totaalbeoordeling komt tot stand door het gemiddelde van de twee (of meerdere) competenties te nemen waarbij Artistiek drie keer wordt meegeteld. Bij de berekening van het gemiddelde staat o gelijk aan 0, v gelijk aan 1, g gelijk aan 2 en u gelijk aan 3. Voorwaardelijk Voorwaarden voldaan/niet voldaan: Visueel essay Publiekstekst Beeldend werk Opleiding docent Beeldende Kunst en Vormgeving

2 BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 2 ARTISTIEK COMPETENT: De kunstvakdocent kan als kunstenaar met een eigen visie artistiek werk creëren en het artistieke proces, inclusief een breed scala aan ambachtelijke kennis en instrumentele vaardigheden, toepassen in onderwijs, waardoor lerenden de betekenis van kunst ervaren, geïnspireerd raken en een eigen artistiek proces doorlopen. CREËREN 2.1. drukt een eigen artistieke visie uit met behulp van daartoe geëigende middelen in beeldende concepten en/of beeldend werk. 2.2 creëert beelden in uiteenlopende disciplines en demonstreert daarbij inzicht in de manier waarop beelden ervaringen veroorzaken en betekenissen overdragen 2.3. laat zich inspireren door zijn omgeving en vertaalt dit in beeldende concepten zet relevante onderzoeken, kennis en inzichten van cultuur, kunst en vormgeving in bij het organiseren van een beeldend proces en het oplossen van beeldende probleemstellingen. AMBACHTELIJK 6.1. maakt beeldende concepten zichtbaar en tastbaar en verwerkt daarbij beeldende problemen hanteert bewust verschillende beeldende middelen (materialen, technieken, beeldaspecten) 6.3. pakt de ontwikkeling en inzet van beeldende middelen op een innovatieve wijze op demonstreert het vermogen om in alles materiaal te zien, zet materiaal specifieke eigenschappen naar inzicht en kennis in en kan beeldende concepten m.b.v. materiaal zichtbaar en tastbaar maken toont inzicht in de samenhang tussen de verschillende beeldende en vormgevende disciplines en tussen de manieren waarop deze beschouwd worden en relateert dit aan het eigen (kunst)pedagogische vakgebied toont inzicht in de samenhang tussen de verschillende kunstdisciplines, de maatschappelijke en historische context en is in staat dit in te zetten in een interdisciplinair werkproces.

3 BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 3 KRITISCH-REFLECTIEF COMPETENT: De kunstvakdocent heeft als startbekwaam beroepsbeoefenaar een kritische en onderzoekende houding richting zijn eigen (kunst)pedagogische en artistieke handelen, beroepsopvattingen en persoonlijke concepten en kan deze systematisch bijstellen ten bate van zijn persoonlijke en professionele ontwikkeling. REFLECTIEF werkt planmatig aan de ontwikkeling van zijn eigen competenties en maakt daar bij gebruik van informatie en hulp van anderen (supervisie, intervisie); denkt regelmatig na over zijn beroepsopvattingen en zijn professionele bekwaamheid en beoordeelt het eigen didactisch handelen op (kunst) pedagogische waarde en effectiviteit. GROEI & VERNIEUWING 32.1 verbetert en actualiseert zijn beroepsuitoefening op een planmatige manier draagt individueel of met collegae bij aan adoptie en implementatie van onderwijsvernieuwingen 34.1 kan op methodische wijze, voor de beroepspraktijk relevante informatie in woord en beeld verzamelen, analyseren, beoordelen en gebruiken als bron voor het professioneel handelen (verwerken) 34.2 gebruikt op een adequate wijze verschillende onderzoeksmethoden bij het oplossen van onderzoeksvragen ter verbetering van de eigen beroepspraktijk.

4 BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 4 PEDAGOGISCH-DIDACTISCH COMPETENT: De kunstvakdocent beschikt als docent over de juiste pedagogische en didactische kennis en vaardigheden om op professionele wijze voor de individuele lerenden en voor groepen lerenden waarmee hij werkt, een veilige en krachtige leeromgeving tot stand te brengen waarin hij hen begeleidt hun mogelijkheden en ambities te ontdekken en ontwikkelen. PEDAGOGISCH 9.1 houdt rekening met de persoonlijke kenmerken en achtergronden van de lerende Richt de onderwijssituatie zo in dat ieder individu de ruimte krijgt om zich beeldend te ontwikkelen; 10.2 Bevordert zelfstandigheid van de lerenden maar stimuleert ook de samenwerking en leren van elkaar Biedt leerlingen/ deelnemers een veilige leer- en werkomgeving waarbinnen interesse in beeldende kunst en vormgeving wordt gewekt en levend gehouden. DIDACTISCH 13.1 formuleert doelen voor lessen en ontwikkelt curricula die afgestemd zijn op de eindtermen c.q. kerndoelen zoals deze gehanteerd worden door de betreffende school of instelling hanteert in zijn onderwijs methodisch en doelgericht diverse werkwijzen, waarmee lerenden de einddoelen kunnen bereiken ontwerpt en gebruikt didactisch en methodisch lesmateriaal positioneert beeldende kunst en vormgeving binnen het geheel van leeractiviteiten en programma s van andere disciplines. INTERPERSOONLIJK COMPETENT: De kunstvakdocent heeft als docent en kunstenaar het vermogen een prettig leer- en werkklimaat te creëren waarin hij oog heeft voor persoonlijke relaties en waarin op een coöperatieve en constructieve manier door betrokkenen wordt gecommuniceerd en samengewerkt. COMMUNICATIEF toont in staat te zijn te onderhandelen over organisatorische, financiële en inhoudelijke aspecten van zijn beroepspraktijk als docent communiceert en verantwoordt de eigen artistieke, pedagogische en didactische visie en daaruit voortvloeiende keuzes naar verschillende doelgroepen (school, ouders, cursisten e.d.) gaat buiten de school of instelling contacten aan die relevant zijn voor een eigen kunsteducatief en cultureel netwerk en weet dit netwerk te onderhouden. SAMENWERKEN realiseert in afstemming met anderen(kunst) pedagogische doelen levert een constructieve bijdrage aan een goed pedagogisch en didactisch klimaat en een goede organisatie binnen de (onderwijs) instelling of kunsteducatieve projecten.

5 BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 5 OMGEVINGSGERICHT COMPETENT: De kunstvakdocent kan als docent en cultureel ondernemer relevante ontwikkelingen in de samenleving signaleren en onderzoeken en ziet daarin de kansen en mogelijkheden om op een zakelijke en georganiseerde wijze de verbinding te leggen met zijn leer- en werkomgeving OMGEVINGSGERICHT onderzoekt hoe hij zich in houding en visie verhoudt tot actuele maatschappelijke, beeldende en educatieve ontwikkelingen zet zijn kennis van de organisatiestructuur van de binnen- en buitenschoolse kunsteducatie in om het onderwijs op de werkplek adequaat te organiseren; onderzoekt het beeldend werk en ideeën van vakgenoten en gebruikt de uitkomsten in het eigen onderwijs; verwerkt de legitimatie en de verschillende functies van beeldende kunst en vormgeving en kunsteducatie in zijn professioneel handelen. CULTUREEL ONDERNEMEN 27. neemt initiatief en benut kansen in de binnen- en buitenschoolse onderwijsmarkt, voor zowel bestaande als nieuwe producten of activiteiten. Beoordeling A Artistiek Competent Beoordeling B Kritisch-reflectief Competent Beoordeling C Pedagogisch-didactisch Competent óf Omgevingsgericht Competent óf Interpersoonlijk Competent Totaalbeoordeling D D=(A*2)+B)/3 of D=(A*3)+B+C)/4 ( Let wel: Alle twee (of drie) de beoordelingen moeten minimaal met een v zijn beoordeeld om een eindcijfer te krijgen. Zo niet dan heeft de student recht op 1 herkansing in het lopende studiejaar)

Vergelijkbare documenten

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra

Persoonlijk Ontwikkelingsplan Yosri Zijlstra 1. Artistiek competent De kunstvakdocent kan als kunstenaar met een eigen visie artistiek werk creëren en het artistieke proces inclusief een breed scala aan