De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen?

Transcriptie

1 De Fairness Tax: nieuwe minimumbelasting voor grote vennootschappen? Op 30 juli 2013 werd de wet houdende diverse bepalingen omtrent de nieuwe fiscale maatregelen in het kader van de begrotingscontrole 2013 goedgekeurd (B.S. 01/08/2013). Een van de nieuwe maatregelen is een minimumbelasting voor grote vennootschappen, de zogenaamde Fairness Tax. Opnieuw wordt de belastingbetaler getroffen door een hele reeks nieuwe maatregelen op vlak van belastingen, zoals onder andere de hieronder besproken fairness tax. Deze nieuwe maatregel werd ingevoerd om de winst te belasten die wordt uitgekeerd als dividend, maar geen taxatie in de vennootschapsbelasting heeft ondergaan, als gevolg van de aftrek voor risicokapitaal of de aftrek van overgedragen verliezen. De fairness tax wordt gekwalificeerd als een afzonderlijke aanslag van 5%. Het tarief wordt vermeerderd met de aanvullende crisisbijdrage van 3%, wat resulteert in een totale afzonderlijke taxatie van 5,15%. Deze nieuwe belasting treft enkel de vennootschappen die niet kwalificeren onder art. 15 W.Venn. en Belgische inrichtingen van buitenlandse vennootschappen (BNI vennootschappen). Kmo s worden met andere woorden vrijgesteld van de onderwerping aan een minimumbelasting, nl. de fairness tax. Het initiële uitgangspunt van de regering was echter dat de fairness tax een soort minimumbelasting zou zijn voor multinationals die hier in België nauwelijks belasting betalen door het toepassen van allerhande fiscale trucs. De toelichting gaf in eerste instantie aan dat vennootschappen die geen vennootschapsbelasting in België betalen, maar die voor datzelfde belastbaar tijdperk dividenden uitkeren, slechts 5,15% zouden zijn verschuldigd, met uitzondering van kmo s. De recent gepubliceerde teksten vermelden echter een veel bredere doelgroep voor de nieuwe fairness tax, dan oorspronkelijk werd medegedeeld. Dit leidt tot een belastingverhoging voor zowel multinationals, als heel wat andere grote vennootschappen die niet als multinational worden beschouwd. De taxatie zal enkel plaatsvinden indien de vennootschap in hetzelfde belastbaar tijdperk dividenden heeft uitgekeerd, en daarenboven het fiscaal resultaat heeft verminderd met de aftrek voor risicokapitaal en/of vorige verliezen. De voorwaarde dat men geen vennootschapsbelasting dient te voldoen, zoals geopperd in de initiële teksten, werd niet overgenomen in de definitieve tekst. Vandelanotte 11 september

2 Uitgekeerde dividenden? De bedoelde dividenden zijn deze bedoeld in art. 18, lid 1, 1 tot 2 bis W.I.B Het gaat hier dus concreet om gewone dividenden, terugbetalingen van kapitaal, terugbetalingen van uitgiftepremies en bedragen waarop is ingeschreven ten gevolge van de uitgifte van winstbewijzen, steeds met uitzondering van het fiscaal gestort kapitaal. De recente maatregelen omtrent het verschuldigd zijn van roerende voorheffing bij de vereffening van een vennootschap en de nieuwe verlaagde voorheffing bij incorporatie van reserves in het kapitaal, zoals bedoeld in art. 537 W.I.B (zie Fiscale Wenken 2013/25) worden uitgesloten van de bepaling van de belastbare basis voor de nieuwe belasting in de vorm van de fairness tax. Overdreven, geherkwalificeerde intresten komen evenmin in aanmerking voor de berekening van de belastbare basis van de fairness tax. Belastbare basis De belastbare basis van toepassing voor de heffing van de fairness tax is niet gelijk aan deze voor de berekening van de vennootschapsbelasting. De grondslag voor de toepassing van de fairness tax wordt in drie fases berekend. a) Eerste fase (A) In de eerste fase wordt het positief verschil tussen de voor het belastbare tijdperk bruto uitgekeerde dividend en het uiteindelijk fiscaal resultaat dat effectief wordt onderworpen aan het tarief van de vennootschapsbelasting, zoals bepaald in art. 215 en art. 216 W.I.B. 1992, als grondslag aangenomen. b) Tweede fase (B) Daarna wordt de, in de eerste fase berekende, grondslag verminderd met het gedeelte van de uitgekeerde dividenden, dat afkomstig is van voorheen, en uiterlijk voor het aanslagjaar 2014, belaste reserves. Voor de toepassing van deze vermindering wordt, bij voorrang, de opname van voorheen belaste reserves aangerekend op de laatst aangelegde reserves. Er wordt met andere woorden gebruik gemaakt van de LIFO-methode (last in, first out) voor de toepassing van deze vermindering. Als wijze van overgangsbepaling werd bepaald dat, de uitgekeerde dividenden voor aanslagjaar 2014 nooit geacht worden afkomstig te zijn van de voor datzelfde aanslagjaar belaste reserves. Vandelanotte 11 september

3 c) Derde fase (C) Het bedrag verkregen na toepassing van de tweede fase wordt nadien beperkt in overeenstemming met volgend percentage: in de teller wordt er rekening gehouden met de voor het belastbare tijdperk werkelijk toegepaste aftrek van overgedragen verliezen, en de voor hetzelfde belastbare tijdperk werkelijk toegepaste aftrek voor risicokapitaal; in de noemer dient het fiscaal resultaat van het belastbaar tijdperk, exclusief de vrijgestelde waardeverminderingen, voorzieningen en meerwaarden te worden gehanteerd. d) Beknopte formule Concreet komt het erop neer dat voor de berekening van de fairness tax, ten allen tijde rekening moet worden gehouden met drie elementen. Eens alle elementen gekend zijn, dan kan volgende formule worden gehanteerd: A B * C (%) = grondslag voor fairness tax De berekening van de grondslag voor de fairness tax zal bijgevolg steeds volgens bovenvermelde procedure dienen te verlopen. Pas daarna kan worden berekend hoeveel de uiteindelijk verschuldigde fairness tax zal zijn. e) Voorbeeld Een voorbeeld zal erbij helpen een concreter beeld van de invulling van de formule te kunnen vormen. Vennootschap X geeft voor een bepaald jaar het volgende aan: Opname van reserves (negatief): EUR Verworpen uitgaven: EUR Uitgekeerde dividenden: EUR Fiscaal resultaat na de eerste bewerking: EUR Definitief belaste inkomsten: EUR Aftrek voor risicokapitaal: EUR Vorige verliezen: EUR Belastbaar tegen gewone tarief: EUR Vandelanotte 11 september

4 Het deel van de dividenden dat niet kan worden teruggevonden in de belastbare basis (A): EUR EUR = EUR Het gedeelte van de uitgekeerde dividenden dat afkomstig is van de belaste reserves (B): EUR De verhoudingsgewijze beperking wordt als volgt berekend (C): ( EUR EUR) / EUR = 48,78 % De basis voor de minimumbelasting bedraagt als volgt: EUR (A) EUR (B) * 48,78 % (C) = 9.756,10 EUR De fairness tax bedraagt in dit geval: 9.756,10 EUR * 5,15% = 502,44 EUR. Besluit: Gezien vennootschap X in het betreffende belastbaar tijdperk een dividend heeft uitgekeerd van EUR, terwijl in datzelfde belastbaar tijdperk gebruik werd gemaakt van de aftrek voor risicokapitaal en de aftrek van vorige verliezen, is een extra afzonderlijke aanslag van 502,44 EUR verschuldigd. f) Beperkingen of verminderingen? De grondslag, zoals berekend op voormelde manier, zal als een afzonderlijke aanslag worden getaxeerd aan een tarief van 5,15%. Deze afzonderlijke taxatie kan op geen enkele manier worden beperkt of verminderd, evenmin is deze taxatie als beroepskost aftrekbaar. De fairness tax is eveneens onderworpen aan voorafbetalingen. De vennootschappen onderworpen aan de fairness tax zullen op voorhand moeten kunnen voorspellen wat hun winsten zullen zijn en hoeveel dividenden ze dat specifieke jaar zullen uitkeren, zodat ze geen boete wegens onvoldoende voorafbetalingen riskeren. De fairness tax treedt in werking vanaf aanslagjaar Om te vermijden dat vennootschappen snel nog enkele wijzigingen doorvoeren, blijft elke wijziging die vanaf 28 juni 2013 werd aangebracht of wordt aangebracht aan de afsluitdatum van het boekjaar zonder uitwerking voor de toepassing van de regeling omtrent de nieuwe minimumbelasting. Conform Europese regelgeving? De minister heeft aangegeven dat de nieuwe maatregel werd voorgelegd aan de Europese Commissie. Deze zal nagaan of de fairness tax conform is met de Europese regelgeving, waaronder de moeder-dochter-richtlijn. Vandelanotte 11 september

5 De minister heeft er alle vertrouwen in dat de fairness tax de Europese toetsing zal doorstaan. Overige nieuwe maatregelen Naast de invoering van de fairness tax werden nog een aantal andere maatregelen goedgekeurd. Bij wijze van voorbeeld worden hier een aantal nieuwe maatregelen kort beschreven. Een van de nieuwe maatregelen is een beperking van het voordeel voor dienstencheques en PWA-cheques. Het voordeel dat men genereert bij de aankoop van dienstencheques wordt vanaf 1 juli 2013 bijna gehalveerd, tot 920 EUR (geïnd EUR). De reden die men hiervoor geeft is het enorme succes van de dienstencheques. Het is op deze manier onbetaalbaar geworden voor de Schatkist om dergelijke financiële ondersteuning te kunnen blijven bieden. Er komt een belastingverlaging voor kmo s, nl. er zal een algemene vrijstelling gelden van doorstorting van bedrijfsvoorheffing. Kmo s mogen, vanaf 1 januari 2014, een deel van de ingehouden bedrijfsvoorheffing voor zichzelf houden. Het correcte percentage van de verhoging zal later bij KB worden vastgesteld. Deze maatregel wordt voorgesteld ter compensatie voor de nieuwe, bovenvermelde fairness tax. De vrijstelling voor de loonbonus wordt vanaf 1 januari 2013 opgetrokken. Deze verhoging is tot stand gekomen naar aanleiding van de verhoging van de sociale vrijstelling eind vorig jaar. De vrijstelling werd opgetrokken tot EUR (in plaats van EUR) opdat het sociale en het fiscale regime opnieuw gelijk zouden lopen. Vanaf 1 januari 2014 zullen advocaten verplicht btw dienen aan te rekenen op hun verstrekte diensten. Vorige onderhandelingen leidden enkel tot een belastingplicht voor notarissen en gerechtsdeurwaarders, volgend jaar zijn dus ook advocaten aan de beurt. Op vandaag is België een van de enige lidstaten waar diensten verricht door advocaten nog worden vrijgesteld van btw, vandaar dat deze vrijstelling vanaf 1 januari 2014 wordt opgeheven. Het tarief hierop van toepassing is het gewone btw-tarief van 21% Stephanie Vanmarcke Junior Consultant Tax Kristof De Boever Vennoot, Business Developer contact@vdl.be Vandelanotte 11 september