7 a. naam Hulp blad 1. 1 Reken uit (kolomsgewijs) 2 Reken uit met (cijferen) Je mag de hulpsommen opschrijven

Vergelijkbare documenten
Onderwijsassistent REKENEN BASISVAARDIGHEDEN

2 BBL. Oppervlakte. 5.1 Eenheden van oppervlakte

Strategiekaarten. Deze strategiekaarten horen bij de ThiemeMeulenhoff-uitgave (ISBN ): Rekenen: een hele opgave, deel 2

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 7 Blok 6. Van...

1.Tijdsduur. maanden:

Duizend 3 getallen achter de komma 230 duizend duizend Andersom ,6 duizend ,5 duizend

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

VAKANTIEWERK WISKUNDE

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

rekentrainer jaargroep 6 Vul de maatbekers. Kleur. Zwijsen naam:

Hoofdstuk 1: Basisvaardigheden

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100

Leerlijnen groep 7 Wereld in Getallen

Je mag tekenen op een getallenlijn = = = = = = = = 3 50 = 4 70 = 5 20 =

4 a naam. 1 Reken uit. 2 Reken uit, haal af tot Reken uit, haal eerst af tot = 10 8 = 10 5 = 10 1 = 10 6 = 10 7 = 10 2 = 10 9 =

LEERWERKBOEK. 2F Meten en meetkunde. Les Schaal

Inhoud kaartenbak groep 8

spiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep

7 De getallenlijn = -1 = Nee = 0 = = = 7 -7 C. -2 a 1 b 4 = a b -77 = -10

oefenbundeltje voor het vijfde leerjaar

10 blad. hulp. 1 bedenk zelf. 10-vriendjes. + = 10 + = 10 + = 10 + = 10 + = 10 + = = 10 = 10 = 10 = 10 = 10 = 2 bedenk zelf. dubbelen.

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

rekentrainer jaargroep 7 Fietsen op Terschelling. Teken en vul in. Zwijsen naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 7 Blok 1. Van...

handleiding pagina s 678 tot Handleiding 1.2 Huistaken huistaak 20: bladzijde Werkboek 3 Posters 4 Scheurblokken

Overstapprogramma 6-7

Bij de volgende vragen Bij een regelmatige veelhoek kun je het gemakkelijkst eerst de buitenhoeken berekenen en daarna pas de binnenhoeken.

tafels van 6,7,8 en 9 X

SAMENVATTING BASIS & KADER

spiekboek rekenen bereid je goed voor op de entreetoets van het Cito groep SPECIMEN

Bij de volgende opgaven vragen we je een kleine opteltabel in te vullen. De eerste hebben we zelf ingevuld om je te laten zien hoe zoiets gaat. 1.

Overzicht rekenstrategieën

Wat betekenen de getallen? Samen bespreken. Kies uit kilometer, meter, decimeter of centimeter.

Hoe maak je nu van breuken procenten? Voorbeeld: Opgave: hoeveel procent van de onderstaande tekening is zwart gekleurd?

drs. W.M.F. Beuker, training en begeleiding in onderwijs

Rekentijger - Groep 7 Tips bij werkboekje A

6 a naam. 1 Vul de tabel in. 2 Maak vast aan de getallenlijn

1 Wiskunde, zeker. 1, 2, 3, 5, 6, 7. 8, 10, 11, 12 en 13 eurocent. duimstok Timmerman Hoe lang iets is.

Bij het cijferend optellen beginnen we bij de eenheden en werken we van rechts naar links:

blok 11 groep 4 Malmberg s-hertogenbosch

Voorkennis : Breuken en letters

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg.

3 Reken uit (met cijferen of kolomsgewijs) = = = = = = 4 Van verhaal naar rekentaal

Samenvatting Wiskunde Aantal onderwerpen

Toets gecijferdheid augustus 2005

Extra oefeningen hoofdstuk 12: Omtrek - Oppervlakte - Inhoud

Er is 3 deel van de punten. gehaald. Dat zijn 60 punten. Hoeveel punten kun je in totaal verdienen? 400 cm. som: 200 cm. som:

Voorkennis : Breuken en letters

4.1 Negatieve getallen vermenigvuldigen [1]

1 Inleiding 2 Lengte en zijn eenheden 3 Omtrek 4 Oppervlakte 5 Inhoud. Meten is weten. Joke Braaksma. November 2010

Gehele getallen: machtsverheffing en vierkantsworteltrekking

Er is 3 deel van de punten. gehaald. Dat zijn 60 punten. Hoeveel punten kun je in totaal verdienen? 400 cm. som: 200 cm. som:

Optellen van twee getallen onder de 10

1 Splits de getallen. Vul het DHTE-schema in.

6 116 = 696. som: = som: = som: = zo groot één 0 erbij = = 7 600

2 Reken uit. 3 Maak er rekentaal van. Probeer het in één sprong. Denk aan de getallenlijn = = = = = =

Aanvulling hoofdstuk 1 uitwerkingen

TOELICHTING METRIEK STELSEL

oefenbundel voor het zesde leerjaar

Hoofdstuk 2: Grafieken en formules

Rekenrijk. Leerlingenboek. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 6 Blok 1. Van...

Naam:... Nr... 5,20 5,21 5,24 5,27 5,28 5,30 5,270 5,271 5,274 5,278 5,280 1,555 1,505 6,250 6,025 0,07 0,007

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

Lesopbouw: instructie. Start. Instructie. Blok 4. Lesinhoud Kommagetallen: vermenigvuldigen met kommagetallen Kommagetallen: delen met kommagetallen

TOETS REKENEN / WISKUNDE. Naam:... School:...

Kies uit: 10,25 11,5 11,125 10,875 11,875 10,125 10,50 11,001 10,99 11,75

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 8 Blok 1. Van...

1 Schrijf de getallen op. Maak vast. 2 Maak vast. 3 Welk getal? LES 1 DOEL 1 HULP

Leerlijnen groep 6 Wereld in Getallen

1.1 Rekenen met letters [1]

SMART-finale Ronde 1: 5-keuzevragen

Groep 3. Getalbegrip hele getallen. Optellen en aftrekken. Geld

BLAD 21: AAN DE OPPERVLAKTE

1 Schrijf de getallen op.

Leerlijnen rekenen: De wereld in getallen

Taak na blok 5 les 1 TAAK 33

Het Metriek Stelsel. Over meten, omtrek, oppervlakte en inhoud

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

Herkansingscursus. wiskunde B. Voorbereidende opgaven HAVO. Procenten, verhoudingen en eenheden

1 Rekenen met gehele getallen

1 Splits de getallen. Vul het DHTE-schema in.

Schaal. Met behulp van de werkelijke grootte en de afgebeelde grootte kun je de schaal berekenen.

2.1 Kennismaken met breuken Deel van geheel. Opdracht 1 Welk deel van deze cirkel is zwart ingekleurd?

aantal tijd 2 s 1 min 1 uur 50 uur 2 dagen 20 dagen

Rekenportfolio. Naam: cm 2. m 3 + = 1 _ 12

Meten is weten ANTWOORDENBOEK Meten is weten. Antwoordenboek. = 95 mm 6 cm = 60 mm 10 cm = 100 mm. 1 cm = 15 mm 9 cm

spiekboek rekenen beter rekenen op de entreetoets van het Cito groep

Rekenrijk. F-schrift. Reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. Derde editie. Noordhoff Uitgevers

In een museum staan enkele beelden. Hieronder zie je een gedeelte van de plattegrond van het museum. zaal 3

rekentrainer jaargroep 5 Timo loopt steeds verder weg. Teken Timo bij de kruisjes op de weg en maak de tekening af. Zwijsen naam:

Ruitjes vertellen de waarheid

Routeboekje. bij Rekenrijk. Groep 5 Blok 1. Van...

Examen VMBO-KB 2005 WISKUNDE CSE KB. tijdvak 2 dinsdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tafels bloemlezing. Inhoud 1

Onthoudboekje rekenen

Uitwerkingen Rekenen met cijfers en letters

Transcriptie:

naam Hulp blad 1 1 Reken uit (kolomsgewijs) Je mag de hulpsommen opschrijven. Met hulpsommen: 47 Zonder hulpsommen: 48 4 4 7 1 9 1 + 8 16 + 4 7 4 8 4 8 7 9 5 7 8 6 + + + + 6 1 9 7 6 7 8 5 9 5 9 6 8 + + + + Reken uit met (cijferen) 8 8 7 5 8 6 5 7 9 1 7 5 9 6 6 6 8 8 4 4 7 8 5 1 6 9 4 7 9 7 5 5 1 5 9 9 95 65_KM7A_Tab _hulp.indd 95 --11 11:4

naam Hulp blad Reken uit (kolomsgewijs) Voorbeeld: 18 56 = 56 8 4 48 + 448 56 Samen 1 56 448 56 + 1 8 1 7 = 14 8 = Samen Samen + + + + 15 49 = 19 6 = Samen Samen + + + + 16 7 = 17 85 = Samen Samen + + + + 4 Reken uit (met cijferen) Voorbeeld: 45 9 6 4 7 8 5 5 6 6 9 5 96 65_KM7A_Tab _hulp.indd 96 --11 11:4

7 a naam Hulp blad 5 Reken uit (met cijferen) Voorbeeld: 74 5 7 1 48 + 1 85 5 6 7 7 7 5 1 9 6 6 6 8 4 8 + + + + + 4 9 7 4 1 8 7 5 4 8 9 1 7 5 9 + + + + + + 6 Reken uit Denk aan de hulpsom. som: antwoord in cijfers + woorden: antwoord in cijfers: 4 6 duizend = 4 duizend 7 8 duizend = 5 4 duizend = 8 duizend = 9 duizend = 7 duizend = 4 duizend = 6 5 duizend = 7 Reken uit Schrijf de hulpsom in het wolkje. 5 9 = 45 = = 4 5 : 9 = 5 6 : 8 = : 4 = = = = 4 : 6 = 4 : 4 = 7 : 8 = 97 65_KM7A_Tab _hulp.indd 97 --11 11:4

naam Hulp blad 4 8 Reken uit Denk aan de hulpsom. som: antwoord in woorden: antwoord in cijfers: 16 miljoen : 4 = miljoen 45 miljoen : 9 = 6 miljoen : 7 = miljoen : 5 duizend = 4 miljoen : 8 duizend = 49 duizend : 7 = 48 duizend : 6 duizend = 54 miljoen : 9 = 9 Herleid de oppervlaktematen 1 mm 1 cm 1 dm 1 m 1 are 1 ha 1 km mm cm mm dm m are cm m ha are m = dm dm = cm mm = cm 7 m = dm 8 dm = cm 6 mm = cm m = dm 4 dm = cm 45 mm = cm 1 Herleid de oppervlaktematen 1 m = dm 1 hm = m 1 km = hm 1 m = cm 1 hm = ha 1 km = m m = dm hm = m 5 km = m 5 m = cm 7 hm = ha 8 km = hm 6 dm = m ha = m 8 m = km 4 cm = m 7 m = hm 9 hm = km 98 65_KM7A_Tab _hulp.indd 98 --11 11:4

Antwoorden naam Hulp blad 1 1 Reken uit (kolomsgewijs) Je mag de hulpsommen opschrijven. Met hulpsommen: 47 Zonder hulpsommen: 48 4 4 7 1 9 1 + 8 16 + 4 7 1 9 4 8 4 8 16 8 7 9 5 4 7 8 6 4 1 + + 45 + 18 + 1 11 99 4 95 4 698 5 48 6 1 9 1 7 6 7 1 49 8 5 9 7 5 9 6 8 4 18 + 4 + 7 + 48 + 1 8 6 7 677 4 768 45 7 Reken uit met (cijferen) 8 8 7 5 8 6 5 7 9 1 7 5 9 6 6 6 8 8 716 9 17 1 575 756 56 4 4 7 1 41 8 5 1 6 5 16 9 4 7 9 8 5 7 5 5 65 1 99 5 9 9 1 198 117 65_KM7A_Tab 4_hulp_antw.indd 117 --11 11:5

Antwoorden naam Hulp blad Reken uit (kolomsgewijs) Voorbeeld: 18 56 = 56 8 4 48 + 448 56 Samen 1 56 448 56 + 1 8 1 7 = 96 14 8 = 9 7 1 6 16 7 Samen 1 8 8 Samen 4 1 7 16 8 8 1 1 + 7 + + 8 + 96 11 9 15 49 = 75 19 6 = 1 197 49 5 45 45 49 Samen 1 6 6 Samen 9 1 49 45 54 6 567 + 49 + 7 + 6 + 75 567 1 197 16 7 = 59 17 85 = 1 445 7 7 6 1 18 7 4 Reken uit (met cijferen) Voorbeeld: 45 9 Samen 6 4 7 8 5 85 85 7 1 56 85 5 6 6 Samen 4 + 7 + 5 + 85 + 59 595 1 445 595 9 5 4 48 55 6 1 95 118 65_KM7A_Tab 4_hulp_antw.indd 118 --11 11:5

Antwoorden naam Hulp blad 5 5 Reken uit (met cijferen) Voorbeeld: 74 5 7 1 48 + 1 85 5 6 7 9 7 19 7 5 1 9 6 6 6 8 4 8 1 1 + 19 + 75 + 1 98 + 1 1 + 1 51 49 675 1 45 96 76 4 1 44 4 9 7 4 4 1 8 7 5 4 8 9 1 7 5 9 98 + 1 + 1 74 + 1 6 + 9 + 1 56 + 1 4 1 54 45 175 6 1 596 644 1 564 468 8 6 Reken uit Denk aan de hulpsom. som: antwoord in cijfers + woorden: antwoord in cijfers: 4 6 duizend = 7 8 duizend = 5 4 duizend = 8 duizend = 9 duizend = 7 duizend = 4 duizend = 6 5 duizend = 4 duizend 4 56 duizend 56 miljoen,4 miljoen 4 1,8 miljoen 1 8 14 miljoen 14 1 miljoen 1 miljoen 7 Reken uit Schrijf de hulpsom in het wolkje. 5 9 = 45 7 8 = 56 8 4 = 4 5 : 9 = 5 5 6 : 8 = 7 : 4 = 8 7 6 = 4 6 4 = 4 9 8 = 7 4 : 6 = 7 4 : 4 = 6 7 : 8 = 9 119 65_KM7A_Tab 4_hulp_antw.indd 119 --11 11:5

Antwoorden naam Hulp blad 4 8 Reken uit Denk aan de hulpsom. som: antwoord in woorden: antwoord in cijfers: 16 miljoen : 4 = 45 miljoen : 9 = 6 miljoen : 7 = miljoen : 5 duizend = 4 miljoen : 8 duizend = 49 duizend : 7 = 48 duizend : 6 duizend = 54 miljoen : 9 = 4 miljoen 4 5 miljoen 5 9 miljoen 9 6 duizend 6 duizend 7 honderd 7 8 8 6 miljoen 6 9 Herleid de oppervlaktematen 1 mm 1 cm 1 dm 1 m 1 are 1 ha 1 km 1 mm 1 cm 1 1 1 dm m are 1 ha 1 mm 1 cm 1 m 1 are m = dm dm = cm mm =, cm 7 m = 7 dm 8 dm = 8 cm 6 mm =,6 cm m = dm 4 dm = 4 cm 45 mm =,45 cm 1 Herleid de oppervlaktematen 1 m = 1 dm 1 hm = 1 m 1 km = 1 hm 1 m = 1 cm 1 hm = 1 ha 1 km = 1 m m = dm hm = m 5 km = 5 m 5 m = 5 cm 7 hm = 7 ha 8 km = 8 hm 6 dm = 6 m ha = m 8 m =,8 km 4 cm = 4 m 7 m =,7 hm 9 hm = 9 km 1 65_KM7A_Tab 4_hulp_antw.indd 1 --11 11:5

naam Verrijking blad 1 1 Reken uit HR 1 7 = 7 1 15 = 4 1 6 = 11 7 = 57 : = 51 : 4 = 5 1 59 = 5 14 8 = 41 1 : = 6 1 4 = 8 15 = 79 5 : 5 = 9 18 = 9 = 964 : 8 = Herleid in ares 5 dm = 75 dam =,8 ha = 4,5 hm =, km = in m 5 dm = dam = 7,5 hm =,9 ha =,7 km = in hectares 45 dm = 7 5 m = 4 are = 1 75 dam = 1 km = Legpuzzel Pas de vijf puzzelstukken in het grote vierkant. 19 65_KM7A_Tab 5_verrijking.indd 19 --11 11:6

naam Verrijking blad 4 Welke cijfers moeten in de vakjes? Kies uit de cijfers 1 tot en met 9. In gelijke vakjes moeten gelijke cijfers. a 1 b c 8 8 1 9 5 Vul de tabel in In de kolom vooraan staan getallen met één cijfer. In de bovenste rij staan getallen met twee cijfers. 1 9 51 94 19 58 161 65 5 6 Welke vermenigvuldiging hoort erbij? En wat is het antwoord? Melissa heeft de keersommen kolomsgewijs uitgerekend. Maar ze heeft de som zelf er niet bij gezet. Voorbeeld: 5 4 7 1 5 1 + 4 4 8 9 1 8 + 1 6 5 6 4 5 + 1 8 1 5 + 14 65_KM7A_Tab 5_verrijking.indd 14 --11 11:6

naam Verrijking blad 7 Verdeel het gestreepte gebied in vier precies gelijke delen 8 Vul de tekens in Kies uit: +,,, : Wat tussen haakjes staat, moet je eerst uitrekenen. (4 4 8) 11 = 8 ( 7 5) 4 1 = 8 7 (8 76) = 14 (8 4 ) 7 = 6 ( 4 1 14 ) 7 = 1 ( 1 1 16 1 ) = 8 9 Welke plattegronden passen bij dit bouwsel? Er zijn vier mogelijkheden. Vul zelf de hoogtegetallen in. 141 65_KM7A_Tab 5_verrijking.indd 141 --11 11:6

naam Verrijking blad 4 1 Wat is het totaal van alle mogelijke getallen? a Janneke maakt alle mogelijke getallen van twee cijfers. Ze gebruikt alleen de cijfers 1 en. totaal: b Thijs maakt alle mogelijke getallen van twee cijfers. Hij gebruikt alleen de cijfers 1, en. totaal: c Klaas maakt alle mogelijke getallen van drie cijfers. Hij gebruikt alleen de cijfers 1, en. totaal: 11 Wat is de truc? 4 6 = 1 4 4 = 1 4 6 = 4 Zijn er nog meer getallen tussen en 4 waarmee je dezelfde truc kunt uithalen? Zo ja, welke? = = = = 1 Teken de versiering van de kubus op de uitslag B B B B B Op de vier zijkanten van de kubus is als versiering een driehoek geplakt. 14 65_KM7A_Tab 5_verrijking.indd 14 --11 11:6

naam Verrijking blad 5 1 Reken uit Gebruik bij elke som een verhoudingstabel. a Er wonen 4 88 mensen in dorp A. Twee van de zeven mensen zijn jonger dan 1 jaar. Dat zijn mensen. b Er wonen 7 8 mensen in dorp B. Vijf van de elf mensen zijn jonger dan 4 jaar. Dat zijn mensen. c d In dorp C gaan 8 mensen nog naar school. Dat zijn er twee van de negen. Het aantal inwoners van C is In dorp D doen vijf van de zes mensen hun boodschappen bij de supermarkt in een grotere plaats. Maar 8 mensen doen de boodschappen bij de plaatselijke kruidenier. Het aantal inwoners van D is 14 Schrijf op bij welke som de deeltallen horen Het deeltal is het eerste getal van een deling. Voorbeeld: 9 : 75 = 1 rest 18. Daarom past 9 bij som a. 9 7 187 168 19 9 41 47 155 1 74 14 48 61 4 448 5 18 a : 75 = rest 18 c : 87 = rest 1 Hierbij horen de deeltallen: Hierbij horen de deeltallen: b : 8 = rest 7 d : 95 = rest 74 Hierbij horen de deeltallen: Hierbij horen de deeltallen: 15 Hoeveel tegels heb je minstens nodig om een vierkant te leggen? a Als je tegels hebt van 6 cm lang en 4 cm breed? tegels b Als je tegels hebt van 7 cm lang en 5 cm breed? tegels c Als je tegels hebt van 15 cm lang en 1 cm breed? tegels d Als je tegels hebt van 45 cm lang en 6 cm breed? tegels 14 65_KM7A_Tab 5_verrijking.indd 14 --11 11:6

naam Verrijking blad 6 16 Teken driehoeken die het vierkant snijden In de linkerfiguur snijdt de driehoek het vierkant op twee punten. Teken rechts: a een blauwe driehoek die het vierkant op vier punten snijdt; b een rode driehoek die het vierkant op zes punten snijdt. c Kun je ook een driehoek tekenen die het vierkant op vijf punten snijdt? 17 Zet de goede getallen in de rondjes Het getal op de lijn is de som van de twee getallen in de rondjes. 1 15 1 9 58 4 17 4 46 18 Hoeveel verschillende figuren van vijf vierkanten kun je maken? Je hebt vijf even grote vierkanten. Hier zie je één voorbeeld. Je kunt verschillende figuren maken. 144 65_KM7A_Tab 5_verrijking.indd 144 --11 11:6

Antwoorden naam Verrijking blad 1 1 Reken uit HR 1 7 = 7 1 15 = 8 1 89 5 4 1 6 = 11 7 = 48 4 1 57 : = 51 : 4 = 85 18 5 1 59 = 79 5 5 14 8 = 74 41 1 : = 17 6 1 4 = 74 4 8 15 = 1 4 79 5 : 5 = 159 9 18 = 196 9 = 461 8 964 : 8 = 1 5 Herleid in ares in m in hectares 5 dm =,5 are 5 dm =,5 m 45 dm =,45 ha 75 dam = 75 are dam = m 7 5 m =,75 ha,8 ha = 8 are 7,5 hm = 75 m 4 are = 4 ha 4,5 hm = 45 are,9 ha = 9 m 1 75 dam = 17,5 ha, km = are,7 km = 7 m 1 km = 1 ha Legpuzzel Pas de vijf puzzelstukken in het grote vierkant. 175 65_KM7A_Tab 6_verrijking antw.indd 175 --11 11:7

Antwoorden naam Verrijking blad 4 Welke cijfers moeten in de vakjes? Kies uit de cijfers 1 tot en met 9. In gelijke vakjes moeten gelijke cijfers. a 1 b c 8 8 1 9 7 15 = 875 6 8 = 1 968 8 49 = 944 5 Vul de tabel in In de kolom vooraan staan getallen met één cijfer. In de bovenste rij staan getallen met twee cijfers. 1 17 9 4 47 41 9 69 51 87 86 94 8 46 1 1 17 9 19 141 1 69 6 46 4 58 7 1 9 87 161 5 65 115 85 145 5 15 5 5 115 6 Welke vermenigvuldiging hoort erbij? En wat is het antwoord? Melissa heeft de keersommen kolomsgewijs uitgerekend. Maar ze heeft de som zelf er niet bij gezet. Voorbeeld: 5 6 7 76 4 7 8 58 5 1 4 5 4 8 1 9 + 1 8 + 49 1 94 1 6 5 6 4 5 + 4 1 76 1 8 1 5 + 4 8 176 65_KM7A_Tab 6_verrijking antw.indd 176 --11 11:7

Antwoorden naam Verrijking blad 7 Verdeel het gestreepte gebied in vier precies gelijke delen 8 Vul de tekens in Kies uit: +,,, : Wat tussen haakjes staat, moet je eerst uitrekenen. (4 : 4 + 8) : 11 = 8 ( 7 + 5) : 4 1 = 8 7 (8 76) : = 14 (8 4 ) : 7 + = 6 ( 4 + 1 14 ) 7 = 1 : ( 1 + 1 16 + 1 ) = 8 9 Welke plattegronden passen bij dit bouwsel? Er zijn vier mogelijkheden. Vul zelf de hoogtegetallen in. 1 1 1 1 177 65_KM7A_Tab 6_verrijking antw.indd 177 --11 11:7

Antwoorden naam Verrijking blad 4 1 Wat is het totaal van alle mogelijke getallen? a b c Janneke maakt alle mogelijke getallen van twee cijfers. Ze gebruikt alleen de cijfers 1 en. totaal: 66 Thijs maakt alle mogelijke getallen van twee cijfers. Hij gebruikt alleen de cijfers 1, en. totaal: 198 Klaas maakt alle mogelijke getallen van drie cijfers. Hij gebruikt alleen de cijfers 1, en. totaal: 5 994 11 Wat is de truc? 4 6 = 1 4 4 = 1 4 6 = 4 Zijn er nog meer getallen tussen en 4 waarmee je dezelfde truc kunt uithalen? Zo ja, welke? ja 1 9 = 1 9 8 = 1 16 7 = 1 1 5 5 = 1 5 1 Teken de versiering van de kubus op de uitslag B B B B B Op de vier zijkanten van de kubus is als versiering een driehoek geplakt. 178 65_KM7A_Tab 6_verrijking antw.indd 178 --11 11:7

Antwoorden naam Verrijking blad 5 1 Reken uit Gebruik bij elke som een verhoudingstabel. a Er wonen 4 88 mensen in dorp A. Twee van de zeven mensen zijn jonger dan 1 jaar. Dat zijn 1 168 mensen. b Er wonen 7 8 mensen in dorp B. Vijf van de elf mensen zijn jonger dan 4 jaar. Dat zijn 9 mensen. c d In dorp C gaan 8 mensen nog naar school. Dat zijn er twee van de negen. Het aantal inwoners van C is 1 71 In dorp D doen vijf van de zes mensen hun boodschappen bij de supermarkt in een grotere plaats. Maar 8 mensen doen de boodschappen bij de plaatselijke kruidenier. Het aantal inwoners van D is 1 48 14 Schrijf op bij welke som de deeltallen horen Het deeltal is het eerste getal van een deling. Voorbeeld: 9 : 75 = 1 rest 18. Daarom past 9 bij som a. 9 7 187 168 19 9 41 47 155 1 74 14 48 61 4 448 5 18 a : 75 = rest 18 c : 87 = rest 1 Hierbij horen de deeltallen: Hierbij horen de deeltallen: 9-168 - 4-18 - 9 74-61 - 187-1 - 448 b : 8 = rest 7 d : 95 = rest 74 Hierbij horen de deeltallen: Hierbij horen de deeltallen: 7-19 - 155-41 - 48 47-5 - - 14-617 15 Hoeveel tegels heb je minstens nodig om een vierkant te leggen? a Als je tegels hebt van 6 cm lang en 4 cm breed? 6 tegels b Als je tegels hebt van 7 cm lang en 5 cm breed? 5 tegels c Als je tegels hebt van 15 cm lang en 1 cm breed? tegels d Als je tegels hebt van 45 cm lang en 6 cm breed? tegels 179 65_KM7A_Tab 6_verrijking antw.indd 179 --11 11:7

Antwoorden naam Verrijking blad 6 16 Teken driehoeken die het vierkant snijden blauw rood In de linkerfiguur snijdt de driehoek het vierkant op twee punten. Teken rechts: a een blauwe driehoek die het vierkant op vier punten snijdt; b een rode driehoek die het vierkant op zes punten snijdt. c Kun je ook een driehoek tekenen die het vierkant op vijf punten snijdt? nee dat kan niet 17 Zet de goede getallen in de rondjes Het getal op de lijn is de som van de twee getallen in de rondjes. 5 1 6 1 15 1 9 58 4 7 1 18 16 17 4 46 14 18 Hoeveel verschillende figuren van vijf vierkanten kun je maken? Je hebt vijf even grote vierkanten. Hier zie je één voorbeeld. Je kunt 15 verschillende figuren maken. 18 65_KM7A_Tab 6_verrijking antw.indd 18 --11 11:7