Auteur VO-content Laatst gewijzigd 20 October 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/73798 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave Vraag naar arbeid Vooraf Stap 1 Stap 2 Stap 3 Stap 4 Stap 5 Stap 6 Over dit lesmateriaal Pagina 1
Vraag naar arbeid Vooraf Frits van Voort is de eigenaar van een fietsenwinkel. Bij zijn winkel kun je terecht voor alles wat met een fiets te maken heeft. Je kunt er een nieuwe fiets kopen, maar je kunt er ook een lekke band laten plakken. De zaken gaat goed. Zo goed zelfs dat Frits het werk in zijn eentje eigenlijk niet meer aankan. Hij overweegt iemand in dienst te nemen. Wat denk jij? Op welke vragen zal Frits antwoord willen hebben voor hij besluit of hij wel of niet iemand in dienst neemt? Schrijf zoveel mogelijk vragen op. Bespreek de vragen met een klasgenoot. Aan het eind van deze opdracht kun je: uitleggen wat wordt verstaan onder werkgelegenheid. uitleggen wanneer particuliere bedrijven wel en wanneer particuliere bedrijven geen werknemers in dienst zullen nemen. Activiteiten Stap Groepsgrootte Activiteit Stap 1 Informatie lezen en vragen beantwoorden over werkgelegenheid. Stap 2 Vraag over particuliere bedrijven beantwoorden. Stap 3 Vragen over het minimumloon beantwoorden. Pagina 2
Stap 4 Vragen over de veranderde vraag naar arbeid beantwoorden. Stap 5 Vragen over de vraag naar geschoold en ongeschoold werk beantwoorden. Stap 6 Vragen over de arbeidsproductiviteit beantwoorden. Benodigdheden Voor deze opdracht heb je een rekenmachine nodig. Tijd Voor deze opdracht heb je 2 uur nodig. Stap 1 Werkgelegenheid Bestudeer uit de Kennisbank het onderdeel 'De vraag naar arbeid' en beantwoord daarna de vragen. KB: De vraag naar arbeid 1. Kies het juiste antwoord. De werkgelegenheid is... A. het aantal mensen met een baan. B. het aantal vacatures. C. het aantal mensen met een baan plus het aantal vacatures. 2. In een steenfabriek worden per dag 20.000 stenen gemaakt en verkocht. Iedere werknemer in de fabriek werkt 8 uur per dag en maakt gemiddeld 100 stenen per uur. Laat met een berekening zien dat de werkgelegenheid in deze fabriek 25 is. 3. Bedrijven en de overheid zijn de vragers van arbeid. Wanneer zal een bedrijf iemand in dienst nemen? Stap 2 Pagina 3
Particuliere bedrijven Particuliere bedrijven streven naar het maken van winst. Een particulier bedrijf zal alleen iemand in dienst nemen als hij meer oplevert dan hij kost. Wat een nieuwe werknemer oplevert, hangt af van het aantal producten dat hij maakt en de verkoopprijs van die producten. De kosten van een nieuwe werknemer zijn vooral loonkosten. Hans van Klaver heeft een eigen timmerbedrijf. Het bedrijf kan een opdracht krijgen om 200 houten kasten te maken. De opdrachtgever wil 50,- per kast betalen. Als Hans de opdracht aanneeemt, zal hij op zoek moeten naar een timmerman die de opdracht voor hem kan uitvoeren. Hans maakt het volgende overzicht: materiaal kosten (hout, lijm, schroeven) overige bedrijfskosten aantal arbeidsuren 4.000, 2.400,1,5 uur per kast Hans kan een timmerman vinden die wil werken voor 12,50 per uur. Zal Hans de timmerman aannemen? Leg je antwoord uit. Stap 3 Pagina 4
Minimumloon Sommige werkgevers pleiten voor het afschaffen van het minimumloon. De afschaffing van het minimumloon zal, volgens hen, leiden tot een grotere vraag naar arbied. Hoe dat gaat kun je uitleggen in zes stappen. Hieronder zie je de deze stappen. Ze staan alleen nog niet in de goede volgorde. Wat is de juiste volgorde? 1. 2. 3. 4. 5. 6. Verlaging minimumloon, meer afzet door bedrijven, lagere kostprijs van producten, lagere loonkosten voor de werkgever, lagere verkoopprijs van producten, grotere vraag naar arbeid. Goede volgorde: 1 >... >... >... >... > 6 De vakbonden zijn tegen de afschaffing van het minimumloon. Waarom, denk je, zijn de vakbonden tegen de afschaffing van het minimumloon? Stap 4 Pagina 5
Veranderende vraag naar arbeid 1 In een bedrijf is de vraag naar arbeid niet steeds gelijk. Een landbouwbedrijf bijvoorbeeld heeft 's zomers meer mensen nodig dan in de winter. En ook een aannemer kan als hij een grote opdracht binnen haalt tijdelijk behoefte hebben aan extra personeel. Waarom zullen bedrijven voor het aantrekken van extra personeel vaak liever naar een uitzendbureau gaan dan een advertentie plaatsen? 2 In veel steden zijn de supermarkten van maandag tot en met zaterdag van 's morgens 8 uur tot 's avonds 8 uur geopend en ook op zondag kun je boodschappen doen. Dit kan sinds de wet waarin de verruiming van de winkeltijden is geregeld. a. Wat heeft de verruiming van de winkeltijden voor invloed op de vraag naar personeel? Leg je antwoord uit. b. De verruiming van de winkeltijden heeft gevolgen voor de werktijden van het personeel. Welke gevolgen zijn dat? Stap 5 Pagina 6
Vraag naar geschoold of ongeschoold werk? 1 In veel bedrijven spelen machines een belangrijke rol bij de productie. Als er meer machines in gebruik worden genomen kan dat invloed hebben op de vraag naar arbeid. De ingebruikname van machines kan zowel invloed hebben de omvang van de vraag naar arbied als op het soort werknemers dat nodig is. a. Wat zal de invloed zijn van het in gebruik nemen van extra machines op het aantal werknemers dat nodig is? Leg je antwoord uit. b. Wat zal de invloed zijn van het in gebruik nemen van extra machines op het soort werknemers dat nodig is? 2 Werk kun je onderverdelen in geschoold en ongeschoold werk. Geschoold werk is werk waar je een opleiding of specifieke vakkennis voor nodig hebt. Werk waarvoor je dat niet nodig hebt, noem je ongeschoold werk. a. Geef drie voorbeelden van ongeschoold werk. b. Geef drie voorbeelden van geschoold werk. c. Is de vraag naar geschoold werk nu groter of kleiner dan de vraag naar geschoold werk 50 jaar geleden? Leg je antwoord uit. Stap 6 Pagina 7
Arbeidsproductiviteit en vraag naar arbeid In 2012 had papierfabriek GAMMA 600 werknemers in dienst. Iedere werknemer werkte 36 uur per week. Per week werd er in de fabriek in totaal 108.000 kg papier gemaakt en verkocht. Het gemiddeld aantal kilogram papier dat per werknemer per uur wordt gemaakt, noem je de arbeidsproductiviteit per uur. 1. Laat met een berekening zien dat in 2012 de arbeidsproductiviteit 5kg papier bedroeg. In 2014 nam het bedrijf een nieuwe machine in gebruik. Hierdoor steeg de arbeidsproductiviteit naar 6 kg papier. De totale productie per week bleef 108.000 kg papier. De werkweek bleef 36 uur. 2. Bereken hoeveel mensen er ontslagen moesten worden. 3. Wat denk je, zal er ongeschoold of juist geschoold personeel zijn ontslagen? Pagina 8
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 20 October 2016 om 14:39 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; Leerinhoud en doelen Arbeid, productie en bedrijfsleven; Economie; Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 2 uur en 0 minuten Pagina 9