investeren goodwill EIW BV

Vergelijkbare documenten
werkschrift: bedrijfseconomisch rekenen: financiering

onderneming en financiering

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Financiële aspecten van de planning

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

Antwoorden hoofdstuk 4

Inventaris Kassa Keuken Beelden om de inrichting gezelliger te maken Tafels en stoelen Totaal

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m en 19.22

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Financieel Management

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 DEEL 1

kolommenbalans persoonlijke ondernemingsvorm Gedeeltelijke kolommenbalans

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk ,- en ,- afgeschreven.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6

De resultatenrekening

Appendix Bedrijfseconomie

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

Noordhoff Uitgevers bv

Bedrijfseconomisch rekenen in de retail 3

Financiële analyse van de jaarrekening

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A ,- B ,- C ,- D ,-

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

Bedrijfseconomisch rekenen in de retail 3

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016

Beginner. Beginner. Beginner

M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat.

Een lening met een onroerend goed als onderpand. 5. Waarom is het handig een boekhouding bij te houden (noem 2 redenen).

exploitatiekosten en -overzicht

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

Financieel jaarplan 2019 Mijn-vastgoed.nl B.V. Online platform (matig scenario)

1. Debet 020 Inventaris Credit Datum Omschrijving Bedrag Datum Omschrijving Bedrag 1 feb Van balans ,-

exploitatiekosten en -overzicht

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

EENMANSZAAK DEEL 1. Periode 3 Hoofdstuk 2

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Acumulus & Co. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5

Jaarrekening Test BV 2015

Acumulus & Co. Bijlage 2. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

Hoofdstuk 31. Ondernemingsplan. Persoonlijk plan Marketingplan Financieel plan Organisatieplan

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

VERTROUWELIJK. Stichting Staartje RSIN t.a.v. Bestuur Binnenpoort CH Culemborg. Jaarrekening 2018

2015 Noordhoff Uitgevers bv. Uitwerkingen docenten De basis van het boekhouden. Uitwerkingen docenten De basis van het boekhouden 1

Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6

Acumulus & Co. Bijlage 2 - Jaarrekening IB-aangifte 2015 uit Acumulus. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

BECO: DE BALANS - THEORIE

fun house fun house fun house Pink

Manager retail (4) en Ondernemer retail (4) Financieel 2. Budgettering. Hoofdstuk 5 Liquiditeitsbegroting. Aangepaste versie

Appendix Bedrijfseconomie Opgaven

Hoofdstuk 42 belangrijk

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Examen VWO. Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid. Voorbeeldopgaven Händel

Resultatenrekening: een overzicht van de opbrengsten en de kosten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode.

Vlottende activa: Kas Totaal investering

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Management & Organisatie VWO 4 Hoofdstuk 3,9,12,14,16

werkschrift: bedrijfseconomisch rekenen: exploitatiekosten

Kolommenbalans Periode: t/m

Acumulus & Co. Bijlage B - Jaarrekening IB-aangifte 2017 uit Acumulus. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BALANSLEZEN

Acumulus & Co. Bijlage 2 - Jaarrekening IB-aangifte 2016 uit Acumulus. Jaarrekening t.b.v. aangifte inkomstenbelasting (IB)

9.1 Verwacht resultaat Exploitatie-begroting Omzet showroom en overig , , ,44

Internetopgaven hoofdstuk 7

De diverse onderdelen van de fiscale jaarrekening

Noordhoff Uitgevers bv

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

boekhouding - belastingen - bedrijfsadvies Jaarverslag 2014 Stichting 070watt Pletterijkade SG 'S-GRAVENHAGE

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Vereniging Wereldwinkel Alphen aan den Rijn Financieel jaarverslag 2013

Inleiding financiële administratie Ondersteunende administratieve beroepen Werkboek

Te betalen omzetbelasting Aan Te vorderen omzetbelasting Aan Af te dragen omzetbelasting 2.100

Economisch Instituut voor een Winkelorganisatie. Stein: ISBN: Auteurs: M.J. Duijzings-Biermans, M.W.M. Duijzings, F.L.J.

ADMINISTRATIE / BOEKHOUDEN - NOI DE BOEKINGSREGELS VOOR DUBBEL BOEKHOUDEN DE VASTE BOEKINGEN

1 Het kasstroomoverzicht

1 De inventarislijst en de balans

Exploitatiebegroting Croco Shop Netto omzet Brutowinst Operationele kosten Bedrijfsresultaat (voor bel.)

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 4

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 7 tot en met 10. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Stichting Zorgboerderij Den Hoet. gevestigd te Utrecht. Rapport inzake de Jaarrekening 2011

Proefexamen BOEKHOUDEN

11 Kasstroomoverzicht

Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

1 De inventarislijst en de balans

Stichting Open Future Institute

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Examen PC 2 vak Cash Management

Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13

Jaarrekening. Stichting Nederlands Museum voor de Pluimveehouderij Barneveld

Financieel jaarplan 2018 Mijn-vastgoed.nl B.V. Online platform (matig scenario)

Transcriptie:

investeren goodwill moet ik daar ook voor betalen Goodwill is de som geld die je moet betalen als vergoeding voor de gevestigde klantenstroom en/of voor het recht de naam van de vroegere onderneming te blijven voeren. Voor het vaststellen van de hoogte van de goodwill kan onder andere één van de drie volgende criteria gelden: het gemiddelde economisch resultaat van de afgelopen jaren, toekomstige winstverwachtingen, het verschil tussen de rentabiliteitswaarde en het eigen vermogen van de onderneming. De rentabiliteitswaarde wordt berekend door het gemiddelde rendement eigen vermogen van de afgelopen jaren te delen door het gemiddelde percentage van het rendement eigen vermogen van de branche. voorbeeld Het gemiddelde rendement eigen vermogen van een onderneming gedurende de laatste vijf jaar bedraagt 20.000,-. Soortgelijke ondernemingen behalen een gemiddeld rendement van het eigen vermogen van 8% per jaar. Het eigen vermogen van de onderneming bedraagt bij de overname 200.000,-. De rentabiliteitswaarde van deze onderneming is: 20.000,- 0,08 = 250.000,- De goodwill bedraagt dan = 250.000,- - 200.000,- = 50.000,-. opgaven 1. Het gemiddelde rendement eigen vermogen van een detailhandelsonderneming gedurende de laatste vijf jaar bedraagt 16.000,-. Soortgelijke detailhandelsondernemingen behalen een rentabiliteit over het gemiddelde geïnvesteerde eigen vermogen van 5%. Het eigen vermogen van de detailhandelsonderneming bedraagt 275.000,-. a. Bereken de rentabiliteitswaarde van deze detailhandelsonderneming. Rentabiliteitswaarde is 16.000,- 0,05 = 320.000,- b. Bereken het bedrag dat aan goodwill betaald kan worden. Goodwill = 320.000,- -/- 275.000,- = 45.000,- 2. Het gemiddelde rendement eigen vermogen van een delicatessenzaak gedurende de laatste vijf jaar bedraagt 7.500,-. Soortgelijke levensmiddelenwinkels behalen een rentabiliteit over het gemiddelde geïnvesteerde eigen vermogen van 6%. Het eigen vermogen van deze delicatessenzaak bedraagt 115.000,-. a. Bereken de rentabiliteitswaarde van deze delicatessenzaak. Rentabiliteitswaarde is 7.500,- 0,06 = 125.000,-. b. Bereken het bedrag dat aan goodwill betaald kan worden. Goodwill = 125.000,- -/- 115.000,- = 10.000,-. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 4

3. Het gemiddelde rendement eigen vermogen van een detailhandelsonderneming gedurende de laatste vijf jaar bedraagt 9.500,-. Soortgelijke detailhandelsondernemingen behalen een rentabiliteit over het gemiddelde geïnvesteerde eigen vermogen van 8%. Het eigen vermogen van de detailhandelsonderneming bedraagt 98.750,-. a. Bereken de rentabiliteitswaarde van deze detailhandelsonderneming. Rentabiliteitswaarde is 9.500,- 0,08 = 118.750,-. b. Bereken het bedrag dat aan goodwill betaald kan worden. Goodwill = 118.750,- -/- 98.750,- = 20.000,-. 4. De heer P. Bosman bereikt binnenkort de pensioengerechtigde leeftijd en wil daarom zijn onderneming verkopen aan de heer P. Keymes. De heer P. Keymes neemt de volgende bezittingen en schulden van de heer P. Bosman over: winkelpand 150.000,- inventaris 20.000,- voorraad 75.000,- crediteuren 50.000,- overige kortlopende schulden 5.000,- De goodwill die de heer P. Keymes moet betalen, wordt berekend door het verschil te nemen tussen de rentabiliteitswaarde en het eigen vermogen van de heer P. Bosman. Dit laatste bedraagt 80.000,-. Voor de berekening van de rentabiliteitswaarde worden de volgende gegevens gebruikt: het gemiddelde rendement eigen vermogen in de laatste vijf jaar bedraagt 20.000,-, het rentepercentage is 5%. a. Bereken het bedrag aan goodwill dat de heer P. Keymes moet betalen. Rentabiliteitswaarde is 20.000,- 0,05 = 400.000,- Eigen vermogen 80.000,- Goodwill 320.000,- b. Bereken de totale overnamesom. Winkelpand 150.000,- Inventaris 20.000,- Goodwill 320.000,- Voorraad 75.000,- + Totaal 565.000,- Crediteuren 50.000.- Overige kortlopende schulden 5.000,- + 55.000,- - Overnamesom 510.000,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 5

5. De heer J. Janssen overweegt zijn damesmodezaak te verkopen aan zijn neef B. Janssen. Als de verkoop doorgaat moet neef B. Janssen de volgende bezittingen en schulden van zijn oom overnemen: winkelpand 275.000,- inventaris 25.000,- voorraad 125.000,- debiteuren 1.000,- crediteuren 57.750,- overige kortlopende schulden 22.900,- Het geïnvesteerde eigen vermogen van de heer J. Janssen in de damesmodezaak bedraagt 185.000,-. De heer J. Janssen vindt dat hij recht heeft op een bedrag aan goodwill, ter grootte van het verschil tussen de rentabiliteitswaarde en het eigen vermogen van de damesmodezaak. Voor de berekening van de rentabiliteitswaarde beschikt de heer J. Janssen over de volgende gegevens: het gemiddelde rendement eigen vermogen van de laatste vijf jaar bedraagt 7.600,-, het rentepercentage is 4%. a. Bereken het bedrag aan goodwill dat d neef B. Janssen moet betalen. Rentabiliteitswaarde is 7.600,- 0,04 = 190.000,- Eigen vermogen 185.000,- Goodwill 5.000,- b. Bereken de totale overnamesom. Winkelpand 275.000,- Inventaris 25.000,- Goodwill 5.000,- Voorraad 125.000,- Debiteuren 1.000,- + Totaal 431.000,- Crediteuren 57.750.- Overige kortlopende schulden 22.900,- + 80.650,- - Overnamesom 350.350,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 6

debiteurensaldo opgaven moet ik daar ook voor betalen In sommige branches betalen de klanten niet altijd contant. Voor het bepalen van de vermogensbehoefte zal er rekening gehouden moeten worden met het te verwachten gemiddelde debiteurensaldo. Dit is het te verwachten gemiddeld uitstaand bedrag aan debiteuren. Voor de berekening van het te verwachten gemiddelde debiteurensaldo zijn de volgende gegevens nodig: het gedeelte van de consumentenomzet dat op rekening verkocht wordt: CO rek, het gemiddeld aantal dagen dat de afnemer krediet krijgt: de gemiddelde krediettermijn aan debiteuren ofwel de debiteurentermijn: D t. Voor het berekenen van het gemiddelde debiteurensaldo kun je de volgende formule gebruiken: GDS = CO rek x D t 360 opmerking De debiteurentermijn in hele dagen moet altijd naar boven afgerond worden; D t = 3,2 wordt dan 4. voorbeeld De te verwachten consumentenomzet van een woonwinkel is 600.000,-, waarvan 40% op rekening. De debiteurentermijn is 15 dagen. Verondersteld wordt dat de omzet op rekening gelijkmatig over het jaar verdeeld is. Voor de berekening van het GDS moet eerst de consumentenomzet op rekening vastgesteld worden. Deze bedraagt 40% van 600.000,-, ofwel 240.000,-. Het GDS is dan: 15 240.000,- x = 10.000,-. 360 In dit voorbeeld moet de eigenaar van de woonwinkel in zijn investeringsbegroting dus rekening houden met een gemiddeld bedrag van 10.000,- dat hij nog tegoed heeft van zijn klanten. 6. Gegevens van een detailhandelsonderneming: de consumentenomzet op rekening bedraagt 144.000,-, de debiteurentermijn is 10 dagen, de omzet op rekening is gelijkmatig over het jaar verdeeld. Bereken het gemiddelde debiteurensaldo van deze detailhandelsonderneming. GDS: 144.000,- x 10/360 = 4.000,-. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 7

7. Gegevens van een detailhandelsonderneming: de consumentenomzet is 7.002.000,-, de contante consumentenomzet bedraagt 94% van de consumentenomzet, de debiteurentermijn is 12 dagen, de omzet op rekening is gelijkmatig over het jaar verdeeld. Bereken het gemiddelde debiteurensaldo van deze detailhandelsonderneming. GDS: 0,06(op rekening) x 7.002.000,- x 12/360 = 14.004,-. 8. Gegevens van een detailhandelsonderneming: de omzet op rekening bedraagt 45.000,-, de debiteurentermijn is 14 dagen, de omzet op rekening is gelijkmatig over het jaar verdeeld. Voor de btw geldt het h-tarief. Bereken het gemiddelde debiteurensaldo van deze detailhandelsonderneming (afronden op hele euro s nauwkeurig). GDS: 1,21 x 45.000,- x 14/360 = 2.117,50, afgerond op hele euro s 2.118,- 9. Gegevens van een vlees- en vleeswarenzaak: de omzet bedraagt 1.000.000,-, de verkopen op rekening zijn 4% van de omzet, de debiteurentermijn is 14 dagen, de omzet op rekening is gelijkmatig over het jaar verdeeld. Voor de btw geldt het l-tarief. Bereken het gemiddelde debiteurensaldo van deze vlees- en vleeswarenzaak (afronden op hele euro s nauwkeurig). GDS: 1,06 x 0,04 x 1.000.000,- x 14/360 = 1.649,- 10. Gegevens van een zelfbedieningszaak: consumentenomzet op rekening 59.000,- gemiddelde debiteurensaldo 600,- de omzet op rekening is gelijkmatig over het jaar verdeeld. Bereken de debiteurentermijn van deze zelfbedieningszaak in hele dagen. 600,- = 59.000 x D t /360 D t = ( 600,- x 360) 59.000,- = 3,66; dus 4 dagen 11. Gegevens van een banketzaak: de consumentenomzet is 689.000,-, de contante consumentenomzet bedraagt 96% van de totale consumentenomzet, het gemiddelde debiteurensaldo bedraagt 475,-, de omzet op rekening is gelijkmatig over het jaar verdeeld. Bereken de debiteurentermijn van deze banketzaak in hele dagen. 475,- = 27.560 x D t /360 D t = ( 475,- x 360) 27.560,- = 6,2 dagen, dus 7 dagen. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 8

crediteurensaldo moet ik daar ook voor betalen Het te verwachten gemiddeld te betalen bedrag aan de leveranciers wordt het te verwachten gemiddelde crediteurensaldo genoemd. Dit gemiddelde crediteurensaldo wordt in het financieringsplan opgenomen. De hoogte van het gemiddelde crediteurensaldo wordt bepaald door: de inkopen op rekening, inclusief btw: INK rek, het gemiddeld aantal dagen dat de ondernemer krediet krijgt van zijn leveranciers: de gemiddelde krediettermijn van crediteuren ofwel de crediteurentermijn: C t. Bij een startende ondernemer is er geen informatie bekend over de gemiddelde crediteurentermijn. Meestal worden met de leveranciers afspraken gemaakt over het moment van betalen van de ingekochte beginvoorraad. Voor het berekenen van het gemiddelde crediteurensaldo kun je de volgende formule gebruiken: GCS = INK rek x C t 360 opmerking De crediteurentermijn in hele dagen moet altijd naar beneden afgerond worden; C t = 13,7 wordt dan 13. voorbeeld De te verwachten inkopen op rekening, inclusief btw, van een woonwinkel zijn 360.000,-. De crediteurentermijn is 75 dagen. Verondersteld wordt dat de inkopen op rekening gelijkmatig over het jaar verdeeld zijn. Het GCS is dan: 75 360.000,- x = 75.000,-. 360 opgaven 12. Gegevens van een doe-het-zelfzaak: inkopen tegen inkoopfactuurprijs: 780.000,-, crediteurentermijn: 3 dagen, alle inkopen geschieden op rekening, de inkopen op rekening zijn gelijkmatig over het jaar verdeeld. Bereken het gemiddelde crediteurensaldo van deze doe-het-zelfzaak. GCS: 780.000,- x 3/360 = 6.500,- 13. Gegevens van een supermarkt: de agf-inkopen bedragen 215.000,-, de contante inkopen bedragen 10% van de totale agf-inkopen, de crediteurentermijn is 7 dagen, de inkopen op rekening zijn gelijkmatig over het jaar verdeeld. Voor de btw geldt het l-tarief. Bereken het gemiddelde crediteurensaldo van deze supermarkt. GCS: 0,9 x 1,06 x 215.000,- x 7/360 = 3.988,25 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 9

14. Gegevens van een detailhandelsonderneming: de inkopen op rekening, inclusief btw bedragen 2.576.500,-, het gemiddelde crediteurensaldo is 38.000,-, de inkopen op rekening zijn gelijkmatig over het jaar verdeeld. Bereken de crediteurentermijn van deze detailhandelsonderneming in hele dagen. 38.000,- = 2.576.500 x C t /360 C t = ( 38.000,- x 360) 2.576.500,- = 5,31 dagen, dus 5 dagen. 15. Gegevens uit een bepaald jaar van een detailhandelsonderneming: voorraad per 1 januari 112.700,- voorraad per 31 december 133.850,- consumentenomzet 588.675,- brutowinst 37% crediteurentermijn 24 dagen de inkopen die geheel op rekening geschieden, zijn gelijkmatig over het jaar verdeeld Voor de btw geldt het h-tarief. a. Bereken de inkoopwaarde van de omzet van deze detailhandelsonderneming. 588.675,- x 100/121 x 0,63 = 306.500,21 b. Bereken de inkopen tegen inkoopfactuurprijs van deze detailhandelsonderneming. Inkopen op rekening zijn: Beginvoorraad 112.700,00 Inkopen Inkoopwaarde 306.500,21 Eindvoorraad 133.850,00 Uit het bovenstaande staatje kun je de inkopen bereken door: 306.500,21 + 133.850,- - 112.700,- = 327.650,21 De inkopen tegen inkoopfactuurprijs zijn dan: 327.650,21 x 1.21 = 396.456,75 c. Bereken het gemiddelde crediteurensaldo van deze detailhandelsonderneming (afronden op veelvouden van 500,-). GCS: 396.456,75 x 24/360 = 26.430,45 afgerond 26.500,-. 16. Gegevens van een kleine supermarkt van een bepaald jaar: consumentenomzet 1.171.008,- brutowinst 18,5% voorraad per 1 januari 135.240,- voorraad per 31 december 160.620,- crediteurentermijn 6 dagen gemiddelde btw 7% a. Bereken de inkopen, exclusief btw, van deze supermarkt. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 10

Beginvoorraad 135.240 Inkopen Inkoopwaarde ( 1.171.008 1.07 x 81,5) 891.936,00 Eindvoorraad 160.620,00 Uit het bovenstaande staatje kun je de inkopen bereken door: 891.936,- + 160.620,- - 135.240,- = 917.316,- b. Bereken het gemiddelde crediteurensaldo van deze supermarkt (in hele euro s nauwkeurig). ( 917.316,- x 1,07) x 6/360 = 981.528,12 x 6/360 = 16.358,80, = 16.359,- 17. De heer J. Crutzen is van plan een supermarkt te openen. Hij begroot de omzet op 650.000,-. Hij verwacht in het eerste jaar een brutowinst te realiseren van 17%. In de branche hanteert men een gemiddelde omzetduur van 30 dagen. Bij het opstellen van de investeringsbegroting gaat de heer J. Crutzen ervan uit dat de beginvoorraad gelijk is aan 1,5 keer de gemiddelde voorraad. De btw is gemiddeld 7%. Bereken het bedrag van de voorraad dat de heer J. Crutzen moet opnemen op de investeringsbegroting (afronden op 1.000,- nauwkeurig). Als de omzetduur 30 dagen is, dan is de omzetsnelheid 360 30 = 12 IWO is 0,83 x 650.000,- = 539.500,- Voorraad 1,07 x 1,5 x 539.500,- 12 = 72.158,13 ofwel 72.000,-. 18. Begrote gegevens met betrekking tot de overname van een goedlopende detailhandelsonderneming: consumentenomzet: 1.398.000,-, omzetsnelheid: 1,8, debiteurentermijn 24 dagen, brutowinst 40%, verkopen op rekening 20% van de consumentenomzet, crediteurentermijn 60 dagen, de beginvoorraad is gelijk aan de gemiddelde voorraad, de voorraad blijft op hetzelfde niveau gehandhaafd, de inkopen geschieden geheel op rekening. Bereken het bedrag dat door eigen geld en door de bank gefinancierd moet worden om in de vermogensbehoefte, die uit de bovenstaande gegevens voortvloeit, te voorzien. Het betreft hier een vermogensbehoefte per datum, dus alle bedragen inclusief btw. Gemiddelde voorraad: IWO OS = ( 1.398.000,- x 0,6) 1,8 466.000,- GDS: 0,20 x 1.398.000,- x 24/360 18.640,- 484.640,- Inkopen zijn 60% van 1.398.000,- = 838.800,- GCS: 838.800,- x 60/360 139.800,- Door de bank te financieren en door eigen geld 344.840,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 11

19. John Dassen, eigenaar van een doe-het-zelfzaak, ontleent de onderstaande gegevens aan zijn administratie. 1 januari x 1,- 31 december x 1,- debiteuren 25.750 24.250 crediteuren 132.400 135.600 voorraad 268.750 248.950 De consumentenomzet bedraagt 5.250.000,-, waarvan 10% verkocht is op rekening. Verdere gegevens het gerealiseerde brutowinstpercentage is 36%, de inkopen geschieden geheel op rekening. Voor de btw geldt het h-tarief. a. Bereken de debiteurentermijn van deze doe-het-zelfzaak in dagen nauwkeurig. b. Bereken de inkopen op rekening, inclusief btw, van deze doe-het-zelfzaak. c. Bereken het bedrag dat door deze doe-het-zelfzaak betaald is aan crediteuren. d. Bereken de crediteurentermijn van deze doe-het-zelfzaak in dagen nauwkeurig. a. Bereken de debiteurentermijn van deze doe-het-zelfzaak in dagen nauwkeurig. GDS: ( 25.750,- + 24.250,-) 2 = 25.000,- D t = 25.000,- x 360 0,10 x 5.250.000,- = 17,14 dagen = 18 dagen. b. Bereken de inkopen op rekening, inclusief btw, van deze doe-het-zelfzaak. IWO = 0,64 x 5.250.000,- 1,21 2.776.859,50 Voorraadmutatie minus 19.800,00 Inkopen 2.803.729,41 Inkopen inclusief btw 2.803.729,41 x 1,21 = 3.392.512,59 c. Bereken het bedrag dat door d deze doe-het-zelfzaak betaald is aan crediteuren. Toename crediteurensaldo 3.200,- Inkopen op rekening 3.392.512,59,- - Betaalde crediteuren 3.395.712,59,- d. Bereken de crediteurentermijn van deze doe-het-zelfzaak in dagen nauwkeurig. C t = 134.000,- x 360 3.336.438 = 14,46, 14 dagen 20. De eigenaar van een detailhandelsonderneming verstrekt de volgende gegevens. per crediteurensaldo x 1,- debiteurensaldo x 1,- voorraad x 1,- 1 januari 194.000 88.000 462.000 1 april 206.000 79.000 546.000 1 juli 184.000 65.000 647.000 1 oktober 263.000 54.000 563.000 31 december 185.000 78.000 448.000 De in de tabel genoemde bedragen van het crediteurensaldo en het debiteurensaldo zijn inclusief btw; de voorraadbedragen zijn exclusief btw. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 12

Verdere gegevens consumentenomzet: 2.496.000,-, verkopen op rekening 40% van de consumentenomzet, inkopen, inclusief btw : 1.522.560,-, de inkopen geschieden geheel op rekening, Voor de btw geldt het h-tarief. a. Bereken het gemiddelde debiteurensaldo van deze detailhandelsonderneming. GDS (0,5x 88.000,- + 79.000,- + 65.000,- + 54000, + 0,5 x 78.000,-) 4 = 70.250,- b. Bereken het gemiddelde crediteurensaldo van deze detailhandelsonderneming. GCS (0,5 x 194.000,- + 206.000,- + 184.000,- + 263.000,- + 0,5 x 185.000,- ) 4 = 210.625,- c. Bereken de gemiddelde voorraad van deze detailhandelsonderneming. Gemiddelde voorraad (0,5 x 462.000,- + 546.000,- + 647.000,- + 563.000,- + 0,5 x 448.000) 4 = 552.750,- d. Bereken het bedrag dat op basis van de hiervoor vermelde gegevens per saldo gefinancierd moet worden door eigen en/of vreemd vermogen. Gemiddeld debiteurensaldo (debet) 70.250,- Gemiddelde voorraad (debet) 552.750,- + Gemiddeld crediteurensaldo (credit) 210.625,- - Gemiddelde vermogensbehoefte 412.375,- e. Bereken de debiteurentermijn van deze detailhandelsonderneming in dagen nauwkeurig. Verkopen op rekening zijn 40% van 2.496.000,- = 998.400,- D t = ( 70.250,- x 360) 998.400,- = 25,3 26 dagen. f. Bereken de crediteurentermijn van deze detailhandelsonderneming in dagen nauwkeurig. Ct = ( 210.625,- x 360) 1.522.560,- = 49,8 49 dagen. 21. Van een op te richten woonwinkel zijn de volgende gegevens bekend: verwachte omzet: 1.200.000,-, brutowinst 40%, omzetsnelheid 1,5, verkopen op rekening 30% van de omzet, beginvoorraad 120% van de gemiddelde voorraad, inkopen op rekening (exclusief btw): 750.000,-, debiteurentermijn 20 dagen, crediteurentermijn 80 dagen. Voor de btw geldt het h-tarief. Verondersteld wordt, dat de in- en verkopen op rekening gelijkmatig over het jaar verdeeld zijn. Er zijn geen contante inkopen. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 13

a. Bereken het gemiddelde debiteurensaldo van deze woonwinkel. GDS: 1.200.000,- x 0,3 x 1,21 x 20/360 = 24.000,- b. Bereken het gemiddelde crediteurensaldo van deze woonwinkel (afronden op veelvouden van 500,-). GCS: 750.000,- x 1,21 x 80/360 = 201.666,67, afgerond 202.000,- c. Bereken het bedrag van de voorraad dat op de investeringsbegroting van deze woonwinkel staat (afronden op veelvouden van 500,-). Gemiddelde voorraad: ( 1.200.000,- x 0,6) 1,5 = 480.000,- Beginvoorraad investeringsbegroting: 480.000,- 100 x 120 x 1,21 = 696.960,-; afgerond 697.000,- 22. Supermarkteigenaar R. Gommers ontleent de onderstaande gegevens aan zijn administratie. 1 januari x 1,- 31 december x 1,- debiteuren 10.183 5.937 crediteuren 23.848 32.434 voorraad 56.689 51.867 De consumentenomzet bedraagt 1.211.811,-, waarvan 15% verkocht is op rekening. De omzet bedraagt 1.132.534,-. Verdere gegevens het gerealiseerde brutowinstpercentage is 19,2%, de inkopen geschieden geheel op rekening, het gemiddelde btw-percentage op de inkopen is gelijk aan het gemiddelde btw-percentage op de verkopen. a. Bereken de debiteurentermijn van deze supermarkt in dagen nauwkeurig. GDS: ( 10.183,- + 5.937,-) 2 = 8.060,- D t = 8.060,- x 360 0,15 x 1.211.811,- = 16 dagen. b. Bereken de inkopen op rekening, inclusief btw, van deze supermarkt. IWO = 0,808 x 1.132.534,- = 915.087,47 Voorraadmutatie minus 4.822,00 Inkopen 910.265,47 De btw bedraagt ( 1.211.811 -/- 1.132.534) 1.132.534 x 100% = 7% Inkopen inclusief btw 910.265,47 x 1,07 = 973.984,05 c. Bereken het bedrag dat door deze supermarkt betaald is aan crediteuren. Toename crediteurensaldo 8.586,00 Inkopen op rekening 973.984,05 - Betaalde crediteuren 965.398,05 d. Bereken de crediteurentermijn van deze supermarkt in dagen nauwkeurig. C t = 28.141,- x 360 973.984,05 = 10,4; 10 dagen werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 14

23. Kruidenier P. van Roon ontleent de onderstaande gegevens aan zijn jaarrekening: 1 januari x 1,- 31 december x 1,- debiteuren 4.400 6.420 crediteuren 75.320 73.705 voorraad 191.525 186.650 EIW BV De consumentenomzet bedraagt 3.042.545,-, waarvan 1% op rekening. De omzet bedraagt 2.843.500,-. Verdere gegevens het gerealiseerde brutowinstpercentage is 19,2%, de inkopen geschieden geheel op rekening, het privéverbruik aan goederen uit de winkel bedraagt 14.165,- (dit is tegen inkoopwaarde en exclusief btw), het gemiddelde btw-percentage op de inkopen is gelijk aan het gemiddelde btw-percentage op de verkopen, de in- en verkopen zijn gelijkmatig over de dagen van het jaar verspreid. a. Bereken de debiteurentermijn van deze kruidenier in dagen nauwkeurig. ( 4.400,- + 6.420,-) 2 = 60.850,90 x D t /360; D t = 32 dagen. b. Bereken de inkopen, inclusief btw, van deze kruidenier (in euro s nauwkeurig). Voorraadafname 4.875, Btw% = 7 % Inkopen (0,808 x 2.843.500,- -/- 4.875,- + 14.165,-) x 1,07 = 2.468.317 c. Bereken het bedrag dat deze kruidenier betaald heeft aan crediteuren. 2.468.317 + 75.320,- -/- 73.705,- = 2.469.932,- d. Bereken de crediteurentermijn van deze kruidenier in dagen nauwkeurig. GCS = ( 75.320,- + 73.705,-) 2 = 74.512,50 74.512,50 = 2.469.932 x C t /360; C t = 10 dagen werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 15

gem iddelde vermogensbehoefte hoezo behoefte aan vermogen Als je de gemiddelde vermogensbehoefte van een bepaalde periode wil berekenen, dan moet je de administratieve waarde van de bedrijfsmiddelen als basis nemen. Bij het bepalen van die administratieve waarde moeten de afschrijvingen berekend worden. voorbeeld Op de investeringsbegroting van een detailhandelsonderneming staan de volgende investeringsbedragen: bedrag x 1,- (excl. btw) investeringen afschrijvingen x 1,- datum dit jaar volgend jaar dit jaar omschrijving computerkassa s 10.000 1 juli 1.500 3.000 software 18.000 1 juli 2.250 4.500 magazijninventaris 9.000 1 oktober 225 900 kassatoonbank 1.800 1 mei 240 360 totaal 38.800 4.215 8.760 Verdere gegevens de te verwachten waarde van de voorraad per: 31 december dit jaar 65.000,- 31 december volgend jaar 55.000,- het gemiddelde bedrag dat geïnvesteerd is in liquide middelen bedraagt 1.500,- De vermogensbehoefte van deze detailhandelsonderneming van dit jaar is 101.085,-. Dit bedrag is als volgt opgebouwd: duurzame bedrijfsmiddelen 34.585,- ( 38.800,- - 4.215,-) voorraad 65.000,- liquide middelen 1.500,- Voor het berekenen van de gemiddelde vermogensbehoefte van deze detailhandelsonderneming voor het komende jaar, moet het gemiddelde berekend worden van de investeringsbedragen per 31 december van dit jaar en per 31 december van het komende jaar. Voor de duurzame bedrijfsmiddelen is dit: ( 34.585,- + 25.825,-) 2 = 30.205,-. Voor de voorraad is dit: ( 65.000,- + 55.000,-) 2 = 60.000,-. De gemiddelde vermogensbehoefte van het komende jaar is dan: duurzame bedrijfsmiddelen 30.205,- voorraad 60.000,- liquide middelen 1.500,- Totaal 91.705,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 16

opgaven 24. De waarde van de voorraad in een speciaalzaak in luxe verlichtingsartikelen is per 1 januari 252.500,- en per 31 december 263.500,-. Bereken de gemiddelde vermogensbehoefte van het aanhouden van voorraden in deze speciaalzaak. ( 252.500,- 263.500,-) 2 = 258.000,- 25. De afdelingsmanager van de afdeling zuivel en diepvries van een supermarkt in Terneuzen leest in de voorraadadministratie de volgende voorraadwaarden. 1 januari 81.000,- 1 februari 97.000,- 1 maart 92.000,- 1 april 85.000,- Voor de btw geldt het l-tarief. Bereken de gemiddelde vermogensbehoefte van het eerste kwartaal die uit de gegevens van deze afdeling voortvloeit. (0,5 x 81.000,- + 97.000,- + 92.000,- + 0,5 x 85.000,-) 3 = 90.666,67 26. Gegevens van een sportzaak: omzet 798.000,-, omzetsnelheid 4,2, brutowinst 41%, de omzet is gelijkmatig over het jaar verdeeld. Voor de btw geldt het h-tarief. Bereken de gemiddelde vermogensbehoefte van het aanhouden van voorraden in deze sportzaak. Gemiddelde voorraad: IWO = 0,59 x 798.000,- = 470.820,- Gemiddelde voorraad is nu 470.820,- 4,2 112.100,- Vermogensbehoefte is dan 112..100,- Let op: Omdat hier de gemiddelde vermogensbehoefte gevraagd wordt, hoeft de btw op de voorraad niet meegenomen te worden. Wordt de vermogensbehoefte per datum gevraagd dan moet de btw wel meegenomen worden. In de opgave moet dan wel vermeld worden hoe groot de voorraad op die datum is, bijvoorbeeld 80% van de gemiddelde voorraad. 27. Gegevens van een speelgoedzaak: consumentenomzet 1.250.000,-, omzetsnelheid 5,2, brutowinst 34%, de omzet is gelijkmatig over het jaar verdeeld. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 17

Voor de btw geldt het h-tarief. Bereken de gemiddelde vermogensbehoefte van het aanhouden van voorraden in deze speelgoedzaak. (0,66 x 1.250.000,- 1.21) 5,2 = 131.118,88 28. Gegevens van een modezaak: omzet 498.000,-, brutowinst 37%, omzetduur 110 dagen, debiteurentermijn 6 dagen, verkopen op rekening 10% van de omzet, de omzet op rekening is gelijkmatig over het jaar verdeeld. Voor de btw geldt het h-tarief. Bereken de gemiddelde vermogensbehoefte die uit de gegevens van deze modezaak voortvloeit. Gemiddelde voorraad: O.s. = 360 110 = 3.27 IWO = 0,63 x 498.000,- = 313.740,- Gemiddelde voorraad is nu 313.740,- 3.27 95.945,00 G.D.S. = 1,21 x 0,1 x 498.000,- x 6/360 = 1004,30 + Vermogensbehoefte is dan 96.932,70 29. Gegevens van een willekeurige detailhandelsonderneming: omzet 1.250.000,-, brutowinst 42%, omzetsnelheid 3,5, debiteurentermijn 14 dagen, de omzet op rekening is 5% van de consumentenomzet. Voor de btw geldt het h-tarief. Bereken de gemiddelde vermogensbehoefte van deze detailhandelsonderneming die uit de bovenstaande gegevens voortvloeit. IWO = 0,58 x 1.250.000,- = 725.000,- Gemiddelde voorraad is nu 725.000,- 3.5 207.142,86 G.D.S. = 1,21 x 0,05 x 1.250.000,- x 14/360 = 2.940,97 + Vermogensbehoefte is dan 210.035,22 30. Gegevens van een willekeurige detailhandelsonderneming: omzet 5.650.000,-, brutowinst 19%, omzetsnelheid 8, debiteurentermijn 10 dagen, de omzet op rekening is 3% van de consumentenomzet. Voor de btw geldt een gemiddeld tarief van 8%. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 18

Bereken de gemiddelde vermogensbehoefte van deze detailhandelsonderneming die uit de bovenstaande gegevens voortvloeit. IWO = 0,58 x 5.650.000,- = 4.576.500,- Gemiddelde voorraad is nu 4.576.500,- 8 572.062,50 G.D.S. = 1,08 x 0,03 x 5.650.000,- x 10/360 = 5.085,00 + Vermogensbehoefte is dan 577.147,50 31. Gegevens van een willekeurige detailhandelsonderneming: consumentenomzet 702.650,-, brutowinst 38%, omzetsnelheid 4, debiteurentermijn 9 dagen, de omzet op rekening is 10% van de consumentenomzet. Voor de btw geldt het h-tarief. Bereken de gemiddelde vermogensbehoefte van deze detailhandelsonderneming die uit de bovenstaande gegevens voortvloeit. IWO (incl. btw) = 0,62 x 702.650,- = 366.086,55 Gemiddelde voorraad is nu 366.086,50 4 91.521,64 G.D.S. = 0,10 x 702.650,- x 9/360 = 1.756,63 + Vermogensbehoefte is dan 93.278,26 32. Per 31 december bedragen de totale bezittingen van een detailhandelsonderneming 507.000,-. Het eigen vermogen per die datum bedraagt 156.600,-. a. Hoe groot is de vermogensbehoefte van deze detailhandelsonderneming? 507.000,- b. Hoe groot is het totale vermogen van deze detailhandelsonderneming? 507.000,- c. Bereken het vreemd vermogen van deze detailhandelsonderneming per 31 december. 507.000,- - 156.600,- = 350.400,- 33. Per 31 december bedragen de totale bezittingen van een detailhandelsonderneming 650.000,-. Het eigen vermogen per die datum bedraagt 255.000,-. a. Hoe groot is de vermogensbehoefte van deze detailhandelsonderneming? 650.000,- b. Hoe groot is het totale vermogen van deze detailhandelsonderneming? 650.000,- c. Bereken het vreemd vermogen van deze detailhandelsonderneming per 31 december. 650.000,- - 255.000,- = 395.000,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 19

34. Mevrouw M. Rauw start per 1 oktober een detailhandelsonderneming, waarin de volgende bedragen geïnvesteerd worden: verbouwing winkelpand 23.500,- inventaris 76.375,- voorraad 61.125,- aanloopkosten 12.000,- liquide middelen 20.000,- De bovenstaande bedragen zijn inclusief btw h-tarief, met uitzondering van de aanloopkosten en de liquide middelen. De verbouwing van het winkelpand en de inventaris moeten binnen vijf jaar terugverdiend worden. De restwaarde na vijf jaar is nihil. Er wordt afgeschreven met een vast bedrag per jaar. a. Stel de investeringsbegroting van de detailhandelsonderneming op per 1 oktober. Verbouwing pand 23.500,- Inventaris 76.375,- Voorraad 61.125,- Aanloopkosten 12.000,- Liquide middelen 20.000,- Vermogensbehoefte 193.000,- b. Bereken de boekwaarde van de duurzame bedrijfsmiddelen per 31 december van dat jaar. Aanschafprijs duurzame bedrijfsmiddelen: ( 23.500,- + 76.375,- ) x 100/121= 82.541,32 Af te schrijven in vijf jaar, per jaar 16.508,26- Waarde 31 december 82.541,32,- -/- 0,25 x 16.508,26 = 78.414,26 35. Op de investeringsbegroting van een detailhandelsonderneming staan de volgende investeringsbedragen: omschrijving investeringsbedrag (exclusief btw) x 1,- investeringsdatum dit jaar afschrijvingen dit jaar x 1,- afschrijvingen volgend jaar x 1,- winkelinventaris 58.200 1 september 1.940 5.820 transportmiddelen 4.000 1 april 600 800 bedrijfskleding 3.000 1 oktober 375 750 kasregister 1.200 1 mei 90 360 totaal 66.400 3.005 7.730 Verdere gegevens de te verwachten waarde van de voorraad per: 31 december dit jaar 175.000,- 31 december volgend jaar 185.000,- het gemiddelde bedrag dat geïnvesteerd is in liquide middelen bedraagt 7.500,- a. Bereken de vermogensbehoefte van deze detailhandelsonderneming per 31 december van dit jaar. Waarde bedrijfsmiddelen 63.395,- Waarde voorraad 175.000,- Waarde liquide middelen 7.500,- Vermogensbehoefte 31 december 245.895,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 20

b. Bereken de gemiddelde vermogensbehoefte van deze detailhandelsonderneming in het volgende jaar. Gemiddelde waarde bedrijfsmiddelen: ( 63.395,- + 63.395,- - 7.730,-) 2 59.530,- Gemiddelde waarde voorraad 180.000,- Waarde liquide middelen 7.500,- Gemiddelde vermogensbehoefte 247.030,- 36. Op de investeringsbegroting van een doe-het-zelfzaak staan de volgende investeringsbedragen: omschrijving investeringsbedrag (exclusief btw) x 1,- investeringsdatum dit jaar afschrijvingen dit jaar x 1,- afschrijvingen volgend jaar x 1,- bestelauto 21.150 1 juni 2.625 4.500 transportmiddelen 10.575 1 juli 675 1.350 check-outs 9.400 1 oktober 200 800 kantine-inventaris 7.050 1 maart 1.500 1.800 Verdere gegevens investeringen in overige bedrijfsmiddelen per: 31 december dit jaar 240.000,- 31 december komend jaar 210.000,- de te verwachten waarde van de voorraad per: 31 december dit jaar 260.000,- 31 december komend jaar 240.000,- het gemiddelde bedrag dat geïnvesteerd is in liquide middelen bedraagt 7.500,- a. Bereken de totale vermogensbehoefte, exclusief btw, per 31 december van dit jaar van deze doe-het-zelfzaak. Waarde bedrijfsmiddelen 43.075,- Waarde overige bedrijfsmiddelen 240.000,- Waarde voorraad 260.000,- Waarde liquide middelen 7.500,- Vermogensbehoefte 31 december 550.575,- b. Bereken de gemiddelde totale vermogensbehoefte van deze doe-het-zelfzaak in het komende jaar. Gemiddelde waarde bedrijfsmiddelen 38.950,- Gemiddelde waarde overige bedrijfsmiddelen 225.000,- Gemiddelde waarde voorraad 250.000,- Waarde liquide middelen 7.500,- Gemiddelde vermogensbehoefte 521.450,- 37. Supermarkteigenaar G. Kertzman overweegt om via internet te gaan verkopen. Dit betekent dat hij op korte termijn een nieuwe bestelauto moet aanschaffen. Hiermee gaat een investering gepaard van 28.800,- (inclusief 2.750,- btw). Per jaar wordt er 2.000,- op de bestelauto afgeschreven. Andere kostensoorten worden in deze opgave buiten beschouwing gelaten. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 21

a. Hoe groot is de vermogensbehoefte op het moment van aanschaf van de bestelauto? Bij aanschaf inclusief btw 28.800,- b. Bereken de gemiddelde vermogensbehoefte van de bestelauto in het eerste jaar. Gemiddeld is exclusief btw Aanschafprijs bestelauto 28.800,- - 2.750,- 26.050,- Afschrijvingen 2.000,- Waarde aan het einde van het jaar 24.050,- Gemiddelde vermogensbehoefte 26.050,- + 24.050,- = 25.050,- 38. De heer H. Galens is van plan een textielzaak te openen. Hij begroot de omzet op 500.000,-. Hij verwacht een brutowinst te kunnen realiseren van 37%. In de branche hanteert men een gemiddelde omzetsnelheid van 3,8. Bij het opstellen van de investeringsbegroting gaat de heer H. Galens ervan uit, dat de beginvoorraad gelijk is aan de gemiddelde voorraad. Voor de btw geldt het h-tarief. Bereken het bedrag van de voorraad dat de heer H. Galens moet opnemen op de investeringsbegroting (afronden op 500,- nauwkeurig). Eerst wordt de inkoopwaarde berekend, deze is 0,63 x 500.000,- = 315.000,- Vervolgens wordt met behulp van de omzetsnelheid de gemiddelde voorraad berekend: OS = IWO Gem. Voorraad. Dus de gemiddelde voorraad is de inkoopwaarde gedeeld door de omzetsnelheid, ofwel 315.000,- 3,8 = 82.894,74 Echter op de investeringsbegroting moet ook de btw meegenomen worden. Dus op de investeringsbegroting staat de voorraad, inclusief btw: 1,21 x 82.894,74 = 100.302,64, afgerond 100.500,-. 39. De heer L. Seyer te Dalsum wil zich als zelfstandig ondernemer vestigen. Hij kan een bestaand winkelpand kopen of huren. De huur bedraagt 2.000,- per maand. De koopprijs van het winkelpand bedraagt 225.000,- kosten koper. Bij de aankoop van het winkelpand moeten 6% overdrachtsbelasting en 2.475,- voor de kosten van koopakte betaald worden. De heer L. Seyer kan een 5%-geldlening sluiten van 135.000,-. De afsluitprovisie van deze lening bedraagt 1,5%. De overige kosten die verbonden zijn aan het afsluiten van deze lening bedragen 1.500,-. a. Bereken over hoeveel eigen middelen de heer L. Seyer moet beschikken om het winkelpand te kunnen kopen. Koopsom 225.000,- Belasting 6% 13.500,- Kosten 2.475,- 240.975,- Lening 135.000,- Provisie 2.025,- Kosten 1.500,- 131.475,- - L. Seyer moet beschikken over 109.500,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 22

Tot nu toe heeft de heer L. Seyer de onder vraag a. berekende eigen middelen belegd à 5% per jaar. Behalve met de derving van rente over de eigen middelen, moet hij rekening houden met: de rente van de geldlening, de onroerendzaakbelasting ad 645,- per jaar, de afschrijvingskosten ad 4.000,- per jaar, de overige kosten, zoals onderhoud en reparatie, worden voor het eerste jaar geschat op 1.700,-. b. Bereken de kosten per maand van het eerste jaar indien de heer L. Seyer besluit het winkelpand te kopen. Rentederving 5% van 109.500 5.475,- Rente 5% 6.750,- Onroerende zaakbelasting 645,- Afschrijvingskosten 4.000,- Overige kosten 1.700,- Totale kosten per jaar 18.570,- Per maand 1.547,50 c. Wat is voordeliger, kopen of huren? Kopen d. Hoeveel bedraagt het verschil per jaar? 12 x 2000,- -/- 18.570,- = 5.430,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 23

ca shflow ik moet kunnen aflossen De cashflow van een onderneming kun je berekenen door de afschrijvingen op te tellen bij de winstreservering van het afgelopen boekjaar. De winstreservering is het bedrag van de winst dat niet uitgekeerd is aan de eigena(a)r(en) van de onderneming. Bij de ondernemingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid is dat de nettowinst gecorrigeerd met de privéuitgaven. Dus: cashflow = afschrijvingen + winstreservering voorbeeld 1 Het eigen vermogen van een speciaalzaak per 31 december bedraagt 169.874,-. Het eigen vermogen van deze speciaalzaak per 1 januari van datzelfde jaar bedraagt 141.559,-. Uit het resultatenoverzicht van deze speciaalzaak blijkt dat er voor 6.255,- is afgeschreven. De cashflow van deze speciaalzaak is: Eigen vermogen per 31 december 169.874,- Eigen vermogen per 1 januari 141.559,- - Winstreservering 28.315,- Afschrijvingen 6.255,- + Cashflow 34.570,- Moet je cashflow berekenen voor ondernemingsvormen met rechtspersoonlijkheid, dan is de winstreservering de opbrengst van de eigen vermogenverschaffers. Dit is het dividend + de winstinhouding; ofwel het winstsaldo gecorrigeerd met de uitkeringen aan derden (belastingen en tantièmes). Dus: cashflow = afschrijvingen + dividend + toevoeging winstreserve voorbeeld 2 Het geïnvesteerde eigen vermogen van de Parketreus BV per 31 december bedraagt 68.300,-. Het geïnvesteerde eigen vermogen van deze BV per 1 januari van datzelfde jaar bedraagt 62.000,-. Uit de winstverdeling van de Parketreus BV blijkt dat er aan dividend 1.700,- uitgekeerd is. Uit het resultatenoverzicht van deze BV blijkt dat er voor 12.500,- is afgeschreven. In het betreffende jaar is er geen aandelenvermogen bijgestort. De cashflow van deze BV is: Geïnvesteerd eigen vermogen per 31 december 68.300,- Geïnvesteerd eigen vermogen per 1 januari 62.000,- - Toevoeging winstreserve 6.300,- Dividend 1.700,- + Afschrijvingen 12.500,- + Cashflow 20.500,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 24

opgaven 40. Gegevens van een eenmanszaak: eigen vermogen per 31 december vorig jaar 169.750,- eigen vermogen per 31 december dit jaar 175.375,- afschrijvingskosten dit jaar 5.360,- Bereken de cashflow per 31 december van dit jaar. Eigen vermogen 31 december vorig jaar 169.750,- Eigen vermogen 31 december dit jaar 175.375,- Winstreserve 5.625,- Afschrijvingen 5.360,- Cashflow 10.985,- 41. Gegevens van een eenmanszaak: eigen vermogen per 31 december vorig jaar 269.880,- eigen vermogen per 31 december dit jaar 263.500,- afschrijvingskosten dit jaar 25.300,- Bereken de cashflow per 31 december van dit jaar. Eigen vermogen 31 december vorig jaar 269.880,- Eigen vermogen 31 december dit jaar 263.500,- Winstreserve 6.380,- min Afschrijvingen 25.300,- Cashflow 18.920,- 42. Gegevens van een eenmanszaak: eigen vermogen per 1 januari 78.390,- nettowinst 39.770,- privéopnamen 33.070,- afschrijvingskosten 7.890,- a. Bereken de winstreservering van deze eenmanszaak. b. Bereken de cashflow van deze eenmanszaak. Nettowinst 39.770,- Privéopnamen 33.070,- a. Winstreserve 6.700,- Afschrijvingen 7.890,- b. Cashflow 14.590,- 43. Gegevens van een eenmanszaak: eigen vermogen per 1 januari 325.582,- nettowinst 78.760,- privéopnamen 38.400,- afschrijvingskosten 15.240,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 25

a. Bereken de winstreservering van deze eenmanszaak. b. Bereken de cashflow van deze eenmanszaak. Nettowinst 78.760,- Privéopnamen 38.400,- a. Winstreserve 40.360,- Afschrijvingen 15.240,- b. Cashflow 55.600,- 44. Gegevens van dit jaar van een eenmanszaak: eigen vermogen per 31 december 113.600,- nettowinst 36.900,- privéopnamen 37.400,- afschrijvingskosten 7.300,- a. Bereken het eigen vermogen van deze eenmanszaak per 31 december vorig jaar. Eigen vermogen dit jaar 113.600,- Privéopnamen 37.400,- - 76.200,- Nettowinst 36.900,- + Eigen vermogen vorig jaar 113.100,- b. Bereken de cashflow van deze eenmanszaak. Eigen vermogen 31 december vorig jaar 114.100,- Eigen vermogen 31 december dit jaar 113.600,- Winstreserve 500,- min Afschrijvingen 7.300,- Cashflow 6.800,- 45. Gegevens van een eenmanszaak: nettowinst 45.750,- privéopnamen 25.600,- privéstortingen 5.000,- afschrijvingskosten 11.700,- a. Bereken de winstreservering van deze eenmanszaak. b. Bereken de cashflow van deze eenmanszaak. Nettowinst 45.750,- Privéopnamen 25.600,- - Privéstortingen 5.000,- + a. Winstreserve 25.150,- Afschrijvingen 11.700,- b. Cashflow 36.850,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 26

46. Op de balans van supermarkteigenaar P. Stallinga staat per 1 januari aan vaste activa 164.066,- en per 31 december 144.986,-. In dat jaar is er niet in nieuwe vaste activa geïnvesteerd. De nettowinst in dat jaar is 54.433,-, terwijl in dat jaar 63.027,- aan privé is opgenomen. Bereken de cashflow van deze supermarkt per 31 december van dat jaar. Nettowinst 54.433,- Privéopnamen 63027,- Winstreserve 8.594,- min Afschrijvingen 19.080,- Berekening afschrijvingskosten: Waarde vaste activa per 31 december vj 164.066,- Waarde vaste activa per 31 december dj - 144.986,- -/- Waardevermindering 19.080,- Cashflow 10.486,- 47. René Gritt, eigenaar van een sportzaak, behaalt in een bepaald jaar een bedrijfsresultaat van 53.755,-. De bijzondere baten van dat jaar bedragen 1.500,-, terwijl de overige lasten 2.755,- bedragen. Op de balans van de sportzaak staat per 1 januari een eigen vermogen van 72.600,-. In dat jaar is 20.500,- voor privé opgenomen. Op de vaste activa van de sportzaak wordt 10.500,- afgeschreven. Bereken de cashflow van deze sportzaak. Bedrijfsresultaat 53.755,- Bijzondere baten 1.500,- Overige lasten 2.755,- 1.255,- - Nettowinst 52.500,- Privéopnamen 20.500,- Winstreserve 32.000,- Afschrijvingen 10.500,- Cashflow 42.500,- 48. Van een speciaalzaak in lederwaren en reisartikelen zijn de volgende gegevens bekend: bijzondere baten 1.850,- overige lasten 2.750,- economisch resultaat, negatief 9.200,- gewaardeerd loon 50.700,- gewaardeerde interest 4.560,- afschrijvingskosten 12.800,- privéopnamen 49.060,- Bereken de cashflow van deze speciaalzaak in lederwaren en reisartikelen. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 27

Economisch resultaat - 9.200,- Gewaardeerde interest 4.560,- Rendement eigen vermogen - 4.640,- Gewaardeerd loon 50.700,- Bedrijfsresultaat 46.060,- Bijzondere baten 1.850,- Overige lasten 2.750,- - 900,- - Nettowinst 45.160,- Privéopnamen 49.060,- Winstreserve 3.900,- - Afschrijvingen 12.800,- Cashflow 8.900,- 49. Karin en Petra Trityul hebben hun speelgoedzaak ondergebracht in een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid (OV). Van deze OV zijn de volgende gegevens bekend: privéopnamen Karin 14.250,- privéopnamen Petra 6.450,- winstsaldo 29.750,- afschrijvingskosten 6.200,- Bereken de cashflow van deze OV per 31 december. Winstsaldo 29.750,- Privéopnamen Karin 14.250,- Privéopnamen Petra 6.450,- 20.700,- - Winstreserve 9.050,- Afschrijvingen 6.200,- Cashflow 15.250,- 50. Jan en Fred Baltussen hebben hun bouwmarkt ondergebracht in een openbare vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid (OV). Van deze OV zijn de volgende gegevens bekend: privéopnamen Jan Baltussen 28.000,- privéopnamen Fred Baltussen 36.000,- winstsaldo 62.750,- afschrijvingskosten 12.500,- Bereken de cashflow van deze OV. Winstsaldo 62.750,- Privéopnamen Jan 28.000,- Privéopnamen Fred 36.000,- 64.000,- - Winstreserve 1.250,- min Afschrijvingen 12.500,- Cashflow 11.250,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 28

51. Gegevens van een doe-het-zelfzaak die ondergebracht is in de Klus BV : het geïnvesteerde eigen vermogen per 1 januari bedraagt 116.250,-, het geïnvesteerde eigen vermogen per 31 december bedraagt 152.750,-, uit de winstverdeling blijkt dat er aan dividend 8.450,- uitgekeerd zal worden, uit het resultatenoverzicht blijkt dat er voor 15.525,- is afgeschreven. Bereken de cashflow van de Klus BV. Eigen vermogen 31 december 152.750,- Eigen vermogen 1 januari 116.250,- Winstinhouding 36.500,- Dividend 8.450,- Afschrijvingen 15.525,- Cashflow 60.475,- 52. De Bartels-Knoops BV exploiteert een supermarkt met de winkelformule van Albert Heijn. Van deze BV zijn de onderstaande gegevens bekend: het geplaatste en gestorte aandelenvermogen per 31 december bedraagt 55.000,-, de winstreserve per 31 december vorig jaar bedraagt 15.000,- en op 31 december dit jaar is deze aangegroeid tot 22.650,-, de Bartels-Knoops BV heeft besloten om dit jaar 10% dividend (van het geplaatste en gestorte aandelenvermogen per balansdatum) uit te keren, uit het resultatenoverzicht van dit jaar blijkt dat er voor 17.655,- is afgeschreven. Bereken de cashflow van dit jaar van de Bartels-Knoops BV. Winst 31 december dit jaar 22.650,- Winst 31 december vorig jaar 15.000,- Winstinhouding 7.650,- Dividend 5.500,- Afschrijvingen 17.655,- Cashflow 30.805,- 53. Op de balans van de damesmodezaak Van Golde staan de volgende vaste activa: per 31 december dit jaar x 1,- per 31 december vorig jaar x 1,- immateriële vaste activa goodwill 0 2.000 materiële vaste activa winkelpand verbouwing inventaris vervoermiddelen 278.205 81.002 27.090 31.576 280.520 83.356 31.915 36.586 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 29

Verdere gegevens eigen vermogen per 31 december vorig jaar 210.300,- eigen vermogen per 31 december dit jaar 197.720,- investeringen: alleen in inventaris 3.698,- Bereken de cashflow van dit jaar van deze damesmodezaak. Waarde vaste activa 31 december vorig jaar 434.377,- 31 december dit jaar 417.873,- 16.504,- Investeringen 3.698,- Afschrijvingen 20.202,- Eigen vermogen 31 december vorig jaar 210.300,- Eigen vermogen 31 december dit jaar 197.720,- Winstreserve 12.580,- min Afschrijvingen 20.200,- Cashflow 7.622,- 54. Aan de jaarrekening van de schoenenwinkel JJ worden de volgen de gegevens ontleend: per 31 december dit jaar per 31 december vorig jaar x 1,- x 1,- immateriële vaste activa goodwill 3.500 5.250 materiële vaste activa winkelpand inventaris vervoermiddelen 142.800 85.800 13.500 Verdere gegevens eigen vermogen per 31 december vorig jaar 103.810,- eigen vermogen per 31 december dit jaar 110.400,- investeringen: alleen in inventaris 30.000,- Bereken de cashflow van dit jaar van deze schoenenwinkel. Waarde vaste activa 31 december vorig jaar 232.150,- 31 december dit jaar 245.600,- 13.450,- Investeringen 30.000,- Afschrijvingen 16.550,- Eigen vermogen 1 januari 103.810,- Eigen vermogen 31 december 110.400,- Winstreserve 6.590,- Afschrijvingen 16.550,- Cashflow 23.140,- 146.400 62.000 18.500 werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 30

55. Gegeven de balansen van een detailhandelsonderneming. Balans per 31 december x 1,- vorig jaar dit jaar vorig jaar dit jaar Winkelpand 167.000 190.000 Eigen vermogen 115.000 122.000 Inventaris 15.000 18.000 Hypotheek o/g 87.000 92.000 Vervoermiddelen 18.000 13.000 Krediet in rekening-courant Voorraad 34.000 35.000 18.000 23.000 Vorderingen 6.000 5.000 Crediteuren 16.000 20.000 Bank 4.000 3.500 Overige kortlopende Kas 2.000 2.500 schulden 10.000 10.000 246.000 267.000 246.000 267.000 In de loop van het jaar is het winkelpand voor 30.000,- verbouwd en er is voor 8.000,- in nieuwe inventaris geïnvesteerd. Bereken de cashflow van dit jaar van deze detailhandelsonderneming. Waarde vaste activa 31 december vorig jaar 200.000,- 31 december dit jaar 221.000,- 21.000,- Investeringen 38.000,- - Afschrijvingen 17.000,- Eigen vermogen 31 december vorig jaar 115.000,- Eigen vermogen 31 december dit jaar 122.000,- Winstreserve 7.000,- Afschrijvingen 17.000,- + Cashflow 24.000,- 56. De heer Frank Martens exploiteert een drogisterij annex parfumeriezaak onder de naam DroPar Martens in het centrum van de gemeente Sittard. Frank maakt per kwartaal een balans, een exploitatie- en een liquiditeitsbudget. Met betrekking tot de te verwachten opbrengsten en de te verwachten kosten van het tweede kwartaal, beschikt Frank over de onderstaande gegevens. Gegevens uit de balans per 1 april: het eigen vermogen bedraagt 65.750,-, de waarde van de inventaris bedraagt 36.000,-, de waarde van de vervoermiddelen bedraagt 18.400,-. Gegevens uit het liquiditeitsbudget van het tweede kwartaal: op 1 mei wordt er 7.500,- afgelost van een 5%-lening o/g, per maand moet 1.500,- van de voorlopige aanslag inkomstenbelasting en premieheffing voor de volksverzekeringen via de loonheffing betaald worden, de overige privéopnamen bedragen 3.000,- per maand. werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 31

Verdere gegevens van het tweede kwartaal: de omzet wordt begroot op 210.000,-, de te verwachten brutowinst is 39%, de huisvestingskosten worden geschat op 12.750,-, de te verwachten personeelskosten bedragen 21.450,-, de verkoopkosten zullen 6.500,- bedragen, de te verwachten kosten van vervoermiddelen bedragen 600,-, per jaar wordt er 5.400,- op de inventaris afgeschreven en 5.520,- op de vervoermiddelen, op de goodwill wordt er per jaar 6.000,- afgeschreven, de rentekosten van het vreemd vermogen worden geschat op 2.000,-, de overige exploitatiekosten zullen 8.750,- bedragen. a. Bereken op basis van de verstrekte gegevens de te verwachten cashflow van DroPar Martens per 30 juni. Omzet 210.000,- Inkoopwaarde omzet 128.100,- - Brutowinst 39% 81.900,- Exploitatiekosten Huisvestingskosten 12.750,- Personeelskosten 21.450,- Verkoopkosten 6.500,- Vervoerskosten 600,- Afschrijvingskosten 4.230,- Rentekosten 2.000,- Overige exploitatiekosten 8.750,- + 56.280,- - Nettowinst 25.620,- Privéopnamen 13.500,- - Winstreserve 12.120,- Afschrijvingen 4.230,- + Cashflow 16.350,- b. Bereken het te verwachten eigen vermogen per 1 juli van DroPar Martens. Eigen vermogen 1 april 65.750,- Nettowinst 25.620,- + Privéopnamen 91.370,- Winstreserve 13.500,- - Eigen vermogen 1 juli 77.870,- werkschrift bedrijfseconomisch rekenen: financiering UITWERKINGEN Pagina 32