Management en organisatie Examennummer: Datum: 14 december 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Transcriptie

1 Management en organisatie Examennummer: Datum: 14 december 2013 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Dit examen bestaat uit 9 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 40 meerkeuzevragen (maximaal 40 punten) Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen - Geen Wij wensen u veel succes!

2 Meerkeuzevragen (40 punten) De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Vermeld het meest juiste antwoord. Voor een correct antwoord: 1 punt. 1. Nobelprijswinnaar Kahneman maakt bij besluitvorming onderscheid tussen twee systemen van denken: het snelle denken (fast: intuïtief en emotioneel) en het langzame denken (slow: logisch en weloverwogen). Wat laat recent onderzoek volgens hem zien? a. Goede beslissingen komen voort uit een juiste combinatie van beide soorten denken. b. Goede beslissingen komen voort uit het langzame denken. c. Goede beslissingen komen voort uit het snelle denken. 2. Bij een bedrijf blijkt dat er veel goederen uit het magazijn worden ontvreemd. De manager moet met een oplossing komen. Waar kan hij in de tweede fase van besluitvorming het beste gebruik van maken? a. Beslissingsboom b. Beslissingsmatrix c. Brainstorming 3. Door welke markt(en) wordt de externe omgeving van een bedrijf gevormd? a. De afzetmarkt b. De inkoopmarkt c. De afzetmarkt en de inkoopmarkt NCOI Opleidingsgroep 1

3 4. Een particuliere kliniek die zich toelegt op traditionele oogheelkunde vestigt zich in het werkgebied van een al bestaand ziekenhuis dat ook die soort oogheelkunde aanbiedt. Wat is de particuliere kliniek volgens het vijfkrachtenmodel van Porter? a. Een substituut b. Een toeleverancier c. Een toetreder 5. De firma ABC is een drukkerij die boeken, kranten en tijdschriften produceert. ABC zit op dit moment in zwaar weer: papieren media zijn op hun retour en digitale communicatie is in opmars. Van welke 'DESTEP'-factor is hier sprake? a. Economisch b. Politiek-juridisch c. Technologisch 6. Drukkerij ABC merkt bovendien dat afnemers tegenwoordig in staat zijn zelf documenten te maken die eruit zien 'alsof het gedrukt is'. Waarvan is dit volgens het vijfkrachtenmodel van Porter een voorbeeld? a. Rivaliteit b. Substitutie c. Toetreding 7. Een organisatie realiseert unieke waarde voor de afnemer. Deze waarde is niet door de concurrentie te imiteren en is ook in andere markten toepasbaar. Waar is volgens Hamel en Prahalad sprake van? a. Een core competence b. Een synergy situation c. Een value chain 8. Stel, er is een land waar 'gewoon doen wat je baas zegt' het gebruikelijke gedragspatroon is. Waardoor wordt volgens Hofstede de cultuur van dat land gekenmerkt? a. Grote machtsafstand b. Hoog individualisme c. Hoge masculiniteit NCOI Opleidingsgroep 2

4 9. Drukkerij ABC hecht groot belang aan het traditionele grafische bedrijf met al het bijbehorende handwerk. Hedendaagse digitale technologie wordt door de drukkerij kleinerend afgeschilderd als 'computerspelletjes'. Waarop heeft deze opstelling van ABC betrekking gezien vanuit het 7S-model van McKinsey? a. Shared values b. Staff c. Structure 10. Drukkerij ABC heeft kort geleden een nieuwe directeur benoemd, die van buiten is binnengehaald: Timo Bakker. Hij beseft dat het vasthouden aan het traditionele bedrijf geen toekomst heeft. Goed inspelen op de veranderende omgeving is dringend nodig. Hij merkt echter dat de medewerkers niet markt- en klantgericht denken. Ook zijn ze niet flexibel. Ze zoeken zekerheid in bestaande procedures en regels, ongeacht of dat goed is voor omzet en winst. Van welke kenmerkende cultuur is hier sprake, volgens het cultuurmodel van Handy & Harrison? a. Machtgerichte cultuur b. Rolgerichte cultuur c. Taakgerichte cultuur 11. Welke van de onderstaande uitspraken over missie en visie is juist? a. Een missie is naar buiten gericht; een visie is naar binnen gericht. b. Een missie is naar buiten gericht; een visie is naar de toekomst gericht. c. Een missie is naar het verleden gericht; een visie is naar de toekomst gericht. 12. In combinatie waarmee is een focusstrategie toepasbaar, volgens Porter? a. Alleen met een differentiatiestrategie b. Alleen met een laagstekostenstrategie c. Zowel met een differentiatiestrategie als met een laagstekostenstrategie 13. Welke van de volgende alternatieven is een resultaatgebied in het INK-model? a. Klanten en partners b. Leiderschap c. Management van processen 3 NCOI Opleidingsgroep

5 14. Pakketbezorgdiensten zien graag dat de geadresseerde thuis is wanneer ze een pakket aanbieden, zodat ze niet nog een of twee keer terug hoeven te komen. Daarom geven ze geadresseerden via een online volgsysteem zo veel mogelijk inzicht in het moment dat ze langs zullen komen. Dat doen deze firma's omdat ze hun kosten zo laag mogelijk willen houden. Waarnaar streven deze firma's in dit geval, volgens Treacy en Wiersema? a. Customer intimacy b. Operational excellence c. Product leadership 15. Timo, de nieuwe directeur van drukkerij ABC besluit de strategie van het bedrijf te onderzoeken en maakt om te beginnen een SWOT-analyse. Het gegeven dat de medewerkers niet markt- en klantgericht denken en dat ze ook niet flexibel zijn, wordt daarin meegenomen. Hoe wordt dit gegeven benoemd in de systematiek van de SWOT-analyse? a. Een bedreiging b. Een risico c. Een zwakte 16. Timo rondt deze SWOT-analyse af door een confrontatiematrix op te stellen. Daarin legt hij o.a. verband tussen de twee volgende bevindingen: I. Steeds meer mensen zijn bezig hun familiegeschiedenis en stamboom uit te zoeken en op papier te zetten. Ze hebben alleen een drukker nodig die hun zelfgemaakte werkstuk tot een mooi boek kan maken. en II. Om online met klanten samen te werken, zijn twee dingen nodig: een geavanceerde website waar klanten hun werkstuk kunnen uploaden en medewerkers met digitale kennis en kunde. De drukkerij heeft die allebei niet in huis. Welke strategische koers moet drukkerij ABC gaan varen op basis van deze combinatie van bevindingen? a. Aanvallen b. Verdedigen c. Versterken 17. Volgens Kruisinga spelen twee motieven een rol bij het structureren van een organisatie. Die motieven werken in op de horizontale en verticale uitbouw. Welke uitspraak is juist? a. Het bestuursmotief in horizontale zin leidt tot lagen in de organisatie. b. Het bestuursmotief in verticale zin leidt tot lagen in de organisatie. c. Het kostenmotief in horizontale zin leidt tot functionalisatie. NCOI Opleidingsgroep 4

6 18. Een boekwinkel heeft drie teams van medewerkers gevormd. Elk team houdt zich bezig met een specifiek soort boeken: team 1 richt zich op boeken voor kinderen, team 2 op boeken voor ouders en grootouders, en team 3 op boeken voor hobbyisten (reizigers, kookliefhebbers, enzovoort). Van welke indeling is hier sprake? a. Functionele indeling b. Marktindeling c. Productindeling 19. Een externe adviseur, Hassan Khalif van adviesbureau Business Solutions, wordt door Timo ingehuurd om de organisatiestructuur van drukkerij ABC door te lichten. Hij constateert dat de bestaande organisatie met afdelingen Opmaak, Zetten, Drukken, Binden, Magazijn en Verzenden zou moeten worden omgeturnd tot twee aparte afdelingen voor Particuliere Klanten en Zakelijke Klanten. Welke structuurverandering stelt hij eigenlijk voor? a. Van een F-structuur in een M-structuur b. Van een M-structuur in een G-structuur c. Van een P-structuur in een F-structuur 20. De verandering die Hassan voorstelt, betekent dat de vorm van de organisatie van drukkerij ABC grondig zal veranderen. Mintzberg onderscheidt een aantal mogelijke configuraties voor organisaties. In de richting van welke configuratie gaat de drukkerij als Hassans advies wordt opgevolgd? a. Divisieorganisatie b. Machinebureaucratie c. Professionele bureaucratie 21. Wat kun je beoordelen met behulp van de waardeketen van Porter? a. Alternatieven voor positionering in de markt. b. Hevigheid van concurrentie. c. Mogelijke synergie tussen activiteiten. 22. Een verwarmingsinstallatiebedrijf krijgt klachten dat zijn monteurs in het huis van klanten veel rommel achterlaten, die de bewoner zelf moet opruimen. Het bedrijf geeft daarom aan de monteurs een training 'klantgericht werken'. Welke ondersteunende activiteit uit de waardeketen van Porter wordt hier gericht op welke primaire activiteit? a. Human resourcesmanagement op Bewerkingen b. Inkoop op Uitgaande logistiek c. Technologieontwikkeling op Bewerkingen 5 NCOI Opleidingsgroep

7 23. Als drukkerij ABC ertoe overgaat dat klanten hun zelfgemaakte werkstukken digitaal aanleveren door ze via de website van de drukkerij te uploaden, dan betekent dat volgens Porter voor de drukkerij een verandering in de waardeketen. Op welke primaire activiteit heeft deze verandering betrekking? a. Bewerkingen b. Inkomende logistiek c. Uitgaande logistiek 24. De website van drukkerij ABC is achterhaald. Een kritische klant sprak spottend over: "Niet meer dan een flyer over het bedrijf op internet." Timo beseft dat de website interactief moet worden gemaakt en zo het digitale communicatiekanaal met de buitenwereld moet worden. Die radicale verandering wil hij op korte termijn (drie maanden) gerealiseerd zien. Hieronder staan drie mogelijke manieren om zo'n verandering aan te pakken. Welke aanpak past het beste bij het doel dat Timo heeft? a. Een proces b. Een programma c. Een project 25. Welke van de onderstaande alternatieven is GEEN projectbeheersfactor? a. Informatie b. Organisatie c. Standaardisatie 26. Wat is het kritieke pad in het onderstaande relatiediagram? a. A-D-G b. B-E-H c. C-F-H NCOI Opleidingsgroep 6

8 27. De behoeftehiërarchie van Maslow is in vijf opeenvolgende niveaus beschreven. Welke uitspraak over behoeften is juist? a. De vervulling van sociale behoeften komt voor die van behoefte aan erkenning. b. De vervulling van zekerheidsbehoeften komt voor die van fysiologische behoeften. c. De vervulling van zelfontplooiingsbehoefte komt voor die van sociale behoeften. 28. Herzberg onderscheidt motivatoren en hygiënefactoren. Wat voor effect hebben deze op de werkervaring van medewerkers? a. De aanwezigheid van een hygiënefactor heeft een positief effect. b. De aanwezigheid van een motivator heeft een positief effect. c. De afwezigheid van een hygiënefactor heeft een negatief effect. 29. Welk direct verband legt de verwachtingstheorie van Vroom? a. Tussen de sterkte van motivatie en de objectieve inschatting van het eigen kennen en kunnen. b. Tussen de sterkte van motivatie en de relatieve ervaring van wel of geen plezier in het werk. c. Tussen de sterkte van motivatie en de subjectieve waardering van een mogelijke beloning. 30. Een afdelingschef verzucht: "Ik moet mijn medewerkers voortdurend controleren en bijsturen, want uit zichzelf zijn ze onoplettend en gemakzuchtig." Vanuit welk beeld benadert deze manager volgens McGregor haar medewerkers? a. Vanuit Theorie X. b. Vanuit Theorie Y. c. Vanuit Theorie Z. 31. Omdat drukkerij ABC geen deskundige in huis heeft die een snelle modernisering en ombouw van de website kan realiseren, haalt directeur Timo een jonge medewerkster in huis: Sabine Vervoort. Zij is pas afgestudeerd aan de Media Hogeschool. Zij krijgt hiermee een geweldige kans haar kwaliteit te bewijzen en zich verder te ontwikkelen. Welke combinatie van behoeften van Sabine, overeenkomstig de hiërarchie van Maslow, wordt hier vervuld? a. Behoefte aan erkenning en behoefte aan zelfontplooiing b. Sociale behoeften en behoefte aan erkenning c. Zekerheidsbehoeften en sociale behoeften 7 NCOI Opleidingsgroep

9 32. Het probleem dat de medewerkers van drukkerij ABC weinig veranderingsgezind zijn, baart Timo grote zorgen. Hij roept ze bijeen en zegt dat ze voortaan meer flexibel en meer marktgericht moeten zijn, zonder duidelijk te maken wat hij daarmee precies bedoelt en wat ze dan voortaan anders moeten doen. Deze aanpak van Timo werkt niet, want de medewerkers voelen niets voor wat hij van ze eist en er verandert niets. Waarmee heeft het gebrek aan motivatie bij de medewerkers te maken? a. Met gebrekkige dissatisfiers. b. Met gebrekkige satisfiers. c. Met gebrekkige dissatisfiers en gebrekkige satisfiers. 33. Welke twee dimensies voor leiderschapsstijlen hanteren Blake & Mouton? a. Aandacht voor de consumptie en aandacht voor de productie. b. Aandacht voor de mens en aandacht voor de maatschappij. c. Aandacht voor de mens en aandacht voor de productie. 34. Welke stijl van leidinggeven volgens Hersey & Blanchard past bij medewerkers die veel sturing en veel ondersteuning nodig hebben? a. Instrueren b. Overtuigen c. Overleggen 35. Covey schetst een drietrapsbenadering om een effectief leider te worden; elke traptrede is gericht op de ontwikkeling van een specifiek aandachtspunt. Wat is volgens Covey de juiste volgorde van die drie trappen? a. Blijven leren; eigen onafhankelijkheid; wederzijdse afhankelijkheid b. Eigen onafhankelijkheid; wederzijdse afhankelijkheid; blijven leren c. Wederzijdse afhankelijkheid; blijven leren; eigen onafhankelijkheid 36. Een aannemer is overgegaan naar een nieuw beloningssysteem voor zijn metselaars. Vroeger was de beloning per metselaar direct afhankelijk van de hoeveelheid bakstenen die hij per dag had 'weggelegd'. Nu krijgen ze per metselploeg een in gelijke delen te verdelen bonus voor de hele ploeg, mits ze hun target voor die week hebben gehaald. Van welk naar welk systeem is dit de overgang? a. Van een collectieve prestatiebeloning naar een systeem van winstdeling. b. Van een individuele prestatiebeloning naar een collectieve prestatiebeloning. c. Van een individuele prestatiebeloning naar een systeem van winstdeling. NCOI Opleidingsgroep 8

10 37. Organisatieadviseur Hassan Khalif heeft voorgesteld dat er binnen drukkerij ABC twee aparte afdelingen komen: Particuliere klanten en Zakelijke klanten. Hij stelt ook voor dat die afdelingen in hoge mate zelfstandig moeten werken, alsof het twee aparte bedrijfjes zijn die binnen de drukkerij zelf verantwoordelijk zijn voor hun omzet en winst. Timo is de directeur van de hele drukkerij. Welke stijl van leidinggeven moet hij daarbij volgens Hersey & Blanchard hanteren? a. Delegeren b. Overtuigen c. Overleggen 38. Welke omschrijving hoort bij een taakgerichte leiderschapsstijl? a. De leider heeft veel aandacht voor de productie, maar weinig voor de mens. b. De leider heeft veel aandacht voor zowel de productie als de mens. c. De leider heeft weinig of geen aandacht voor zowel de productie als de mens. 39. Je komt tot een passend organisatieontwerp door de 'bouwstenen van management en organisatie' in een bepaalde volgorde te ontwikkelen. Wat is volgens Eppink c.s.de juiste volgorde? a. Strategie-operaties-structuur b. Strategie-structuur-operaties c. Structuur-strategie-operaties 40. Drogisterijketen De Vergulde Vijzel heeft bepaald dat 70% van het assortiment in de winkels centraal wordt bepaald en dus in alle vestigingen hetzelfde is. De filiaalchefs mogen in hun eigen vestiging de overige 30% zelf kiezen. Na een jaar blijkt dat sommige chefs kleding zijn gaan verkopen, andere chefs verkopen kantoorartikelen of speelgoed rond Sinterklaas en badpakken in de zomer. Onderzoek leert dat het imago van De Vergulde Vijzel als professionele drogisterij daaronder lijdt. Van welke crisis is hier sprake, volgens Greiner? a. Autonomiecrisis b. Beheersingscrisis c. Bureaucratiecrisis 9 NCOI Opleidingsgroep