COMPETENTIES MA GPW. Master Godsdienst pastoraal werk/ geestelijke verzorging. Wijzigingen: Behandeld door: Status: Datum:
|
|
- Sandra de Ridder
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Titel Subtitel FHTL COMPETENTIES MA GPW Master Godsdienst pastoraal werk/ geestelijke verzorging Aan dit document werkten mee: Chr. t Mannetje Hans Jonker Wijzigingen: Behandeld door: Status: Datum: vastgesteld Niets van deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden zonder bronvermelding en voorafgaande toestemming van de uitgever. 1
2 MASTER GPW/GV COMPETENTIES Preambule De master opleiding FHTL veronderstelt dat de studenten hun bachelor behaald hebben en dus startbekwaam zijn. Er is gekozen voor een beknopte algemene beschrijving aan het begin van elke competentie en een gerichte beschrijving van een beperkt aantal indicatoren, die het niveau van de masteropleiding het beste weergeven. De competenties zijn geformuleerd zoveel mogelijk parallel aan die van de eerste graads leraar. De masteropleiding leidt op tot de functies van pastoraal werker en geestelijk verzorger. 0. Vakinhoudelijk competent M.0 De pastoraal werker/ geestelijk verzorger weet zijn kennis aan te wenden in de praktijk van het pastoraal werk/ de geestelijke verzorging. Hij weet de kennisbasis niet alleen te gebruiken, maar ook toe te passen in het formuleren van een visie, een beleidsplan en een werkplan. Hij is in staat de kennisbasis te koppelen aan recente wetenschappelijke inzichten en praktijksituaties. M.0.1 is in staat zelfstandig zijn kennis te vermeerderen en deze te presenteren in een praktijkonderzoek. 1. Didactisch competent M.1 De pastoraal werker/ geestelijk verzorger kan kennis over en inzicht in de praktijk overzien. Hij legt verbanden tussen praktijk en theorie. Daarbij ontwerpt hij zelfstandig op basis van een in beleidstermen geformuleerde visie na te streven doelstellingen die recht doen aan verschillen tussen pastoranten/ cliënten, en dit omzet in leeractiviteiten met aandacht voor differentiatie en gevarieerde werkvormen. Hij speelt bij de uitvoering in op het proces, evalueert dit en betrekt bij dit alles ook de pastoranten / cliënten. Hij stimuleert de ontwikkeling van de levensbeschouwelijke en morele sensibiliteit van pastoranten /cliënten en begeleidt hen bij het opstellen en verantwoorden van levensbeschouwelijke en ethische redeneringen en gedrag. M.1.1 zorgt voor betekenisvolle en toepassingsgerichte (leer)activiteiten voor zowel individuen als groepen. M.1.2 ontwerpt verschillende leertrajecten om tegemoet te komen aan de verschillen in leren en gedrag tussen pastoranten /cliënten (leerstijl, niveau van cognitieve, levensbeschouwelijke en morele en ethische ontwikkeling en wijze van werken) en bevordert hiermee een open en zelfstandige lerende houding bij hen. M.1.3 daagt uit tot synthetiseren, analyseren en creatief denken (out of the box). M.1.4 ontwikkelt instrumenten van pastorale diagnostiek op proces en 2
3 M.1.5 M.1.6 M.1.7. M.1.8 M.1.9 M.1.10 M.1.11 M.1.12 M.1.13 M.1.14 M.1.15 M.1.16 M.1.17 productniveau waarmee de beoogde gedragsverandering op verantwoorde en adequate manier begeleid en geëvalueerd wordt. reflecteert op zijn eigen werkwijze met gebruik van wetenschappelijke inzichten. ondersteunt de pastoranten /cliënten in hun lerende houding, door levensvragen, wensen en verlangens te signaleren, te benoemen en er effectief op te reageren. kan ruimte geven aan creativiteit van pastoranten /cliënten en bevordert hierin de zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid. past bestaande schriftelijke, audiovisuele en digitale leermiddelen zelf aan en breidt ze uit met eigen inbreng (vragen, suggesties, voorbeelden) geeft een heldere opbouw in de stof en methode aan en schakelt waar nodig tussen theorie en praktijk. begeleidt de levensbeschouwelijke, morele en ethische uitingen van zijn pastoranten /cliënten. plaatst de levensbeschouwelijke, religieuze en ethische betekenisverlening in het algemeen en die van de pastorant/ cliënt in een breder kader door deze te ordenen en te (helpen) duiden (hermeneutiek) met gebruikmaking van theologie en verwante wetenschappen. reflecteert systematisch met de pastoranten /cliënten op het leerproces, zodat dit proces zichtbaar gemaakt wordt (metacognities) en het eigen leerproces van de pastorant /cliënt zich verder kan ontwikkelen. analyseert leervragen en speelt adequaat daarop in door afstemming van het programma bijvoorbeeld met gerichte opdrachten en/of vragen. heeft overzicht over het werkplan en richt zijn activiteiten dienovereenkomstig in met inbegrip van incidentele aanpassingen gebruikt huidige toepassingen van zijn vakgebied verantwoordt de agogische en didactische achtergronden van zijn werk in de ontwikkeling van de pastoranten /cliënten. Is onderlegd om ethische vragen en perspectieven aan de orde te stellen. 2. Interpersoonlijk competent M.2 De pastoraal werker/ geestelijk verzorger stimuleert, ook in ietwat lastige groepen medewerkers, pastoranten /cliënten tot gewenst gedrag. Hij spreekt hen zowel individueel als groepsgewijs aan op hun verantwoordelijkheid zodat er een op samenwerking gerichte sfeer ontstaat waarbinnen ruimte is voor medewerkers, pastoranten /cliënten om zich kwetsbaar op te stellen. Daarbinnen kunnen zij ervaringen met betrekking tot levensbeschouwelijke opvattingen, levensvragen en uitingen uitwisselen. Hij beheerst diverse professionele gespreksvaardigheden en past deze zelfstandig toe. Hij is in staat zichzelf kwetsbaar op te stellen door authentiek en open te laten zien op welke wijze hij zelf omgaat met levensbeschouwelijke zaken. Ook is hij in staat om onderlinge samenwerking en een leerproces zo te begeleiden dat een op samenhang en onderlinge uitwisseling van argumenten en gevoelens gerichte sfeer ontstaat op basis van tolerantie en respect. M.2.1 communiceert verbaal en non-verbaal effectief met gebruikmaking van diverse gesprekstechnieken, zodat het communicatieproces tussen pastoraal 3
4 M.2.2 M.2.3 M.2.4 M.2.5 M.2.6 M.2.7 M.2.8 werker / geestelijk verzorger en medewerkers, pastoranten /cliënten en tussen medewerkers, pastoranten /cliënten onderling in een veilig klimaat plaatsvindt. toont persoonlijke betrokkenheid en enthousiasme bij individuele pastoranten /cliënten en groepen. gaat professionele relaties aan met pastoranten /cliënten en hanteert binnen zijn communicatie op professionele wijze de spanning tussen afstand en nabijheid. waardeert gewenst gedrag en helpt ongewenst gedrag bewust te maken en bij te sturen. motiveert zijn handelen in begrijpelijke taal aan pastoranten /cliënten doet recht aan levensbeschouwelijke overeenkomsten en verschillen tussen pastoranten /cliënten en tussen medewerkers en pastoranten /cliënten. toont zijn eigen gevoelens, meningen, positieve en negatieve ervaringen, indien zij aan het proces en het werkklimaat een positieve bijdrage kunnen leveren op gemeenschap en organisatie, groeps- of individueel niveau. bewaakt voor pastoranten /cliënten de grenzen waarbinnen zij gevoelens, meningen, positieve en negatieve ervaringen uiten. 3. Pedagogisch / agogisch competent M.3 De pastoraal werker/ geestelijk verzorger in opleiding heeft een duidelijk beeld van de sociale verhoudingen en het sociale klimaat binnen een groep pastoranten /cliënten, analyseert deze en handelt zelfstandig op basis van de bevindingen en reageert op de belemmeringen, die pastoranten /cliënten ervaren in hun sociaalemotionele, levensbeschouwelijke en ethische ontwikkeling. Verder heeft hij een goed beeld van individuele pastoranten /cliënten en signaleert eventuele ontwikkelingsvragen, diagnosticeert deze waar nodig met hulp. Hij begeleidt deze pastoranten /cliënten en evalueert de gekozen aanpak. Hij verantwoordt zijn pedagogische/ agogische opvattingen en de gekozen aanpak. M.3.1 biedt een veilig klimaat waarin pastoranten /cliënten en pastoraal werker / geestelijk verzorger elkaar respectvol behandelen. M.3.2 zorgt voor een situatie waarin pastoranten /cliënten een eigen inbreng kunnen tonen. M.3.3 houdt rekening met verschillen tussen pastoranten /cliënten in cultureel, sociaal en emotioneel opzicht. M.3.4 gebruikt op systematische wijze de input van pastoranten /cliënten in het proces. M.3.5 onderneemt waar nodig actie om het sociale klimaat in de groep te verbeteren. M.3.6 stimuleert het bespreken van normen en waarden tussen pastoranten /cliënten. M.3.7 daagt pastoranten /cliënten uit om na te denken over hun eigen ontwikkelings- en leerprocessen door diverse werkvormen in te zetten en pastoranten /cliënten en e begeleiden bij het hanteren van levensbeschouwelijke taal. M.3.8 is in staat pastoranten /cliënten te begeleiden in hun leren op het gebied van 4
5 M.3.9 M.3.10 M.3.11 M.3.12 M.3.13 gedrag en persoonsontwikkeling. signaleert en benoemt ontwikkelingsvragen en vragen bij het (samen)werken van medewerkers en pastoranten /cliënten. verwijst zo nodig door. verantwoordt pedagogische / agogische opvattingen en de gekozen aanpak begeleidt en stimuleert de pastoranten /cliënten bij hun zoektocht naar de eigen levensbeschouwelijke identiteit en weet deze te plaatsen in een breder kader van levensgeschiedenis en cultuur. geeft betekenis aan de processen van identiteitsvorming, zingeving en waardenontwikkeling bij de pastoranten /cliënten en wijst op de culturele bepaaldheid daarvan. 4. Organisatorisch competent M.4 De pastoraal werker/ geestelijk verzorger hanteert zelfstandig een effectieve vorm van time- en taakmanagement m.b.t. activiteiten binnen en buiten het werk, voor zichzelf, voor medewerkers en pastoranten /cliënten en voor de organisatie. Hij richt de werkruimtes op een veilige en doelmatige manier in en stemt de activiteiten in uiteenlopende leeromgevingen op elkaar af. Hij treedt regulerend en ordenend op in onverwachte situaties. Hij administreert relevante informatie. M.4.1 geeft duidelijk aan wat doel, inhoud, vorm, structuur en relevantie van de activiteit is. M.4.2 verantwoordt zijn opvattingen, zijn management en de organisatie van zijn activiteiten en is in staat om groepsprocessen te benoemen en te begeleiden zodat een veilig leerklimaat ontstaat. M.4.3 maakt afspraken over de taken van de pastoranten /cliënten en medewerkers en geeft aan welke ondersteuning zij kunnen verwachten. M.4.4 stelt prioriteiten en verdeelt de beschikbare tijd effectief. M.4.5 weet om te gaan met (beperkingen in) de mogelijkheden van de werkomgeving, en beschikt bij knelpunten over alternatieven. M.4.6 M.4.7 bewaakt de planning samen met de pastoranten /clienten en medewerkers. is consequent in het hanteren van regels en afspraken waar nodig en flexibel waar noodzakelijk. 5. Competent in het samenwerken met collega s M.5 De pastoraal werker/ geestelijk verzorger neemt actief deel aan verschillende vormen van overleg binnen de organisatie. Hij levert een bijdrage aan het ontwikkelen en realiseren van de (brede) levensbeschouwelijke en ethische identiteit. Collegiale consultatie en intervisie zet hij in als middelen om zijn eigen functioneren te verbeteren. Hij neemt initiatieven met collega s om het beroep en het vak inhoudelijk en didactisch te verbeteren. Hij structureert en/of initieert veranderingsprocessen. M.5.1 behartigt en realiseert de belangen van het team op een verantwoorde wijze binnen de grenzen van waar hij toe bevoegd en in staat is. M.5.2 vraagt hulp van en biedt hulp aan collega s. M.5.3 draagt bij aan de inhoudelijke en didactische verbetering van het beroep en 5
6 M.5.4 M.5.5 M.5.6 M.5.7 het vak. neemt met collega s initiatieven tot of draagt daadwerkelijk bij aan veranderingsprocessen en verbeteringen binnen het team of de organisatie. verantwoordt zijn opvattingen en werkwijze aangaande samenwerken met collega s binnen het team en binnen de organisatie. plaatst de (brede) identiteit van de organisatie in een ruimer kader geeft met collega s van eigen team en/of andere teams vorm en inhoud aan samenwerkings projecten binnen en/of buiten het eigen (vak)terrein. 6. Competent in het samenwerken met de omgeving M.6 De pastoraal werker/ geestelijk verzorger neemt actief deel aan overleg met mensen en instellingen buiten de eigen organisatie: te denken valt aan overheid, bedrijven, zorgorganisaties enzovoort. M.6.1 hanteert relevante gespreksvaardigheden en technieken. M.6.2 verzamelt en raadpleegt bekende en nieuwe informatie en stelt anderen in de gelegenheid hier gebruik van te maken. M.6.3 kan op een verantwoorde en respectvolle manier omgaan met informatie en houdt daarbij rekening met de vereiste privacy (wetgeving). M.6.4 verantwoordt zijn professionele opvattingen, werkwijze en benadering aan werkgever en andere belanghebbenden. M.6.5 Verheldert de betekenis van godsdienst / levensbeschouwing voor de oriëntatie van de pastorant /cliënt op de samenleving en organiseert daartoe zo nodig bijeenkomsten. 7. Competent in reflectie en ontwikkeling. M.7 De pastoraal werker/ geestelijk verzorger onderzoekt systematisch zijn werk, beroepshouding en spiritualiteit. Hij betrekt daarbij de feedback van collega s en begeleiders. Hij benoemt talenten, verbeter punten en leervragen en beschrijft kenmerkende situaties waarin hij daarmee (heeft ge)werkt. Hij legt verbanden tussen praktijk en theorie. De pastoraal werker/ geestelijk verzorger denkt mee over organisatie brede relevante thema s, waaronder zijn eventuele ambtelijke positie. Hij is op de hoogte van actuele ontwikkelingen binnen het werkveld en is in staat te reflecteren en ontwikkelt zo zijn eigen spiritualiteit in relatie tot de beroepspraktijk en is in staat te reflecteren op de ethische aspecten van zijn arbeid. De pastoraal werker/ geestelijk verzorger in opleiding verwoordt zijn beroepsopvatting, houding en spiritualiteit en vanuit welke waarden en normen hij daar vorm aan geeft. M.7.1 beschrijft gericht op de feitelijke situaties de eigen kwaliteiten. M.7.2 reflecteert systematisch op eigen gedrag, houding en spiritualiteit en betrekt in zijn reflectie de feedback van anderen. M.7.3 weet aan te geven op welke punten de eigen competenties verbeterd kunnen worden. M.7.4 werkt op een planmatige manier aan zijn eigen beroepsontwikkeling en spiritualiteit. M.7.5 M.7.6 stemt zijn beroepsontwikkeling af op het beleid van de organisatie. is flexibel en hanteert stressvolle situaties door zich aan te passen aan veranderende omstandigheden en beschikt over gedragsalternatieven. 6
7 M.7.7 M.7.8 M.7.9 M.7.10 M.7.11 volgt nieuwe ontwikkelingen rond zijn vak en beroep op de voet. staat open voor visies en ideeën van anderen en beproeft ze daadwerkelijk. brengt onder woorden wat hij belangrijk vindt in zijn beroep en van welke waarden, normen en opvattingen hij uitgaat. geeft in intervisie/supervisie aan wat voor hem in het beroep belangrijk is en vanuit welke spiritualiteit hij werkt. geeft in intervisie/supervisie aan op welke wijze hij zijn beroepshouding ontwikkelt. 8. Competent in onderzoeken M.8 De student kan een kleinschalig praktijkgericht en toegepast onderzoek opzetten, uitvoeren en daarover op adequate wijze rapporteren. De student signaleert en beschrijft een beroepspraktijk waarin verbetering of een andere aanpak mogelijk is. De student weet deze signalen in hun context te verstaan en te formuleren in een onderzoekbare vraag. De student kan die vraag vertalen naar het handelen in de beroepspraktijk en toepassen op het eigen beroepsmatig handelen. M.8.1 Is in staat een afgebakende probleemstelling te formuleren en de daarin gehanteerde kernbegrippen te verbinden met de theorie M.8.2 Is in staat de keuze voor de gebruikte methode te verantwoorden M.8.3 Is in staat de gekozen methoden verantwoord toe te passen M.8.4 Is in staat de onderzoeksgegevens geordend en zakelijk weer te geven M.8.5 Is in staat een kleinschalig bronnenonderzoek op te zetten en uit te voeren M.8.6 Is in staat de onderzoeksresultaten zakelijk en op een geordende wijze weer te geven M.8.7 Is in staat de onderzoeksresultaten te interpreteren en te analyseren in het licht van de vraagstelling M.8.8 Is in staat conclusies te trekken uit de geïnterpreteerde en geanalyseerde onderzoeksresultaten en daarmee antwoord te geven op de onderzoeksvraag M.8.9 Is in staat over het onderzoek te rapporteren conform wetenschappelijke vormeisen Werkveld specifiek competent M9 De pastoraal werker/ geestelijk verzorger weet in de specifieke en complexe werkomgeving vanuit een leidinggevende positie vragen naar betekenisverlening, liturgisch vormgeven, pathologisch analyseren en zelfstandig ondernemen te doordenken, te vertalen in een adequaat aanbod en dat vorm te geven. 7
MASTER LGL COMPETENTIES
MASTER LGL COMPETENTIES Preambule De master opleiding FHTL veronderstelt dat de studenten hun bachelor behaald hebben en dus startbekwaam zijn. Deze bekwaamheid vertaalt zich door naar de onderstaande
Nadere informatieSWOT-ANALYSE. 1 Interpersoonlijk competent. 1.1 Eisen. 1.2 Mijn ontwikkelpunten. 1.3 Mijn leerdoelen
SWOT-ANALYSE Met een SWOT-analyse breng ik mijn sterke en zwakke punten in kaart. Deze punten heb ik vervolgens in verband gebracht met de competenties van en leraar en heb ik beschreven wat dit betekent
Nadere informatiePortfolio. Pro-U assessment centrum. Eigendom van:
Pro-U assessment centrum Eigendom van: Blad 1 Persoonlijke gegevens Naam en voorletters Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Mobiel nummer Onderwijsinstelling E-mailadres Docentbegeleider Geboortedatum
Nadere informatieAantekenformulier van het assessment PDG
Aantekenformulier van het assessment PDG Kandidaat: Assessor: Datum: Een startbekwaam docent voldoet aan de bekwaamheidseisen voor leraren in het tweedegraadsgebied (zie competentie 1 t/m 7 op de volgende
Nadere informatieEindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview)
Eindbeoordeling van het assessment Startbekwaam (op grond van portfolio, presentatie en criterium gericht interview) Student: Opleidingsassessor: Studentnummer:. Veldassessor:. Datum: Een startbekwaam
Nadere informatieScoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren
Scoreformulier Pro-U assessments Lijst met beoordelingen op SBL competenties en indicatoren Let op: momenteel wordt gewerkt aan een instrument dat beoordeelt aan de hand van de nieuwe bekwaamheidseisen
Nadere informatieCompetenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht
Naam: School: Daltoncursus voor leerkrachten Competenties en bekwaamheden van een Daltonleerkracht Inleiding: De verantwoordelijkheden van de leerkracht zijn samen te vatten door vier beroepsrollen te
Nadere informatieRapport Docent i360. Test Kandidaat
Rapport Docent i360 Naam Test Kandidaat Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het
Nadere informatieBijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG
Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODCUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Eindproduct (aankruisen) X in beeld/lesgeven op pad/ecursie aan
Nadere informatiePROPEDEUSE Inhoudelijk competent Competent in reflecteren en persoonsontwikkeling
PROPEDEUSE Inhoudelijk competent A.0 onderkent het belang van de vakinhouden voor zijn persoonlijke ontwikkeling en die van de leerling, pastorant en client. A.0.1 geeft enkele toepassingsgerichte voorbeelden
Nadere informatieBijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG
Bijlage 3 SFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Ella ten Barge ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/ecursie
Nadere informatieRapport Docent i360. Angela Rondhuis
Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor u ligt het
Nadere informatie1. Interpersoonlijk competent
1. Interpersoonlijk competent De docent BVE schept een vriendelijke en coöperatieve sfeer in het contact met deelnemers en tussen deelnemers, en brengt een open communicatie tot stand. De docent BVE geeft
Nadere informatieCompetentievenster 2015
Windesheim zet kennis in werking Competentievenster 2015 TWEEDEGRAADS LERARENOPLEIDING WINDESHEIM Inleiding 3 Het competentievenster van de tweedegraads lerarenopleidingen van Hogeschool Windesheim vormt
Nadere informatieCOMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT
DE SBL competenties COMPETENTIE 1: INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid
Nadere informatieOm te voldoen aan deze bekwaamheidseis moet de leraar primair onderwijs het volgende doen:
1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en
Nadere informatieBekwaamheidseisen of competenties docenten LC
Bekwaamheidseisen of competenties docenten LC Bekwaamheidseisen docenten LC vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven
Nadere informatie1 Interpersoonlijk competent
1 Interpersoonlijk competent De leraar primair onderwijs moet ervoor zorgen dat er in zijn groep een prettig leefen werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van de leraar primair onderwijs en
Nadere informatieRapport Docent i360. Angela Rondhuis
Rapport Docent i360 Naam Angela Rondhuis Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Sterkte/zwakte-analyse 3. Feedback open vragen 4. Overzicht competenties 5. Persoonlijk ontwikkelingsplan Inleiding Voor je ligt het
Nadere informatiecompetentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan
Samenwerken Omgevingsgericht/samenwerken Reflectie en zelfontwikkeling competentieprofiel groepsleerkracht/ docent algemeen vormend onderwijs Het Driespan Competentieprofiel stichting Het Driespan, (V)SO
Nadere informatieITT/HU Beoordelingscriteria praktijk Fase 3 (jaar 3)
ITT/HU Beoordelingscriteria praktijk 2018-2019 Fase 3 (jaar 3) Kerntaak 1: Pedagogische adequaat handelen: opbouwende relatie met kinderen ontwikkelen, leiding geven aan de groep, zorgen voor een goed
Nadere informatieBEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3
BEKWAAMHEIDSEISEN leraren VO met niveau-indicatoren jaar 3 1. INTERPERSOONLIJK COMPETENT De leraar die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding aan leerlingen (individueel en in
Nadere informatieBeroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE
BIJLAGE D: SFORMULIEREN BEROEPSPRODUCTEN Bij de beroepsproducten wordt steeds een variant op onderstaand formulier gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van de geselecteerde criteria
Nadere informatieBijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG
Bijlage 3 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Gerwin Haveman ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op
Nadere informatie1/8. Voor leerkrachten zijn 7 bekwaamheden geformuleerd:
1/8 informatie Wet BIO In de Wet BIO staat de kwaliteit van het onderwijspersoneel centraal, want daarmee staat of valt de kwaliteit van het onderwijs. Het doel van de Wet BIO is: een minimumniveau van
Nadere informatieBijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG
Bijlage 1 BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Gerwin Haveman ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven x
Nadere informatieHet gekleurde vakje is het vereiste niveau voor het voltooien van de oriënterende stage, het kruisje geeft aan waar ik mezelf zou schalen
Daniëlle Ramp, competentie ontwikkeling, oriënterende stage 1. Interpersoonlijk competent Contact maken Stimuleren om op een eigen manier te leren Klimaat voor scheppen 2. Pedagogisch competent Begeleiding
Nadere informatieBekwaamheidseisen of competenties docenten LD
Bekwaamheidseisen of competenties docenten LD Bekwaamheidseisen docenten LD vmbo en havo/vwo. (tekst: Wet op de beroepen in het onderwijs en Besluit bekwaamheidseisen onderwijspersoneel / 2006). 1. Zeven
Nadere informatieROC Friese Poort. UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE
BIJLAGE D: SFORMULIEREN BEROEPSPRODUCTEN Bij de beroepsproducten wordt steeds een variant op onderstaand formulier gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van de geselecteerde criteria
Nadere informatieCompetenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht
Competenties / bekwaamheden van een daltonleerkracht Tijdens de DON bijeenkomst van 13 november 2013 hebben we in kleine groepen (daltoncoördinatoren en directeuren) een lijst met competenties/bekwaamheden
Nadere informatieCompetentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs
Competentie- en indicatorenoverzicht Masteropleiding Leren en Innoveren Hogeschool Rotterdam IVL/Kenniskring Versterking Beroepsonderwijs COMPETENTIES EN INDICATOREN 1 Interpersoonlijke competentie De
Nadere informatieALEXANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013
ALEANDER GIELE Competentiemonitor Ingevuld door : C.M.T. Ruppert Ingevuld op : 19 december 2013 Deze monitor is ingevuld op basis van een eerste gesprek, een lesobservatie en een nagesprek (soms in andere
Nadere informatieAlle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld
BEOORDELINGSFORMULIER / Artistieke Praktijk II jaar 4 Blad 1 Toetscode: Datum: Handtekening student: Beoordelaar 1: Handtekening beoordelaar 1: Beoordelaar 2: Handtekening beoordelaar 2: Extern deskundige:
Nadere informatieCompetentiekaarten Fontys Lerarenopleidingen. Hogescholen
Competentiekaarten Fontys Lerarenopleidingen Hogescholen Zeven competenties Een leraar is competent in belangrijke beroepsituaties als hij de juiste taken (doelstellingen) kan formuleren en de daaruit
Nadere informatieCP Resultaten QuickScan
CP Resultaten QuickScan Interpersoonlijk competent 1.1 Hij maakt contact met de leerlingen en hij zorgt ervoor dat zij contact kunnen maken met hem en zich op hun gemak voelen. score: 83% 1.2 Hij geeft
Nadere informatieLijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten
Lijst met de zeven SBL-competenties, de bijbehorende bekwaamheidseisen en gedragsindicatoren voor docenten 1. Interpersoonlijk competent Een interpersoonlijk competente leraar/lerares schept een vriendelijke
Nadere informatiekempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7
kempelscan P1-fase Kempelscan P1-fase 1/7 Interpersoonlijke competentie Kern 1.2 Inter-persoonlijk competent Communiceren in de groep De student heeft zicht op het eigen communicatief gedrag in de klas
Nadere informatieBijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG
Bijlage BEOORDELINGSFORMULIER EINDPRODUCT PDG Naam deelnemer: Gabriëlle Copini Beoordelaar: Matt Huntjens ROC/AOC: Friesland College Paraaf beoordelaar: Eindproduct (aankruisen) in beeld/lesgeven op pad/excursie
Nadere informatieCompetentiekaarten. Fontys Lerarenopleidingen vo/bve
Competentiekaarten Fontys Lerarenopleidingen vo/bve Zeven competenties Een leraar is competent als hij in belangrijke beroepsituaties de juiste taken (doelstellingen) kan formuleren en de daaruit voortvloeiende
Nadere informatieBijlage 5: Formulier tussenevaluatie
Bijlage 5: Formulier tussenevaluatie Formulier tussenevaluatie Naam student: Studentnummer: Naam school / onderwijsinstelling: Naam werkplekbegeleider: Naam instituutsopleider: Datum: Beoordeling Niet
Nadere informatiekempelscan P2-fase Studentversie
kempelscan P2-fase Studentversie Pedagogische competentie Kern 2.1 Pedagogisch competent Pedagogisch handelen Je draagt bij aan een veilige leef- en leeromgeving in de groep O M V G Je bent consistent
Nadere informatieHET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD. ILS Nijmegen
HET COMPETENTIEPROFIEL VAN DE SPD ILS Nijmegen Mei 2009 Voorwoord: Dit voorstel voor een competentieprofiel van de spd is ontworpen op verzoek van de directies van ILS- HAN en ILS-RU door de productgroep
Nadere informatie!"#$%&'$'#() *+,-.+%'+)$'$"/-'0/1&)2&34""51&'$))!678$+/&#-&#
!"#$%&'$'#( *+,-.+%'+$'$"/-'0/1&2&34""51&'$!678$+/&#-&# voorjaar 2010 9#1+:$0+;("
Nadere informatiekempelscan K1-fase Eerste semester
kempelscan K1-fase Eerste semester Kempelscan K1-fase eerste semester 1/6 Didactische competentie Kern 3.1 Didactisch competent Adaptief omgaan met leerlijnen De student bereidt systematisch lessen/leeractiviteiten
Nadere informatieCompetentiemeter docent beroepsonderwijs
Competentiemeter docent beroepsonderwijs De beschrijving van de competenties in deze competentiemeter is gebaseerd op: - de bekwaamheidseisen uit de Algemene Maatregel van Bestuur als uitwerking van de
Nadere informatiePedagogisch Didactisch Getuigschrift
HOGESCHOOL ROTTERDAM Pedagogisch didactisch getuigschrift Pedagogisch Didactisch Getuigschrift Handleiding voor de coach Instituut voor Lerarenopleidingen Versie 24.11.16 Inhoudsopgave 1 Inleiding... 3
Nadere informatie1 Interpersoonlijk competent
1 Interpersoonlijk competent De leraar voorbereidend hoger onderwijs moet ervoor zorgen dat er in de groepen waarmee hij werkt, een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van
Nadere informatieBeroepsproduct (aankruisen) Datum: UITSTEKEND GOED x VOLDOENDE NOG NIET VOLDOENDE
BIJLAGE D: SFORMULIEREN BEROEPSPRODUCTEN Bij de beroepsproducten wordt steeds een variant op onderstaand formulier gebruikt. De nadere invulling van de variant is afhankelijk van de geselecteerde criteria
Nadere informatieCompetenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik
Competenties in relatie tot het Protocol Vermoedens van huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbuik Competenties Het werken met een protocol, zoals het protocol Vermoedens van huiselijk
Nadere informatieO 1 Inter-persoonlijk competent
V O 1 Inter-persoonlijk competent hij maakt contact met de leerlingen/deelnemers en hij zorgt ervoor dat zij contact kunnen maken met hem en zich op hun gemak voelen hij biedt een kader waarbinnen de leerlingen/deelnemers
Nadere informatieCompetentieprofiel van de opleider CHVG
Competentieprofiel van de opleider CHVG Competentieprofiel van de opleider per competentiegebied 0. Competentiegebied: handelen als expert De opleider beantwoordt aan het competentieprofiel van de betreffende
Nadere informatieDocent LB. Inhoudsopgave. Docent LB Inter-persoonlijk. Leesinstructies Rapportgegevens
Docent LB Naam feedbackontvanger MGN(Robbert van Megen) Huidige datum: 12/24/2010 Inhoudsopgave Leesinstructies Rapportgegevens Feedbackontvanger Geselecteerde competenties Feedbackgevers Totaaloverzicht
Nadere informatieLeraar basisonderwijs LB
Leraar basisonderwijs LB Functiewaardering: 43343 43333 43 33 Salarisschaal: LB Werkterrein: Onderwijsproces -> Leraren Activiteiten: Beleids- en bedrijfsvoeringsondersteunende werkzaamheden, overdragen
Nadere informatieGespreksformulieren LA personeel Dommelgroep
Gespreksformulieren LA personeel Dommelgroep (versie mei 2012) FUNCTIONERINGSGESPREK leraar basisonderwijs (LA) Naam: Geboortedatum: Huidige school: Leidinggevende: Huidige functie: Datum vorig gesprek:
Nadere informatie5. Product ontwikkeld binnen het KIGO project Doorlopende Coach Actieve coach ; penvoerder was Edudelta College.
SBL competenties toegespitst op de Doorlopende Coach 1. Type product/dienst Instrument 2. Doelgroep Docenten/begeleiders Teamleiders/locatieleiders 3. Hoe competent ben jij als doorlopende coach? Deze
Nadere informatieAssessment Startbekwaam
Assessment Startbekwaam Rapportage Studiejaar 2014-2015 Hogeschool Rotterdam Instituut voor Lerarenopleidingen 1 Basisgegevens KANDIDAAT Voor- en achternaam: Studentnummer: Opleiding: Studentstatus: Naam
Nadere informatieBeste kandidaat voor de masteropleiding Kunsteducatie met een bachelordiploma als kunstvakdocent,
Master Kunsteducatie Hanzehogeschool Groningen & NHL Hogeschool Beste kandidaat voor de masteropleiding Kunsteducatie met een bachelordiploma als kunstvakdocent, U wilt in 2016-2017 de masteropleiding
Nadere informatieWerkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep.
Werkproces 1: Interpersoonlijk competent: De leerkracht is zich bewust van zijn houding en gedrag en de invloed daarvan op de groep. Competentie 1.1: Stimuleert een respectvolle omgang binnen de groep.
Nadere informatieLeraar basisonderwijs LA FUNCTIEBESCHRIJVING
Leraar basisonderwijs LA FUNCTIEBESCHRIJVING Context De werkzaamheden worden verricht op een school voor basisonderwijs. De leraar LA geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de
Nadere informatiegoed / aantoonbaar uitstekend / voorbeeld - toont betrokkenheid, stelt zich voldoende open in het contact naar de deelnemer
1. Interpersoonlijk Competent De docent zorgt voor een prettig leef- en werkklimaat. De docent die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding, schept een vriendelijke en coöperatieve
Nadere informatieHieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.
Procedure en criteria voor het beoordelen van studenten in de beroepspraktijk Hieronder wordt de procedure voor de beoordeling van de bekwaamheid van de student in de beroepspraktijk kort weergegeven.
Nadere informatiegoed / aantoonbaar uitstekend / voorbeeld - toont betrokkenheid, stelt zich voldoende open in het contact naar de deelnemer
1. Interpersoonlijk Competent De docent zorgt voor een prettig leef- en werkklimaat. De docent die interpersoonlijk competent is, geeft op een goede manier leiding, schept een vriendelijke en coöperatieve
Nadere informatieCompetentieprofiel onderwijsassistent voor de periode 2012-2015
Competentieprofiel onderwijsassistent voor de periode 2012-2015 De volgende competentie domeinen zijn beschreven: Competentie 1: Competentie 2: Competentie 3: Competentie 4: Competentie 5: Competentie
Nadere informatieBijlage 2: Competentiematrix schoolstage
Bijlage 2: Competentiematrix schoolstage Aanwijzingen voor gebruik Uitgangspunt voor de opleiding docent Beeldende Kunst en Vormgeving is het hieronder beschreven competentieprofiel, bestaande uit vijf
Nadere informatieBeoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics)
Beoordelingsinstrument voor het beoordelen van het portfolio en werkplekleren (rubrics) Beschrijving van het beoordelingsinstrument Niveaus Er worden in dit beoordelingsinstrument vier niveaus onderscheiden
Nadere informatie1 Interpersoonlijk competent
1 Interpersoonlijk competent De leraar voortgezet onderwijs en bve moet ervoor zorgen dat er in de groepen waarmee hij werkt, een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van
Nadere informatieHandreiking toelichting bij descriptoren NLQF
Handreiking toelichting bij descriptoren NLQF CONTEXT Context Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau 1 en 2 is geen verschil in context;
Nadere informatieDe 6 Friesland College-competenties.
De 6 Friesland College-competenties. Het vermogen om met een open enthousiaste houding nieuwe dingen aan te pakken. Het vermogen jezelf steeds beter te leren kennen. Het vermogen om in te schatten in welke
Nadere informatieGespreksformulieren LB personeel Dommelgroep
Gespreksformulieren LB personeel Dommelgroep (versie mei 2012) FUNCTIONERINGSGESPREK leraar basisonderwijs (LB) Naam: Geboortedatum: Huidige school: Leidinggevende: Huidige functie: Datum vorig gesprek:
Nadere informatieC.1 Delen en deelnemen
COLLEGIALE SAMENWERKING C.1 Delen en deelnemen De leraar levert een oplossingsgericht bijdrage aan algemene taken in het team en aan de onderwijskundige en pedagogische ontwikkeling van de school. De leraar
Nadere informatiePluspunt Een professioneel voorbeeld zijn voor leerlingen en in gesprek blijven over de vraag hoe gaan we met elkaar om.
Reflectie op de deeltaken; start bekwaam INTERPERSOONLIJK COMPETENT Je zorgt ervoor dat er in de groep een prettig leef- en werkklimaat is. Je geeft op een goede manier leiding, schept een vriendelijke
Nadere informatieFontys Hogeschool Theologie Levensbeschouwing
Competentieprofiel Bachelor Godsdienst Pastoraal Werk PROPEDEUSE Inhoudelijk competent A.1 onderkent het belang van de vakinhouden voor zijn persoonlijke ontwikkeling en die van de leerling, pastorant
Nadere informatieD.1 Motiveren en inspireren van leerlingen
DIDACTISCHE BEKWAAMHEID D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen Resultaat De leraar motiveert leerlingen om actief aan de slag te gaan. De leraar maakt doel en verwachting van de les duidelijk zorgt
Nadere informatieDe leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met
Doelgericht werken De leerkracht stelt duidelijke opbrengst- en inhoudsdoelen op en geeft concreet aan wat verwacht wordt van het werken in de klas en de omgang met elkaar. Wat zien en horen we als onze
Nadere informatieCompetenties directeur Nije Gaast
Competenties directeur Nije Gaast De s voor directeuren van Nije Gaast zijn vertaald in vijf basiss. De beschrijving is gebaseerd op de schoolleiderscompententies die landelijk zijn vastgesteld en zijn
Nadere informatieDe competenties van een docent MBO
De competenties van een docent MBO Door de opleiding Pedagogisch Didactisch Getuigschrift worden de cursisten in staat gesteld om competenties te verwerven, waarmee zij kunnen voldoen aan de bekwaamheidseisen
Nadere informatieBeoordelingsrapport. Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V.
Beoordelingsrapport Keimaat is een product van b&t begeleiding en training B.V. Beoordelingsrapport van: mevr. K. Rozegeur Dit beoordelingsrapport is gemaakt op: 8 juli 2010 Beoordelingsperiode: augustus
Nadere informatie2. Uitvoeren van organisatie- en professiegebonden taken. Oordeel voldoende / onvoldoende * Instelling: Fase: 1 2 3*
Competentiekaart verzorgende IG (de eisen ten aanzien van loopbaan en de burgerschapsdimensies zijn in de kaart verwerkt, behalve de politiek-juridische dimensie die geheel op school wordt behandeld) Competentiekaart
Nadere informatieDe student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.
Competentie 1: Creërend vermogen De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen. Concepten voor een ontwerp te ontwikkelen
Nadere informatieThermometer leerkrachthandelen
Thermometer leerkrachthandelen Leerlijnen en ontwikkelingslijn voor leerkrachten van WSKO 1 Inleiding Leerkracht zijn is een dynamisch en complex vak. Mensen die leerkracht zijn en binnen onze organisatie
Nadere informatiePR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten
PR 180724 V1 Beroepscompetentie- profiel Afgeleid van de niveaubepaling NLQF, niveau 6 heeft RBCZ kerncompetenties benoemd voor de complementair/alternatief therapeut. Als uitgangspunt zijn de algemene
Nadere informatie1 Interpersoonlijk competent
1 Interpersoonlijk competent De leraar voortgezet onderwijs en bve moet ervoor zorgen dat er in de groepen waarmee hij werkt, een prettig leef- en werkklimaat heerst. Dat is de verantwoordelijkheid van
Nadere informatieCompetentieprofiel voor rekendocenten in het mbo
Competentieprofiel voor rekendocenten in het mbo De indeling is gebaseerd op de SBL-competenties (Stichting Beroepskwaliteit Leraren) 1. Interpersoonlijk competent 1.1 Een goede leraar is interpersoonlijk
Nadere informatieBeoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse. Datum:
A Beoordelingsformulier (Les) Voorbereiding Naam student: Krijn Cornelisse Naam docent: F.Kok Datum: 5-12-2013 Het Lesplan; de student; Omschrijving Bereidt zich voor op de lessen en zorgt ervoor dat alle
Nadere informatieBekwaamheidseisen leraren
Concept eindversie december 2003 Bekwaamheidseisen leraren Stichting Beroepskwaliteit Leraren en ander onderwijspersoneel 2 Inleiding Wat goed onderwijs is, wordt bepaald door de samenleving. Die stelt
Nadere informatieDe rollen van de SCZ docent: competentiewoordenboek en indicatoren. Inleiding
De rollen van de SCZ docent: competentiewoordenboek en indicatoren Inleiding Docenten vervullen 5 rollen in de lessituatie. Daarnaast vervult de docent de lessituatie een aantal rollen. In onderstaand
Nadere informatieDe ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN
M.11i.0419 De ontwikkeling van de Mondriaan methode VISIE OP PROFESSIONALISEREN versie 02 M.11i.0419 Naam notitie/procedure/afspraak Visie op professionaliseren Eigenaar/portefeuillehouder Theo Bekker
Nadere informatieNiveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017
Niveaubeschrijvingen NLQF per descriptor met toelichting, versie 23 maart 2017 Context Descriptor Instroom Een bekende, stabiele leef- en leeromgeving. 1 Een herkenbare leef- en werkomgeving. Tussen niveau
Nadere informatieKeuzedeel mbo. Zorg en technologie. gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo. Code K0137
Keuzedeel mbo Zorg en technologie gekoppeld aan één of meerdere kwalificaties mbo Code K0137 Penvoerder: Sectorkamer zorg, welzijn en sport Gevalideerd door: Sectorkamer Zorg, welzijn en sport Op: 26-11-2015
Nadere informatieDe vijf kerncompetenties van het competentieprofiel beginnend hbo-docent
1 De vijf kerncompetenties van het competentieprofiel beginnend hbo-docent Een competentie is een bekwaamheid die tot uiting komt (in kritische beroepssituaties) in effectief gedrag. Deze bekwaamheid is
Nadere informatieFunctieprofiel Young Expert
1 Laatst gewijzigd: 20-7-2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1 Ervaringen opdoen... 3 1.1 Internationale ervaring in Ontwikkelingssamenwerkingsproject (OS)... 3 1.2 Nieuwe vaardigheden... 3 1.3 Intercultureel
Nadere informatieBeoordelingsformulier ten aanzien van beroepshouding
Beoordelingsformulier ten aanzien van beroepshouding Naam student Studentnummer Cohort Praktijkperiode Praktijklocatie Naam werkbegeleider Naam StudieLoopbaanbegeleider (SLB) :. : : Beoordelingsformulier
Nadere informatieDe lerarenondersteuner werkt binnen het vastgestelde lesmodel voor instructie en de lesplannen van de school.
Werkproces 1: Kaders Competentie 1.1: Schoolkaders De lerarenondersteuner werkt binnen de vastgestelde kaders voor onderwijs van de school. Competentie 1.2: Lesmodel en lesplannen De lerarenondersteuner
Nadere informatieProfiel schoolopleider en schoolcoördinator 1
Profiel schoolopleider en schoolcoördinator 1 Dit profiel bevat de taken en competenties voor de schoolopleider en de schoolcoördinator, geordend naar de bekwaamheidsgebieden van de Velon beroepsstandaard.
Nadere informatieSTAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend)
Fontys Hogeschool voor de kunsten STAGE WERKPLAN ABV (Docent Beeldend) hoofdfase Student: Jan Willem Luiten Sophia van Wurtemberglaan 33 5616BN Eindhoven GSM 06 14 95 45 38 Studentnummer: 2186061 mail:
Nadere informatieFUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1
FUWA-VO Voorbeeldfunctie docent LD Type 1 Functie-informatie Functienaam Docent LD Type 1 Salarisschaal 12 Functiebeschrijving Context De werkzaamheden worden uitgevoerd binnen een instelling voor voortgezet
Nadere informatiePedagogisch medewerker 3 kinderopvang. 2 Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere
Specificaties Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Titel: Soort: Werksituatie: Beroepsproduct: Religies in de wijk Project Kinderdagverblijf, bso Informatiemap, presentatie Niveau: 3 KD: Pedagogisch werker
Nadere informatie