Paragraaf 9.1 : Logaritmen

Vergelijkbare documenten
Paragraaf 12.1 : Exponentiële groei

9.1 Logaritmische en exponentiële vergelijkingen [1]

exponentiële standaardfunctie

Paragraaf 13.1 : Berekeningen met de afgeleide

Paragraaf 5.1 : Machten en wortels

1. Orthogonale Hyperbolen

Paragraaf 11.0 : Voorkennis

Samenvatting Wiskunde B

12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: l:y = ax + b gaat door de punten A(5, 3) en B(8, 12). Stel de functie van l op.

Paragraaf 9.1 : Twee soorten groei

rekenregels voor machten en logaritmen wortels waar of niet waar

Paragraaf 6.1 : Kwadratische formules

14.1 Vergelijkingen en herleidingen [1]

Basisvormen (algebraische denkeenheden) van algebraische expressies/functies

Paragraaf 4.1 : Kwadratische formules

HOOFDSTUK 3 : LOGARITMISCHE FUNCTIES

Paragraaf 14.0 : Eenheidscirkel

7.1 De afgeleide van gebroken functies [1]

Paragraaf 5.1 : Wortelvormen en Breuken

Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

Paragraaf 7.1 : Eenheidscirkel en radiaal

5.0 Voorkennis. Rekenen met machten: Let op het teken van de uitkomst; Zet de letters (indien nodig) op alfabetische volgorde.

K.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren:

K.1 De substitutiemethode [1]

Paragraaf 11.1 : Grafieken en Gebieden

Standaardafgeleiden. Wisnet-HBO. update maart 2011

Algemene informatie. Inhoudelijke informatie

Machten, exponenten en logaritmen

Paragraaf 1.1 : Lineaire verbanden

Paragraaf K.1 : Substitutiemethode

16.1 De Afgeleide Functie [1] Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

11.0 Voorkennis. Optellen alleen bij gelijknamige termen: 3a 3 + 4a 3 = 7a 3. Bij macht van een macht exponenten vermenigvuldigen: (a 5 ) 4 = a 20

15.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: (somregel) (productregel) (quotiëntregel) n( x) ( n( x))

META-kaart vwo5 wiskunde A - domein Afgeleide functies

Errata Moderne wiskunde 9e editie VWO B deel 2 hoofdboek

13.0 Voorkennis. Links is de grafiek van de functie f(x) = 5x 4 + 2x 3 6x 2 5 getekend op het interval [-2, 2]; Deze grafiek heeft drie toppen.

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i

Hoofdstuk 6 - de afgeleide functie

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

Analyse. Samenvatting: logaritmen. Frank Derks Gerard Heijmeriks

exponentiële verbanden

Paragraaf 1.1 : Lineaire functies en Modulus

Paragraaf 2.1 : Snelheden (en helling)

Samenvatting wiskunde B

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

wiskunde B vwo 2019-I

V6 Programma tijdens de laatste weken

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

Voorwoord Rekenvaardigheden

4. Exponentiële vergelijkingen

10 log sin 20. Naam:

2.1 Lineaire functies [1]

logaritmen WISNET-HBO update jan Zorg dat je het lijstje met rekenregels hebt klaarliggen als je met deze training begint.

Differentiaalrekening. Elementaire techniek van het differentieren.

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

3.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.

vwo A deel 4 13 Mathematische statistiek 14 Algebraïsche vaardigheden 15 Toetsen van hypothesen 16 Toepassingen van de differentiaalrekening

Paragraaf 2.1 Toenamediagram

14.0 Voorkennis. De hierboven getekende functie herhaalt zich om de 6 seconden. Dit noemen we dan ook een periodieke functie.

Paragraaf 8.1 : Eenheidscirkel

7,7. Samenvatting door Manon 1834 woorden 3 mei keer beoordeeld. Wiskunde C theorie CE.

Wiskunde 2 september 2008 versie Dit is een greep (combinatie) van 3 uit 32. De volgorde is niet van belang omdat de drie

) translatie over naar rechts

Logaritmische functie

Een checklist is een opsomming van de dingen die je moet weten en kunnen. HAVO 4 wiskunde B...

Studiehandleiding Basiswiskunde cursus

denkeenheden letters vormen woorden woorden vormen zinnen zinnen vormen verhalen stenen vormen muren muren vormen huizen huizen vormen steden

exponentiële en logaritmische functies

Wiskunde 20 maart 2014 versie 1-1 -

Paragraaf 13.0 : Limieten en absolute waarde

Exponentiële vergelijkingen en groei

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

ONLY FOR PERSONAL USE. This digital version of the DictaatRekenvaardigheden - Algebraic Skills is for personal use because of copyright.

FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE Afdeling Kwantitatieve Economie

stap voor stap; zonder GR-functies; tussen- en eindantwoorden mogen benaderd worden genoteerd (wel doorrekenen met exacte antwoorden).

Hoofdstuk 9: Allerlei functies. 9.1 Machtsfuncties en wortelfuncties. Opgave 1: a. Opgave 2: a. de grafiek van y2. ontstaat uit die van y 1.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Wiskunde: Logaritmen en getal e 1/3/2017. dr. Brenda Casteleyn

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

Paragraaf 7.1 : Lijnen en Hoeken

Eindexamen wiskunde B pilot havo I

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 donderdag 19 mei uur

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

WISKUNDE 12 HAVO REVIEW-opgaven. (12+1 stuks).

1.1 Rekenen met letters [1]

13.0 Voorkennis. Deze functie bestaat niet bij een x van 2. Invullen van x = 2 geeft een deling door 0.

Samenvatting Wiskunde A

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

wiskunde A vwo 2019-I

wiskunde B pilot havo 2016-I

5.1 Lineaire formules [1]

Transformaties van grafieken HAVO wiskunde B deel 1

Cijfer = totaal punten/10 met minimum 1

Vergelijkingen oplossen met categorieën

7.0 Voorkennis. tangens 1 3. Willem-Jan van der Zanden

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

1.1 Lineaire vergelijkingen [1]

1.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op: 6x + 28 = 30 10x.

Wiskunde voor relativiteitstheorie

10e editie Inhoudsopgave leerjaar 6

Examen VWO. wiskunde A. tijdvak 1 maandag 20 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Transcriptie:

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina van 5 Paragraaf 9. : Logaritmen Les Logaritmen Definitie Logaritmen Hoofdregel : g t = b t = g log b met domein b>0 Om logaritmen uit je hoofd uit te rekenen kun je de volgende regel gebruiken : g log g t = t Voorbeeld Bereken uit je hoofd a. 3 log 9 = b. 3 log 7 = c. log ½ = d. 3 log 5 = Olossing a. 3 log 9 = 3 log 3 = b. 3 log 7 = 3 log 7 ½ = 3 log (3 3 ) ½ = 3 log 3 ½ = ½ c. log ½ = log - = - d. Dit kan niet dus : = 3 log 5. { = (log 5) / (log 3) =, of met de kno Logbase } Voorbeeld Bereken eact : 5 3 log () + = Olossing 5 3 log () + = 5 3 log () = 0 3 log () = ( Gebruik nu de hoofdregel g t = b t = g log b ) = 3 = 9/ = ½

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina van 5 Les : Grafieken en ongelijkheden Definitie Staenlan logaritmische ongelijkheden (0) Beaal het domein () Los de vergelijking o () Maak een schets van de twee grafieken. Let o het domein!!!! (3) Lees de olossing af uit de schets. Voorbeeld Gegeven f() = log (+) en g() = log (5-). a. Beaal de domeinen van f en g. b. Los o : f() < g() Olossing a. Domein f : + > 0 > - Domein g : 5 > 0 < 5 b. () log (+) = log (5-). Y =log (+) / log() Y = log (5-) / log() calc intersect = 3, () Schets mbv Y en Y geeft (3) - < < 3, 3. Domeinen : -5 en - dus log (+5) + log (+) 5 als - < 3

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina 3 van 5 Les 3 : Eonentiële vergelijkingen olossen en omschrijven Voorbeeld Los eact o a. 3 + = 0 b. 5 3 = 00 Olossing a. 3 + = 0 ( Gebruik nu de hoofdregel g t = b t = g log b ) + = 3 3 log (0) = log(0) b. 5 3 = 00 3 = 0 3 = log (0) 3 = log(0) + = log(0) + 3 3 Voorbeeld Maak vrij bij de formule y = 3 + 0 { Schrijf als = } Olossing y = 3 + 0 y + 0 = 3 + 3 + = log (y + 0) 3 = log(y + 0)

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina van 5 Paragraaf 9. : Rekenregels bij Logaritmen Les : Logaritmische vergelijkingen Definitie : Rekenregels Logaritmen () g log a + g log b = g log ab () g log a g log b = g log (a/b) (3) g log a k = k g log a () g log a = (log a) / (log g) (5) g log () = 0 () g log g t = t (7) log a = 0 log a Voorbeeld Bereken eact met de rekenregels a. 3 log + 3 log = { b. log 8 = { = log 8 = log 3 = 3 = } c. 3 log 3-3 log = { = 3 log 3 : = 3 log 3 = } Olossing a. 3 log + 3 log = 3 log ( ) = 3 log 7 b. log 8 = log 8 = log 3 = 3 = c. 3 log 3-3 log = 3 log 3 : = 3 log 3 =

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina 5 van 5 Voorbeeld Los algebraïsch o a. + log () = log (-3) b. log (+5) - ½ log (+) = c. log () - log () = Olossing a. Let o het domein : (i) > 0 en 3 > 0 > 0 en < 0 < < log( log( ) 9 9 ) log( ) 3 log( 3 ) log( ) log( 3 ) log( 3 ) b. Let o het domein : (i) +5 > 0 en + > 0 > -5 en > - > - Er geldt ook dat : ½ log (+) = - log (+) dus log (+5) + log (+) = log( 5)( ) log( log( 7 0 ) log( 7 0 7 0 ( )( ) 0 v ( V. N.) ) ) c. Let o het domein : (i) > 0 ( log( )) 0 ( 3)( ) 0 3 log( ) 3 3 v 8 log( ) v v log( ) { Stel log( ) }

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina van 5 Les Eonentiele vergelijkingen olossen Voorbeeld Los eact o a. 3 + = 8 b. 5 5 = c. + - = Olossing 7 7 7 : 0 3 0 } { 0. log() ) 3 ( 5 5 3 0 3) ( ) ( 0 } 5 { 0 5 ) (5.. 5 formule abc Stel c KN v v Stel b a

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina 7 van 5 Paragraaf 9.3 : Eonentiële en Logaritmische formules Les verdubbelings- en halveringstijd Voorbeeld Sjors heeft 800 vlooien. Iedere dag daalt de oulatie met %. a. Beaal de formule. b. Bereken aan het begin van welke dag het aantal vlooien voor het eerst (meer dan) gehalveerd is. Olossing a. N = 800 0,9 t. b. 00 = 800 0,9 t () Y = 800 0,9 t en Y = 00 () Intersect (3) =, = e dag Of () Y = 0,9 t en Y = 0,5 () Intersect

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina 8 van 5 Definities Logaritmisch aier O logaritmisch aier is : de macht lineair (iedere keer + ) wordt in een staje alles 0 keer zo groot de formule y = b g t (eonentiële) een rechte lijn!!!! Voorbeeld Aflezen A,B,C,D,E en F o blz. 3 log aier. Voorbeeld Gegeven is de volgende lijn. Beaal de formule van de lijn Olossing Je kunt gebruik maken van het staenlan uit aragraaf 0.. Lees twee unten af, bijvoorbeeld (-, ½ ) en (,) () Rechte lijn dus y = b g t () g 3 = / ½ = 8 g 3 = 8 g = (3) y = b t en (,) invullen = b b= () Dus y = t Omerking : Bij dubbellogaier zijn beide assen logaritmisch.

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina 9 van 5 Les 3 : Verschuiven en vermenigvuldigen Definities Transformaties (=Verschuiving of Vermenigvuldiging) () Translatie a naar rechts en b omhoog ( T(a,b) ) F() Translatie (a,b) F(-a) + b () Vermenigvuldiging t.o.v. de -as met factor a ( = V-as,a ) F() V-as,a a F() (3) Vermenigvuldiging t.o.v. de y-as met factor a ( = Vy-as,a ) F() Vy-as,a F( /a ) Voorbeeld Gegeven is de formule f() = + 8 Geef de formule na de translatie: a. (3,) { + 8 T(3,) g() = -3 + + 8 = -3 + } b. (-,) { + 8 T(-,) g() = + + + 8 = + + } Geef de formule na vermenigvuldiging met factor - c. TOV de -as d. TOV de y-as Olossing a. + 8 T(3,) g() = -3 + + 8 = -3 + b. + 8 T(-,) g() = + + + 8 = + + c. g() = - ( + 8) = - - = + d. g() = -/ + 8 =(½) ½ + 8

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina 0 van 5 Paragraaf 9. : Het getal e Les : Het getal e We kijken naar een aar afgeleiden Voorbeelden. f() =,5 f () = 0,9,5. f() = 3 f () =,099 3 3. f() =,78.. = e f () = e = e Dus er geldt f() = e f () = e Omerking Omdat e een getal is (en wel =,78 ) is e = 7,389.. ook een getal en dus alle machten zijn getallen Voorbeeld Herleid a. e + e = b. 3e + 3e = c. e 3 / e = d. (e + e ) = Olossing a. e b. e c. e d. e + e e + e e + (e ) = e + e e + (e ) = e + e + + e

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina van 5 Voorbeeld Los algebraïsch o a. e = e b. e - e 3+ = 0 Olossing a. e - e =0 (-)e = 0 = v e = 0 (kn) b. e - e 3+ = 0 e = e 3+ = 3 + = - ½

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina van 5 Les : Differentiëren van e-machten Definitie Differentiëren van e-machten Hoofdregel voor e-machten f() = e f () = e Omerking Ook bij e-machten kun je roductregel, quotiëntregel of kettingregel nodig hebben!!! Voorbeeld Differentieer a. f() = 5e b. f() = e c. f() = 5e 0- d. f() = 3e e. f() = (3-5) / e Voorbeeld Differentieer a. f () = 5e b. f() = e + e { PRODUCTREGEL } c. f() = 5e 0- - { KETTINGREGEL } d. f() = 0 { e = 7,389 IS EEN GETAL } e. f () = e (3 5) 3e e

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina 3 van 5 Paragraaf 9.5 : De Natuurlijke Logaritme { ln() } Les Rekenen met ln() Voorbeeld Los de volgende vergelijkingen eact o. Denk aan de regel : g t = b g log(b) = t. a. e = 0 b. e +5 = 8 Olossing a. e = 0 = e log(0) b. e +5 = 8 +5 = e log(8) = e log(8) 5 = ½ e log(8) ½ Definities Omdat e log() heel vaak voorkomt is er een etra naam bedacht voor deze formule en dat is ln() Dus : e log() = ln() Omdat geldt dat g log(g ) = geldt ook dat : e log(e ) = ln(e ) = Er geldt dus ook : ln(e 3 ) = 3 en ln(e) = ln(e ) = Omdat ln() een logaritme is gelden alle logaritme regels!!! Voorbeeld Herleid tot één geheel a. ln(e ) = b. ln(3) + ln(3) = c. ln (e) + = d. ln(3) + = Olossing a. ln(e ) = e log (e ) = b. ln(3) + ln(3) = ln(3 3) = ln(39) c. ln (e) + = ( ln(e) ) + = + = 3 d. ln(3) + = ln(3) + ln(e ) = ln(3e )

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina van 5 Voorbeeld 3 Los de vergelijkingen eact o a. ln () = 3 b. ln() = ln() c. ln() - ln(3+) = Olossing 3 Denk aan de regel : g t = b g log(b) = t a. e log () = 3 = e 3 = ½ e 3 b. ln() = ln() ln() ln() = 0 ln() [ ] = 0 ln() = 0 v = 0 = e 0 = v = ½ c. ln (+) ln() = ln ( (+) / ) = (+) / = e + = e e = - (e ) = - = -/(e )

Hoofdstuk 9 Eonentiële en Logaritmische functies (V5 Wis B) Pagina 5 van 5 Les : Differentiëren van de Natuurlijke Logaritme ln() Definitie differentiëren van log-functies Hoofdregel : f() = ln() f () = g Hulregel : f() = log ( ) f () = ln(g) Definitie differentiëren van eonentiële functies Hoofdregel : f() = e f () = e Hulregel : f() = a f () = ln(a) a Voorbeeld Differentieer a. f() = 3ln() b. f() = ln ( + 5) c. f() = ln 3 () 3 d. f() = log ( + 7) e. f() = 3 f. f() = 5 Olossing Differentieer a. f () = 3 ln() + 3 = 3ln() + 3 b. f () = (+5) ( + 5) = +5 +5 c. f () = 3 ln () d. f () = (+7)ln(3) e. f() = 3 ln() f. f() = ln (5) 5 ( ) { KETTINGREGEL MET u = ln() }