Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting.

Transcriptie

1 Blok 11. IS 2: dubbele belasting en de Spaanse holding (ETVE). Deelnemingen, deelnemingsvrijstelling of voorkoming van dubbele belasting. 1. Algemeen systeem. De wet voorziet in diverse gedetailleerde methoden in voorkoming van dubbele heffing over dezelfde winst, die al bij de deelneming belast is. In het algemeen zijn de systemen, die in Spanje en elders gebruikt worden, die van verrekening tot ten hoogste het % van de Spaanse belasting over de buitenlandse winst of een vrijstelling met diverse vormen. Aangezien de Spaanse wet voor elk type voorkoming van dubbele heffing een afzonderlijke wettelijke bepaling kent, wordt eerst een beschrijving gegeven van de diverse vormen van dubbele heffing. 2. Dubbele heffing intern. De interne dubbele heffing is een economische heffing, die dezelfde winst bij 2 verschillende belastingplichtige belast. Bijvoorbeeld: de winst van een vennootschap wordt belast bij de vennootschap die ze voortbrengt en het dividend uit die winst wordt ook belast bij de aandeelhouder. Een vermogenswinst behaald door een holding vennootschap met de verkoop van de aandelen in een dochtermaatschappij bevat een deel dat overeenkomt met de netto winst van die dochtermaatschappij. De verkoopwinst wordt in beginsel bij de holding belast, terwijl de winst zelf bij de dochtermaatschappij belast zal worden, die ze behaald heeft. 3. Internationale dubbele heffing. Deze dubbele heffing kent twee vormen: a. de economisch dubbele heffing: dezelfde winst wordt in twee staten bij twee verschillende belastingplichtigen belast. Bijvoorbeeld: een Spaanse dochtermaatschappij van een buitenlandse holding keert een dividend uit. De winst van de dochtermaatschappij wordt in het land belast waar deze is gevestigd, maar het land waar de holding is gevestigd zal de uitgekeerde winst ook willen belasten. b. de juridisch dubbele heffing. Een winst is bij één en dezelfde belastingplichtige belast in twee landen. Bijvoorbeeld de winst van een vaste inrichting in een ander land. Deze wordt belast in het land waar de vaste inrichting is gevestigd en in het land van het hoofdhuis. Spaanse methoden om de dubbele heffing te voorkomen. 4. De dubbele interne heffing (30 IS). 4.1 Dividenden en deelneming in de resultaten. Spanje past een afrek toe van 50% van de Spaanse belasting die over de winst wordt geheven. Wanneer dus een Spaanse vennootschap dividend ontvangt van haar buitenlandse dochtermaatschappij dan is in beginsel 50% van de IS, die de vennootschap zou moeten betalen, in mindering te brengen op het te betalen belastingbedrag (30,1 IS). De aftrek wordt 100%, wanneer de deelneming tenminste 5% bedraagt van het aandelenkapitaal en tenminste gedurende één jaar is aangehouden (30,2 IS).

2 4.2 Vermogenswinst behaald met de vervreemding van aandelen. De vennootschap die tenminste 5% van het aandelenkapitaal heeft in een dochtermaatschappij en wel gedurende tenminste 1 jaar, welke vennootschap onderworpen is aan het algemene tarief (32,5 in 2007, 30% in 2008) of aan het tarief van 37,5% (2007) of 35% (2008) kan de aftrek terzake van de niet uitgedeelde winst toepassen. De stille reserves vormen geen deel van de grondslag van de aftrek. De aftrek is niet verenigbaar met de uitstel van heffing vanwege herinvestering (30,5 IS). De kosten zoals rente om de investering in de deelneming te financieren zijn aftrekbaar. 5. De externe dubbele heffing. 5.1 Methode: aftrek van de buitenlandse belasting (verrekening). Deze methode wordt toegepast, wanneer hetzelfde inkomen belast wordt bij dezelfde persoon. Bijvoorbeeld: het dividend wordt belast met een bronheffing in het ene land en in Spanje als woonland van de ontvangende vennootschap (dubbele juridische heffing) wordt het gehele dividend in de heffing betrokken, waarbij het laagste van de volgende twee bedragen in aftrek kan worden gebracht (31 IS): a. Het bedrag van de betaalde buitenlandse belasting. Deze buitenlandse belasting dient dan een gelijke of analoge belasting te zijn als de Spaanse. b. Het Spaanse tarief over het buitenlandse inkomen. Dit Spaans tarief wordt berekend over de bruto inkomsten. De aftrek wordt per land berekend. In het geval van een vaste inrichting van een Spaanse vennootschap in het buitenland, dient de berekening per vaste inrichting te geschieden (31,3). Wanneer het bedrag van de belasting niet voldoende is om de buitenlandse belasting te verrekenen, dan kan de vennootschap deze verrekenen met de belasting van de 10 volgende jaren (31,4). Een verlies uit de vaste inrichting vermindert de winst van het hoofdhuis in Spanje. De aftrek ter voorkoming van dubbele belasting wordt dan te gelde gemaakt, wanneer de negatieve resultaten van de vaste inrichting in Spanje verrekend zijn met winsten van de vaste inrichting. Bij de berekening van het inkomen wordt rekening gehouden met de aan de verwerving toe te rekenen kosten. 5.2 Methode: behandeling van dividenden en deelnemingsvoordelen. Deze methode voorkomt de dubbele belasting op dividenden in één land en die ontvangen worden door de Spaanse holding. Dezelfde inkomsten worden belast zowel bij de buitenlandse dochtermaatschappij als bij de Spaanse holding (economisch dubbele heffing). In deze variant wordt het bruto dividend berekend en de bruto winst met de daarover geheven buitenlandse belasting. Het totaal aan buitenlandse belastingen (de vennootschapsbelasting van de dochtermaatschappij en eventueel haar dochtermaatschappijen) en de buitenlandse bronheffing wordt van de Spaanse belasting afgetrokken. De maximumaftrek is hier ook de Spaanse vennootschapsbelasting over de buitenlandse inkomsten. Om dit systeem toe te passen, dient de deelneming tenminste 5% te zijn en te zijn aangehouden gedurende tenminste 1 jaar. Indien het belastingbedrag niet voldoende is, dan kan dit verrekend worden in de 10 volgende jaren (32 IS). 5.3 Methode: via vrijstelling van het inkomen van de vaste inrichting..

3 Voor de situatie van een Spaanse vennootschap met een vaste inrichting in het buitenland, kan de dubbele economische heffing ook vermeden worden door middel van de vrijstellingsmethode (22 IS). Teneinde de vrijstelling van het buitenlandse inkomen verkregen uit een vaste inrichting in het buitenland te kunnen toepassen, dient aan de volgende eisen voldaan te worden: a. tenminste 85% van de inkomsten is afkomstig van ondernemingsactiviteiten, die door de vaste inrichting worden ontwikkeld. b. de vaste inrichting heeft zijn zetel niet in een belastingparadijs. c. De winst van de vaste inrichting worden belast met een heffing die in wezen gelijk of analoog is aan de Spaanse vennootschapsbelasting. Aan deze eis wordt voldaan, indien de vaste inrichting zich bevindt in een land waarmee Spanje een verdrag heeft gesloten ter voorkoming van dubbele belasting met een bepaling tot uitwisseling van informatie. Alsdan kan de vrijstelling voor de buitenlandse inkomsten worden toegepast na compensatie van mogelijke negatieve inkomsten. De onderneming kan opteren voor de toepassing van de verrekening van de buitenlandse belasting (methode van aftrek van de buitenlandse belasting, art. 31 IS). Dit is aan te raden in geval van verliezen. 5.4 Methode: via vrijstelling van dividenden en inkomen uit de vervreemding van aandelen in buitenlandse vennootschappen. Voor de situatie van een Spaanse vennootschap met buitenlandse dochtermaatschappijen wordt ook de methode van de vrijstelling toegepast (21 IS). Zowel de dividenden als de vermogenswinst, die behaald wordt met de overdracht van aandelen in een buitenlandse vennootschap zijn vrijgesteld. Indien de waarde van de deelneming in de boekhouding van de holdingmaatschappij is afgewaardeerd, dan wordt de vrijstelling niet uitgebreid tot het bedrag van de afwaardering. De eisen van toepassing van deze methode zijn gelijk aan de vorige methode. Het gaat erom de dubbele heffing te vermijden op winst en niet om het behalen van een fiscaal voordeel. Daarom is een verlies als resultaat van een overdracht van aandelen niet aftrekbaar van het resultaat van de moedermaatschappij. 6. Het lichaam met buitenlandse deelnemingen (ETVE). Een interessant fiscaal regime is "het lichaam met buitenlandse investeringen" of "ETVE". Dit is de in Spanje gevestigde vennootschap, die deelnemingen heeft in buitenlandse deelnemingen met ondernemingsactiviteiten (en niet pure beleggingen). Deze opzet concurreert met buitenlandse holdingregimes. Om het regime te kunnen toepassen, dienen het lichaam en de aandelen aan een aantal voorwaarden te voldoen ( IS) Eisen aan het lichaam. Op het niveau van het lichaam zelf zijn de eisen: 1. het doel dient het bestuur en beheer van de titels, die het eigen vermogen voorstellen van de vennootschappen waarin men deelneemt en die in het buitenland gevestigd zijn door middel van een daarvoor geëigende organisatie van materiële en personele middelen. Dit hoeft echter niet het enige doel van de

4 vennootschap te zijn. Elke vennootschap kan daarmee in principe een ETVE zijn. 2. de vennootschap kan geen lichaam zijn, die zich bezighoudt met het beheer van familievermogen. 3. beschikken over een organisatie om de deelnemingen te beheren. Het gaat niet om een organisatie om de ondernemingen, waarin wordt deelgenomen te beheren. 4. de aandelen in de ETVE staan op naam. De SL voldoet hier ook aan (DGT CV ). 5. het gebruik van dit regime dient aan de belastingdienst te zijn medegedeeld. 6. de ETVE maakt geen deel uit van een fiscale eenheid en is niet onderworpen zijn aan de "internationale fiscale transparantie". 6.2 Eisen gesteld aan de dochtermaatschappij. De belangrijkste eisen voor de buitenlandse dochtermaatschappij zijn: 1. niet gevestigd zijn in een belastingparadijs. 2. de deelneming van de ETVE bedraagt tenminste 5% conform de eisen voor toepassing van art. 21 LIS (zie hierboven). Indien dit percentage niet gehaald wordt, dan wordt het regime ook toegepast, wanneer de verkrijgingspijs van de deelneming tenminste ,- bedraagt. 3. de deelneming wordt gedurende meer als een jaar door de ETVE of een andere groepsmaatschappij aangehouden 4. ondernemingsactiviteiten ontwikkelen en geen beleggingsactiviteiten 5. belast worden door een belasting vergelijkbaar met de Spaanse vennootschapsbelasting. (terug naar inhoudsopgave deelnemingen en dubbele belasting) 6.3 Gevolgen. De gevolgen voor de ETVE zijn dan voor wat betreft de voordelen afkomstig uit de buitenlandse deelnemingen: 1. dividenden afkomstig van de buitenlandse deelnemingen zijn vrijgesteld in de belastbare grondslag bij de ETVE 2. de vermogenswinst behaald met de vervreemding van de deelneming is eveneens vrijgesteld, indien zij groter is dan een eerder toegepaste afwaardering; niet alleen de vermogenswinst toerekenbaar aan de open reserves is vrijgesteld, maar ook de vermogenswinst toerekenbaar aan stille reserves. 3. kosten verband houdende met de deelnemingen zijn aftrekbaar (bijvoorbeeld rente). Gevolgen voor de aandeelhouders van de ETVE: De rechtspersoon aandeelhouder inwoner van Spanje (118,1,a IS): de aandeelhouder die aan de voorwaarden voldoet van een deelneming van tenminste 5% in de ETVE kan de vermindering vanwege dubbele belasting toepassen (30 IS). In werkelijkheid betekent dit, dat de vrijstelling van de ETVE aan de aandeelhouder inwoner wordt doorgegeven.

5 De aandeelhouder natuurlijk persoon inwoner van Spanje (118,1,b IS): het door de ETVE uitgekeerde dividend is geen opbrengst, die deel uitmaakt van de bijzondere basis,is dus geen spaarinkomen, maar maakt deel uit van het progressief belaste inkomen. Voorzover dat inkomen in het buitenland belast is, kan de aandeelhouder de buitenlandse belasting in aftrek brengen op de Spaanse IRPF (80 IRPF). Wanneer de aandeelhouder van de ETVE een niet-inwoner is van Spanje, al of geen rechtspersoon, en niet gevestigd is in een belastingparadijs zijn de gevolgen (118,1,c IS): 1. dividend afkomstig van de voordelen, die bij de ETVE zijn vrijgesteld, kunnen zonder heffing in Spanje worden uitgekeerd. 2. een vermogenswinst behaald met de vervreemding van de aandelen in de ETVE is in Spanje niet belast. Met een goede planning kan dan bereikt worden dat de voordelen uit het bezit van een buitenlandse deelneming, die aan de eisen voldoet (ondernemingsactiviteit, een deelneming van = > 5% of > 6 mio, geen belastingparadijs kunnen dan Spanje verlaten zonder bij de aandeelhouder niet inwoner tot heffing in Spanje te leiden. Het is mogelijk om met de fiscus tot een bindende afspraak te komen. 7. Internationale fiscale transparantie. Onder voorwaarden wordt het inkomen van een vennootschap niet inwoner van Spanje met niet - ondernemingsactiviteiten direct aan de aandeelhouder - inwoner van Spanje toegerekend. De in het buitenland gevestigde vennootschap moet daarvoor vallen onder een fiscaal geprivilegieerd systeem. Hiervan is sprake, indien de buitenlandse heffing minder is dan 75%, die de vennootschap zou hebben gehad volgens de normen van de Spaanse vennootschapsbelasting. 8. Interne fiscale transparantie. Voorheen kende Spanje een systeem, waarbij aan de aandeelhouder de inkomsten van een vennootschap werden toegerekend. Dit stelsel is vanaf vervangen door een ander te weten dat van de patrimoniumvennootschappen. In dat nieuwe stelsel werden vermogenswinsten belast tegen 15% en inkomsten tegen 40%. Vanaf is ook aan dit systeem weer een einde gekomen.