Mei 2003 Adviesnr. 280 Serie 2003, nr. 07 over het concept Stedebouwkundig Programma van Eisen DE EENHOORN Aan: Het Stadsdeelbestuur van Oost/Watergraafsmeer Het Gemeentebestuur van Amsterdam
ADVIES van de ARS over het concept Stedebouwkundig Programma van Eisen DE EENHOORN INHOUDSOPGAVE: SAMENVATTING EN AANBEVELINGEN 3 I. WAT VOORAF GING 5 II. PROBLEEMSTELLING volgens de ARS 5 III. LANGERE TERMIJNVISIE versus MARKTWERKING 5 IV. OPENINGEN NAAR DE OMGEVING 6 1. Verbetering loop/fietsroute naar het Amstelstation 2. Verbetering van de relatie met de Wibautstraat 3. Route naar de Transvaalbuurt V. WELK SOORT MILIEUTYPE OF WOONSFEER 7 1. Milieutype volgens de Structuurplankaart van Amsterdam 2. Grootstedelijkheid, toegepast op het plangebied 3. Functiemenging met accent op wonen VI. MEER AANDACHT VOOR DE OPENBARE RUIMTE 8 Verder gebruik van dit advies staat ieder vrij, mits dit gebeurt met bronvermelding. 2
SAMENVATTING en AANBEVELINGEN van het advies over het concept Stedebouwkundig Programma van Eisen DE EENHOORN ARS-adviesnr.280, serie 03, nr.7, mei 03 SAMENVATTING De ARS gaat uit van de keuzes die gemaakt zijn o.a. om de markt hier zijn werk te laten doen. Op die basis wil hij met zijn reactie een bijdrage leveren aan invulling van het Eenhoorngebied. Voor de ARS bestaat er geen bezwaar tegen het toepassen van de marktwerking, mits er garanties komen voor een leefbaar en tevens stedelijk woonmilieu. Hij meent dat dit het best gegarandeerd wordt door een visie op functies en structuur voor het gebied. Het voorliggende SPvE kan daarbij te werk gaan met meer visionaire beelden en studies. Er zouden zo meer op kwaliteit gerichte voorwaarden voor de markt geformuleerd moeten worden. De openbare ruimte is niet gediend met een plein voor het politiekantoor en ook niet met een extra zicht-as op de boerderij. De ARS ziet aanleiding voor een aparte studie naar de openbare ruimte omdat de openbare ruimte een sterk middel is voor het stadsdeel om regie mee te voeren. Het gaat om een plan met verantwoording van ruimtelijke (spel van zichtlijnen) en functionele (veiligheid, herbergzaamheid) eisen. De ARS ziet de dikke rand, waarbinnen Europahuis, CASA en kantoorgebouwen zijn gesitueerd, als voordelig voor het geven van afscherming en als kans voor extra diversiteit aan functies. Het overige (binnen-)gebied kan dan grotendeels uit wonen voor diverse doelgroepen bestaan. De context van het gebied ziet hij als belangrijk uitgangspunt en hij pleit er dan ook voor ingrepen in de openbare ruimte van het plangebied te koppelen aan de vernieuwing van het Prins Bernhardplein/Amstelstation en de Wibautstraat. Resterende plan-inhoudelijke opmerkingen over het SPvE komen in de volgende aanbevelingen naar voren. Het gaat dan om de vraag naar verbetering van leefbaarheid, vertaald in meer levendigheid in het gebied. AANBEVELINGEN 1. Een duidelijker en stimulerender functionele structuurvisie is gezien de beoogde marktwerking wenselijk. 2. Versterk en verbeter de verbindingen (ondergronds en bovengronds) met het Amstelstation en de Wibautstraat. 3. Maak een extra verbinding naar de Transvaalbuurt en verbeter de verbinding naar de Watergraafsmeer. 4. Reserveer ruimte voor onderwijsinstellingen in de rand van het gebied. 5. Bij het op termijn vrijkomen van plekken in het middengebied (bijv. het blok van het politiekantoor), moet de functie wonen een sterkere plaats krijgen. 6. Zorg dat er sprake is van twee duidelijke assen in het gebied, te weten: - een stedelijke as in oost/west-richting (J. Wattstraat, deels reeds opgenomen in het SPvE); - een groene as in noord/zuid-richting (George Westinghstraat, welke niet voldoende uitgedrukt wordt in het SPvE); 7. Nieuwe en/of te verbeteren (langzaam verkeer) verbindingen met de omgeving dienen duidelijk op deze twee assen aangesloten te worden. 8. Zorg dat de essentiële verbeteringen in de openbare ruimte in de plannen opgenomen zitten en ook financieel afgedekt worden. 3
4
ADVIES over het Mei 2003 concept-stedebouwkundig Programma van Eisen DE EENHOORN Adviesnr. 280 Serie 03, nr.07 I. WAT VOORAF GING De ARS heeft het Stedebouwkundig Programma van Eisen (SPvE) De Eenhoorn (A dam, febr. 03) in zijn plenaire vergadering van mei j.l. behandeld. Dit werd voorafgegaan door een wandelexcursie met toelichting van de plan-opstellers uit het Stadsdeel. In deze plenaire vergadering ging het om een eerste meningsvorming. Dat resulteerde niet meteen in een afgeronde opvatting, vooral omdat er meningsverschillen waren over de precieze probleemstelling. Daarom heeft er daarna nog een apart gesprek plaatsgevonden tussen de opstellers en de ad hoc-commissie van de ARS. Dit gesprek was constructief en daarin is duidelijker gemaakt welk commentaar de ARS op het plan heeft. II. PROBLEEMSTELLING volgens de ARS Een hoofdpunt in de discussie is in hoeverre het plangebied De Eenhoorn als een eiland kan functioneren. Voor de ARS heeft het gebied een sterk eilandkarakter. Hij is van mening dat het tot stand brengen van volwaardige fiets- en loopverbindingen naar het Amstelstation en de Transvaalbuurt beslist noodzakelijk zijn. Deze verbindingen worden in het SPvE wel genoemd maar er wordt geen geld voor vrij gemaakt, het eilandkarakter ervan wordt niet ingezien. De ARS vindt tevens dat het plangebied behoort bij de Wibaut-as en de stationsomgeving van het Amstelstation. Door de vele verkeerswegen en de zware randbebouwing langs de Wibautstraat en Pr.Bernardplein/Gooiseweg, is er geen optimaal systeem van doorlopende straten met verbindingen naar het station, waardoor het gebied volwaardiger deel zou uitmaken van de stationsomgeving. Het blijft zoeken naar tussenoplossingen. De zware randbebouwing zorgt ook voor voordelen en maakt dat het plangebied in de luwte ervan ligt. De ARS is het eens met het SPvE als dit zegt dat die voordelen behouden moeten blijven, maar dan zonder de betekenis van Amstelstation en Wibautstraat tekort te willen doen. Dit dilemma tussen voor- en nadelen vormt de moeilijkheid van de onderhavige stedebouwkundige opgave. III. LANGERE TERMIJNVISIE versus MARKTWERKING Het uitgangspunt dat nu geldt is dat het Stadsdeelbestuur de markt zijn werking wil laten doen en niet wil aankopen. Dit heeft gevolgen voor de eenheid en afstemming in het plangebied. Ontwikkeling door een marktpartij kan zich afspelen binnen een kavel, een combinatie van kavels maar kan ook het hele gebied omvatten. Zeker als er ontwikkeld wordt op het kleinste schaalniveau, de kavel, is tenminste een visie op de structuur van de functies nodig. Daarin 5
moet het voorkeurscenario van het Stadsdeel zitten, waarmee een marktpartij verleid kan worden om bepaalde functies te realiseren. Dat geldt ook bij vestiging van woon- of onderwijsfuncties en bij verandering van de functies die er al zitten, zoals wanneer het politiebureau of het postkantoor leegkomt. Een SPvE dient daarin voor de komende 10 tot 15 jaar richting te geven waarmee het Stadsdeel voorbereid is op nieuwe (ongewenste) ontwikkelingen. De ARS mist een verdergaande visie, eindbeeld of ideaalplan, ofwel een bepaalde bevlogenheid in het plan. Om fragmentatie voor het door de ARS gewenste woongebied binnen de dikke randen te voorkomen, zou het een goed idee zijn een totaalontwerp te laten maken. Om tot verfrissende beelden te komen zou die opgave zich lenen voor het uitschrijven van een prijsvraag. IV. OPENINGEN NAAR DE OMGEVING Bij het doorbreken van de gesloten sfeer speelt tegelijkertijd dat er sprake is van te behouden geluidswanden langs de Wibautstraat die nodig zijn om de rust binnen het gebied te bewaren. Het gaat tevens om een diepliggende polder (6 meter verschil) ten opzichte van de omgeving. Dat geeft extra barrières voor de toegankelijkheid. Voor een doorbreking van het isolement moeten vooral deze barrières opgeheven worden en zijn er een aantal extra ontsluitingen voor het langzaam verkeer nodig. 1. Verbetering loop/fietsroute naar het Amstelstation De huidige fietsvoetgangerstunnel is gebruiksonvriendelijk uitgevoerd en er komen te weinig mensen doorheen. Dit maakt dat de mensen hem eng vinden en er weer minder gebruik van maken. Deze spiraal kan enigszins doorbroken worden als ook buiten de spitstijden het aantal voetgangers toeneemt. Als er meer woonfuncties in het gebied worden opgenomen, zal er een beter over de dag gespreid patroon van gebruik door voetgangers kunnen ontstaan. De verwachting is dat de herstructurering van het Prins Bernhardplein met zijn doorgaand autoverkeer ook een nieuwe voetgangerstunnel tussen het station en het gebied De Eenhoorn zal opleveren. Misschien zelfs gecombineerd met een goede oversteek op maaiveld. In die context zal de reconstructie van de omgeving een ideaal momentum zijn kwaliteitswinst te behalen en gewenste samenhangen beter vorm te geven. Door het ontbreken van een financieringsopzet is niet duidelijk of dit op afzienbare termijn haalbaar is. Omdat er geen ontwerpen en bijbehorende financiële onderbouwing in het SPvE zijn opgenomen, vreest de ARS dat in deze noodzakelijke verbinding geen enkele verbetering komt. 2. Relatie met Wibautstraat en Julianaparkbuurt De relatie met de Wibautstraat zal vooral in een hoogwaardige inrichting van de openbare ruimte tot stand moeten komen. Met name gaat het om een goede aansluiting op de opening die langs de Ringdijk op de Wibautstraat uitkomt. Verder zal ingespeeld kunnen worden op bestaande toegangen, zoals ter hoogte van de prachtige trappenpartij bij het Louise Wenthuis (naar de Stephensonstraat) en de trappen om de hoek van de randbebouwing naar de James Wattstraat. Ook is er lopend vanuit de nieuwe Julianaparkbuurt niet makkelijk te komen, omdat er geen doorsteek of korte voetgangersroute is. 6
3. Route naar de Transvaalbuurt Via een nieuwe loop/fietsbrug over de Ringvaart krijgt de Transvaalbuurt kortere loopafstanden naar het Amstelstation. Het SPvE noemt wel de wenselijkheid ervan maar maakt het niet tot onderdeel van het plan. Volgens de ARS kan een loop/fietsbrug over de Ringvaart goed aansluiten met een groen opgewaardeerde route via de George Westinghstraat. Een vervolgroute via deze brug vraagt binnen de Transvaalbuurt nog om nadere studie. V. WELK SOORT MILIEUTYPE OF WOONSFEER 1. Milieutype volgens de Structuurplankaart van Amsterdam Het plangebied ligt volgens het ontwerp-structuurplan Kiezen voor stedelijkheid (mei 2002) voor tweederde deel (westelijk deel) binnen het zogenoemde grootstedelijk kerngebied. Het SPvE vergroot dit door die grens tot aan de Nobelweg te leggen. Kenmerken van een grootstedelijk kerngebied zijn volgens het Structuurplan: uitstekende bereikbaarheid met openbaar vervoer; toegankelijkheid van de openbare ruimte voor verschillende bevolkingsgroepen; sociaal veilig; ingericht op intensief ruimtegebruik; van belang is de aanwezigheid van verschillende publieksstromen op een zelfde plek door een grote menging van centrumfucties. De oostelijke zone (waar nu reeds grotendeels wonen plaats vindt) valt volgens het Structuurplan Amsterdam onder de noemer stedelijk wonen-werken. Het Structuurplan noemt nog het milieutype grootstedelijk wonen-werken, zonder omschrijving. Het zal wel ergens tussen de 2 bovengenoemde typen liggen. Trefwoorden ervan zijn: multimodale ontsluiting en invloedssfeer van interregionale knooppunten van openbaar vervoer. Ontbrekende kenmerken van stedelijkheid in het gebied De Eenhoorn zijn vooral de diversiteit aan functies, de toegankelijkheid, de aantrekkelijkheid en karakterisering van de openbare ruimte. Daardoor mist het aantrekkingskracht voor verschillende publieksstromen. 2. Grootstedelijkheid, toegepast op het plangebied De opstellers van het SPvE houden de definiëring uit het Structuurplan aan en gaan daarom uit van een grootstedelijk kerngebied waarin kantoren, bedrijvigheid en woonfuncties voor de nodige grootstedelijke dynamiek zullen zorgen. Zij zeggen dit aan marktpartijen mee te geven en daardoor niet klakkeloos de markt te volgen. Een grootstedelijk kerngebied lijkt vanuit de kaart van Amsterdam een redelijke keus, maar in de onderhavige polder De Eenhoorn ligt dit genuanceerder. Uit de huidige sfeer is al op te maken dat het gebied weinig uitstraling heeft. De verschijningsvorm van nu werkt psychologisch niet wervend: rommelig, soms de sfeer van achterkanten en geen aangename openbare ruimtes. Bij grootstedelijk wonen is een dynamischer uitstraling vereist, dit geldt ook voor lagere en middeninkomens. De opgave van het SPvE is een passende stedelijkheid via de verschijningsvorm en de mate van functiemenging te verwoorden in randvoorwaarden voor de marktpartijen. 7
3. Functiemenging met accent op wonen Als voor grootstedelijkheid wordt gekozen dan staat dit volgens de ARS gelijk aan kiezen voor een betere toegankelijkheid (om het eiland niet te isoleren) en meer levendigheid (om een sfeer van stedelijkheid te krijgen). Op deze aspecten laat het SPvE het echter afweten. De gevolgen van de keuze voor een grootstedelijk kerngebied zijn onvoldoende vertaald in het plan. In het SPvE wordt deze principiële keuze niet gemaakt. Dat kan betekenen dat er ook aan het eind van de uitvoeringsperiode misschien te weinig mensen zullen wonen en er zo te weinig kritische massa is voor stedelijke functies. De ARS onderstreept daarom het accent op wonen in hoge dichtheid. Toch blijft volgens hem een mix van functies nodig gezien de gewenste stedelijkheid. Buiten het wonen bieden de randen kansen voor allerlei extra functies. Ook moet er ruimte blijven voor andere dan werkbestemmingen, b.v. onderwijsinstellingen. Het eilandkarakter hoeft bij deze keuzes niet in alle opzichten doorbroken te worden. Concreet betekent dit volgens de ARS: Zoneer kavel E overeenkomstig kavels B, C en F, dan ontstaat er een duidelijke onderscheid tussen een dikke rand waar werken en voorzieningen domineren (kavels A, D, G, H en I) en een hart waar wonen domineert (kavels B, C, E en F). VI. MEER AANDACHT VOOR DE OPENBARE RUIMTE Om de leefbaarheid te vergroten heeft het Stadsdeel een belangrijke troef in handen, n.l. die van de openbare ruimte. Het is niet te verwachten dat er winst uit de grondexploitatie komt, omdat alles is uitgegeven in erfpacht. Voor een goede inrichting van de openbare ruimte is er wel geld nodig. De ARS gaat er daarom vanuit dat de opbrengst gezocht moet worden in uitbreiding in de hoogte, d.w.z. in intensivering van het grondgebruik. Daarmee komt het begrip leefbaarheid naar voren. Daarop heeft de ARS vraagtekens bij het huidige SPvE. Volgens de ARS zal het bevorderen van de leefbaarheid zich vooral moeten toespitsen op de inrichtingseisen. Om meer levendigheid te krijgen is een specifiek plan voor de openbare ruimte noodzakelijk. Daarin kunnen volgende elementen een rol spelen. * Kantoren leveren niet veel op qua levendigheid. Het gaat vooral om de periodes tussen de spitsen van de werktijden. Het zal duidelijk zijn dat woonfuncties in deze tussenperiodes een aanvulling vormen, met name de al deels voorgenomen studentenhuisvesting. * Het gaat er ook om meer toevallige passanten door het gebied te krijgen. Dit zal alleen lukken als er extra routes door het plangebied komen en de verbinding richting Watergraafsmeer (Middenweg) sterk verbetert. * Een in het SPvE opgenomen plein voor het politiebureau heeft volgens de ARS nauwelijks betekenis. Het vormt geen natuurlijk centrum in de buurt. Ruimtelijk gezien is het slechts een verbreding in het straatprofiel. Het is maar de vraag of er omheen publieksvriendelijke plinten kunnen ontstaan. Het wordt ook nog eens letterlijk overschaduwd door de tegenover liggende bebouwing. * De boerderij levert een aanknopingspunt. Die zou voller in de aandacht moeten komen. Daar zijn meerdere manieren voor. Een te maken (doorbraak) zicht-as in noord/zuid-richting gericht op de boerderij ziet de ARS niet als oplossing, de boerderij heeft geen hoogte-accent en verdwijnt onder de taludhoogte van de Ringdijk. De boerderij kan een attractieve voorziening vormen voor zowel kantoorpersoneel als voor bewoners van de divers samengestelde woonvormen. Mw. E. Eshuis (voorzitter) B.B.J. Huls (secretaris) 8