FUNCTIEBESCHRIJVING Technisch adviseur/technisch adviseur-coördinator Secundair onderwijs Scholengemeenschap Eeklo-Maldegem-Zelzate Ingangsdatum: 10/11/2009 1/19
Algemene omschrijving van de functie Op basis van het pedagogisch project van het gemeenschapsonderwijs verzorgen van diverse administratieve taken en diensten met als doel: bijdragen tot een vlotte werking van de school; bijdragen tot het welbevinden van leerlingen; bijdragen tot een collegiale sfeer. Wat is een functiebeschrijving? Een functiebeschrijving is een opsomming van alle gebieden waarin resultaten van het personeelslid worden verwacht. Elk resultaatsgebied wordt geïllustreerd aan de hand van een aantal concrete taken of activiteiten. Hierbij onderscheiden we drie soorten taken: B = basistaak. Geldt voor elk personeelslid. S = specifieke taak. Geldt waar de noodzaak zich voordoet, geldt bijgevolg slechts voor sommige personeelsleden. Of een specifieke taak wordt opgenomen in de functiebeschrijving van een personeelslid zal beslist worden na onderling overleg tussen de betrokken partijen. U = uitbreidingstaak. Kan alleen ten gunste van het personeelslid worden aangerekend. Bij elk resultaatsgebied worden een aantal vaardigheden/attitudes opgesomd die het personeelslid kunnen helpen de taken van dit domein goed uit te voeren. 2/19
Koninklijk Atheneum Maldegem GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Scholengroep 23 - Meetjesland Mevrouw Courtmanslaan 80, 9990 Maldegem Telefoon: 050 72 88 80 Fax: 050 72 88 89 ka.maldegem@g-o.be http://www.gemeenschapsonderwijs-maldegem.be Goedgekeurd RVB 2009 06 16 Goedgekeurd CVD 2009 07 02 Goedgekeurd TC 2009 11 10 Personeelslid Stamboeknummer Aantal jaar werkzaam in het onderwijs Aantal jaar in KA Maldegem Opdracht Technisch adviseur Technisch adviseur-coördinator Secundair Onderwijs Scholengroep 23 - Meetjesland Functiebeschrijving Eerste evaluator Tweede evaluator Andere Datum 3/19
Behandelde items B S U FUNCTIEBESCHRIJVING Basisfunctie (voor elk personeelslid) Specifieke functie binnen de opdracht (slechts voor bepaalde personeelsleden i.f.v. de individuele taakinvulling) Uitbreidingsfunctie buiten de opdracht (kan het personeelslid enkel ten goede aangerekend worden) 1 VAKVERANTWOORDELIJKHEID 1.1 B Adviseren over de aan de vakleraren toe te bedelen bevoegdheden. 1.2 B De werking van de vakwerkgroep begeleiden. 1.3 B De coördinatie verzekeren tussen de vakleraren. Ervaringen en werkmethodes uitwisselen. 1.4 B De jaarvorderingsplannen opvolgen en erover rapporteren aan de directie. 1.5 B De beste didactische middelen trachten te verwerven. 1.6 B Adviseren bij het nascholingsbeleid van de school binnen de hem/haar toevertrouwde vakgebieden. 1.7 B Zelf deelnemen aan studiedagen. 1.8 B Kennis in de nascholing opgedaan overdragen op collega s. 1.9 B Begeleidend coachen van de vakleerkrachten. 1.10 B Voordrachten en voorstellingen van nieuwigheden van bedrijven bijwonen. 1.11 S Lessen bijwonen. 1.12 S Met bedrijven samenwerken. 1.13 U Mensen uit de praktijk zoeken en uitnodigen als spreker of voor het geven van demonstraties. 4/19
2 Materialen, gereedschappen, grondstoffen, machines, praktijklokalen 2.1 B Grondstoffen bestellen en alle administratie uitvoeren die hieraan verbonden is. 2.2 B De schoolgereedschappen beheren. 2.3 B In samenwerking met de vakleerkrachten een inventaris van het materiaal en de schoolgereedschappen bijhouden. 2.4 B Voorstellen formuleren met betrekking tot het jaarlijks investeringsplan van de school. 2.5 B Offertes opvragen, leveranciers en vertegenwoordigers ontvangen. 2.6 B Leveringen ontvangen, controleren en verdelen. 2.7 B Zorgen dat gereedschappen, materialen, en grondstoffen door de leerkrachten op een verantwoorde manier worden gebruikt. 2.8 B De verdeling en de bezetting van de praktijklokalen regelen en in functie daarvan adviseren bij de opstelling van de uurroosters. 2.9 B Toezicht houden op de inrichting en de uitrusting van de praktijklokalen. 2.10 B Er voor zorgen dat de kleine herstellingen en /of onderhoudswerkzaamheden aan de toestellen worden uitgevoerd. 2.11 B Zorgen dat de praktijklokalen op een verantwoorde manier worden gebruikt. 2.12 B Werkplaatsreglementen opstellen, in samenspraak met de vakleerkrachten doen implementeren en de navolging ervan controleren. 2.13 B Onderhoudsfiches en gebruiksaanwijzingen voorzien. 2.14 B De markt verkennen i.v.m. de mogelijkheden van de machines. 2.15 S Het eigen budget beheren in het kader van de verantwoordelijkheidsmatrix. 5/19
2.16 S In samenwerking met de verantwoordelijke voor PBW: Toezicht houden op de hygiëne en de orde in de praktijklokalen. Toezien op de afval- en recuperatiestroom van materialen binnen de school. Veiligheidsvoorschriften uitwerken en doen naleven. Erop toezien dat de aanwezige machines voldoen aan de veiligheidvoorschriften. 6/19
3 Leerlingenbegeleiding 3.1 B Zelf het voorbeeld geven (taal, houding). 3.2 S Klassenraden voorzitten en de directie informeren over het verloop ervan. 3.3 S Tijd nemen om naar leerlingen en ouders te luisteren of te overleggen met het CLB. 3.4 S Als tussenpersoon fungeren bij problemen tussen leerling en vakleerkracht. 7/19
4 De school als organisatie 4.1 B Participeren aan de personeelsvergaderingen. 4.2 B Regelen van of, zo nodig, zelf instaan voor de vervanging van afwezige leerkrachten. 4.3 B Meehelpen aan de promotie van de school (opstellen schoolfolder, organisatie opendeurdag). 4.4 S Op vraag van de directie participeren of een specifieke taak op zich nemen in raden (BC, dienst voor preventie en bescherming op het werk). 4.5 S Participeren aan werk- of projectgroepen (opvolging oud-leerlingen, drugs- en alcoholpreventie, public relations). 8/19
5 Geïntegreerde proeven 5.1 S In overleg met de directie en de betrokken leerkrachten per klas een mentor aanstellen. 5.2 S Organiseren van de planningsvergaderingen met de mentoren en de vakverantwoordelijken. 5.3 S Bijeenroepen en voorzitten van de coördinatievergaderingen. 5.4 S Een juryteam samenstellen. 5.5 S In samenwerking met de vakleerkrachten en/of de juryleden de opdrachten coördineren. 5.6 S Samen met de GIP - begeleider de organisatie en het proces van de geïntegreerde proef opvolgen. 5.7 S Organiseren van de eindevaluatie van de geïntegreerde proef. 5.8 S Samen met de vakleerkrachten contacten uitbouwen en onderhouden met juryleden. 5.9 U De presentaties van leerlingen helpen organiseren. 9/19
6 Leerlingenstages 6.1 S Geschikte stageplaatsen helpen zoeken. 6.2 S Op vraag van de vakleerkrachten introductiebezoeken organiseren. 6.3 S Toezien of de nodige verzekeringen worden genomen. 6.4 S De stageadministratie uitvoeren: stagecontracten opmaken en het stagedossier verder opbouwen, het stageboek maken. 6.5 S Toezien op de toepassing van de stagereglementen. 6.6 S Samen met de mentoren en de vakleerkrachten stagebezoeken organiseren. 6.7 S Indien uit een teamvergadering blijkt dat er problemen zijn, deze proberen op te lossen via contacten met de leerlingen, de ouders en de verantwoordelijken op de stageplaats. 10/19
7 Relatie met de bedrijfswereld 7.1 S Telefonische, schriftelijke en persoonlijke contacten met de bedrijfswereld leggen en onderhouden. 7.2 S Studiebezoeken aanvragen en organiseren. 7.3 S Firma s aanschrijven om allerhande informatie te verzamelen. 7.4 S Didactische hulpmaterialen goedkoop trachten te verwerven; b.v. nog bruikbaar afgeschreven materiaal of materiaaloverschotten zien ter beschikking te krijgen of aankopen. 7.5 S Samen met de leraar bedrijfsbeheer miniondernemingen uitwerken. 7.6 U Contacten onderhouden met oud-leerlingen die ondertussen tewerkgesteld zijn. 11/19
8 Door de school geproduceerde goederen en diensten 8.1 S De activiteiten voor derden coördineren. 8.2 S Goedkeuren van vakgerelateerde werken voor derden. 8.3 S De bijhorende administratie verzorgen. 8.4 S Prijsoffertes maken. 8.5 S De afgewerkte producten controleren, de facturatie doen. 12/19
Datum Handtekening 1 ste evaluator Datum Handtekening personeelslid 13/19
Bijlage Competenties die moeten nagestreefd worden als hulpmiddel om de in de functiebeschrijving beoogde resultaten te realiseren Deze bijlage kan onder meer gebruikt worden bij een functioneringsgesprek. 1 Leerlingengerichtheid De bekwaamheid om zich te kunnen inleven inde leef- en denkwereld van de leerlingen en de aanpak daarop af te stemmen. - Luistert actief naar de leerlingen. - Pakt de zwakheid van de leerling op een constructieve manier aan, zet positieve punten extra in het daglicht. - Begeleidt een leerling indien nodig individueel. - Volgt de resultaten en het gedrag van de leerling op. - Maakt problemen tussen leerlingen bespreekbaar. 14/19
2 Vakgedrevenheid De wil en de bekwaamheid om het vak uit te bouwen, met alle aspecten ervan bezig te zijn. - Zoekt constant naar nieuwe methodes en/of verbeteringen. - Houdt zichzelf op de hoogte van evoluties binnen de hem toevertrouwde vakgebieden en draagt deze kennis over op de leerkrachten. - Onderhoudt een nauwe band met de sector. - Organiseert vakgerichte uitstappen en bedrijfsbezoeken, nodigt sprekers uit. - Draagt de hem toevertrouwde vakgebieden positief uit. 3 Verantwoordelijkheidsbesef De bekwaamheid om preventief en daadwerkelijk te waken over de veiligheid en de gezondheid van de leerlingen. - Het oog voor de veiligheid en de hygiëne inde praktijklokalen,treedt op wanneer de veiligheid en/of de hygiëne in het gedrang komt. - Biedt hulp in crisissituaties of bij kleine ongevallen. - Ziet toe op het onderhoud van materialen en machines. 15/19
4 Sociaalvoelendheid Heeft oog voor de bredere maatschappelijke dimensie van de functie. - Laat collega s een leerlingen in een moeilijke situatie niet aan hun lot over. - Is empathisch, kan zich inleven in de wereld van anderen (collega s, leerlingen, ouders). - Kan bemiddelen in conflicten, heeft tact. - Is niet bevooroordeeld, werkt niet discriminerend. - Beseft dat men telkens met (andere) mensen werkt. 5 Teamgerichtheid De bekwaamheid om constructief met anderen aan een gemeenschappelijk doel te werken. - Beheerst non-verbale communicatie. - Is discreet. - Is consequent, eerlijk en objectief. - Buigt conflictsituaties om zodat men er iets van kan leren. - Initieert en onderhoudt contacten met de buitenwereld. - Maakt duidelijke afspraken, houdt er zich aan en doet anderen er zich aan houden. - Houdt bij de evaluatie rekening met zoveel mogelijk vaardigheden (weten, kunnen, toepassen). 16/19
6 Teamleiderschap De bekwaamheid om richting en sturing te geven aan een groep medewerkers. - Geeft richting aan, legt doelen vast. - Stelt alle informatie te beschikking die de medewerkers nodig hebben om die functie goed te kunnen uitvoeren. - Volgt zijn medewerkers op, coacht, moedigt hen aan, corrigeert en stuurt bij wanneer nodig. - Schept ruimte voor eigen inbreng, consulteert, luistert. - Kan knopen doorhakken, beslissingen nemen. - Geeft zelf het goede voorbeeld. 7 Kritische ingesteldheid omtrent het eigen handelen Bereidheid om de eigen methodes en aanpak in vraag te stellen. - Durft zichzelf in vraag te stellen. - Analyseert en trekt er conclusies uit, ook naar zichzelf. - Tracht uit fouten te leren. 17/19
8 Flexibiliteit De bekwaamheid omin te spelen op wijzigende omstandigheden. - Schikt zich vlot naar de praktische omstandigheden. - Speelt in op de noden, de verwachtingen. - Staat open voor ideeën. 9 Organisatietalent De bekwaamheid om planmatig en doeltreffend te werken. - Werkt gestructureerd. - Is stipt. - Ziet de stukjes in één grote opdracht, denkt in logische stappen. - Maakt taakverdelingen. - Is zuinig in het gebruik van grondstoffen. 18/19
10 Loyauteit De bekwaamheid en de wil om zich op een positieve wijze in te zetten. - Straalt enthousiasme uit is gemotiveerd, draagt bij tot een goede sfeer. - Houdt vol, geeft niet op bij de minste tegenslag. - Is aanwezig op activiteiten georganiseerd door de leerlingen of door de school. - Volgt nascholing. - Voelt zich betrokken bij het schoolbeleid. - Neemt de verantwoordelijkheden verbonden aan taak ook op, voert een opdracht loyaal uit. 19/19