SPD Bedrijfsadministratie Correctiemodel ORGANISATIE & MANAGEMENT MAANDAG 3 OKTOBER 2016 14.30-16.00 UUR SPD Bedrijfsadministratie Organisatie & Management maandag 3 oktober 2016 B / 6
2016 NGO-ENS B / 6
Opgave 1 Sorry, de Lego is uitverkocht. Antwoorden Vraag 1 a. De omgeving van organisaties kan worden geclassificeerd met behulp van de volgende twee criteria: Dynamiek: intensiteit en frequentie van concurrentie. Complexiteit: de ingewikkeldheid van de omgeving. Het gaat hierbij om het aantal factoren dat actief is en de verwevenheid hiertussen. Juiste criteria genoemd 2 x 1 punt; juiste uitleg 2 x 2 punten b. De omgeving is dynamisch: vele veranderingen en veelvuldige confrontaties met concurrenten. De complexiteit is beperkt: er is duidelijk wie de concurrenten zijn en wat de consumentbehoeften zijn. Juiste beschrijving 2 x 3 punten Vraag 2 a. Het mechanistische model en het organische model. Juiste organisatiestelsels 2 x 1 punt b. Mechanistisch: regels en richtlijnen overheersen en er is sprake van centrale aansturing. Organisch: werkzaamheden zijn gedelegeerd en er is ruimte voor eigen handelen. Het is daardoor mogelijk om snel in te spelen op veranderingen in de omgeving. Juiste uitleg 2 x 2 punten c. Lego is organisch ingericht: de omgeving vraagt om snel handelen en Knudstorp liet na de eerste successen de teugels weer wat vieren, om de managers zo meer te empoweren. Juist organisatiestelsel 1 punt; juiste motivatie 3 punten Vraag 3 a. Het model van Treacy en Wiersema is een model dat 3 waardeposities kent: kostleiderschap, productleiderschap en klant-intimiteit (customer intimacy) (3 punten). Een onderneming zal een keuze moeten maken om te komen tot een excelleerwaarde. Een excelleerwaarde is de mogelijkheid van de onderneming om uit te blinken in één van de strategische waardenposities (2 punten). Daarnaast kent het model een drempelwaarde. Dit is volgens de theorie van Treacy en Wiersema de minimale verwachting van de klant. De niet-gekozen waardeposities mogen niet worden verwaarloosd (1 punt). b. De waardepositie van productleiderschap: de beste producent van kinderspeelgoed zijn. Juiste strategie 1 punt; juiste toelichting 3 punten SPD Bedrijfsadministratie Organisatie & Management maandag 3 oktober 2016 3 / 6
Vraag 4 a. Vier motieven voor het aangaan van een samenwerkingsverband kunnen worden verwoord aan de hand van de 4 K s (4 x 1 punt): 1. Kennis: benutten van elkaars gespecialiseerde kennis. 2. Kosten: afspraken kunnen worden gemaakt over wie het goedkoopst kan produceren, gezamenlijke inkoop, logistiek enzovoort. 3. Kapitaal: delen van investeringen. 4. C(K)apaciteit: inschakelen van specialisten houdt eigen capaciteit vrij. Opmerking: andere omschrijvingen die te herleiden zijn naar deze motieven ter beoordeling aan de corrector. Wel letten op voldoende onderscheid. b. De motieven van Lego voor het aangaan van samenwerkingsverbanden: Kennis: samenwerken met andere commerciële partijen om hun specifieke kennis van de behoeften van de doelgroepen te kunnen benutten. Kosten: alles zelf doen is duurder dan samenwerken met de ander. Kapitaal: de investeringen zijn beperkt als aangehaakt wordt bij de opgebouwde merkimago s van andere aanbieders. Dus Lego profiteert van het Star Wars-imago en omgekeerd. Juiste motieven 3 x 2 punten Vraag 5 a. Star Wars van Lego: marktpenetratie, het is het ontwikkelen van een Lego-variant (dezelfde producten) voor de bestaande doelgroep. b. Lego Friends: marktontwikkeling, het is traditionele Lego voor meisjes. c. ALOF (Adult Fan Of Lego): marktontwikkeling, het zijn volwassenen die met Lego spelen. Juiste groeistrategie genoemd 3 x 1 punt; juiste motivaties 3 x 1 punt Vraag 6 a. Structurering is het ontwerpen van een organisatie om mensen en middelen efficiënt te laten samenwerken. Bij interne specialisatie wordt de organisatie ontworpen op basis van het eindresultaat (F-indeling). Bij interne differentiatie staat de inrichting op basis van gelijksoortigheid van werk centraal (2 x 2 punten). Opmerking: als G,M én P als geheel worden genoemd in plaats van interne differentiatie ook goed rekenen. b. Het kostenmotief. Efficiency in het productieproces (blokjes dezelfde maten) is de basis voor het succes. Toen hiervan werd afgeweken, begon de onderneming verlies te maken. Juist motief 1 punt; juiste motivatie 2 punten c. De F-indeling. De productie wordt weer centraal gesteld. Juiste vorm 1 punt; juiste motivatie 2 punten Vraag 7 a. Machinebureaucratie. De productie is gestandaardiseerd met vaste afmetingen van de blokjes. Juiste structurering 1 punt; juiste motivatie 2 punten b. De coördinatie in de terminologie van Mintzberg van een machinebureaucratie is standaardisatie van werkprocessen. Vaste afmetingen van de blokjes en hoge snelheid van produceren zijn essentieel voor het succes van Lego. Juiste coördinatiemechanisme 1 punt; juiste motivatie 2 punten SPD Bedrijfsadministratie Organisatie & Management maandag 3 oktober 2016 4 / 6
Vraag 8 a. Het leiderschapsrooster (managerial grid) van Blake en Mouton heeft voor twee dimensies aandacht: taak (laag hoog) (1 punt) en aandacht voor medewerker (laag hoog) (1 punt). De extremen zijn door Blake en Mouton beschreven (5 x 1 punt): 1:1: verschraald leiderschap 1: 9: zendeling 9:1: autocraat 5:5: middle of the road 9:9: teamgericht of effectief Opmerking: Engelse begrippen mits correct ook goed rekenen. b. Knudstorp is autocratisch begonnen: herstructurering met focus op de productie. Directieve aanpak (4 punten). c. Later is Knudstorp ergens tussen 5:5 en 9:9 uitgekomen: empoweren, maar oog houdend voor de productie (2 punten). Opmerking: belangrijk is dat de student de beweging onderkent; van 9:1 naar 5:5 of 9:9. Vraag 9 a. Empoweren is een proces waarin de capaciteiten van medewerkers en groepen worden vergroot, zodat ze keuzes kunnen maken en deze keuzes kunnen omzetten in acties en gewenste uitkomsten (2 punten). Opmerking: ook goed: het delegeren van taken, bevoegdheden én verantwoordelijkheden. b. Activiteiten die Knudstorp moet inzetten om de managers meer te empoweren: Duidelijke doelen stellen en concrete deadlines aangeven. Dus aangeven waar er power wordt verleend. Investeren in human capital via opleiding en begeleiding. Een managementstijl toepassen die medewerkers de ruimte geeft hun capaciteiten te benutten. Opmerking: andere antwoorden ter beoordeling aan de corrector. Juiste activiteiten plus juiste omschrijving (2 x 1 punt) Vraag 10 a. De motivatietheorie van Herzberg onderscheidt twee groepen van factoren die een geheel verschillende rol spelen bij motivatie en werktevredenheid: motiverende factoren en hygiënefactoren. Motivatoren zijn aan te merken als werkintrinsieke factoren of satisfiers. Deze factoren zijn voornamelijk werkinhoudelijk (2 punten). Hygiënefactoren (dissatisfiers) zijn werkextrinsieke factoren. Deze factoren hebben betrekking op de omstandigheden waaronder iemand zijn werk doet (2 punten). b. 1. Salaris wordt gezien als een hygiënefactor. De werknemer went eraan en het wordt als vanzelfsprekend ervaren (= dissatisfier) (2 punten). Opmerking: de student die aangeeft dat het eenmalig en gekoppeld is aan een bijzondere situatie en het zodoende als intrinsiek benoemt, heeft nagedacht over de theorie en verdient ook de 2 punten. SPD Bedrijfsadministratie Organisatie & Management maandag 3 oktober 2016 5 / 6
2. Stijl van leidinggeven wordt gezien als een hygiënefactor (= dissatisfier) (2 punten). Opmerking: de student die aangeeft dat de organisatie in zwaar weer zat en dat directief ingrijpen noodzakelijk was en dat de medewerkers dit ook nodig hadden (anders faillissement en ontslag) en het zodoende als intrinsiek benoemt, heeft nagedacht over de theorie en verdient ook de 2 punten. Vraag 11 a. De adviesrollen die een organisatieadviseur op zich kan nemen zijn: 1. Arts-patiënt-model. 2. Procesmodel. Juiste rollen 2 x 1 punt b. Arts-patiënt-model: Probleem geïsoleerd benaderd. Probleem duidelijk en afgebakend. Adviseur informeert de top. Geringe betrokkenheid van de medewerkers. Procesmodel: Probleem is complex. Probleem wordt in samenhang met de omgeving benaderd. Adviseur benadert alle organisatieleden. Invoering is onderdeel van het veranderingsproces. Juiste kenmerken 6 x 1 punt c. Gelet op de urgentie (er werd verlies gemaakt) zal Knudstorp het arts-patiënt- model hebben ingezet. Juiste rol 1 punt; juiste motivatie 2 punten Einde correctiemodel SPD Bedrijfsadministratie Organisatie & Management maandag 3 oktober 2016 6 / 6