MODULEBESCHRIJVING FACBLR9041 Naam module FACBLR9041 Modulehouder W.F. Laman Vakgebied(en) IB-winst, Inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) en inleiding vennootschapsbelasting. Studiepunten 1 ECTS Voorkennis Kennis van de beginselen van inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting is vereist. Omschrijving Aan de orde zal komen het verschil in fiscale behandeling van een ondernemer in de IB-sfeer (een eenmanszaak) en een ondernemer in de Vpb-sfeer (een directeur-grootaandeelhouder DGA van een BV). Een ondernemer/natuurlijk persoon die een onderneming drijft, kan in principe kiezen om zijn bedrijfsresultaat te onderwerpen aan de inkomstenbelasting (IB) of aan de vennootschapsbelasting (Vpb). Ander gezegd: een ondernemer die voor een eenmanszaak kiest, is onderworpen aan de IB en een ondernemer die zijn bedrijfsactiviteiten in een BV heeft ondergebracht, is onderworpen aan de Vpb en de aanmerkelijk belangheffing (AB). In dit kader zullen de fiscale gevolgen van een omzetting van een eenmanszaak in een BV behandeld worden. Tevens zal de heffing van inkomen uit aanmerkelijk belang besproken worden. Tot slot wordt er een inleiding op de heffing van vennootschapsbelasting verzorgd. Doelstelling(en) Nadat je deze module met succes gevolgd hebt, kun je een ondernemer adviseren over eenvoudige zaken met betrekking tot de vraag welke vennootschapsstructuur fiscaal gezien opportuun is. Daarnaast kun je het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang berekenen. Verder kun je aangeven wie er belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting en eenvoudige vragen met betrekking tot deze heffing beantwoorden. Werkvormen Hoorcollege en werkcollege; Leerstof Belastingrecht voor Bachelors en Masters (BaMa), uitgave 2009/2010 Hoofdstukken 4, 6 en 9 (zie overzicht 1).
Toetswijze Schriftelijk tentamen; Beoordeling De module is behaald, indien het gemaakte tentamen als voldoende wordt beoordeeld; een cijfer van minimaal een 5,5 wordt als voldoende beschouwd; het tentamen wordt beoordeeld aan de hand van een antwoordmodel; bij elk tentamenonderdeel wordt het maximaal aantal te behalen punten op het totaal aantal weergegeven; Herkansingsmogelijkheid Herkansing is mogelijk via het meedoen aan een schriftelijk hertentamen; Competentie(s) Deze module draagt bij aan het bereiken van de hieronder vermelde deelcompetentie(s) uit de landelijke competentieprofielen. FE 1, 3, 4 en 7 Studiebelasting Het studiepunt van deze module is goed voor 28 uren studiebelasting. Dit is de studietijd die een gemiddelde student zal moeten investeren om de module met een voldoende resultaat te kunnen afsluiten. De studiebelastingsuren kunnen grofweg als volgt worden gespecificeerd: Volgen van colleges en practica 10 Maken van opdrachten of huiswerk 6 Zelfstudie 6 Voorbereiding op toets 4 Toetstijd 1,5 Inzage toets, feedback op opdracht 0,5 Overig - + Totaal 28 Literatuur Theorieboek Belastingrecht voor Bachelors en Masters (BaMa), uitgave 2009/2010 G.A.C. Aarts e.a. Convoy, ISBN 978-90-79564-033 Werkboek Belastingrecht voor Bachelors en Masters (BaMa), uitgave 2009/2010 G.A.C. Aarts e.a. Convoy, ISBN 978-90-79564-040 Pocket Belastingwetten 2008, Kluwer, ISBN 978-90-13055-665 Weekoverzicht week 1 Staken onderneming; Stakingswinst; Goodwill, vrijval fiscale reserves en nagekomen baten en lasten; Bijzondere vormen van bedrijfsbeëindiging; Doorschuiven onderneming en doorschuiffaciliteiten;
Omzetting IB-onderneming in BV; Verschil IB-ondernemer en DGA. Oefenen opgaven 4.32 en 4.33 Paragrafen 4.23 t/m 4.32 (= paragrafen 4.22 t/m 4.31 in versie 2007/2008). Opgaven 4.34 en 4.35 (zie bijlage 2 voor transponeringstabel oude versies); MC-vragen 4.25, 4.26, 4.30 en 4.31. week 2 Omzetting IB-onderneming in BV; Verschil IB-ondernemer en DGA Inbreng in eigen BV; Bijzondere voorwaarden geruisloze inbreng; Oefenen AA-examen 2005 opgave 2. Paragrafen 4.23 t/m 4.34. Opgaven 4.38 en 4.39; Casus 4.10 en 4.11. Aanwijzing bij casus 4.11: stel aandelenkapitaal op 100.000, koers 200%. week 3 Inleiding aanmerkelijk belang (AB); Meesleepregeling en meetrekregeling; Fictief AB; Reguliere voordelen; Vervreemdingsvoordelen. Oefenen casus 6.3 Paragrafen 6.1 t/m 6.5.3. Opgaven 6.3 en 6.4; MC-vragen 6.2 t/m 6.7; Aanwijzing bij mc-vraag 6.2: Stelling 2: een natuurlijk persoon die wel in Casus 6.3, 6.7 en 6.8. week 4 Fictieve vervreemding; Doorschuifregelingen; Verliesverrekening; Oefenen casus 6.5 en SPD-examen juni 2005. Paragrafen 6.6 t/m 6.10 Opgaven 6.6 t/m 6.9; MC-vraag 6.8; Casus 6.5, 6.6 en 6.9 (= 6.10 in oudere boeken).
week 5 Inleiding vennootschapsbelasting (Vpb); Subjectieve belastingplicht; Objectieve belastingplicht; Winstberekening door middel van vermogensvergelijking; Aftrekbare bedragen en niet-aftrekbare bedragen; Giften; Te verrekenen verliezen; Oefenen vragen 9.1 t/m 9.3. Paragrafen 9.1 t/m 9.5.2 Opgaven 9.1 t/m 9.7; MC-vragen 9.3 t/m 9.8 en 9.11 (oudere boeken: nummers met 1 verlagen) Extra opgaven 2 t/m 5. week 6 Winstberekening door middel van vermogensvergelijking. Maken extra opgaven 6 en 8. Paragrafen 9.1 t/m 9.5.2 Extra opgaven 6, 8 en 13 t/m 15. week 7 Werkcollege + bespreken opgaven Paragrafen 9.1 t/m 9.5.2 N.v.t. week 8 Herhaling theorie Alle eerder opgegeven paragrafen. N.v.t. Toetsoverzicht van het blok *) Vak/week 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 20 college X X X X X X X X tentamen T H
BIJLAGE 1 Overzicht te bestuderen onderwerpen - wat in welke week par. onderwerp wk 1 wk 2 wk 3 wk 4 wk 5 wk 6 wk 7 hoofdstuk 4 4.23 Staking X X 4.24.1 Inleiding stakingswinst X X 4.24.2 Begrip stakingswinst X X 4.24.3 Stakingsaftrek X X 4.24.5 Bedingen lijfrente bij staken X X 4.25.1 Overdracht onderneming X X 4.25.2 Verhuur van de ondernemin X X 4.25.3 Overdracht tegen winstrech X X 4.25.4 Samenwerkingsverband X X 4.26 Liquidatie X 4.27.1 Overlijdenswinst X X 4.27.2 Doorschuiffaciliteit X X 4.28.1 Ontbinding huwelijk X X 4.28.2 Verplicht doorschuiven X X 4.29 Nieuwe onderneming X 4.30 Overige gevallen van staken X X 4.31.1 Inbreng in eigen BV X X X 4.31.2 Ruisende inbreng X X X 4.31.3 Geruisloze omzetting X X X hoofdstuk 6 6.1 Inleiding X X 6.2.1 Inleiding AB X X 6.2.2 Gewoon AB X X 6.2.3 Meesleepregeling X X 6.2.4 Meetrekregeling X X 6.2.5 Fictief AB X X 6.2.6 AB en huwelijksverm.recht 6.3 Reguliere voordelen X X 6.4 Kosten verwerving X X 6.5.1 Vervreemdingsvoordelen X X 6.5.2 Overdrachtsprijs X X 6.5.3 Verkrijgingsprijs X X 6.6 Fictieve vervreemding X X 6.7.1 Doorschuifregelingen X X 6.7.2 Bij aangaan huwelijk X X 6.7.3 Bij overlijden X X 6.7.4 Bij dalen onder 5%-grens X X 6.7.5 Bij fusies X X 6.7.6 Bij geruisloze terugkeer X X 6.8 Genietingsmoment X X 6.9 Verliesverrekening X X 6.10 Buitenlandse belggingslich. X X hoofdstuk 9 9.1 Inleiding X X 9.2.1 Belastingplicht X X 9.2.2. Binnenlandse belastingplicht X X 9.2.3 Buitenlandse belastingplicht X X 9.2.4 Vrijstellingen X X 9.3.1 Normaal tarief X X 9.3.2 Bijzonder tarief X X 9.3.3 Octrooibox X X 9.4.1 Objectieve belastingplicht X X 9.4.2 Schakelbepaling Wet IB X X 9.4.3 Vermogensmutatie X X X 9.4.4 Onttrekkingen X X X 9.4.5 Stortingen X X X 9.4.6 Aftrekbare bedragen X X X 9.4.7 Niet-aftrekbare bedragen X X X 9.4.8 Giften X X X 9.4.9 Te verrekenen verliezen X X X 9.4.10 Eindafrekening X X X 9.5.1 Renteaftrekbeperking X X X 9.5.2 Hybride lening X X X ---einde---
BIJLAGE 2-A Overzicht te maken opgaven - wat in welke week vraag (2008) (2007) (2006) trefwoord onderwerp artikel theorie in les hoofdstuk 4 opgaven 4.34 4.34 4.32 4.30 Een in gemeenschap van Overlijden ondernemer art. 3.58 1 2 4.35 4.35 4.33 4.31 Peter heeft een zogeheten Overdracht aan medefirmanart. 3.63 1 2 4.36 4.36 4.34 4.32 Aad raad, 57 jaar, heeft Stakingswinst art. 3.61 4.38 4.37 4.35 4.33 De heer stol drijft in de vorm Inbreng in BV art. 3.65 4.39 4.38 4.36 4.34 Een ondernemer is 50 jaar Inbreng in Bv art. 3.65 mc-vragen 4.25 4.23 4.22 De stakingswinst van een Stakingswinst art. 3.61 1 2 4.26 4.24 4.23 Een ondernemer (52 jaar) Lijfrente bij staken art. 3.129 1 2 4.30 4.28 4.27 Een ondernemer is gehuwd Ontbinding huwelijk art. 3.59 1 2 4.31 4.29 4.28 Een ondernemer kan bij Inbreng in eigen BV art. 3.65 1 2 casus-posities 4.10 4.9 4.9 4.9 Bas (35) drijft al 10 jaar Omzetting in BV art. 3.65 2 2 / 3 4.11 4.10 4.10 4.10 Joop (56 jaar oud) heeft Omzetting in BV art. 3.65 2 3 maken in les bespreken in les AA2005 Wordt uitgereikt Omzetting in BV art. 3.65 2 2 / 3 hoofdstuk 6 opgaven 6.1 Indien een natuurlijk persoon Aanmerkelijk belang art. 4.6 6.2 Wanneer is er sprake van een Aanmerkelijk belang art. 4.6 6.3 Wat is het verschil tussen Aanmerkelijk belang art. 4.6 3 4 6.4 Welke reguliere voordelen Reguliere voordelen art. 4.13 6.5 Wat is de set-up regeling Verkrijgingsprijs art. 4.21 3 4 6.6 Welke vier fictieve vervreemdingenfictieve vervreemding art. 4.16 4 5 6.7 Doorschuiven verkrijgingsprijs Doorschuiven 4 5 6.8 Doorschuiven verkrijgingsprijs Doorschuiven 4 5 6.9 Verlies uit AB Verlies AB art. 4.47 e.v. 4 5 mc-vragen 6.1 Inkomsten uit aandelen worden Box 1, 2 of 3? art. 4.1 3 -- 6.2 6.2 Leo heeft een belang van 10%... Belastingplicht art. 2.1 3 -- -- -- 6.2 6.2 2 stellingen Indirect AB art. 4.6 3 4 6.3 Vanilla koopt Indirect AB art. 4.6 3 4 6.4 Karel is geregisteerd Meetrekregeling art. 4.10 3 4 6.5 Ron bezit 25% Indirect AB art. 4.6 3 4 6.6 Sylvester bezit 25% Reguliere voordelen art. 4.13 e.v. 3 4 6.7 Kenda koopt in 2002 Vervreemdingsvoordelen art. 4.16 e.v. 3 4 6.8 Geen doorschuiven bij art. 4.38 e.v. 4 5 caus-posities 6.3 Marijn Willems heeft 100% Regulier voordeel art. 4.13 e.v. 3 3 / 4 6.5 Joop bezit op 1 jan Doorschuifregeling art. 4.38 4 4 / 5 6.6 Bereken in onderstaande situaties Diverse art. 4.12 4 5 6.7 Jan verleent op 2 jan Opties art. 4.16-1-i 3 4 6.8 Franciscus bezit 80% Emigratie art. 4.16-1-h 3 4 -- 6.9 6.9 6.9 Opm. tantiéme is loon, dus box 1 hfd 4 4 5 Pieter Pietersma en Frederike Diverse 6.9 6.10 6.10 6.10 Francien bezit 100% van de AB-inkomen hfd 4 4 5 6.10 6.11 6.11 6.11 Frans (46 jaar) is in algehele AB-inkomen hfd.4 4 -- ---vervolg---
BIJLAGE 2-B