Functiebeschrijving Technisch Adviseur Coördinator (TAC)

Transcriptie

1 Functiebeschrijving Technisch Adviseur Coördinator (TAC) De functie van TAC is een bestuursfunctie waarbij het coördineren en opvolgen van alle activiteiten inzake materiële en pedagogische aspecten van de technische, beroepsgerichte en praktische vakken centraal staat. De TAC coördineert de activiteiten van de technisch adviseurs, de leerkrachten technische en praktische vakken en de personeelsleden in arbeidersstatuten. De TAC dient de hem/haar toegewezen opdracht te plannen, te organiseren, uit te voeren en bij te sturen conform de regelgeving, de Missie en het Opvoedingsproject van de Broeders van Liefde, het arbeidsreglement en het schoolwerkplan van de school. De TAC werkt nauw samen met de logistiek directeur en het hoofd van de technische dienst van het MFC. - Bijdragen tot een optimale ondersteuning van de opleidingen. - Bevorderen van het algemeen welzijn en de ontplooiing van de leerlingen. - Bijdragen tot het beleid van de school en het realiseren van de specifieke doelstellingen van de school. - Bijdragen tot het concretiseren van het financieel beleid van de school De TAC de verantwoordelijkheid voor de volgende resultaatsgebieden. Resultaatgebied 1: Vakgroep / Vakverantwoordelijkheid De TAC staat in voor de materiële en pedagogische coördinatie van de technische, praktische en beroepsgerichte vakken. Hij coördineert het overleg tussen de verschillende TA s i.v.m. de vakinhouden. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van vakinhoud. Resultaatgebied 2: Praktijklokalen en machines De TAC verdeelt in functie van de behoeften de nodige infrastructuur en coördineert het gebruik ervan. Hij/zij coördineert het beleid op gebied van veiligheid en hygiëne. - Bijdragen tot de gebruiksefficiëntie van lokalen en infrastructuur. - De veiligheid en hygiëne verzekeren. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van infrastructuur. 1

2 Resultaatgebied 3: Materialen, gereedschappen, grondstoffen De TAC coördineert en is eindverantwoordelijke voor de logistiek binnen de school, met name: - De aankoop van uitrusting, goederen en grondstoffen. - Toezicht op het efficiënt gebruik ervan, de inventarisering en de stock. - Verzekeren dat de leerlingen de praktische middelen ter beschikking hebben om toe te laten te doen wat van hen verwacht wordt. - Bijdragen tot de gebruiksefficiëntie van de materialen, gereedschappen en grondstoffen. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van materialen en grondstoffen. Resultaatgebied 4: Opvolging onderwijs- en technische vernieuwingen De TAC volgt pedagogische- didactische en technische evoluties binnen de vakgebieden op. Hij/zij onderhoudt contacten met beroeps- en bedrijfswereld en de vernieuwingen hierin. Hij/zij coördineert en stimuleert de permanente vorming. - Steeds op de hoogte te zijn/blijven van de laatste vernieuwingen. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van onderwijs en technische vernieuwingen. Resultaatgebied 5: Leerlingenbegeleiding De TAC coördineert de opvolging van afgestudeerden in technische en beroepsrichtingen. - Leerlingen helpen oriënteren bij de keuze van een verdere studierichting en/of beroep. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van leerlingbegeleiding. Resultaatgebied 6: Geïntegreerde proeven/ kwalificatieproef De TAC is de verantwoordelijke in het organiseren, coördineren en opvolgen van activiteiten in verband met de geïntegreerde proeven. - De vlotte organisatie van de proeven verzekeren. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van kwalificatieproeven en geïntegreerde proeven. Resultaatgebied 7: Relaties met de bedrijfswereld De TAC is verantwoordelijk voor het Initiëren, uitbouwen en onderhouden van (vakgebonden) relaties met de bedrijfswereld. - Nieuwe zaken leren kennen / up-to-date blijven. - Verzekeren dat leerstof en lessen aansluiten bij praktische (industriële) behoeften. 2

3 - Allerhande steun verkrijgen. - De bedrijven laten kennis maken voor het leerlingenpotentieel. - De public relations van de school met deze bedrijven behartigen. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van relaties met de bedrijfswereld. Resultaatgebied 8: Leerlingenstages De TAC is verantwoordelijk voor de organisatie, coördinatie en opvolging van de leerlingenstages. - De leerling zo grondig mogelijk voor te bereiden op het beroepsleven. - Werkgelegenheidskansen te vergroten voor de leerlingen. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van leerlingenstages. Resultaatgebied 9: Door de school geproduceerde goederen en diensten De TAC staat in voor het beheer van alle geproduceerde goederen en diensten. Hij/zij controleert de kwaliteit en de finale afwerking van goederen en diensten. - Bijdragen tot de kwaliteit en de finale afwerking van goederen en diensten, valoriseren en vermarkten ervan. - Bijdragen tot een financiële terugstroom naar de school. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van geprocudeerde goederen en diensten. Resultaatgebied 10: Onderhouds- en aanpassingswerken, investeringsplan De TAC staat in voor het onderhoud en voor de (eventuele) vernieuwing of uitbouw van de schoolinfrastructuur. Hij/zij volgt eventuele infrastructuur- of bouwwerken op. - Bijdragen tot het strategisch beleid en veilig beleid van en binnen de school. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van onderhoud en aanpassingswerken. Resultaatgebied 11: De school als organisatie De TAC: - werkt meer aan vakoverschrijdende activiteiten. - is eindverantwoordelijk voor externe dienstverlening. - coördineert de activiteiten van technische leerkrachtstagiairs. - neemt actief deel aan de organisatie van opendeurdagen. - coördineert en stimuleert de deelname aan wedstrijden, beurzen en tentoonstellingen. - ondersteunt uitwisselingsprojecten. - werkt mee aan de opmaak van lessenroosters met speciale aandacht voor de praktische en technische vakken. - coördineert vervangingen van technische leerkrachten. 3

4 - werkt nauw samen met de preventieadviseur binnen de school. - Bijdragen tot een goede werking en uitstraling van de school in haar geheel. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van de school als organisatie. Resultaatgebied 12: Nascholing Binnen het kader van het nascholingsplan van de school, staat de TAC in voor de eigen nascholing. - Op de hoogte blijven van de actualiteit, de maatschappelijke evoluties en de recente ontwikkelingen binnen het vakgebied. - Nieuwe werkmethodes kunnen uittesten en eventueel toepassen in de praktijk. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van nascholing. Resultaatgebied 13: Pedagogische en didactische ondersteuning van leerkrachten De TAC is verantwoordelijke voor de begeleiding van leerkrachten individueel en als afdeling. Hij/zij heeft aandacht voor de persoonlijke noden en problemen van leerkrachten. - Algemeen welzijn en persoonlijke ontplooiing van leerkrachten bevorderen. - De leerkrachten een aantal noodzakelijke vormingskansen aanbieden. - De TA s ondersteunen bij hun verantwoordelijkheid op vlak van nascholing. 4

5 Competentieprofiel Technisch Adviseur Coördinator (TAC) COMPETENTIES 1. Technische en praktische bekwaamheid Bezit voldoende technische en praktische kennis en vaardigheden om de functie goed te kunnen uitoefenen. - bezit ruime algemene en technische kennis, - heeft voldoende praktische ervaring, - kent de arbeidswereld, heeft nijverheidservaring, - kan voorbeelden uit de praktijk aanbrengen; beheerst de relatie tussen theorie en praktijk, - is polyvalent, - kan technisch tekenen, planlezen, - kan projecten leiden en managen, 2. Leerlingengerichtheid De bekwaamheid om zich te kunnen inleven in de leef- en denkwereld van de leerlingen en de aanpak daarop af te stemmen. - Heeft voldoende aandacht voor de binnenkant van de leerling, - waardeert elke leerling, is niet bevooroordeeld, - kan bemiddelen in conflicten, - geeft veelvuldig nieuwe kansen, 3. Verantwoordelijkheidsbesef De bekwaamheid om preventief en daadwerkelijk te waken over het welzijn (veiligheid, gezondheid,...) van de leerlingen. - heeft oog voor de veiligheid in de praktijklokalen, voor hygiëne, voor fysische omstandigheden, - ziet toe op een veilig gebruik van materialen, - treedt op wanneer de veiligheid in het gedrang komt, - ziet toe op een efficiënt gebruik van materialen, 5

6 4. Sociaalvoelendheid Heeft oog voor de bredere sociaal-maatschappelijke dimensie van de functie en betoont gemeende interesse in anderen. - toont respect voor anderen en hun omgeving, voor individuele overtuigingen, culturen, waarden, - respecteert andere meningen, - staat open voor andere ideeën en ideologieën; is open van geest, - is empathisch, kan zich inleven in de wereld van anderen (collega s, leerlingen, ouders), 5. Relatiebekwaamheid De bekwaamheid om contacten te leggen en te onderhouden. - toont betrokkenheid naar individuele collega s en leerlingen, - herkent bepaalde symptomen in het gedrag bij probleemtoestanden en speelt daarop in, - is eerlijk ten opzichte van de groep en ten opzichte van elk individu, - is discreet, - maakt tijd om echt te luisteren, - initieert contacten met nieuwe collega s, - bemiddelt bij problemen, - is consequent, eerlijk en objectief, - initieert en onderhoudt contacten met de buitenwereld, 6. Teamgerichtheid De bekwaamheid om constructief met anderen aan een gemeenschappelijk doel te werken. - overlegt met collega s, - toont wederzijds respect, - respecteert de teamafspraken, - informeert collega s over aangelegenheden die voor hem/haar belangrijk zijn, - spoort collega s aan om teamafspraken te respecteren, - zet de eigen mening opzij voor teamconsensus en voert afspraken loyaal uit, - legt discretie aan de dag in verband met het team, 7. Kritische ingesteldheid voor het eigen handelen De bereidheid om de eigen methodes, aanpak en zichzelf in vraag te stellen. - durft zichzelf in vraag te stellen, 6

7 - vraagt naar feedback, - analyseert (studie)resultaten en trekt er conclusies uit, ook naar zichzelf, - kent eigen sterktes en zwaktes, - kan kritiek aanvaarden, - legt criteria voor beoordeling vast, bespreekt resultaten en zoekt oplossingen, 8. Flexibiliteit De bekwaamheid rekening te houden met wijzigende omstandigheden en het gedrag en de aanpak daarop af te stemmen. - kan snel inspelen op onverwachte, nieuwe, veranderende situaties, - staat open voor andere ideeën, - speelt in op de noden, de verwachtingen, - kan zich neerleggen bij een beslissing van het team, 9. Organisatietalent De bekwaamheid om planmatig en doeltreffend te werken. - werkt gestructureerd, ordelijk, stipt, - goede timemanagement, - werkt chronologisch, stemt de activiteiten af met de activiteiten die in het bedrijfsleven gebeuren, 10. Inzet/Positieve ingesteldheid De bekwaamheid en de wil om zich enthousiast en op een positieve wijze in te zetten. - straalt energie, enthousiasme uit, is gemotiveerd, - benadrukt het positieve in de organisatie en/of de school, - is steeds bereikbaar, is ook beschikbaar buiten de lesuren, - draagt bij tot een goede sfeer, - voelt zich betrokken bij het schoolbeleid, - durft nieuwe uitdagingen aan, - neemt de verantwoordelijkheden verbonden aan de taak ook daadwerkelijk op, 11. Teamleiderschap De bekwaamheid om richting en sturing te geven aan een groep medewerkers, om hen te motiveren en te enthousiasmeren voor het pedagogisch project van de school en om een goede samenwerking tussen de leerkrachten tot stand te brengen. 7

8 - geeft de richting aan, legt doelen vast, maakt duidelijke afspraken, - leidt vergaderingen op een goede manier, laat alle meningen aan bod komen en zoekt naar consensus, - kent de sterktes en zwaktes van zijn medewerkers, - stelt alle informatie ter beschikking die de medewerkers nodig hebben om hun functie goed te kunnen uitvoeren, - volgt zijn medewerkers op, coacht, moedigt hen aan, corrigeert en stuurt bij wanneer nodig, - uit zijn waardering voor goede prestaties - voorkomt en/of bemiddelt bij spanningen of conflicten, - kan knopen doorhakken, beslissingen nemen, - houdt zich aan de gemaakte afspraken en ziet toe dat ook anderen hun afspraken respecteren, - kan medewerkers motiveren, overtuigen om zich voor één of ander project in te zetten, - wandelt rond tussen zijn personeel, heeft informele contacten en aandacht voor hun persoonlijke noden of problemen, - geeft zelf het goede voorbeeld, 12. Probleemoplossend denken De bekwaamheid om problemen te onderkennen en op een creatieve wijze oplossingen te definiëren. Gedragsindicatoren : - kan een probleem identificeren, situeren en omschrijven, - gaat problemen niet uit de weg; komt met oplossingen, niet met vragen, - lost niet steeds zelf de problemen op; laat anderen de kans, maar is ter beschikking voor hulp, - heeft het inzicht om indien nodig, tijdig derden (externen) in te schakelen voor de oplossing van een probleem dat men zelf niet kan oplossen, 8