Domein B: Elekticiteit en magnetisme Subdomein B: Elektische stoom De kandidaat kan elektische schakelingen ontwepen en analyseen en de volgende fomules toepassen: I ΔQ : stoomstekte hoeveelheid lading die pe sec passeet U I R : spanning ove weestand R als e stoom I doo loopt U U + U... : totale spanning ove in seie geschakelde weestanden + R + + + + R v R... : vevangingsweestand van in seie geschakelde weestanden I I I... : totale stoom doo paallel geschakelde weestanden R v + +... : vevangingsweestand van paallel geschakelde weestanden R R l R ρ : weestand van een daad met doosnede A en lengte l A ΔE : vemogen enegie pe sec U I : vemogen Subdomein B: Signaalveweking De kandidaat kan een geautomatiseed systeem ontwepen en de weking van de componenten beschijven. Subdomein B3: Elektomagnetisme De kandidaat kan elektische en magnetische velden beschijven, elektomagnetische veschijnselen veklaen en analyseen en de volgende fomules toepassen: q E : elektische kacht op lading q in elektisch veld met stekte E F el Δ q ΔU : veandeing van E k lading maal doolopen potentiaalveschil E k F L B I l : Loentzkacht op daad als B z I en l lengte daad in B-veld F L B q v : Loentzkacht op bewegende lading q in B-veld (v z B) N I B μ0 : stekt magneetveld in lange spoel met lengte l en N windingen waadoo stoom I gaat l - -
Subdomein B4: Inductie en wisselstomen De kandidaat kan het pincipe van elektomagnetische inductie toepassen, het gedag van wisselspanningen en stomen beschijven en analyseen en ten minste de volgende fomules toepassen: Φ B n A : flux loodechte component van B op oppevlak A maal A U ind ΔΦ N : inductiespanning fluxveandeing pe sec maal aantal windingen N U p N p : vehouding spanningen bij (ideale) tafo vehouding aantal wikkelingen U s N s p s : pimai opgenomen vemogen secundai afgegeven vemogen bij ideale tafo U( t) Umax sin(πft) : waade van een sinusvomige wisselspanning op tijdstip t I( t) I max sin(πft) U eff U : effectieve waade van een sinusvomige wisselspanning max I eff η. I nuttig in max 00% : endement Domein C: Mechanica Subdomein C: Rechtlijnige beweging. De kandidaat kan echtlijnige bewegingen beschijven en analyseen en ten minste de volgende fomules toepassen: v gem Δx s( t) v t a Δv s ( t) at Subdomein C: Kacht en moment 3. De kandidaat kan kachten weegeven als vectoen en de eeste, tweede en dede wet van Newton en de volgende fomules toepassen: v F ma F z M F vee mg F : moment kacht maal am C u - -
Subdomein C3: Abeid en enegie 4. De kandidaat kan het begip abeid bij enegieomzettingen en de wet van behoud van enegie toepassen, het endement van enegieomzettingen bepalen en de volgende fomules toepassen: W F s cos α met α is hoek tussen kacht en weg W Δ : totaal veichte abeid veandeing van kinetische enegie tot E k ΔE W F v : vemogen gelevede enegie pe sec veichte abeid pe sec kacht x snelheid t t E k mv : kinetische enegie E z mgh : zwaate-enegie E vee Cu met C veeconstante : veeenegie η W E uit in 00 % : endement Subdomein C4: Komlijnige beweging 5. De kandidaat kan de kenmeken van een eenpaige cikelbaan beschijven en de daabij optedende kachten analyseen, de beweging van voowepen in een gavitatieveld beschijven en modelleen en de volgende fomules toepassen: x( t) v t : hoizontale veplaatsing in zwaatekachtveld, geen wijving x y ( t) g t : veticale veplaatsing in zwaatekachtveld, geen wijving s ( t) ϕ( t) met ϕ( t) in ad : afgelegde weg op cikelbaan ϕ ( t) ω t met ω hoeksnelheid : doolopen hoek. π ω v ω a mpz F mpz F G v mv ω mω mm G met G univesele gavitatieconstante - 3 -
Domein D: Wamtelee Subdomein D: Gas en vloeistof De kandidaat kan macoscopische veschijnselen veklaen aan de hand van de eigenschappen en wisselweking van moleculen en de algemene gaswet en ten minste de volgende fomules toepassen: p F A : duk kacht pe oppevlakte-eenheid Kelvin Celcius pv + 73,5 n R consant met n aantal Mol, in Kelvin: algemene gaswet Subdomein D: hemische pocessen De kandidaat kan de hoeveelheid wamte beekenen die bij vewaming en afkoeling tussen systemen wodt uitgewisseld, de vomen van enegietanspot bij wamte beschijven en ten minste de volgende fomules toepassen: Q m c Δ : hoeveelheid enegie nodig om m kg mateiaal met sootelijke wamte c Δ gaden in tempeatuu te vehogen Q C Δ : hoeveelheid enegie nodig om een voowep met wamtecapaciteit C Δ gaden in tempeatuu te vehogen η nuttig opgenomen 00% : endement - 4 -
Domein E: Golven en staling Subdomein E: illing en golf De kandidaat kan golf- en tillingsveschijnselen beschijven en analyseen, esonantie- en intefeentieveschijnselen veklaen en de volgende fomules toepassen: f : fequentie en tillingstijd: u( t) A sin (πft) : uitwijking uit evenwichsstand bij hamonische beweging: A v π max met A amplitudo: maximale snelheid bij hamonische beweging: Δ ϕ F v : faseveschil: C u met C hamonische constante (of veeconstante): hamonische kacht (veekacht) E C A m v max : maximale ( tillings-)enegie hamonisch tillende massa: π m met C hamonische (of vee-) constante: tillingstijd dynamische slinge (massa aan vee): C π l met l slingelengte, g zwaatekachtsvesnelling : tillingstijd slinge (massa aan kood): g λ v : golflengte, vootplantingssnelheid en tillingstijd: Δϕ Δx : faseveschil tussen twee punten op een lopende golf λ l n λ ( n,,...) : lengte kood of buis waain staande golf met gelijkluidende uiteinden (los-los of vast-vast) l n ) λ ( n,,...) : lengte kood of buis waain staande golf met niet gelijkluidende uiteinden (los-vast) ( 4 Subdomein E: Licht De kandidaat kan de eigenschappen van licht en toepassingen daavan beschijven en analyseen en de volgende fomules toepassen: sin i sin n : bekingswet van Snellius sin g : genshoek n S f met f in metes : Stekte van een lens + : lenzenfomule f v b b beeldgootte N : lineaie vegoting bij beeldvoming doo een lens: v voowepsgootte f c met c vootplantingssnelheid: fequentie en golflengte λ n λ sin α met d talieconstante : afbuigingshoek voo ne ode maximum bij talie: d - 5 -
Subdomein E3: Elektomagnetisch spectum De kandidaat kan het elektomagnetisch spectum en toepassingen daavan beschijven, absoptie en emissie van licht in veband bengen met de spectaallijnen van atomen, het foto-elektisch effect en de golf-deeltje dualiteit toelichten en ten minste de volgende fomule toepassen: c E h f h : enegie van een foton: λ Δ E h f : enegieveandeing van een atoom bij uitzending van een foton Subdomein E4: Radioactiviteit De kandidaat kan eigenschappen en ontstaan van ioniseende staling beschijven, toepassingen daavan veklaen en de effecten beschijven van ioniseende staling op mens en milieu. Daanaast kan hij keneacties beschijven, de weking van een kencentale bespeken en ten minste de volgende fomules toepassen: A N + Z : aantal nucleonen aantal neuutonen + aantal potonen t / τ N ( t) N (0) ( ) met τ is halveings tijd : aantal oosponkelijke kenen na tijdsduu t ΔN ( t) A( t) : activiteit x / δ I ( x) I (0) ( ) met δ is halveings dikte : stalingsintensiteit achte x m dikke plaat (γ-staling) E mc : fomule van Einstein: equivalentie tussen enegie en massa wijzigingen voobehouden - 6 - Bon: Cevo