UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Transcriptie

1 HOOFDSTUK 8 Opgave 1 a. Wat geeft de liquiditeit van een onderneming aan? De liquiditeit geeft aan in welke mate een onderneming aan haar lopende betalingsverplichtingen kan voldoen. b. Wat is het verschil tussen de current ratio en de quick ratio? Bij de quick ratio worden de voorraden buiten beschouwing gelaten. Het is maar zeer de vraag of de voorraden wel op korte termijn kunnen worden verkocht om de kortlopende schulden te voldoen Een onderneming heeft de volgende balans: Balans Gebouwen Geplaatst aandelenkapitaal Machines Agio reserve Algemene reserve Voorraden Debiteuren Hypotheek Liquide middelen Crediteuren Rekening courant c. Bereken de current ratio (afronden op 1 decimaal). Current ratio = Current ratio = vlottende activa kort vreemd vermogen ( ) ( ) =,4 d. Bereken het netto werkkapitaal =

2 e. Hoe beoordeelt u de liquiditeitspositie naar aanleiding van bovengenoemde berekeningen? Algemeen geldt dat een current ratio tussen de 1,5 en gezond is. Dus het zit volgens de bovenstaande berekeningen met de liquiditeit wel goed. f. Bereken de quick ratio (afronden op 1 decimaal). Vlottende activa Voorraden Kort vreemd vermogen ( ) = 0,8 g. Hoe beoordeelt u de liquiditeit naar aanleiding van de quick ratio? Een gezonde waarde is 1 of hoger. De liquiditeitspositie volgens de quick ratio is niet al te best. h. Hoe beoordeelt u de liquiditeitspositie naar aanleiding van alle berekeningen? Het is maar zeer de vraag of de voorraden wel op korte termijn kunnen worden verkocht om de kortlopende schulden te voldoen. De liquiditeitspositie is niet best wanneer de voorraden goed worden beheerd. Dit wil zeggen dat de voorraden echt noodzakelijk zijn voor de bedrijfsvoering. De onderneming verkoopt een machine van aan een leasemaatschappij en least deze vervolgens weer terug. Hier is dus sprake van een sale and leaseback. i. Welke invloed heeft deze actie voor de liquiditeit van de onderneming? Na deze actie wordt de balans: Balans Gebouwen Geplaatst aandelenkapitaal Machines Agio reserve Algemene reserve Voorraden Debiteuren Hypotheek Liquide middelen Leaseverplichting Crediteuren

3 Door deze actie verbetert de liquiditeitspositie. Het netto werkkapitaal wordt: = De quick ratio wordt ( ) = j. Welke invloed heeft dit op quick ratio? Geen enkele invloed. Debiteuren wordt minder maar de liquide middelen worden met eenzelfde bedrag meer. Ze vallen allebei onder de categorie vlottende activa en zijn geen voorraden Nu lost de onderneming met het ontvangen geld ( ) een deel van de crediteuren af. k. Welke invloed heeft dit op quick ratio? ( ) ( ) = 5,8 Opgave a. Bereken het netto werkkapitaal van en Netto werkkapitaal = Netto werkkapitaal = b. Bereken de current ratio per en (afronden op 1 decimaal). Current ratio ( ) ( ) Current ratio ( ) ( ) = 1,7 = 1,4 3

4 c. Bereken de quick ratio per en Quick ratio ( ) ( ) = 0,7 Quick ratio ( ) ( ) = 0,7 d. Wat is uw oordeel over de ontwikkeling van liquiditeitspositie? De liquiditeitspositie is in het boekjaar 017 verslechterd. Er is aan het einde van het jaar nog steeds sprake van een positief netto werkkapitaal en een current ratio die nog net kan. Wanneer de voorraden buiten beschouwing worden gelaten is de situatie een stuk minder rooskleurig. De quick ratio was aan het begin van het jaar onvoldoende en is dat aan het einde ervan nog steeds. Opgave 3 a. Bereken het netto werkkapitaal per en Netto werkkapitaal = Netto werkkapitaal = b. Bereken de quick ratio voor en Quick ratio ( ) ( ) = 0,6 Quick ratio ( ) ( ) = 0,5 4

5 Opgave 4 Ieder jaar wordt op 1 maart van de hypotheek afgelost. Van de voorziening komt in 018 een bedrag van vrij te vallen in verband met een nieuw dak van het gebouw. a. Bereken de current ratio per en per (afronden op 1 decimaal) Bereken de current ratio per (35 + 0) = 5,8 Bereken de current ratio per ( ) = 4,8 b. Is op basis van de current ratio de liquiditeitspositie verbeterd of verslechterd? Motiveer het antwoord. De liquiditeitspositie is verslechterd omdat de current ratio is gedaald van 5,8 naar 4,8. Volgens de normen is dit nog ruim voldoende. c. Bereken de quick ratio per en per Bereken de quick ratio per ( ) (35 + 0) = 1,4 Bereken de quick ratio per ( ) ( ) = 1, d. Is op basis van de quick ratio de liquiditeitspositie verbeterd of verslechterd? Motiveer het antwoord. De liquiditeitspositie is verslechterd omdat de quick ratio is gedaald van 1,4 naar 1,. Volgens de normen is dit nog voldoende. Let op! Voorraden worden bij de quick ratio buiten beschouwing gelaten. Hieronder vallen dus ook onderhanden projecten. 5

6 Opgave 5 a. Bereken de rentabiliteit van het eigen vermogen in 017(afronden op 1 decimaal) REV na belasting = Nettowinst na belasting gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen 100% Bereken eerst het gemiddelde eigen vermogen van Geplaatst aandelenkapitaal Agio reserve Algemene reserve Eigen vermogen Toename aandelen 500 Toename agioreserve 50 Eigen vermogen begin De aandelen die in 017 zijn geplaatst waren het gehele jaar beschikbaar voor financiering van bedrijfsactiviteiten. Gemiddelde eigen vermogen is = Berekening van de rentabiliteit van het eigen vermogen % = 4,% b. Bereken de rentabiliteit van het vreemde vermogen in 017. RVV = Interestkosten Gemiddeld geinvesteerd vreemde vermogen 100% Berekening van het gemiddeld geïnvesteerde vreemde vermogen (( ) + ( )) = Berekening van de rentabiliteit van het vreemde vermogen 3 100% =,9%

7 c. Bereken de rentabiliteit van het totale vermogen in 017 (afronden op 1 decimaal). RTV = Winst voor belastingen + Interestkosten Gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen x 100% Berekening van het gemiddelde totaal geïnvesteerde vermogen ( ( )) = 4.85 Berekening van de rentabiliteit van het totale vermogen ( ) 100% = 4,7% 4.85 d. Is hier sprake van een positief hefboomeffect? Motiveer het antwoord. Omdat de rentabiliteit van het totale vermogen hoger is dan de rentabiliteit van het vreemde vermogen is er sprake van een positief hefboomeffect. Opgave 6 a. Bereken de quick ratio per en per (afronden op 1 decimaal). Vlottende activa Voorraden Kort vreemd vermogen De quick ratio per is = 1,1 De quick ratio per is = 1,6 b. Geef uw mening omtrent de ontwikkeling van de liquiditeitspositie naar aanleiding van deze quick ratio s. De quick ratio is gestegen dus de liquiditeitspositie is verbeterd. c. Bereken de rentabiliteit van het eigen vermogen in 017 na belasting. REV na belasting = Nettowinst na belasting gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen 100% 7

8 Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen is: ( ) = 09 REV = % = 6,3% d. Bereken de rentabiliteit van het vreemd vermogen in 017 (afronden op 1 decimaal). RVV = Interestkosten Gemiddeld geinvesteerd vreemde vermogen 100% Het gemiddeld vreemd vermogen is: RVV = = % =,9% e. Bereken de rentabiliteit van het totale vermogen in 017 (afronden op 1 decimaal). RTV = Winst voor belastingen + Interestkosten Gemiddeld geïnvesteerd totaal vermogen x 100% Het gemiddeld geïnvesteerd vermogen is: = 760 RTV = % = 11,% 760 f. Is er sprake van een positief hefboomeffect? De rentabiliteit van het totale vermogen is groter dan de rentabiliteit van het vreemde vermogen dus is er sprake van een positief hefboomeffect. g. Bereken de rentabiliteit van het eigen vermogen met behulp van de formule met het hefboomeffect. REV = (1 belastingqutoe) {RTV + VV (RTV RVV)} EV REV = (1 0,) {11,% (11,%,9%)} = 6,5 (afrondingsverschillen) 09 8