9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2

Transcriptie

1 Docentenhandleiding Hoofdstuk 25 9 Uitwerkingen proefwerktrainingen deel 2 a Per november 2008 wordt aan huur vooruitontvangen: = b Per december wordt achteraf ontvangen: = c Huuropbrengst: d Interestkosten: t = t = Totaal 345. t 600. e Subsidie = = t 480. f Belastingen = = Management & Organisatie

2 g Huuropbrengst 350. Subsidies Interestkosten 345. Belastingen 40. Overige kosten Verlies (negatief resultaat) 3. h Vooruitontvangen is alleen de huur over januari 2009: = i Nog te ontvangen is alleen de huur over december 2008: = 90.. j Vooruitontvangen bedragen staan credit op de balans (ze vormen een schuld of een verplichting). Nog te ontvangen bedragen staan debet op de balans (ze vormen een bezit). k Op 3 december is vooruitbetaald de interest van januari t/m maart 2009 van de 7% lening: = 35.. l Op 3 december moet de interest van augustus t/m december van de 8% lening nog betaald worden: = Docentenhandleiding 2 a Bij de liquiditeitsbegroting gaat het uitsluitend om de ontvangsten en de uitgaven. Ontvangsten Debiteuren 70% van % van Contante verkopen Uitgaven Crediteuren 58. Balanssaldo 50% van Lonen 38. Overige kosten Verwachte toename liquide middelen In Balans 7

3 Docentenhandleiding b Bij de winst-en-verliesrekening stellen we de omzet tegenover alle kosten. Omzet: Inkoopwaarde omzet 270. Verlies op voorraad 2. Loonkosten 38. Interestkosten 3. Afschrijvingskosten Overige kosten Verwacht verlies 600 c Van de posten die veranderen geven we een korte toelichting (uitsluitend de bedragen). Vaste activa: = Voorraden: = 38.. Debiteuren: = Bank: = Kas: = Te betalen interest: = 33.. Crediteuren: = 5.. Winstsaldo: (zie b) = Balans per 30 november Vaste activa Aandelenvermogen.400. Voorraden 38. Reserves 800. Debiteuren Winstsaldo Bank % Hypothecaire lening 600. Kas Te betalen interest 33. Crediteuren Management & Organisatie

4 d Banksaldo 30 november Kas 30 november Banksaldo 3 oktober Kas 3 oktober Toename (zie liquiditeitsbegroting) Docentenhandleiding In Balans 73

5 Docentenhandleiding Hoofdstuk 26 a Vaste activa: Winkel 350. Inventaris 50. Vlottende activa: Voorraad 45. Liquide middelen: Kas b Financieringsbehoefte 547. Beschikbaar: Eigen vermogen 200. Vreemd lang vermogen: Hypothecaire lening 240. Onderhandse lening 50. c Vreemd kort vermogen: Leverancierskrediet Benodigd rekening-courantkrediet 2. Openingsbalans per januari 2009 Winkel 350. Eigen vermogen 200. Inventaris 50. Hypothecaire lening 240. Voorraad 45. Onderhandse lening 50. Kas 2. Crediteuren 45. Bank Management & Organisatie

6 d Ontvangsten: Contante verkopen: 90% 450. = 405. Van debiteuren: 2 0% 450. = Uitgaven: 0, 5 Aan crediteuren: 2 60% 450. = Aflossing hypothecaire lening 2. Rente hypothecaire lening: 4,5% 240. = Aflossing onderhandse lening: 2 5. = 0. Rente onderhandse lening: 2 6% % 45. = Rente rekening-courantkrediet 800 Overige exploitatie-uitgaven 35. Privé-uitgaven Netto-ontvangsten e Omzet 450. Inkoopwaarde: 60% 450. = 270. Brutowinst 80. Afschrijvingskosten winkel 4. Afschrijvingskosten inventaris 5. Rente hypothecaire lening Rente onderhandse lening Rente rekening-courantkrediet 800 Overige exploitatiekosten Verwachte winst Docentenhandleiding In Balans 75

7 Docentenhandleiding f Begrote balans per 3 december 2009 Winkel 336. Eigen vermogen 70. Inventaris 35. Winst ) Voorraad 45. Hypothecaire lening 228. Debiteuren ) Onderhandse lening 40. Bank 2) Crediteuren 4) Kas Toelichting ) = 2 0% ) = (zie d) 2. 3) Het is ook mogelijk de winst over 2009 toe te voegen aan het eigen vermogen. 5, 4) = 60% Management & Organisatie

8 Hoofdstuk 27 a We nemen als uitgangspunt de staat van baten en lasten over 2007 en leiden daaruit de bedragen af voor het jaar De donaties waren Toename Af: 20 donateurs à 20 / Giften: = 7. Interest kapitaal:. Sponsoring: % daarvan = Entreegelden: =.540 Kantineopbrengst: % = 4.30 Actiekosten: 4. Interest lening reigershome: 6% van 20. =.200 Huur: =.820 Onderhoudskosten: % =.742 Kantinekosten: % = Kostenvergoedingen: 0. De begrote staat van baten en lasten voor het jaar 2008 wordt nu als volgt: Begrote staat van baten en lasten voor 2008 Docentenhandleiding Donaties Huur.820 Giften 7. Interest lening.200 Interest kapitaal. Onderhoudskosten.742 Sponsoring Kantinekosten Entreegelden.540 Kostenvergoedingen 0. Kantineopbrengst 4.30 Actiekosten 4. Overschot b Gezien de interestopbrengst van. beschikt de stichting over een kapitaal van zo n 20. (naarmate het percentage hoger is, is het kapitaal kleiner). De stichting had de investering, geheel of voor een belangrijk deel, kunnen financieren met behulp van dit kapitaal. In dat geval zou de stichting niet meer beschikken over een reservepotje. Op korte termijn zijn er geen problemen te verwachten; het begrote overschot in 2008 is In 2009 loopt echter het contract met de sponsor af en als de sponsor dit contract niet verlengt, kunnen er problemen ontstaan. In Balans 77

9 Docentenhandleiding 2 Conclusie: op het eerste gezicht lijkt het bouwen van het reigershome redelijk verantwoord, maar op langere termijn kunnen er problemen ontstaan als de sponsor het contract niet verlengt. In dat geval zou de investering in het reigershome financieel niet verantwoord zijn geweest (ervan uitgaande dat de overige omstandigheden gelijk blijven). a De penningmeester baseert zijn voorstel op een staat van ontvangsten en uitgaven. Een dergelijke staat geeft aan of de liquide middelen in een bepaalde periode toenemen of afnemen, maar zegt niets over het resultaat van de vereniging. Om de winst of het verlies te bepalen is een staat van baten en lasten nodig. Daarnaast is het niet reëel de oplossing van het probleem bij slechts één inkomstenpost te zoeken. Bovendien is het niet ondenkbaar dat door een contributieverhoging van 20% een aantal leden hun lidmaatschap opzegt. 78 Management & Organisatie

10 Docentenhandleiding Hoofdstuk 35 a Current ratio = t t 40. t 240. = 2,7 De current ratio is groter dan 2 en dus heel goed, ook beter dan van soortgelijke ondernemingen. t 480. t t Quick ratio = t 240. = 0,75 De quick ratio is kleiner dan, niet al te best dus, ook niet in vergelijking met andere soortgelijke ondernemingen. b De te betalen vennootschapsbelasting is = 25% van de winst over De winst over 2008 = = De nettowinst = = De afschrijving = = 84.. De cashflow = = c De current ratio wordt lager omdat het bedrag van de vlottende activa lager wordt. De quick ratio blijft ongewijzigd omdat bij de quick ratio de goederenvoorraad buiten beschouwing blijft. 2 a De afschrijving op de gebouwen berekenen we als volgt: Waarde per januari Investeringen in Waarde zonder afschrijvingen 570. Waarde per 3 december Afschrijving over b De investeringen in de overige vaste activa berekenen we als volgt: Waarde per januari Afschrijving over Waarde per 3 december Investeringen Management & Organisatie

11 c Het te betalen dividend is 5.. Dit bedrag is 85% van het dividend voor aftrek van dividendbelasting. Als 85% = 5., dan is 00% = 60.. De onderdelen van de nettowinst uit gewone bedrijfsuitoefening over 2008 zijn: Dividend 60. Toevoeging aan de algemene reserve d Cashflow = nettowinst uit gewone bedrijfsuitoefening + afschrijvingen Cashflow = = 50. e Quick ratio per januari 2008: = 0,43 t t t 80. Quick ratio per 3 december 2008: = 0,48 t t t 80. De liquiditeit laat te wensen over hoewel deze in 2008 enigszins verbeterd is. Docentenhandleiding In Balans 99

12 Docentenhandleiding Hoofdstuk 36 a De schulden op korte termijn zijn op 3 december 2007: = Current ratio: t t december 2007: = 2,5 t De schulden op korte termijn zijn op 3 december 2008: = = t Current ratio: 3 december 2008: t t = 2,28 t De liquiditeit is op beide balansdata uitstekend, hoewel er een lichte daling heeft plaatsgevonden. 2 Quick ratio: 3 december 2007: t t t =,04 t december 2008: t t t =,6 t Volgens deze berekeningsmethode is de liquiditeit in 2008 verbeterd. Op beide data is de liquiditeit prima. b 3 december 2007: % = 57,27% t t t december 2008: % = 65,66% t t t De solvabiliteit is op beide data redelijk en is in 2008 enigszins verbeterd. 00 Management & Organisatie

13 c Het gemiddeld eigen vermogen over 2008 bedraagt: Aandelenkapitaal Agioreserve.250. Herwaarderingsreserve 400. Overige reserves.700. Nettowinst ( 2 3..) REV = t % = 37,74% d Het gemiddeld vreemd vermogen over 2008 is: Hypothecaire lening Onderhandse lening Te betalen bedragen Crediteuren 323. Rabobank RTV = t % = 24,57% e Balans januari Afschrijvingen Balans 3 december In 2008 is geïnvesteerd 800. Docentenhandleiding f De afschrijvingen waren.400. (zie winst-en-verliesrekening). De cashflow is = g De cashflow is een betere maatstaf voor de winstgevendheid dan de nettowinst omdat de afschrijvingen de hoogte van de nettowinst beïnvloeden. De wijze waarop wordt afgeschreven, heeft geen invloed op de cashflow t % = 5,98% 6,0% 2 Voordeel 3: rentabiliteit van het gemiddeld totale vermogen van Reiger en Semex moet hoger dan rentabiliteit Baman zijn. RTV: Reiger en Semex: 3,6% en Baman: 6,0%. De RTV bij Reiger en Semex ligt dus hoger. In Balans 0

14 Docentenhandleiding 3 Eigen vermogen Baman =.486 miljoen Vreemd vermogen Baman = = miljoen Nee, Baman voldoet op 3 december 2007 niet aan de gewenste eis dat het eigen vermogen groter is dan het vreemd vermogen. 4 Financiering a: geen invloed: het eigen vermogen en het vreemd vermogen blijven gelijk. Financiering b: verslechtering: het vreemd vermogen neemt toe terwijl het eigen vermogen gelijk blijft. 5 Voorbeelden van een juist antwoord: Volgens Reigers voorzitter Koenders wil Baman na de overname tweederde deel van Reiger verkopen. Productie van kantoorartikelen past niet in de strategie van Baman. Het gevolg kan zijn dat de productie wordt afgestoten, hetgeen verlies van werkgelegenheid kan betekenen. 02 Management & Organisatie