Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m en 19.22

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m 19.20 en 19.22"

Transcriptie

1 Uitwerking opgaven Brugboek 19.3, 19.5, 19.6 t/m en T/m zijn activiteitskengetallen. Vanaf Rentabiliteitskengetallen Opgave 19.3 A. Bereken de gemiddelde voorraad over 2013 Q = Q = Q = Q = B. Bereken de inkoopwaarde van de omzet Totaal = / 4 = Beginvoorraad Inkopen /- eindvoorraad = C. Bereken de brutowinst als percentage van de inkoopwaarde Omzet -/- Inkoopwaarde = Brutowinst / (B) = In percentage van inkoopwaarde: ( / ) x 100% = 50% D. Bereken de omzetsnelheid van de voorraad Omzetsnelheid van de voorraad = omzet tegen inkoopwaarde gemiddelde voorraad Omzetsnelheid van de voorraad = (B) / (A) = 8 E. > volgende pagina

2 E. Bereken de opslagduur van de voorraad Opslagduur van de voorraad = Dagen jaar (= 360) Omzetsnelheid Opslagduur van de voorraad = 360 dagen = 45 dagen 8

3 Opgave 19.5 A. Bereken de omzet op rekening De verkopen op rekening bedragen 75% van de omzet. Omzet op rekening is: 75% van = B. Bereken de gemiddelde kredietduur Gemiddelde kredietduur debiteuren = gemiddeld debiteurensaldo x jaardagen verkopen op rekening Gemiddelde kredietduur debiteuren = (gegeven) x 360 dagen = 20 dagen (A) Dat betekent dat onderneming Douma BV voor elke euro omzet op rekening 20 dagen interestkosten heeft (te financieren of minder rentebaten op eigen bankrekening).

4 Opgave 19.6 Bereken de krediettermijn van debiteuren in dagen Met de inkopen hoef je niets te doen om het krediet aan debiteuren te berekenen. Het gaat om het verstrekte krediet aan debiteuren (klanten) en niet om het ontvangen krediet van crediteuren (leveranciers). De verkopen op rekening bedragen 90% van de omzet. Omzet op rekening is: 90% van = Gemiddelde kredietduur debiteuren = gemiddeld debiteurensaldo x jaardagen verkopen op rekening Maand = 30 dagen, dus jaar is 360 dagen Gemiddelde kredietduur debiteuren = (gegeven) x 360 dagen = 27 dagen

5 Opgave 19.7 Bereken het bedrag dat uit verkopen op rekening wordt ontvangen in kwartaal III van 2013 Belangrijk om te weten is, dat de afnemers een krediet hebben van 2 maanden en dat 50% op rekening wordt verkocht. En dat de verkopen gelijkmatig over het kwartaal plaats vinden, dus in iedere maand van het kwartaal zijn de verkopen gelijk. De inkoopwaarde en de brutowinst heb je voor de berekening niet nodig. Verkopen op rekening in kwartaal II = 50% van = Twee maanden krediet, dus de verkopen van april ontvang je in juni en de verkopen van mei en juni in juli, het 3 e kwartaal. Dus in kwartaal III ontvang je 2/3 van van het 2 e kwartaal. Dit is In kwartaal III ontvang je 50% contant van = Let op: in de opgaven staat, dat je alleen het bedrag dat uit verkopen op rekening ontvangt in het 3 e kwartaal. Deze laten we dus nu buiten beschouwing. En je ontvangt de verkopen op rekening van de maand juli. Dit is 50% van x 1/3 = Augustus en september ontvang je in het 4 e kwartaal. Resumé ontvangen bedrag in kwartaal III: Verkopen op rekening kwartaal II Verkopen op rekening kwartaal III Indien totale liquiditeitsontvangst zou worden gevraagd Verkopen contant in kwartaal III Ontvangen uit verkopen op rekening Totaal ontvangen bedrag kwartaal III

6 Opgave 19.8 Bereken voor het 1 e kwartaal 2012 de totale ontvangsten uit verkopen Let op: dit is dus nu inclusief de contante verkopen! Verstrekte krediettermijn is 1½ maand Omzet in kwartaal indien 100% = / 4 = In kwartaal I is de index 90%, dus de omzet 90/100 x = Op rekening wordt 80% verkocht is: 80% van = Hiervan wordt de helft in het 1 e kwartaal ontvangen en de andere helft in het 2 e kwartaal. Immers krediettermijn is 1½ maand van de 3 maanden in het kwartaal. Ontvangen: 50% van = Contant wordt ontvangen: 20% van = Daarnaast staat er nog een debiteurensaldo per open van Gezien de krediettermijn van 1½ maand, wordt dit volledige bedrag in kwartaal I ontvangen. Resumé ontvangen bedrag op verkopen kwartaal I Ontvangen debiteurensaldo Ontvangen verkopen op rekening 1 e kwartaal Ontvangen contante verkopen 1 e kwartaal Totaal ontvangen verkopen op rekening

7 Opgave 19.9 A. Bereken de gemiddelde voorraad in / / = / / = Gemiddelde voorraad 2012 = ( ) / 2 = B. Bereken de omzetsnelheid van de voorraad Omzetsnelheid van de voorraad = omzet tegen inkoopwaarde gemiddelde voorraad Bij som 19.3 wist je niet wat de brutowinst was en moest je de inkoopwaarde berekenen door de som van: beginvoorraad + inkopen -/- eindvoorraad. De inkoopwaarde kun je nu direct berekenen, want de brutowinst is 15% van de omzet. Dit betekent dat de inkoopwaarde 85% van de omzet is. Inkopen x 85% = Omzetsnelheid van de voorraad = / (A) = 12 C. Bereken de opslagduur van de voorraden Opslagduur van de voorraad = Dagen jaar (= 360) Omzetsnelheid Opslagduur van de voorraad = 360 dagen = 30 dagen 12 D. Bereken de gemiddelde duur van het verstrekte leverancierskrediet afgerond op hele dagen Gemiddelde kredietduur debiteuren = gemiddeld debiteurensaldo x jaardagen verkopen op rekening Verkopen op rekening 60% x = ,80 Gem. kredietduur debiteuren: ( / ,80) x 360 dagen = 47 dagen

8 Opgave Bereken de gemiddelde kredietduur van crediteuren Gemiddelde kredietduur crediteuren = gemiddeld crediteurensaldo x jaardagen inkopen op rekening Gemiddelde kredietduur crediteuren = x 360 dagen = 24 dagen Er staat hier niet dat het jaar op 360 dagen wordt gesteld. Dus feitelijk zou je hier met 365 dagen moeten rekenen.

9 Opgave Bereken het gemiddelde crediteurensaldo in 2012 Het gaat er om deze formule in te vullen waarbij het gemiddeld crediteurensaldo het ontbrekende gegeven is. Gemiddelde kredietduur crediteuren = gemiddeld crediteurensaldo x jaardagen inkopen op rekening We bereken eerst de inkopen op rekening. De omzet is , de brutowinstmarge 40% van de verkoopwaarde. Dan is de inkoopwaarde van de omzet x 60% = Er is gegeven dat de eindvoorraad hoger was dan de beginvoorraad. De inkopen zijn derhalve geweest verkoop hogere voorraad is totaal De inkopen zijn dus Hiervan is 90% op rekening is, dit is Kredietduur, de uitkomst van de formule is gegeven. Deze is 1½ maand. Dit is 1,5 x 30 dagen is 45 dagen. De formule is dan al bijna ingevuld. gemiddeld crediteurensaldo x 360 = 45 dagen We draaien alle acties om en komen dan op het gemiddeld crediteurensaldo: 45 dagen / 360 x = Het kan ook anders: De krediettermijn is 1½ maand. Per maand wordt er / 12 = ingekocht waarvan 90% op rekening. Saldo is dan bij 1½ maand: 90 % van x 1,5 =

10 Opgave A. Bereken de gemiddelde grondstoffenvoorraad Je kunt dit keer niet de inkoopwaarde van de omzet gebruiken omdat naast de grondstofkosten ongetwijfeld nog andere kosten zijn zoals arbeidskosten en machinekosten. Het grondstofkostenverbruik van de omzet is dit keer gegeven. De inkoopwaarde van de grondstoffen is gegeven: We kunnen dan de formule toepassen. Omzetsnelheid van de voorraad = inkoopwaarde grondstoffen gemiddelde voorraad = 9 (gegeven) X Gemiddelde voorraad grondstoffen is dan / 9 = B. Bereken de gemiddelde voorraad eindproduct De gemiddelde voorraad eindproduct is dus de fabricagewaarde van de voorraad. Deze is dus wel te berekenen door de brutomarge af te trekken van de omzetwaarde. Omzet is , brutomarge is 20% van de verkoopprijs. Omzet tegen inkoopwaarde 80% van = We kunnen dan de formule toepassen. Omzetsnelheid van de voorraad = inkoopwaarde voorraad gereed product gemiddelde voorraad = 12 (gegeven) X Gemiddelde voorraad eindproduct is dan: / 12 = Opgave C volgende pagina

11 C. Bereken het gemiddeld uitstaand debiteurenbedrag Uitgangspunt is weer de formule: Gemiddelde kredietduur debiteuren = gemiddeld debiteurensaldo x jaardagen verkopen op rekening Omzet en alles op rekening. Gemiddelde duur verstrekte leverancierskrediet is 50 dagen. Dan kunnen we de formule invullen: X. x 360 dagen = 50 dagen Gemiddeld debiteurensaldo = 50 / 360 x = D. Bereken het gemiddelde uitstaande crediteurenbedrag Uitgangspunt is weer de formule: Gemiddelde kredietduur crediteuren = gemiddeld crediteurensaldo x jaardagen inkopen op rekening De inkopen op rekening zijn (gegeven) X. x 360 dagen = 60 dagen Gemiddeld crediteurensaldo 60 / 360 x =

12 Opgave A. Bereken de rentabiliteit van het eigen vermogen (REV) REV = Nettowinst na belastingen x 100% Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen Het gemiddelde EV is ( ) / 2 = Nu kunnen we de formule invullen: REV = x 100% = 12% B Bereken de rentabiliteit van het vreemde vermogen RVV = intrestkosten x 100% Gemiddeld vreemd vermogen Het gemiddelde vreemde vermogen = ( ) / 2 = RVV = x 100% = 6% C. Bereken de rentabiliteit van het totale vermogen RTV = Nettowinst + rente + belastingen x 100% Gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen Het gem. geïnvesteerd totale vermogen is: = = ( ) / 2 = RTV = x 100% = 9,75%

13 Opgave A. Bereken het gemiddeld eigen, vreemd en totaal vermogen Gemiddeld eigen vermogen: ( ) / 2 = Gemiddeld vreemd vermogen: VVL VVK = VVL VVK = / 2 = Gemiddeld totaal vermogen: ( ) / 2 = B. Bereken de REV, RVV en RTV REV = Nettowinst na belastingen x 100% Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen REV = / ) x 100% = 12% RVV = intrestkosten x 100% Gemiddeld vreemd vermogen RVV = ( / ) x 100% = 9% RTV = Nettowinst + rente + belastingen x 100% Gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen RTV = x 100% = 10,125%

14 Opgave Bereken de REV, RVV en RTV REV = Nettowinst na belastingen x 100% Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen REV = / ) x 100% = 15% RVV = Intrestkosten x 100% Gemiddeld vreemd vermogen De rente moeten we eerst berekenen (is opgave onduidelijk over): 8% hypothecaire lening à = % obligatielening à = Rente rekening-courant (gegeven) = Totaal = RVV = (( / ( )) x 100% = 8% Of sneller: Totale passiva /- EV = VV RTV = Nettowinst + rente + belastingen x 100% Gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen RTV = x 100% = 11,5% Heb je de rente niet berekend over de hypothecaire en obligatielening, dan: RVV = Betaaldeinterest = Gemiddeldvreemd vermogen = 0,0045 = 0,45% RTV = Inkomenvóór interest en belasting Gemiddeldtotaal vermogen = = 0,07725 = 7,725%

15 Opgave A. Bereken de RTV Voordat we overgaan tot de berekening met de formules moeten we eerst de gegevens splitsen in onderdelen van de resultatenrekening en onderdelen van de passivazijde van de balans. En die balansonderdelen weer onderverdelen in eigen en vreemd vermogen. Resultatenrekening Opbrengst verhuistransacties Opbrengst huren opslagloods Totaal opbrengsten Inkoopwaarde omzet / Brutowinst Afschrijving duurzame activa Loonkosten Huisvestingskosten Totaal bedrijfskosten / Nettowinst voor belastingen en interest Interest / Nettowinst voor belastingen Dit winstsaldo is ook bij de gegevens te vinden. Belastingen zijn niet gegeven.

16 Balans Balans Soeteman BV per Activa Passiva Vaste activa Eigen Vermogen Pand Aandelenvermogen Transportmiddelen Winstreserve Onverdeelde winst Vlottende activa Vreemd Vermogen lang Voorraden % Hypothecaire lening Debiteuren % Obligatielening Liquide middelen Postbank Vreemd vermogen kort Crediteuren Totaal generaal Totaal generaal RTV = Nettowinst + rente + belastingen x 100% Gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen Het gemiddeld geïnvesteerd vermogen is: Vermogen begin jaar / = Dit vermogen was het gehele jaar in het bedrijf. De winst is gelijkmatig tot stand gekomen, dus gemiddeld ( ) / 2 = Gemiddeld vermogen ( ) = Of: ( ) / 2 = RTV = x 100% = 10,42%

17 B. Bereken de RVV RVV = Interestkosten x 100% Gemiddeld vreemd vermogen Let op: de nog te verdelen winst maakt nog onderdeel uit van het eigen vermogen, omdat er nog geen winstverdeling is. RVV = (( / ( )) x 100% = RVV = ( / ) x 100% = 7,50% C. Bereken de REV REV = Nettowinst na belastingen x 100% Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen Eerst bereken we het gemiddelde eigen vermogen % winst = REV = ( / ) x 100% = 12,35% D. Bereken de Ebitda Earnings Before Interest, Taxes, Depreciation and Amortization De Nederlandse vertaling is verdiensten voor aftrek van interest, belastingen, afschrijvingen op activa en afschrijvingen op leningen en goodwill. Ofwel de kasstromen van de operationele activiteiten zonder de kosten en opbrengsten van financieringen. Nettowinst voor belastingen en interest Afschrijvingen Ebitda EBIT (Engels: earnings before interest and tax)

18 Opgave A. Bereken de rentabiliteit van het eigen vermogen Dit kunnen we uitrekenen met de formule: REV = RTV + (RTV RVV) x VV EV REV = 0,15 + (0,15 -/- 0,10) x REV = 0,15 + 0,10 = 0,25 ofwel 25% B. Bereken het gevolg van de rentabiliteit van het eigen vermogen als de rentabiliteit van het totale vermogen 2% tegenvalt. Verklaar dit met het bedrijfsrisico en financieringsrisico De nieuwe REV wordt: REV = 0,13 + (0,13 -/- 0,10) x REV = 0,13 + 0,06 = 0,19 ofwel 19% Bedrijfsrisico is eerste deel formule, de RTV, is 2% (0,02) verlies t.o.v. A Financieringsrisico, tweede deel formule, is 4% (0,04) verlies t.o.v. A Totaal 6% (0,06) lager. (= 25% -/- 19%)

19 Opgave A. Bereken het gemiddeld in het bedrijf geïnvesteerde totale vermogen Vermogen 1-1 = /- winst = Hier komt de winst bij: gemiddeld / 2 = Gemiddeld geïnvesteerd vermogen = Af: in aandelen belegd vermogen = / In het bedrijf belegd vermogen = B. Bereken de ondernemingsrentabiliteit van het totale vermogen De ondernemingsrentabiliteit is inclusief de opbrengst van de beleggingen, dus feitelijk de reguliere RTV. RTV = Nettowinst + rente + belastingen x 100% Gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen RTV = (( ) / (zie A)) x 100% = 22,22% C. Bereken de bedrijfsrentabiliteit van het totale vermogen RTV br Kwestie van de opbrengst van de beleggingen uit de winst halen en het in het bedrijf belegd vermogen (zie A) gebruiken. Je elimineert de buitengewone activiteiten. RTV br = (( / ) / ) x 100% = 24,24% D. Bereken de bedrijfsrentabiliteit van het eigen vermogen REV br Het gemiddelde eigen bedrijfsvermogen is: /- Effecten = / = Gemiddeld vermogen De bedrijfswinst is gegeven, is REV = Nettowinst na belastingen x 100% = Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen

20 REV br = ( / ) x 100% = 19,05% E. Bereken het rendement van het belegde vermogen (Opbrengst / Gemiddeld belegd vermogen) x 100% ( / ) x 100% = 16,67% F. Leg verband tussen RTV en RTV br De RTV van het totale vermogen inclusief buitengewone activiteiten is (zie B) is 22,22%. De RTV van de bedrijfsactiviteiten is 24,24%. Conclusie is dat men met de bedrijfsactiviteiten meer verdient dan met beleggen. Dat klopt omdat het beleggen 16,67% opbrengt en dus lager dan het rendement van de bedrijfsactiviteiten.

21 Opgave A. Bereken de rentabiliteit van het eigen vermogen vóór aftrek van de belasting Let op: hier dus uitzondering op de regel REV na belastingen REV = Nettowinst voor belastingen x 100% = Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen REV = ( / ) x 100% = 20% B. Bereken de rentabiliteit van het eigen vermogen na aftrek van de belasting REV = Nettowinst na belastingen x 100% = Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen REV = ( / ) x 100% = 15%

22 Opgave A. Bereken de REV per 31 december 2014 Let op: de REV wordt gevraagd per dus niet over Je berekent dan ook niet de gemiddelde nettowinst bij het eigen vermogen. REV = Nettowinst na belastingen x 100% = Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen REV = (75% van / ) x 100% = 15% B. Bereken de RTV per RTV = Nettowinst na belasting + rente + belastingen x 100% Gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen RTV = 75% x % van % van x 100% RTV = x 100% = 15,50% Je kunt ook nettowinst nemen zoals gegeven en alleen de rente er bij tellen. C. Toon de hefboomwerking aan De REV na belastingen is 15 % en de RTV is gecorrigeerd na belastingen (0,75 x 15,50%) = 11,625%. Dit houdt in dat we met een positieve hefboomwerking te maken hebben. De RTV is 15,5 % en de RVV is 8%. We verdienen dus met de bedrijfsactiviteiten 7,5% meer dan de kosten van het lenen. Nu is de verhouding VV en EV 3 : 5. Dus slechts een deel van het eigen vermogen maakt gebruik van de hefboomwerking. Het positieve effect is dan ook: 7,5% x 3 / 5 = 4,5%. (RTV is 15,50% + hefboomwerking 4,5%) x (1 0,25) = REV 15%. Je kunt ook de formule van de hefboomwerking laten zien.

23 VV REV na belastingen = [1-f] x (RTV + (RTV RVV) x ) waarbij EV VV (RTV RVV) x het financiële hefboomeffect weergeeft, EV (RTV RVV) de rentemarge en VV de hefboomfactor. EV en (1-f) de belastingdruk REV = (0,75) x [15,5 + (15,5 8) x ]= 15,5 + 7,5 x 0,6 = 15% Het hefboomeffect geeft eigenlijk de relatie weer tussen de rentabiliteit en de solvabiliteit. Hoe meer een onderneming wil profiteren van het hefboomeffect, hoe meer zij zal financieren met vreemd vermogen. Maar, hoe meer een onderneming met vreemd vermogen financiert, hoe slechter de solvabiliteit van het bedrijf. De hefboomwerking kan ook in geld worden verklaard en daarna in percentages. We laten de belastingdruk gemakshalve achterwege. Met het vreemd vermogen is dat dus 15,5% van = De interestvergoeding(ofwel interestkosten) is maar 8% van = Er blijft dus = over ofwel 7,5% (= 15,5% - 8%) van Die komt overeen met 4,5% over van het eigen vermogen. Uiteindelijk krijgen de verschaffers van vreemd vermogen 15,5% - 7,5% = 8% en de verschaffers van het eigen vermogen krijgt 15,5% + 4,5% = 20%. D. Bereken de REV per in gewijzigde situatie REV = ( / ) x 100% = 37,50% E. Bereken de RTV per in gewijzigde situatie RTV = % van x 100% = x 100% = 18,5%

24 F. Toon de hefboomwerking aan De REV na belastingen is 37,50% De RTV na belastingen is 18,5% x 0,75 = 13,875% Er is dus een forse positieve hefboomwerking naar het eigen vermogen. Dit komt omdat er met het geleend geld tegen 8% een rendement voor aftrek van belastingen is van 18,5%. Er wordt dus 10,5% met het vreemde vermogen verdiend. Dit wordt nog eens versterkt door de verhouding vreemd vermogen versus eigen vermogen. Er is driemaal zoveel vreemd vermogen waardoor het effect ook nog eens driemaal wordt versterkt. Er wordt dus met het vreemde vermogen 3 x 10,5% aan het vreemde vermogen toegevoegd. Dit is 31,5% en gecorrigeerd met belastingen 0,75 x 31,5% = 23,625%. RTV na belastingen is 13,875% + hefboom 23,625% = REV = 37,50% Indien de rentabiliteit eigen vermogen voor belastingen wordt genomen, dan is de verklaring als volgt. REV voor belastingen = 37,50% / 0,75 = 50%. Op het totale vermogen is 18,5% verdiend. Dat houdt in dat zowel met het eigen als met het vreemd vermogen 18,5 eurocent per euro is verdiend. Met het vreemd vermogen is dat dus 18,5% van = Maar de interestvergoeding(ofwel interestkosten) is maar 8% van = Er blijft dus = over ofwel 10,5%(= 18,5% - 8%) van Die komt overeen met 31,5% over van het eigen vermogen. Uiteindelijk krijgen de verschaffers van vreemd vermogen 18,5% - 10,5% = 8% en de verschaffers van het eigen vermogen krijgt 18,5% + 31,5% = 50%. De formule die deze getallen kan verklaren luidt: REV = 18,5 + (18,5 8) x = 18,5 + (10,5) x 3= 18,5 + 31,5 = 50,0 = 50%

25 Opgave A. Bereken voor elk van de ondernemingen de REV met de hefboomformule VV REV voor belastingen = (RTV + (RTV RVV) x ) EV REV Burg = 0,10 + (0,10 0,08) x 1/1 = 0,12 = 12% REV Cruz = 0,10 + (0,10 0,08) x 1,5/0,5 = 0,16 = 16% REV Dani = 0,08 + (0,08 0,10) x 1,5/0,5 = 0,02 = 2% B. Geef commentaar op de calculaties Burg en Cruz hebben een positief hefboomeffect waarbij de rentelasten lager zijn dan dat men verdient door het aantrekken van vreemd vermogen. Je kunt dus zeggen dat fictief een deel van de verdiensten van vreemd vermogensverstrekkers wordt overgedragen aan de eigen vermogensverschaffers. Bij Burg is de hefboomwerking neutraal (EV = VV) en bij Cruz is de hefboomwerking nog eens versterkend omdat het VV groter is dan het EV. Bij Dani is er sprake van een negatief hefboomeffect. De rentelasten zijn hoger dan de verdiensten die verkregen zijn met het vreemde vermogen. Daarnaast wordt dit ook nog eens versterkt omdat het VV groter is dan het EV.

Financieel Management

Financieel Management Financieel Management Beoordeling financieel Financiële kengetallen Activiteitskengetallen Rentabiliteitskengetallen Liquiditeitskengetallen Solvabiliteitskengetallen Productiviteitskengetallen Beleggingskengetallen

Nadere informatie

Financiële analyse van de jaarrekening

Financiële analyse van de jaarrekening 17 hoofdstuk Financiële analyse van de jaarrekening 17.1 B 17. C 17.3 C 17.4 A 17.5 A 17.6 C 17.7 D 17.8 D 17.9 B 17.10 D 17.11 D 17.1 C 17.13 A 17.14 C 17.15 B 17.16 C 1.000.000 / 1.500.000 = 0,08 17.17

Nadere informatie

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen. Hoofdstuk 3 Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte Extra opgaven Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen. Opgave 3.6a Vazzo bv koopt en verkoopt

Nadere informatie

Liquiditeitsbegroting

Liquiditeitsbegroting 1 Liquiditeitsbegroting Voorspellen inkomsten en uitgaven Periode X, dag, week, maand, jaar Dynamische liquiditeit Staat van herkomst en bestedingen Kasstroomoverzicht Zie het als je eigen bankrekening

Nadere informatie

Financiële aspecten van de planning

Financiële aspecten van de planning 14 hoofdstuk Financiële aspecten van de planning 14.1 B 14.2 A 14.3 D 14.4 D 14.5 D 14.6 C 14.7 C 14.8 C 14.9 A 14.10 D 14.11 B 14.12 D 14.13 C 1 12 18.000 = 1.500 14.14 A 14.15 C Ontvangen wordt november,

Nadere informatie

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Werkgroepopdrachten Bedrijfseconomie DEEL A

Werkgroepopdrachten Bedrijfseconomie DEEL A Werkgroepopdrachten Bedrijfseconomie DEEL A Voorwoord Beste student(e), Voor u liggen de uitwerkingen van de voorgeschreven werkgroepopdrachten (week 1 t/m week 4) voor het vak Bedrijfseconomie. Onthoud

Nadere informatie

Antwoorden hoofdstuk 4

Antwoorden hoofdstuk 4 Antwoorden hoofdstuk 4 Opgave 4.1 Vaste activa Eigen Vermogen Pand 42.000 Aandelenvermogen 78.000 Inventaris 22.000 Reserves 37.000 Overige vaste activa 17.000 115.000 81.000 V.V. lang Vlottende activa

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 7

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 7 Opgave 7.1 a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( 580.000 + 640.000) / 2 = 610.000 Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: 8.800.000 1,21 = 10.648.000 Krediettermijn debiteuren: 610.000 365 dagen = 20,9

Nadere informatie

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 =

Uitwerkingen PDB Financiering met resultaat hoofdstuk 6. Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( ) / 2 = Opgave 6.1 a. Gemiddeld eigen vermogen = ( 2.600.000 + 3.000.000) / 2 = 2.800.000 REV na belasting = 400.000 100% = 14,29% 2.800.000 b. Gemiddeld totaal vermogen = ( 7.150.000 + 7.200.000) / 2 = 7.175.000

Nadere informatie

a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( 180.000 + 230.000) / 2 = 205.000 Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: 1.090.000 1,21 = 1.318.

a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( 180.000 + 230.000) / 2 = 205.000 Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: 1.090.000 1,21 = 1.318. PDB Financiering Uitwerkingen Hoofdstuk 7 Opgave 7.1 a. Gemiddeld debiteurensaldo: ( 180.000 + 230.000) / 2 = 205.000 Verkopen op rekening inclusief omzetbelasting: 1.090.000 1,21 = 1.318.900 Krediettermijn

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Bereken de REV (afronden op 1 decimaal). Gemiddelde eigen vermogen is: Balanspost 31-dec 1-jan Gemiddelde Aandelenkapitaal 650.000 600.000 625.000 Agioreserve 135.000 105.000 120.000

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3 HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3 Opgave 3 De liquiditeitsbegroting De betaling van de verkopen Verkopen Ontvangsten Maand ex btw btw incl btw 1 maand later Januari 780.000 163.800 943.800 Februari 720.000 151.200

Nadere informatie

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43

Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43 Management en Organisatie VWO 6 Hst 31, 37 t/m 43 25 januari 2011 proeftoets 100 minuten Opgave 1 Handelsonderneming Astan bv heeft gegevens verzameld. Deze gegevens zijn nodig voor het opstellen van de

Nadere informatie

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken.

Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken. Crowdfunding: publiek laten betalen, d.m.v. vermogen aan te trekken. Informal investors: informele investeerders, bv particulieren Gebruiken is vast. Verbruiken is vlot. Materieel: tastbaar Immaterieel:

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Financiering niveau 4 Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen

Nadere informatie

1 Het kasstroomoverzicht

1 Het kasstroomoverzicht Oefeningen Kasstroomoverzicht 1 Het kasstroomoverzicht De gegevens van een bedrijf zijn: Balans per 31 december 2011 en 2012 dec-12 dec-11 dec-12 dec-11 Vaste Activa 1.000.000 1.200.000 Eigen Vermogen

Nadere informatie

Appendix Bedrijfseconomie

Appendix Bedrijfseconomie Appendix Bedrijfseconomie De Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens ( de Associatie ) organiseert twee keer per jaar examens voor het in ons land erkende Praktijkdiploma Boekhouden (PDB). Voor het

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 HOOFDSTUK 6 Opgave 1 a. Bereken de omzetsnelheid van de voorraad (afronden op 1 cijfer achter de komma). De formule om de berekening te maken is: Omloopsnelheid van de voorraad Omzet tegen de inkoopwaarde

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6 versie.0 - januari 018 HOOFDSTUK 6 Opgave 1 a. Bereken de krediettermijn debiteuren (afronden op 1 decimaal) Gemiddeld debiteurensaldo: 50.150 + 467.060 = 484.605 Omzet op rekening 017 inclusief omzetbelasting:

Nadere informatie

Q1 Q2 Q3 Q4. Liquide middelen begin kwartaal 290.000 1.011.500 1.012.000 947.500. Verkopen 1.140.000 880.000 1.020.000 1.435.000

Q1 Q2 Q3 Q4. Liquide middelen begin kwartaal 290.000 1.011.500 1.012.000 947.500. Verkopen 1.140.000 880.000 1.020.000 1.435.000 Uitwerkingen opgaven Brugboek hoofdstuk 20 Opgaven 20.2 t/m 20.4 en 20.7 t/m 20.9 Opgave 20.2 Liquiditeitsbegroting 2013 gesplitst per kwartaal Onderdeel Q1 Q2 Q3 Q4 Liquide middelen begin kwartaal 290.000

Nadere informatie

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300

Oefenopgave 1. Oefenopgave 1. Crediteuren 600 EV 600. Debiteuren 400. Gebouwen 300 EV. Voorraden 200 Crediteuren. Kas 300 Oefenopgave 1 Oefenopgave 1 Balans 1-1-2001 (x 1.000 euro) Gebouwen 300 EV Voorraden 200 Crediteuren Debiteuren 400 Kas 300 EV 600 Crediteuren 600 300 1200 1200 - Inkopen 600.000 euro (helft rekening,

Nadere informatie

Toets 3 HAVO 5 g Diagnostische toets 2012

Toets 3 HAVO 5 g  Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Toets 3 HAVO 5 20 12 MO Onderdeel 3.1 Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Diagnostische toets 2012 Uitwerkingen/waardering Voor deze toets zijn maximaal 35 punten te behalen; De

Nadere informatie

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting.

Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Hoofdstuk 4 Beoordeling van de liquiditeit Extra opgaven Opgaven 4.4a en 4.4b horen bij paragraaf 4.2, Liquiditeitsbegroting en resultatenbegroting. Opgave 4.4a De handelsonderneming Hartema vof heeft

Nadere informatie

Examen PC 2 vak Cash Management

Examen PC 2 vak Cash Management Examen PC 2 vak Cash Management Instructieblad Betreft: examen: PC 2 leergang 6 onderdeel: CAS datum: 19 december 2013 tijd: 16.00 17.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start Aanwijzingen:

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8 HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Wat geeft de liquiditeit van een onderneming aan? De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. b. Wat is het verschil

Nadere informatie

NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BALANSLEZEN

NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BALANSLEZEN NIBE-SVV, 2014 OEFENEXAMEN BALANSLEZEN 1. De volgende balansposten komen voor op de balans van een onderneming (in EUR 1.000,-). Gebouwen 500 Pensioenvoorziening 190 Winstreserve 270 Goodwill 240 Lening

Nadere informatie

Examen PC 2 vak Cash Management

Examen PC 2 vak Cash Management Examen PC 2 vak Cash Management Instructieblad Betreft: examen: PC 2 leergang 5 onderdeel: Cash Management datum: 28 juni 2013 tijd: 16.00 17.30 uur Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start

Nadere informatie

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13

2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13 Financiering niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2017 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 13 Vraag 1 Toetsterm 6.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voor welke

Nadere informatie

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: 400 3 650 = 780.. b Per december wordt achteraf ontvangen: 25 3 720 = 270..

Nadere informatie

Hoofdstuk 6: Beoordelen

Hoofdstuk 6: Beoordelen Hoofdstuk 6: Beoordelen M&O VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Overzicht H6: Beoordelen Management & Organisatie Centraal Examen (CE) 1. Rechtsvormen 2. Prijsberekening 3. Resultaten 4. Balans 5. Liquiditeitsbegroting

Nadere informatie

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12 Financiering niveau 5 Correctiemodel voorbeeldexamen 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12 Vraag 1 Toetsterm 6.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voor welke

Nadere informatie

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I.

a. Stel de beginbalans op 1 januari 2006 samen volgens het model van bijlage I. Opdracht 1 De Wilde en Timmer De dames De Wilde en Timmer gaan een autobedrijf beginnen: zij kopen auto s en accessoires in en verkopen die. Om het autobedrijf te kunnen openen op 1 januari 2006 zijn in

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 DEEL 1

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 DEEL 1 HOOFDSTUK 5 DEEL 1 Opgave 1 a. Noem enkele redenen om begrote kosten en opbrengsten te budgetteren. 1. Er is een toetsing mogelijk tussen de begrote uitgaven/ontvangsten en de werkelijke uitgaven en ontvangsten.

Nadere informatie

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk 30.000,- en 20.000,- afgeschreven.

- Op gebouwen en machines die op 1 januari 2008 aanwezig zijn wordt in 2008 respectievelijk 30.000,- en 20.000,- afgeschreven. Management en Organisatie VWO 6 Herhaling CE Begrotingen nummer 2 Opgave 1 Gegeven is de volgende balans van Fitna bv: Balans per 1/1 2008 --------------------------------------------------------------

Nadere informatie

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie PDB Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie berekeningen Antwoordenboek PDB Praktijkdiploma boekhouden Periodeafsluiting & Bedrijfseconomie berekeningen Antwoordenboek drs. H.H. Hamers drs. W.J.M. de Reuver

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 43 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 43 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 belangrijk Solvabiliteitskengetallen: de verhouding tussen eigen vermogen en vreemd vermogen en totaal vermogen 2 3 4 Solvabiliteitskengetallen Er zijn verschillende solvabiliteitskengetallen

Nadere informatie

Financiële analyse. Les 3 Kengetallen. Opdracht voor volgende lesweek

Financiële analyse. Les 3 Kengetallen. Opdracht voor volgende lesweek Financiële analyse Les 3 Kengetallen Opdracht voor volgende lesweek 1. Ieder teamlid download de financiele gegevens en berekent voor zijn bedrijf uit elke categorie van kengetallen (liquiditeit, solvabiliteit,

Nadere informatie

KEN DE GETALLEN. Inzicht in financiële cijfers. Loek Vis BASIS & BELEID ORGANISATIEADVISEURS

KEN DE GETALLEN. Inzicht in financiële cijfers. Loek Vis BASIS & BELEID ORGANISATIEADVISEURS KEN DE GETALLEN Inzicht in financiële cijfers Loek Vis BASIS & BELEID ORGANISATIEADVISEURS 1. RESULTATENREKENING omzet - inkoopkosten = brutomarge - operationele kosten (excl. afschrijvingen) = EBITDA

Nadere informatie

Antwoorden hoofdstuk 19

Antwoorden hoofdstuk 19 Antwoorden hoofdstuk 19 Opgave 19.1 Vaste activa (1.000 + 600) 1.600 E.V. (1.200 + 0!) 1.200 Vlottende activa (250 + 300) 550 V.V. (800 + 150) 950 2.150 2.150 Opgave 19.2 a. door de post Deelneming op

Nadere informatie

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 21 en 22

Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 21 en 22 Samenvatting Management & Organisatie Hoofdstuk 21 en 22 Samenvatting door een scholier 1676 woorden 10 september 2004 5,8 20 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent M&O samenvatting H21 Intern verslag

Nadere informatie

Bedrijfseconomie. B-cluster BBBBEC2A.1

Bedrijfseconomie. B-cluster BBBBEC2A.1 Bedrijfseconomie B-cluster BBBBEC2A.1 Succes met leren Leuk dat je onze bundels hebt gedownload. Met deze bundels hopen we dat het leren een stuk makkelijker wordt. We proberen de beste samenvattingen

Nadere informatie

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016

Jaarrekeninglezen voor non-financials. Ruitenburg University 15 november 2016 Jaarrekeninglezen voor non-financials Ruitenburg University 15 november 2016 Introductie Welkom Voorstelronde sprekers Doel Eerst even dit! Inhoud Waarom een jaarrekening? Onderdelen van de jaarrekening

Nadere informatie

Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter

Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter Hoofdstuk 1 Opgaven Opgave 1.1 Stel voor de eenmanszaak Grutter de balans per 1 januari 2016 op in scontrovorm. Balans per 1 januari 2016 van Grutter Totaal Totaal Opgave 1.2 1. In welke andere vorm dan

Nadere informatie

Appendix Bedrijfseconomie Opgaven

Appendix Bedrijfseconomie Opgaven Appendix Bedrijfseconomie Opgaven De Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens ( de Associatie ) organiseert twee keer per jaar examens voor het in ons land erkende Praktijkdiploma Boekhouden (PDB).

Nadere informatie

Vraag Antwoord Scores. De bank heeft een onderpand/zekerheid voor de lening 1 Daphne legt eigen geld in waardoor de lening lager is 1

Vraag Antwoord Scores. De bank heeft een onderpand/zekerheid voor de lening 1 Daphne legt eigen geld in waardoor de lening lager is 1 Opgave 1 1 maximumscore 1 Daphne maximumscore De bank heeft een onderpand/zekerheid voor de lening 1 Daphne legt eigen geld in waardoor de lening lager is 1 3 maximumscore 1 (0 x 10.754,51) 160.000 = 55.090,0

Nadere informatie

Basisprognose

Basisprognose Bedrijfsnaam: RestauRanto Vestigingsplaats: Voorwoord Opsteldatum: 28 oktober 216 Periode: 1 januari 215 t/m 31 december 217 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail adres: RestauRanto

Nadere informatie

Resultatenrekening: een overzicht van de opbrengsten en de kosten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode.

Resultatenrekening: een overzicht van de opbrengsten en de kosten van een bedrijf gedurende een bepaalde periode. Samenvatting door een scholier 1682 woorden 5 april 2004 6,5 34 keer beoordeeld Vak Methode M&O Percent Samenvatting M&O Hoofdstuk 21 21.1 Intern verslag in een eenmanszaak Met behulp van een aantal geprognosticeerde

Nadere informatie

Homework. week 4. H5 Liquiditeit. opgave 1. januari februari maart ontvangsten. entree abonnementen subsidie horeca

Homework. week 4. H5 Liquiditeit. opgave 1. januari februari maart ontvangsten. entree abonnementen subsidie horeca H5 Liquiditeit opgave 1 januari februari maart ontvangsten entree abonnementen subsidie horeca 8. 5. 1.35. 75. 8. 1.. 75. 8. 1.5. 75. totaal 2.725. 1.875. 2.375. uitgaven alle kosten rente aflossingen

Nadere informatie

Numerieke antwoorden. Hoofdstuk 1. V 1.2 a a b c c d e

Numerieke antwoorden. Hoofdstuk 1. V 1.2 a a b c c d e Numerieke antwoorden Hoofdstuk 1 V 1.2 a1 250.000 a2 290.000 b 192.500 c1 124.025 c2 133.400 d 165.975 e 156.600 V 1.3 a Omzet maximaal 11.400 (situatie 10) b Winst maximaal 4.670 (situatie 7) Hoofdstuk

Nadere informatie

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 8. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 8. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 5 tot en met 8. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Warenhuis V&D bv is eind 2015 failliet gegaan. In deze opgave wordt teruggeblikt op

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7 HOOFDSTUK 7 Opgave 1 a. Waar komen de grootboekrekeningen met betrekking tot privéonttrekkingen en privétoevoegingen voor, op de balans of de resultatenrekening? Privétoevoegingen en privéonttrekkingen

Nadere informatie

Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie

Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie Aanvulling Management en organisatie in Balans vwo in verband met de expliciteringen van de examencommissie Eindterm: het noemen van de relevante belastingen bij de diverse rechtsvormen Je kunt - de relevante

Nadere informatie

Financieel Management

Financieel Management Financieel Management Liquide en Solvabel Voldoende werkkapitaal Voldoende eigen vermogen 2 1 Kasstromen Operationele cashflow Investeringscashflow Financieringscashflow 3 Liquiditeit Mate waarin schulden

Nadere informatie

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving 17.1 Geef van elke uitspraak aan of hij juist of onjuist is. a b c d e f g h i Publicatie van de jaarrekening is verplicht voor alle ondernemingen. Het jaarverslag

Nadere informatie

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10 Financiering niveau 4 Correctiemodel voorbeeldexamen 2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 4 1 / 10 Vraag 1 Toetsterm 1.1 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de

Nadere informatie

AANVULLING NAAMLOZE VENNOOTSCHAP HAVO

AANVULLING NAAMLOZE VENNOOTSCHAP HAVO AANVULLING NAAMLOZE VENNOOTSCHAP HAVO HOOFDSTUK 2 1. SOORTEN AANDELEN 1 Aandelen zijn eigendomsbewijzen van een nv of bv. Naast gewone aandelen zijn er preferente aandelen. De aandeelhouders die preferente

Nadere informatie

Eigen vermogen Hypothecaire lening o/g Crediteuren Te betalen belastingen

Eigen vermogen Hypothecaire lening o/g Crediteuren Te betalen belastingen Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 ( 1,-) Balans per 1 januari 2016 van Grutter Gebouw Bestelauto Voorraad Debiteuren Bank Kas 367.200 28.500 43.240 15.740 10.330 1.240 Eigen vermogen Hypothecaire lening o/g Crediteuren

Nadere informatie

Inventaris Kassa 1.500 Keuken 55.000 Beelden om de inrichting gezelliger te maken 5.000 Tafels en stoelen 12.000 Totaal 81.500

Inventaris Kassa 1.500 Keuken 55.000 Beelden om de inrichting gezelliger te maken 5.000 Tafels en stoelen 12.000 Totaal 81.500 Opgave 1 a. Het winkelpand staat niet op de investeringsbegroting omdat Egbert dit winkelpand huurt. Alleen aankopen staan bij de vaste activa. b. De verbouwing moet in één keer door Egbert betaald worden.

Nadere informatie

Nieuw gebouw Vestigingsplaats:

Nieuw gebouw Vestigingsplaats: Bedrijfsnaam: Demobouw BV Vestigingsplaats: Zeist Voorwoord Opsteldatum: 10 september 2018 Periode: 1 januari 2014 t/m 31 december 2017 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail

Nadere informatie

fun house fun house fun house Pink

fun house fun house fun house Pink fun house fun house fun house Pink financieringsbegroting bezit en vermogen vaste activa - vlottende activa eigen vermogen - vreemd vermogen voorbeelden Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9 HOOFDSTUK 9 Opgave 1 a. Het kasstroomoverzicht wordt gemaakt om inzicht te verschaffen in de dynamische liquiditeit van de onderneming. Oftewel de liquiditeit gedurende het boekjaar. Zoals u inmiddels

Nadere informatie

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30. 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m 30 15 juni 2009 proeftoets 100 minuten Opgave 1 In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing. Firma Balans produceert uitsluitend twee typen weegschalen,

Nadere informatie

Rendementseis preferente aandelen bij bedrijfsopvolging

Rendementseis preferente aandelen bij bedrijfsopvolging Jaarcongres Overname Adviseurs Rendementseis preferente aandelen bij bedrijfsopvolging cdenneboom@valuepro.nl Voorstellen Voorstellen Register Valuator Master in Business Valuation Register adviseur bedrijfsopvolging

Nadere informatie

Paragraaf 2.7 Financiële kengetallen

Paragraaf 2.7 Financiële kengetallen Paragraaf 2.7 Financiële kengetallen 1. Financiële kengetallen a. Uit de investerings en financieringsstructuur is de financiële positie van een onderneming af te leiden. Aan welke drie financieringsregels

Nadere informatie

Financieel-Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Bedrijfseconomie (BE) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens

Financieel-Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Bedrijfseconomie (BE) Bestuur Nederlandse Associatie voor Praktijkexamens Eamenlijn Diploma Module Niveau MBO 4 Positionering Versie 1.2 Financieel-Administratief Praktijkdiploma Boekhouden (PDB) Bedrijfseconomie (BE) Geldig vanaf 01-01-2013 Vastgesteld op 13 juli 2011 Vastgesteld

Nadere informatie

De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur

De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur Hoofdstuk 5 De gemiddelde vermogenskosten en optimale vermogensstructuur 5.1 Inleiding In de vorige hoofdstukken hebben we het vreemd vermogen en het eigen vermogen van een onderneming besproken. De partijen

Nadere informatie

Beginner. Beginner. Beginner

Beginner. Beginner. Beginner Beginner Nummer 1 Beginner Nummer 2 Beginner Antwoordmodel Antwoordmodel Antwoordmodel Nummer 3 2014: uitgave 0/kosten 30 Afschrijving De waardevermindering van de auto (een onderdeel van de vaste activa)

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 HOOFDSTUK 5 Opgave 1 a. Bereken het netto werkkapitaal per 1-4-2018. = Nettowerkkapitaal Voorraad goederen 250.000 Debiteuren 80.000 ING bank 65.000 Kas 5.000 + 400.000 Crediteuren 60.000 Te betalen omzetbel

Nadere informatie

Financiële ratio s met CASH!

Financiële ratio s met CASH! Inleiding Het is belangrijk dat je als ondernemer weet hoe je onderneming er financieel voor staat. Hier kan je financiële ratio's goed voor gebruiken. Maar wat zijn ze en wat doe je ermee? Om de financiële

Nadere informatie

Aurington. Administratie en Advies

Aurington. Administratie en Advies Aurington Administratie en Advies Let op de houdbaarheidsdatum! Mei 5 Pincode 6 7 8 Boetes Dit jaar Deze maand De balans Tandorine B.V. Debet Activa Bezittingen Wat heb ik? Credit Passiva Vermogen Hoe

Nadere informatie

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A. 1.082.000,- B. 158.800,- C. 142.000,- D. 114.400,-

Meerkeuzevragen: 5. Bereken voor dit jaar de totale constante kosten. A. 1.082.000,- B. 158.800,- C. 142.000,- D. 114.400,- Meerkeuzevragen: 1. John maakt voetballen in Afrika. Hij verdient netto 45,- per week. Hij krijgt een loonsverhoging tijdens het WK voetbal van 1,5 %. Hoeveel verdient deze jongen dan netto per kwartaal?

Nadere informatie

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Bedrijfseconomie Beschikbare tijd 2 uur. Op de netheid van het werk zal worden gelet. Deze opgave is eigendom van de Examencommissie en dient, tezamen met

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2001-II

Eindexamen m&o vwo 2001-II 4 Antwoordmodel Opgave Het boekresultaat (winst of verlies) dat ontstaat bij verkoop van vaste activa /deelnemingen. Niet, want in een beoordelingsgesprek staat de beoordeling van de prestaties van de

Nadere informatie

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl) Economische wetenschappen II en recht (oude stijl) Examen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Vrijdag 20 juni 10.00 13.00 20 03 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het

Nadere informatie

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten. De liquiditeits - en resultatenbegroting Een bedrijf wil graag weten of hij aan zijn betaalverplichtingen kan voldoen. Daarom wordt een planning gemaakt in de ontvangsten en de uitgaven (vaak binnen een

Nadere informatie

Noordhoff Uitgevers bv

Noordhoff Uitgevers bv Netto investering Verbouwing -- 5.500,- Computerapparatuur -- 2.800,- Inventaris -- 25.200,- Waarborgsom -- 5.100,- Vaste activa 38.600,- Voorraad 43.400,- Liquide middelen -- 2.750,- Aanloopkosten --

Nadere informatie

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010

TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010 TA3290 Life-Cycle Modeling and Economic Evaluation 2009-2010 CiTG, minor Mining and Resource Engineering Economie college 1: Grip op Geldstromen Dr.ir. Gerard P.J. Dijkema Energy & Industry Group December

Nadere informatie

BECO: DE BALANS - THEORIE

BECO: DE BALANS - THEORIE BECO: DE BALANS - THEORIE W a t i s e e n b a l a n s? Een balans is een overzicht waarin staat welke bezittingen een organisatie heeft én met wat voor soort vermogen deze bezittingen zijn gefinancierd.

Nadere informatie

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk

www.jooplengkeek.nl Hoofdstuk 42 belangrijk www.jooplengkeek.nl belangrijk 1 Liquiditeitskengetallen Current ratio Quick ratio Working capital (werkkapitaal) Cashflow Kengetallen Kengetallen zijn verhoudingsgetallen, ze geven de verhouding aan tussen

Nadere informatie

De resultatenrekening

De resultatenrekening De resultatenrekening format resultatenrekening kosten/uitgaven en opbrengsten/ontvangsten afschrijvingen rente eindbalans Joop Lengkeek Kamer H0.012 Email: Lengkeek.J@NHTV.nl www.jooplengkeek.nl 1 De

Nadere informatie

Eindexamen havo m&o 2013-I

Eindexamen havo m&o 2013-I Opgave 2 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 6. Bij deze opgave worden de belastingen buiten beschouwing gelaten. Peter de Beer is de eigenaar van een klein autobedrijf (FIAT De Beer

Nadere informatie

In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing.

In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing. Opgave 1 In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing. Op 1 januari 2015 kocht Aron Flink een bedrijfspand. Hij liet dat verbouwen tot een bedrijvencentrum. Hij verhuurt hierin ruimtes aan

Nadere informatie

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 73079 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur

Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 73079 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Bedrijfseconomische aspecten Examennummer: 73079 Datum: 29 maart 2014 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur Dit examen bestaat uit 5 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 10 open vragen (maximaal 70

Nadere informatie

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 woensdag 23 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 woensdag 23 mei uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Examen HAVO 2018 tijdvak 1 woensdag 23 mei 13.30-16.30 uur management & organisatie Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 30 vragen. Voor dit examen zijn maximaal

Nadere informatie

Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo

Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo Sectie economie 2012-2013 1 Verdieping Management en Organisatie (M&O) 3havo/vwo In de bovenbouw kunnen jullie in de vrije ruimte het vak M&O opnemen. Het is daarom handig om dit jaar al een aantal lessen

Nadere informatie

11 Kasstroomoverzicht

11 Kasstroomoverzicht 11.2 Van de nv Bergsma worden de volgende gegevens verstrekt. Balansen ultimo ( 1.000): Terreinen 120 120 Geplaatst kapitaal 600 600 Gebouwen - 575-530 Algemene reserve - 525-570 Machines - 430-450 Eigen

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2009 - II

Eindexamen m&o vwo 2009 - II Opgave 5 Bij deze opgave horen de informatiebronnen 6 tot en met 9. In deze opgave blijft btw buiten beschouwing. De HockeyWinkel bv, gevestigd in Amsterdam, is een winkel die gespecialiseerd is in alle

Nadere informatie

Financiën. Exploitatiebegroting Omzet ,50 x 50 = 625,00. 0,67 x 350 = 234,50. Inkoopwaarde. Brutowinst 390,50. Promotie kosten 10,00

Financiën. Exploitatiebegroting Omzet ,50 x 50 = 625,00. 0,67 x 350 = 234,50. Inkoopwaarde. Brutowinst 390,50. Promotie kosten 10,00 Financiën Exploitatiebegroting Omzet 500+ 2,50 x 50 = 625,00 Inkoopwaarde 0,67 x 350 = 234,50 Brutowinst 390,50 Promotie kosten 10,00 Personeelskosten - Loonkosten 0,10 x 450 = 45,00 Nettowinst voor belasting

Nadere informatie

Zakelijke kredieten Examennummer: 73038 Datum: 29 juni 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

Zakelijke kredieten Examennummer: 73038 Datum: 29 juni 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Zakelijke kredieten Examennummer: 73038 Datum: 29 juni 2013 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur Dit examen bestaat uit 4 pagina s. De opbouw van het examen is als volgt: - 10 open vragen (maximaal 70 punten) -

Nadere informatie

Going concern Vestigingsplaats:

Going concern Vestigingsplaats: Bedrijfsnaam: Dorssports Vestigingsplaats: Heiloo Opsteldatum: 5 juli 2018 Periode: 1 januari 2015 t/m 31 december 2020 Bedrijfsnaam: Vestigingsplaats: Opsteller: Telefoonnummer: E-mail adres: Dorssports

Nadere informatie

Rekening courant krediet Crediteuren

Rekening courant krediet Crediteuren Bezit Balans Vermogen 1 jan. 2019 Vaste activa Grond Gebouw Werkplaats Infrastructuur Bussen (oud) Renovatie bussen Bussen (nieuw) Renovatie gebouw 900.000 600.000 60.000 220.000 960.000 Vreemd vermogen

Nadere informatie

School/cursus Wanneer? Diploma? ------------------- van -------- tot --------- ja/nee. School/cursus Wanneer? Diploma?

School/cursus Wanneer? Diploma? ------------------- van -------- tot --------- ja/nee. School/cursus Wanneer? Diploma? Het ondernemingsplan Hoofdstuk 1 Persoonlijke gegevens 1.1 Gegevens ondernemers Naam Adres Postcode en woonplaats Telefoonnummer Geboortedatum Nationaliteit Burgerlijke staat Huwelijkse voorwaarden/ samenlevingsovereenkomst

Nadere informatie

Rekening courant krediet Crediteuren

Rekening courant krediet Crediteuren Bezit Balans Vermogen 1 jan. 2018 Vaste activa Grond Gebouw Werkplaats Infrastructuur Bussen (oud) Renovatie bussen Bussen (nieuw) Renovatie gebouw 1.800.000 800.000 40.000 2.400.000 440.000 960.000 40.000

Nadere informatie

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016

TOELATINGSTOETS M&O. Datum 14-1-2016 TOELATINGSTOETS M&O VUL IN: Datum 14-1-2016 Naam en voorletters. Adres. Postcode. Woonplaats. Geboortedatum / / Plaats Land. Telefoonnummer. E-mail. Gekozen opleiding. OPMERKINGEN: Tijdsduur: 90 minuten

Nadere informatie

Kennisportfolio P2. Door: Duncan Bruin. Klas: I. Vak: Voor mezelf ;)

Kennisportfolio P2. Door: Duncan Bruin. Klas: I. Vak: Voor mezelf ;) Kennisportfolio P2 Door: Duncan Bruin Klas: I Vak: Voor mezelf ;) Indeling: Marketing HRM Management: inleiding 2 Bedrijfseconomie Overeenkomsten- en Rechtspersonen recht Marketing, auteur: Kotler, P.,

Nadere informatie

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 4 HOOFDSTUK 4 Opgave 1 De vermogensbehoefte van een onderneming moet met het aanbod van vermogen worden gefinancierd. Bij de financiering wordt onderscheid gemaakt tussen Partiële financiering Totale financiering

Nadere informatie

Eindexamen m&o vwo 2003-II

Eindexamen m&o vwo 2003-II 4 Antwoordmodel Opgave 1 1 voorbeelden van juiste antwoorden: kosten voor de winkelier bij de administratieve afhandeling; interestvergoeding voor het verstrekte krediet; vergoeding voor het risico van

Nadere informatie

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 28 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 28 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Financiering niveau 5 Examenopgaven voorbeeldexamen Belangrijke informatie Dit voorbeeldexamen bestaat uit 28 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen. Dit voorbeeldexamen

Nadere informatie