Presentatie; Gretha Gorter, Praktijkverpleegkundige in het verpleeghuis gregort@home.nl
Een probleem is een verschil tussen wenselijkheid en werkelijkheid
Taakomschrijving; regel dat COPD controles binnen jouw takenpakket liggen en wat jouw taken en bevoegdheden zijn, welke bij de S.O. liggen en welke bij de verpleging. Ontwerp een proces beschrijving Evalueer protocollen en procedures binnen jouw instelling omtrent inhalatie, verneveling, zuurstof, mondzorg en samenwerkingsafspraken met externe en interne disciplines Evalueer de vaardigheden van de verpleging
Medicatie; vergeten om medicatie in te nemen, angst voor bijwerkingen Gebrek aan vaardigheden om met de ziekte om te gaan, kennis tekort, bewegingsarm, slechte voedingstoestand Onbegrip; het niet begrijpen van instructies Psychosociale stress Gebrek aan geloof in het nut van de (z.n.) behandeling Gebrek aan motivatie Functiebeperking (visusstoornis, motoriek en / of cognitie) Zorgachterstand bij opname, door het niet meer na kunnen komen van afspraken bij de huisarts, verstoorde ADL
Regie over genomen door de verpleging, zelfzorg en regie ontbreekt door functie verlies, organisatie van de zorg, hospitalisatie. Door verminderde mobiliteit en sterk verminderde cognitie, beperkingen in het diagnostisch traject, ( opvolging door de longarts) en het bereiken van adherentie Vaak geen gestructureerde controles door afwezigheid van praktijkverpleegkundige (-functie) of door afwezigheid van COPD taken in de taakomschrijving. De longverpleegkundige komt doorgaans niet in het de instelling Richtlijn vaak slecht toepasbaar op deze doelgroep, daardoor vaak symptomatische behandeling wordt gegeven Doelen meestal niet in het verpleegplan opgenomen, weinig gericht op preventie of revalidatie, veel gewoontevorming in de behandeling / medicatie. Ontoereikende ZZP voor niet-medicamenteuze therapie, zeer beperkte inzet voor ergo- en fysiotherapie, dietistes en psychologen.
Myocardinfarct, minder dan 1 maand geleden Pijn op de borst of in de buikstreek, ongeacht de oorzaak ervan Pijn in of aan de mond of het gezicht die door een mondstuk verergerd wordt Niet gecontroleerde hypertensie Dementie of verwardheid Recente operatie aan ogen Slechte instrueerbaarheid Houdingsproblemen, lage inspanningstolerantie
Instellen volgens de richtlijn Een passend en zoveel mogelijk dezelfde toedieningsvorm gebruiken Therapietrouw
Symptomatische behandeling. Vaak alleen medicamenteus behandeld, medicatietijden volgens vaste deeltijden, ingesteld volgens gewoonte van arts of instelling Veel verschillende divices, soms niet passend door functie verlies door bv CVA of reuma Veel patiënten komen na zkh opname onnodig met vernevelaar terug Therapie ontrouw, door patiënt bij onbegrip, cognitie vermindering, verstoorde (ADL) functie, kennisgebrek, Therapie ontrouw door onvoldoende zorgverlening Werkschema / organisatie van verpleging (deeltijden medicatie, wc rondes, maaltijden en douche schema s) Arborisico factor, bij vernevelen Kennisgebrek over ziektebeeld, behandeling en medicatie gebrekkige controle of opvolging door arts of praktijkverpleegkundige en verpleging
Voeding Beweging Stoppen met roken Energieverdeling Balans draagkracht / draaglast
Slecht voedingspatroon door 1. Functieverlies; slecht passend gebit, slikklachten of ADL 2. (Doorgemaakte) infectie, ziekte, of exacerbatie 3. Benauwdheid bij kauwen en (ver-)slikken Bewegingsarm door 1. Functieverlies; mobiliteitsvermindering en valgevaar 2. Angst (voor benauwdheid of vallen) bij patiënt of zijn omgeving Roken 1. Door stress en / of verveling 2. Medelijden uit omgeving / familie 3. Demotivatie en kennisgebrek (er is toch niets meer aan te doen) 4. Vaak gebrek aan medicamenteuze ondersteuning
Voeding Slecht eten door benauwdheid, eten verdelen over de dag lukt soms niet door slechte planning van zorg, d.w.z. niet op maat Bewegen 1. Verpleging heeft geen tijd voor dagelijkse wandeling en mantelzorg is beperkt. Geen bewegingsdoel opgenomen in het verpleegplan 2. Geen inzet van fysiotherapie, soms wel gestart met fysiotherapie maar zonder een toereikende voedingstoestand. Slechts beperkte uren inzet Roken 1. Geen medicamenteuze ondersteuning of therapeutische ondersteuning 2. Gebrek aan motivatie bij familie of verpleging (onrust kan toe nemen door onthoudingsverschijnselen
Dagstructuur volgens indeling van organisatie Cliënt verliest regie Geen inzet van ergotherapie voor energieverdelingsplan Geen inzet van psychotherapie / begeleiding Gebrek aan mantelzorg Draagkracht /draaglast verstoord Gebrek aan kennis bij verpleging, geen beweging bovenschouderhoogte en onder kniehoogte voeten, hoofd en haren wassen /douchen Slechte nachtrust
Gevolgen van geen of slechte adherentie; Verminderde mobiliteit en ADL en voedingstoestand Verlies van interesse en initiatief. Depressie Verminderde stressverwerking Toename van dyspnoe, exacerbaties, slapeloosheid,onrust en comorbiditeit (HF, DM) Toename van medicatie en inzet van hulpmiddelen
Compliance, duidelijke instructies van arts / praktijkverpleegkundige, opgenomen in het verpleegplan. Kennis en begrip over de gemaakte afspraken bij cliënt en verpleging Adherentie, vraagt om medewerking van cliënt, facilitering binnen de instelling, toereikende ZZP en regelmatige evaluatie. M.a.w. er is voldoende draagvlak/ draagkracht om de behandeling uit te voeren
MDO 1. Bijv. voor ieder MDO een COPD consult, verpleegplan controle en evaluatie inzet van andere disciplines 2. Bespreek bij het MDO het effect van de multidisciplinaire inzet en de toereikendheid van de ZZP Nieuwe opnames 1. Neem bij iedere nieuwe opname de uitdraai van het HIS door, wat is er al bekend en/ of geprobeerd. Ga na bij cliënt en /of familie hoe de cliënt voorheen bij de behandeling betrokken was en controleer het kennis niveau van de client en zorgverleners 2. Controleer de inhalatie techniek of doe een voorstel naar de arts over het te gebruiken divice en het tijdstip van toediening, afgestemd op de dagstructuur van de cliënt. (denk ook aan inspectie van mond en gebit ) 3. Maak een voorlopig behandelplan
Verpleegplanbespreking 1. Stel instructies op over screening van, en rapportage over mobiliteit, valgevaar, voeding, slaap, dyspnoe, depressie. Laat controles uitvoeren om een uitgangswaarde te krijgen met betrekking tot P. RR. T, P2O, lengte en gewicht (en als je dan toch bezig bent, ook even een bloedsuiker) 2. Indien er labonderzoek wordt uitgevoerd bij de opname vraag dan ook om een Hb1Ac. NT-proBNP, bloedbeeld. 3. Stel de evaluatie datum vast 4. Evalueer en bespreek de resultaten met de S.O. en laat de behandeling vastleggen 5. Stem het verpleegplan definitief af op het behandelingsplan Triage bij klachten
Ziekte beeld, exacerbatie verschijnselen Verpleegkundige anamnese, verpleegproblemen en verpleegplan COPD, vragenlijsten Mondzorg Richtlijnen LAN, NHG, GOLD, Palliatieve richtlijn bij COPD Ketenzorg Medicatie en bijwerkingen Inhalatie therapie en verneveling (t-klasse) Multidisciplinaire behandeling van COPD Comorbiditeit
Inhalatiecapsules opgegeten Volgorde, tijdstip Halve dosis vernevelvloeistof bewaren voor later Bij een andere lich. aandoening ontstane beperkingen, waardoor (CVA, reuma)toedieningsvorm niet passend is
Orgaanstoornis Obstructie en reversibiliteit Hyperinflatie (RV, FVC, TLC) en gastransport (diffusie) BMI en VVMI O2 saturatie - bloedgassen Inspiratoire en perifere spierkracht HR-CT Klachten Anamnese MRC Exacerbatiefrequentie NCSI (Nijmegen Clinical Screening Instrument) Beperkingen Anamnese CCQ Inspanningstolerantie: 6 minuten looptest / ergometrie NCSI Kwaliteit van leven Anamnese CCQ NCSI
Bron; UMC St. Radbout NHG standaard Fysiotherape ut CBO ketenzorg Huisarts POH Praktijkwijzer Longarts Standpunt chronisch zieken Apotheker Zorgstandaard Dietist KNGF
Ben je er klaar voor?
http://www.youtube.com/watch?v=om OGaugKpzs