Auteur VO-content Laatst gewijzigd 21 November 2016 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres http://maken.wikiwijs.nl/82679 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.
Inhoudsopgave Nederland en Spanje Vooraf Kennisbank Stap 1 Stap 2 Stap 3 - Deel 1 Stap 3 - Deel 2 Stap 4 Stap 5 Over dit lesmateriaal Pagina 1
Nederland en Spanje Vooraf Leerdoelen Het weer is grillig. Mooi en slecht weer en alles ertussen in wisselen elkaar onnavolgbaar af. Regen, zon, wind, bewolking, langer dan een paar dagen vooruit is het niet te voorspellen. En toch vormt het weer in een bepaald gebied een constante. Meet in dat gebied lange tijd achtereen, zeg dertig jaar, temperatuur, neerslag, wind, bewolking en luchtdruk. Reken de gemiddelden uit van alle meetresultaten en je hebt het gemiddelde weer: het klimaat. In deze opdracht gaat het om de klimaten van Nederland en Spanje. Aan het eind van deze opdracht: Kun je het begrip klimaat omschrijven en kun je de vier klimaatzones noemen. Kun je vier factoren noemen die het klimaat in een bepaald gebied bepalen. Kun je met een voorbeeld laten zien dat Köppen de klimaten in groepen heeft verdeeld. Kun je een klimaatgrafiek lezen. Kun je aan de hand van de vier klimaatfactoren deze klimaten in Nederland en Spanje beschrijven. Pagina 2
Eindproduct Als eindproduct van deze opdracht maak je samen met een of twee klasgenoten een beschrijving van het klimaat in een streek in Nederland of Spanje. Dat doe je voor een reisbureau, gespecialiseerd in reizen naar Nederland en Spanje. Door de beschrijving te maken, laat je zien dat je de leerdoelen hebt behaald. Beoordeling De klimaatbeschrijving laten jullie beoordelen door jullie docent.` Bij de beoordeling let jullie docent op: de inhoud: laat de beschrijving zien dat je begrepen hebt welke klimaat of klimaten Nederland en Spanje hebben? de vorm: is het eindproduct met zorg gemaakt en geeft het een duidelijk beeld van wat voor klimaat je aantreft in de streek in Nederland of Spanje die je onder handen hebt. Werkwijze Groepsgrootte Stap 1 tot en met stap 3 doe je alleen. Het eindproduct (stap 4) maak je samen met een of twee klasgenoten. Benodigdheden Geen bijzonderheden. Tijd Voor deze opdracht heb je 2 lesuren nodig. Kennisbank Voor je met de opdracht begint bestudeer je de volgende items uit de Kennisbank. KB: Weer en klimaat KB: Klimaatverschillen Pagina 3
Kijk of je antwoord kunt geven op de volgende vragen: 1. 2. 3. 4. 5. Schrijf de namen van de vier klimaatzones op. Schrijf drie kenmerken van een woestijn op. Tot welke klimaatzone behoren het zeeklimaat en het landklimaat? Schrijf drie klimaten op die behoren tot de koude klimaatzone. Schrijf vier factoren op die zorgen voor klimaatverschillen tussen gebieden. Bespreek de antwoorden met een klasgenoot. Stap 1 Wat is klimaat Kijk naar de film Klimaatzones van de wereld. Hierin wordt uitgelegd dat weer en klimaat niet hetzelfde zijn en dat het klimaat op aarde niet overal hetzelfde is. Wat voor klimaat een gebied heeft, hangt af van vier verschillende factoren: Breedteligging (afstand tot de evenaar). In de film wordt één reden genoemd waarom minder warmte van de zon het aardoppervlak bereikt naarmate je verder van de evenaar af bent. Er is nog een tweede reden: hoe verder je van de evenaar af bent, hoe langer de weg is die zonlicht door de dampkring van de aarde aflegt. En hoe langer die weg is, hoe meer zonlicht door de dampkring wordt tegengehouden. Reliëf. Bergketens hebben invloed op het klimaat, vooral als ze in een gebied liggen waar het grootste deel van het jaar de wind van zee komt. Die wind voert vochtige lucht aan die omhooggestuwd wordt als de bergen worden bereikt. Hoe hoger hoe koeler, de lucht koelt af en de waterdamp in de lucht condenseert. Die waterdamp vormt wolken waaruit vervolgens regen valt (aan de loefzijde) van de bergketens. De inmiddels droge lucht daalt aan de andere kant van de bergen (de lijzijde). Vooral als de wind het hele jaar door uit dezelfde richting waait, heerst er aan de lijzijde van de bergketens een droog klimaat. Nabijheid van grote wateroppervlakken. De temperatuur van zeewater schommelt minder hard dan de temperatuur op het vasteland. Dat Pagina 4
geldt zowel voor dag- en nachtverschillen als voor de seizoenen. Daardoor heeft nabijheid van zeewater een matigende werking op de temperatuur. In de buurt van zeewater is het s winters minder koud en s zomers minder warm dan op plaatsen verder weg van de zee. Zeestromen en wind. Kijk naar de film Zeestromen en wind. Vragen: 1. 2. 3. 4. Wat is klimaat? Welke klimaatzones op aarde worden in de film genoemd? Waarom lopen de grenzen tussen deze zones niet helemaal parallel aan de evenaar? Waarom zijn de winters aan de oostkust van de Verenigde Staten kouder dan in West-Europa op dezelfde breedtegraad? Stap 2 De klimaatindeling van Köppen Je hebt in Stap 1 gezien dat er verschillende klimaten zijn op aarde. Om al die klimaten duidelijk te kunnen beschrijven heeft de Russische wetenschapper Vladimir Köppen (1846-1940) klimaten in groepen ingedeeld. Elke groep heeft meerdere klimaten die een beetje van elkaar verschillen. Voor elk van die klimaten heeft Köppen een lettercode bedacht. De indeling is als volgt: A. Tropische klimaten: 1. AF: Tropisch regenwoudklimaat (f = geen droge periode). 2. AS en AW: Savanneklimaat met droge periode in de zomer of in de winter (s = droge zomer, w = droge winter). B. Tropische klimaten 3. BS: Steppeklimaat, jaarlijkse neerslag tussen 200 en 300 millimeter (S = steppe). 4. BW: Woestijnklimaat, jaarlijkse neerslag minder dan 200 millimeter (W = Woestijn). C. Zeeklimaten: Pagina 5
1. CS: Mediterraan klimaat met droge zomer (s = droge zomer). 2. CW: Chinaklimaat met droge winter (w = droge winter). 3. CF: Zeeklimaat met neerslag in alle jaargetijden (f = geen droge periode). D. Landklimaten: 1. DF: Continentaal klimaat met neerslag in alle jaargetijden (f = geen droge periode). 2. DW: Continentaal klimaat met droge winter (w = droge winter). E. Poolklimaten 1. ET: Toendraklimaat met in de warmste maand van het jaar een temperatuur tussen 0 en 10 C (T = Toendra). 2. EF en EH: Sneeuw- of hooggebergteklimaat met een temperatuur die het hele jaar door beneden 0 C ligt (F = IJskap, H = Hooggebergte). Van hooggebergteklimaat is alleen sprake in hooggebergten niet verder noordelijk dan 70 graden noorderbreedte en niet verder zuidelijk dan 70 graden zuiderbreedte. Vragen: 1. Welke twee kenmerken van het weer kom je tegen in de klimaatbeschrijvingen in dit overzicht? 2. Zoek het antwoord op dat je op vraag 2 van stap 1 hebt gegeven. Aan welke klimaatgroep van Köppen kun je elke klimaatzone koppelen (Let op: één zone heeft twee klimaatgroepen!). Stap 3 - Deel 1 Klimaat in Nederland en Spanje Kijk naar de klimaatgrafieken. Klimaatgrafiek De Bilt Pagina 6
Klimaatgrafiek De Kooy Klimaatgrafiek Eelde Klimaatgrafiek Madrid Pagina 7
Kijk ook naar de film 'Weer en klimaat in Nederland'. Vragen: 1. Heeft Nederland een uitgesproken droge periode in het jaar? 2. Welke klimaatcode en klimaatomschrijving van Köppen passen dus het beste bij het klimaat in Nederland? Ga verder op de volgende pagina. Stap 3 - Deel 2 Nederland heeft zijn niet te warme en niet te koude en tamelijk natte klimaat omdat het: in de gematigde klimaatzone ligt, en wel tussen 50,5 en 54 graden noorderbreedte; aan zee ligt; op enkele plekken na rond of onder de zeespiegel ligt; Pagina 8
warmte toegevoerd krijgt van de Warme Golfstroom en van warme wind van zee (zie de film Zeestromen en wind in Stap 1). Maar dat wil niet zeggen dat het klimaat overal in Nederland precies hetzelfde is. Aan zee, op de Veluwe en in Zuid-Limburg valt per jaar meer regen dan elders in het land. Dat de Veluwe en ZuidLimburg tot de natste plekken in Nederland horen, komt omdat vochtige lucht op die plekken tegen heuvelhellingen wordt opgestuwd, waardoor stuwingsregens ontstaan.ook neemt het verschil tussen de hoogste en de laagste temperatuur in een jaar toe naarmate je verder van de kust af bent. Zie de drie klimaatgrafieken op dit opdrachtblad. En hoe is met het klimaat in Spanje? Kijk naar kaart 116 Spanje en Portugal in de 53e editie van de Bosatlas. Vragen 3. Tussen welke breedtegraden ligt Spanje? 4. Wat kun je aan de hand van het antwoord op de vorige vraag al zeggen over het klimaat in Spanje? Spanje krijgt onder meer warmte toegevoerd door de Warme Golfstroom en van warme wind van zee (zie de film Zeestromen en wind in Stap 1). Maar dat is niet het hele verhaal, want Spanje heeft niet minder dan vijf verschillende klimaten. Dat kun je zien op de klimaatkaart van Spanje. Groen komt overeen met het ons bekende zeeklimaat (neerslag in alle jaargetijden). De andere vier klimaten kennen we in Nederland niet. Dat zijn het hooggebergteklimaat (paars), het continentaal klimaat met droge zomers (oranje), het Middellands Zeeklimaat (geel) en het steppeklimaat (rood). Hoe komt Spanje aan al die klimaten? Kijk naar deze klimaatkaart en naar kaart 116, Spanje en Portugal, in de 53e editie van de Bosatlas en beantwoord de vragen. Klimaatkaart Spanje: Pagina 9
Vragen: 5. Hoe hoog zijn de hoogste plekken in Spanje? 6. Wat voor klimaat vind je op die plekken? Kijk naar Kaart 117B, Waterhuishouding, in de 53e editie van de Bosatlas en naar kaart 116 Of Kaart 117B Waterhuishouding en Kaart 116 van de 54e editie van de Bosatlas. 7. Op welke plekken in Spanje valt jaarlijks de meeste regen? 8. Hoe komt dat? In het grootste deel van Spanje is niets te merken van verkoeling van de zee s zomers en verwarming door de zee s winters, ook al bestaat een groot deel van de grens van Spanje uit kustlijn. Daardoor heeft dit deel van Spanje een continentaal klimaat. Dat komt omdat Spanje enorm uitgestrekt is. Kijk naar de klimaatdiagram van Madrid op dit lesblad. Deze stad ligt in het gebied dat het continentale klimaat heeft. 9. Zoek op lesblad Stap 2 bij de vijf klimaten in Spanje de passende code van Köppen. 10. Tot welke drie klimaatzones hoort Spanje dus? Stap 4 Pagina 10
Extra opgaven Weer en klimaat Voor je aan de afsluiting van deze opdracht begint, maak je eerst de volgende toets. Vergelijk, na het beantwoorden van de vragen, jouw antwoorden met de goede antwoorden. Heb je vragen fout, zorg dan dat je begrijpt waarom je antwoord niet goed is. Nederland en Spanje maken.wikiwijs.nl/p/questionnaire/standalone/2689046 1 van 7 In de afbeelding hieronder zie je de vier klimaatzones aangegeven. Welke klimaatzone is met de gele kleur aangegeven? a. tropische klimaatzone b. koude klimaatzone c. droge klimaatzone d. gematigde klimaatzone Pagina 11
2 van 7 Welk klimaat er in een bepaald gebied heerst, is van meerdere factoren afhankelijk. Welke factoren zorgen voor klimaatverschillen? Meerdere antwoorden mogelijk. a. de ligging ten opzichte van de zee b. de hoogte boven zeeniveau c. de vegetatie d. de aanwezigheid van bergen e. de breedteligging f. de hoeveelheid regen 3 van 7 De Russische wetenschapper Vladimir Köppen heeft de klimaten in groepen ingedeeld. Een voorbeeld is de indeling van het tropisch klimaat (A) in het tropisch regenwoud (AF) en het savanneklimaat (AS en AW). Wat is het belangrijkste verschil tussen het tropisch regenwoudklimaat en het savanneklimaat. a. de hoeveelheid regen b. de hoeveelheid zon c. de temperatuur d. de hoeveelheid wind 4 van 7 De kaart is een klimaatkaart van Spanje. De legenda ontbreekt. Welke omschrijving past het best bij de paarse gedeelten? Pagina 12
a. berg b. droog/dor c. mediterraan d. continentaal 5 van 7 In een groot deel van Spanje heerst een zogenaamd continentaal klimaat (bruine gedeelte). Het continentaal klimaat is een van de sub klimaten binnen de klimaatindeling van Köppen. Tot welke hoofdgroep behoort het continentale klimaat? a. tropische klimaten b. zeeklimaten c. landklimaten d. poolklimaten 6 van 7 Hiernaast zie je een klimaatgrafiek. De legenda ontbreekt. Pagina 13
Wat wordt aangegeven met de rode lijn? a. de minimumtemperaturen b. de maximumtemperaturen c. de hoeveelheid neerslag 7 van 7 Hiernaast zie je een klimaatgrafiek. De grafiek geeft informatie over het weer in een Spaanse stad? Welke stad? Kies uit a. Sevilla b. San Sebastian Stap 5 Eindopdracht Beschrijving van het klimaat van een streek in Nederland of Spanje Pagina 14
Je weet nu veel over het klimaat in Nederland en in Spanje. Die kennis ga jullie gebruiken om voor een reisbureau De Klimaatgids Nederland/Spanje samen te stellen. In teams van 2 of 3 krijg je door je docent één van de volgende gebieden toegewezen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. De Veluwe Zeeuws-Vlaanderen De Achterhoek De Sierra Nevada Noord-Atlantische kust De vallei van de Guadalquivir (omgeving van Sevilla en Córdoba) De noordoostkust van Spanje (= kust van Catalonië) Zuidoostkust van Spanje (omgeving van Murcia en Almería) Spaanse Hoogvlakte (Madrid, La Mancha en Castilië) Vallei van de Ebro (Zaragoza en het binnenland van Catalonië) Zuidwest-Atlantische kust (omgeving van Cádiz en Huelva) Zoek de betreffende streek op en maak samen een beschrijving van het klimaat in het gebied. Let daarbij vooral op de neerslag door het jaar heen en de temperatuur s winters en s zomers. Houd daarbij de klimaatkaart van Spanje in Stap 3 bij de hand en kaart 116 en 117B van de 53e editie van de Bosatlas. Zoek er een afbeelding bij van de streek die een indruk geeft van de begroeiing in de streek en daarmee ook van het klimaat. Zoek er ook een klimaatgrafiek bij van een grote of bekende stad in de streek. Klaar: Laat je beschrijving van het klimaat van de streek zien aan je docent. Hij beoordeelt je klimaatbeschrijving en bundelt daarna alle beschrijvingen met de afbeeldingen en klimaatgrafieken. Daarmee heeft het reisbureau zijn gids. Pagina 15
Over dit lesmateriaal Colofon Auteur VO-content Laatst gewijzigd 21 November 2016 om 09:07 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau VMBO gemengde leerweg, 3; VMBO theoretische leerweg, 4; VMBO theoretische leerweg, 3; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 4; VMBO gemengde leerweg, 4; VMBO kaderberoepsgerichte leerweg, 3; Leerinhoud en Systeem aarde; Aardrijkskunde; Klimaat; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 2 uur en 0 minuten Gebruikte Wikiwijs Arrangementen content, VO. (z.d.). Extra opgaven vmbo-kgt34. http://maken.wikiwijs.nl/90910/extra_opgaven_vmbo_kgt34 Pagina 16