Meervoudige intelligentie en coöperatief leren



Vergelijkbare documenten
en een buitenkring. Voor de leerkracht Van groep 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7 en 8 Stappen: Coöperatief leren

Met Talenten aan de slag. Van theoretische basis tot concrete lespraktijk

Dalton (samenwerking/ samenwerkend leren) en Coöperatief leren

Inhoud. Deel 1: De intelligenties en hun toepassing in het onderwijs. Deel 3: Schoolontwikkeling, MI meting, evaluatie van MI theorie

Handleiding. Hoe ben jij knap? Voor groep 3/4

Leeswijzer 7. Hoofdstuk 1. Meervoudige Intelligentie: een brede basis voor Passend onderwijs 9

Zeg niet hoe knap ben je? maar hoe ben je knap?

Coöperatief leren (CLS) Volgens Dr. Spencer Kagan Verwerkt door Peter Steurs en Natascha Vansteelant

Water naar de zee dragen BW :15 Pagina 31 W E R K V O R M E N

Inhoud. Intro: Thomas Uitgaan van kracht Interpersoonlijk intelligent! Muzikaal-ritmisch intelligent! Intermezzo: Bert 15

Leskist PLUS-handleiding Zijzoentje Groep 1 en 2

Buitenles PLUS-handleiding Kabouter IJssel Groep 1 en 2

in een rekenles & in een taalles Art de Co

Natuur in de klas product PLUS-handleiding Uit de bol gaan Groep 1 en 2

Wat is Kraak kracht? Kraak kracht

Theorie, praktijk, begeleiding EIC. Jan van Bers

Stap 1 Voorafgaand aan het bestuderen van een nieuw onderwerp vatten leerlingen in kleine groepjes samen wat ze al van het onderwerp weten.

Inleiding Wat zit er in deze map en wat kan ik er mee? Zon op School

Leskist PLUS-handleiding Anders is leuk! Groep 3 & 4

Meervoudige Intelligentie en talenonderwijs: kies meerdere ingangen!

Welke coöperatieve werkvormen gaan we aanleren?

Leskist PLUS-handleiding De wereld op je bord Groep 7 en 8

Les 17 Zo zeg je dat (niet)

Boys & Girls strategieën voor onderwijs aan jongens en meisjes in het basisonderwijs. Martijn Smoors Onderwijs Maak Je Samen

Hoe ben jij KNAP??? >> Doe nu de test! Ga naar de 'Vragenlijst' Howard Gardner

MI-test voor kinderen vanaf ongeveer groep 5

Vragen stellen in de reken-wiskundeles

kijk doe samen taal natuur

Vragen. Terugkomcursus Met Sprongen Vooruit groep 3 en 4

HOUT EN BOUW. Activerende werkvormen? De leraar doet er toe.

Project / Werkstuk Naam: Klas: 1

Coöperatief leren Wat is coöperatief leren? Waarom is coöperatief leren belangrijk? Coöperatieve werkvormen

augustus 2012 Kwaliteitskaart Coöperatief leren

Zelfstandig werken = actief en zelfstandig leren van een leerling. Het kan individueel of in een groep van maximaal 6 leerlingen.

Samen rekenen... alleen!

Leskist PLUS-handleiding Titel Koos Konijn Groep 3 en 4

Les Dieren met een baan, thema vermaak

Duur: 30 min. Grootte: < 12 Doel Het doel van deze werkvormen is om te leren vanuit een ander perspectief naar het onderwerp te kijken.

Structuren. Coöperatief leren

Meervoudig intelligent werken in het secundair onderwijs?

Sabine Sommer is Interne begeleider van de bovenbouw.. Zij gaat vooral over de zorg van de kinderen.

Meervoudige Intelligenties en Onderhandelen. Teamdag

Leskist PLUS-handleiding Drijven en zinken met Jip & Janneke Groep 3 en 4

Lesopbouw: instructie. 1 Start. 2 Instructie. Blok 4 Week 2 Les 1

CODE VAN DE KUYPER. De zeven raadselen van Veghel

Natuur in de klas product PLUS-handleiding Vlijtig Liesje Groep 5 en 6

Er kan pas over Coöperatief Leren gesproken worden als er gewerkt wordt volgens een aantal basisprincipes kortweg GIPS genoemd.

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Workshop Coöperatief leren voor beginners

Vijf minuten actief met kleuters. Joyce van den Boogaard 3 februari 2016

daltonplusklas: info voor ouders

Natuur in de klas product PLUS-handleiding Vlijtig Liesje Groep 5-6

Klap, stamp en sla. Opmerking. Tijd: 1-5 min. Deelnemers: minimaal 2 Materiaal: niets Opstelling: kinderen vormen tweetallen. Verloop van het spel:

Instapmodule Niveau AA

Leskist PLUS-handleiding Kriebelpoten Groep 1 en 2

DENKEN DELEN UITWISSELEN (5 min.)

6. Meningsvorming. doel Kritisch denken voorbereiding op een gesprek over verschillende oplossingen/meningen/enzovoort.

Nieuwsbrief 3 De Vreedzame School

Hier ben ik (lessenserie Omgaan met pesten)

Leskist PLUS-handleiding De verdwaalde boom Groep 3 en 4

Leskist PLUS-handleiding Op avontuur met je zintuigen Groep 3 en 4

MUSEUMLES IN HET VAN ABBEMUSEUM Groep 7 en 8

LES: Wie van de drie? 2

Natuur in de klas product PLUS-handleiding Pieren en pissebedden Groep 5 en 6

Lerarenopleiding Gezondheidszorg en Welzijn Stageopdracht Effectief leren

Koen Mattheeuws. Partner van Bazalt sedert 2009: M.I. + SCL.

LES: Groepjes maken 2

Heeft u naar aanleiding van de informatie in dit bulletin vragen of opmerkingen? We horen ze graag. Ik wens u veel leesplezier!

Met sprongen vooruit!

Discussiëren Kun Je Leren:

Leskist PLUS-handleiding Waterkringloop Groep 7-8

Coöperatief leren Verschillende werkvormen:

Handleiding Werkvormen Vragen stellen

Optische illusie en gezichtsbedrog

Drents Museum. Wat als de stoel van meneer Rietveld kon praten? Groep 3 Les 1 Pratende dingen

Lesopbouw: instructie. 2 Instructie. 1 Start. Blok 4 Week 2 Les 1

Natuur in de klas product PLUS-handleiding De oppassers van de koolwitjes Groep 1 en 2

Leskist PLUS-handleiding Opgeruimd houdt het netjes Groep 3 en 4

Nieuwsbrief De Vreedzame School

Leskist PLUS-handleiding Oud papier nieuw papier Groep 5 en 6

Nieuws uit groep 3. 7 juni Beste ouders,

Natuur in de klas product PLUS-handleiding Spriet de slak Groep 3 en 4

Leskist PLUS-handleiding Alles voor een pannenkoek Groep 1-2

BAS. Samenwerkend Leren Vastgesteld mei De Overstap

VOORWOORD. De opbouw van de leereenheden

Instapmodule Niveau A2

Stijgen/Dalen. Effectief rekenonderwijs

AAN HET WERK MET EEN KERK

Lesbrief Dans en Taal

BIJLAGE 5 ACTIVERENDE WERKVORMEN

datum: aantal leerlingen: 31 tijd:9:00/10:00 groep: 6&7

Werken vanuit Meervoudige Intelligentie bij cultuureducatie

Welkom bij de ouderavond over Vier Keer Wijzer

3. Samenwerkend leren

Doelstellingen van PAD

Tijdsduur: Niet van toepassing, wordt gebruik van gemaakt tijdens zelfstandig werken of op vrije momenten.

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les

Huiswerk op de Sint Josephschool.

Overzicht van de coöperatieve werkvormen per leerjaar Tweede leerjaar

Positieve houding. Hoge verwachtingen. Flexibele planning

Transcriptie:

buter.fm Page 77 Wednesday, February 11, 2004 4:38 PM Meervoudige intelligentie en coöperatief leren Schooladviescentrum Utrecht 1 inleiding Niet hoe knap ben jij, maar hoe ben jij knap luidt in het kort de kern van de theorie van meervoudige intelligentie (MI). Meervoudige intelligentie komt erop neer dat een mens niet op één, maar op verschillende manieren intelligent kan zijn. Op basis van langdurig hersenonderzoek en onderzoek in leersituaties identificeerde de Amerikaan H. Gardner (1993) acht intelligenties. Hij stelde vast dat ieder persoon over alle vormen beschikt, maar zich meestal in een aantal van deze intelligenties sterker ontwikkelt dan in de andere. Dit betekent dat mensen op verschillende manieren knap zijn. Zo ook voor leerlingen in het onderwijs. De één denkt vooral in woorden, terwijl de ander meer ruimtelijk denkt en een derde zich nadrukkelijk ontwikkelt in communicatie met anderen. 2 de intelligenties Een belangrijke consequentie van het standpunt van Gardner is dat intelligentie niet - als IQ - in één getal uitgedrukt kan worden. Intelligentie heeft vooral betrekking op de bekwaamheid om problemen op te lossen, om nieuwe problemen te onderkennen of te creëren en producten te vervaardigen in een gewone en betekenisvolle omgeving. Gardner onderscheidt acht verschillende intelligenties (fig.1). In het onderwijs doen we voornamelijk een beroep op het verbaal linguïstisch leren en in mindere mate op het logisch mathematische. Door vooral deze twee intelligenties te benadrukken doen we kinderen echter te kort en gebruiken we niet al hun mogelijkheden. Wanneer we de omslag maken naar het gebruiken van alle intelligenties kunnen we beter aansluiten bij de sterke kanten van alle leerlingen. Dit zou daarmee een ingang kunnen zijn bij het omgaan met verschillen tussen de leerlingen. Leerlingen die sterk zijn in interpersoonlijke intelligentie, stimuleren we door hen te laten 77

buter.fm Page 78 Wednesday, February 11, 2004 4:38 PM leren door samen te werken, terwijl we leerlingen met een goed ontwikkelde visueel-ruimtelijke intelligentie kunnen ondersteunen door ze juist de vrijheid te geven visuele beelden te ontwikkelen door te tekenen of te schetsen. Intelligentie Verbaal linguïstisch Logisch mathematisch Visueel-ruimtelijk Muzikaal-ritmisch Lichamelijkkinesthetisch Naturalistisch Interpersoonlijk Intrapersoonlijk Voorkeur, gevoeligheid voor en vaardigheden met een bepaald soort stimuli Deze intelligentie spitst zich toe op denken in, met en over woorden. Leerlingen die hier sterk in zijn houden van lezen, schrijven, spreken en luisteren. Deze intelligentie gaat over logisch, abstract denken en rekenenwiskunde. Leerlingen lossen graag vraagstukken op, berekenen uitkomsten en vinden het leuk om relaties te bepalen zoals oorzaakgevolg en als-dan. Hierbij gaat het om bijvoorbeeld tekenen, schilderen, beeldhouwen en ontwerpen. Ook hebben leerlingen vaak een goed richtinggevoel. Melodieën en ritmes spelen hierbij een hoofdrol. Leerlingen die hier sterk in zijn vinden het fijn om naar muziek te luisteren of zelf muziek te maken. Ze hebben gevoel voor ritmische aspecten van rekenenwiskunde, zoals de tafel van drie als een ritme bij het opzeggen van de getallenrij: een, twee, drie, vier, vijf, zes. Gebaren en bewegen staan hier centraal. Leerlingen die hier sterk in zijn houden van lichamelijke activiteiten, handvaardigheid, toneelspelen en ontwikkelen van fysieke vaardigheden. Deze intelligentie is aan de orde als leerlingen natuurlijke verschijnselen observeren, analyseren en vergelijken zoals planten, dieren, wolken en stenen. Sleutelbegrippen hierbij zijn communiceren, betrokkenheid, contact hebben, samen dingen uitwisselen en ervaren. Interpersoonlijke leerlingen genieten van werken en leren met anderen. Denken over gevoelens, stemmingen, herinneringen vormt hier de kern. Mensen die deze intelligentie bezitten houden van afzondering, stilte, reflectie en dergelijke. figuur 1: de acht intelligenties volgens Gardner (1993) 3 didactische structuren Onderwijspedagoog Kagan (2000) gebruikte de theorie van Gardner en ontwikkelde een praktische toepassing van MI. Kagan poneert dat leerlingen beter leerstof opnemen, wanneer die wordt aangeboden op een manier die past bij hun beter ontwikkelde intelligenties. Hij schreef hierover het boek Structureel Coöperatief Leren (2003). 1 Dit coöperatief leren staat centraal 78

buter.fm Page 79 Wednesday, February 11, 2004 4:38 PM Meervoudige intelligentie en coöperatief leren binnen MI en om dit te realiseren wordt gebruikgemaakt van didactische structuren. Dit is een gestructureerde werkvorm die past binnen het coöperatief leren, waarbij aandacht is voor: meerdere intelligenties binnen één activiteit; van elke didactische structuur is bekend op welke intelligentie(s) die vooral een beroep doet; actieve betrokkenheid van elke leerling; goed gestructureerde interactie, zodat hardop leren plaatsvindt (waardoor de opbrengst van het leren toeneemt) en kinderen sociale vaardigheid opdoen; zelfsturing: doordat de structuur van de activiteit (zoals TweeGesprek op Tijd of Tweetal check ) steeds weer gebruikt wordt met andere onderwerpen en leerstof en doordat de leerlingen die bewust aangeleerd krijgen, gaan die als vanzelf: daardoor sturen de leerlingen zelf hun leerproces. In een aantal stappen wordt de interactie tussen de leerlingen gestructureerd. Hierbij is bijvoorbeeld geregeld wie begint met praten en waarop de luisteraar let. Figuur 2 geeft een voorbeeld van de structuur TweeGesprek op Tijd. Deze structuur doet een beroep op de verbaal-linguïstische en de intrapersoonlijke intelligentie en is onder andere toe te passen bij rekentaken waarbij verschillende oplossingsmanieren mogelijk zijn. 1 De leerkracht bepaalt een onderwerp en geeft aan hoeveel tijd iedere leerling heeft om te vertellen. 2 De leerkracht geeft denktijd. 3 De leerlingen werken in tweetallen: A vertelt, B luistert. 4 B reageert. 5 De koppels wisselen van rol: B vertelt en A luistert. 6 A reageert. figuur 2: structuur Tweegesprek op Tijd Door de structuur regelt de leerkracht dat alle leerlingen inhoudelijk een bijdrage leveren, dat er daadwerkelijk geleerd wordt, dat iedereen uit de groep straks een antwoord kan geven, dat alle leerlingen betrokken zijn op het leren en alle kinderen actief deelnemen aan het leerproces. Kinderen krijgen geen gelegenheid om te mee liften of om achterover te leunen of af te haken; het samenwerken is zo georganiseerd dat dit niet mogelijk is. In samenhang met de inhoud leren leerlingen ook communicatieve en sociale vaardigheden. Ze moeten namelijk samenvatten, luisteren, op hun beurt wachten, de mening van de ander respecteren en samenwerken om tot een goed resultaat te komen (Bod en Heijdenrijk, 2002). 79

buter.fm Page 80 Wednesday, February 11, 2004 4:38 PM 4 matchen, stretchen en vieren De didactische structuren kunnen gebruikt worden om van iedere les een MI-les te maken. Het gaat hierbij namelijk om een variatie in werkvormen, waarbij bij dezelfde leerstof een beroep wordt gedaan op de verschillende intelligenties van de kinderen. Met het inzetten van elke didactische MIstructuur koppelen we leerstof met sterke intelligenties van bepaalde leerlingen, waardoor ze makkelijker leren en beter presteren. Tegelijkertijd worden ook de zwakke kanten van andere leerlingen verder ontwikkeld. Kortom, zo komen sterke kanten van alle kinderen aan bod en leren ze ook hun minder sterke kanten te ontwikkelen. Deze onderwijsvisie wordt door Kagan matchen, stretchen en vieren genoemd. Matchen is leerstof koppelen aan sterke intelligenties. Stretchen is het ontwikkelen van alle intelligenties. En bij vieren leren alle leerlingen de eigen intelligenties en die van anderen te respecteren en te waarderen. We laten nu aan de hand van het werken met het oefenprogramma Met sprongen vooruit (Menne, 2001) zien hoe deze ideeën in het reken-wiskundeonderwijs verwezenlijkt kunnen worden. In de klas van Rachid, groep 4, wordt met dit oefenprogramma gewerkt. Bij het onderdeel springen naar getallen wordt voor in de klas op een denkbeeldige getallenlijn gesprongen. Rachid moet naar 38 springen, hij springt met drie grote sprongen van 10 en 8 kleine hupjes van 1. We zien zo hoe je een sterke intelligentie (lichamelijk-kinethetisch) gebruikt bij het aanbieden van de leerstof. Rachid heeft moeite met rekenen en kan moeilijk op zijn stoel blijven zitten. Door de leerstof via een andere vorm aan te bieden, lukt het hem om de rekenvraag toch op te lossen. Bovendien beleeft hij duidelijk plezier aan het springen. Naast het matchen van lichamelijk-kinethetische intelligentie bij Rachid, ben je ook bezig met het stretchen van deze intelligentie bij de andere leerlingen die daar minder sterk in zijn. In het oefenprogramma Met sprongen vooruit zitten nog veel meer bewegingsactiviteiten en ook ritmische activiteiten, zoals bijvoorbeeld bij het leren tellen. Hierbij loopt de leraar door de klas, telt 36-37-38- en tikt vervolgens een leerling aan. Dit kind staat op, telt bij iedere pas één voor één verder en geeft op het teken van de leraar, de beurt door aan een ander. Met het lopen door de klas wordt het ritmische karakter van het tellen benadrukt. Het werken met het oefenprogramma Met sprongen vooruit laat zien dat het mogelijk is in het reken-wiskundeonderwijs gebruik te maken van MI. Dit gebeurt ook al op andere plekken, zoals bijvoorbeeld het spelen en zingen van bewegingsliedjes, zoals De Zevensprong, het zingen van telliedjes en van de tafels. Ook bij andere lessen kunnen zonder al te veel moeite didactische structuren worden inpast. 80

buter.fm Page 81 Wednesday, February 11, 2004 4:38 PM Meervoudige intelligentie en coöperatief leren 5 een rekenles uit de methode Rekenrijk Om te laten zien hoe dit kan worden gedaan, bekijken we een willekeurige bladzijde uit de methode Rekenrijk groep 4 (figuur 3). figuur 3: uit: Rekenrijk, leerlingenboekje 4a, blok 11, les 6 In deze methode wordt bij de leerkrachtgebonden lessen altijd begonnen met een paar minuten hoofdrekenen. Hier kan bijvoorbeeld de didactische structuur Binnen/Buitenkring gebruikt worden. De sommen worden op het bord geschreven en de leerlingen schrijven hun antwoorden individueel op een blaadje. Voor Binnen/Buitenkring wordt de klas vervolgens in tweeën gedeeld. Een helft van de groep vormt de binnenste kring, de andere helft de buitenste kring van twee grote concentrische cirkels. De leerlingen in de binnenste kring staan met hun gezicht naar de leerlingen in de buitenste kring. De leerlingen tegenover elkaar wisselen antwoorden 81

buter.fm Page 82 Wednesday, February 11, 2004 4:38 PM uit, de binnenste kring het eerste rijtje, de buitenste kring het tweede rijtje. Hierna draait één kring verder zodat de leerlingen een nieuwe partner tegenover zich krijgen voor een nieuw rijtje. Bij opgave 1 kan de structuur Denk-Tweetal-Vertel gebruikt worden. Dit is een eenvoudige, maar krachtige didactische structuur die geschikt is voor elk moment van de les. De leerlingen hebben het boek voor zich en krijgen tijd om over het antwoord na te denken. Na voldoende denktijd vormen de leerlingen tweetallen om hun oplossingsstrategieën uit te wisselen. Sommige leerlingen worden uitgekozen om hun antwoord of dat van hun partner aan de groep te vertellen. Deze structuur ontwikkelt met name de intrapersoonlijke intelligentie. De didactische structuur Tweetal Check (fig.4) kan bij opgave 2 gebruikt worden. Deze structuur is ideaal om informatie of vaardigheden te leren van een klasgenoot. In groepjes van vier vormen de leerlingen tweetallen.. De bevestiging Tweetal Check Onmiddellijk Regelmatig Complimenten van gelijken Traditioneel Later Onregelmatig Cijfer van leerkracht De rol van de leerkracht Vergemakkelijken Evalueren De onderlinge relaties De correctiemogelijkheden De metacommunicatie Coachend Stimulerend Sociaal vergelijken Vele Onmiddellijk Succesgericht Waarderen van het leren Waarderen van het helpen Isolement Negatief sociaal vergelijken Weinig of geen Later Gericht op falen Waarderen van cijfers figuur 4: tweetal check ten opzichte van traditionele controle Eén leerling in ieder tweetal werkt aan een opgegeven probleem of taak, terwijl zijn partner toekijkt, controleert en helpt als dat nodig is. Als hij klaar is controleert de coach of hij het eens is met het werk van zijn partner. De partners wisselen van rol om het volgende probleem op te lossen. Nadat het tweetal twee problemen heeft behandeld, controleren ze het werk samen met het andere tweetal van het team. Als ze het met elkaar eens zijn, zijn ze als groep tevreden. Als ze verschillende antwoorden hebben, werken ze tot ze een oplossing hebben gevonden en overeenstemming hebben bereikt. Op deze manier is veel leerstof waar individueel aan gewerkt moet worden op een interpersoonlijke manier uit te voeren. 82

buter.fm Page 83 Wednesday, February 11, 2004 4:38 PM Meervoudige intelligentie en coöperatief leren Met Tweetal Check ben je er als leerkracht zeker van dat leerlingen elkaar helpen en dat ze geconcentreerd blijven. Dit gebeurt niet als er weinig structuur geboden wordt, dan krijgen de leerlingen de opdracht dat ze moeten samenwerken en elkaar moeten helpen tijdens de oefeningengoed samenwerken zal dan in het algemeen weinig gebeuren. Als de leerkracht na een half uur de voorgang controleert dan is de goede presteerder klaar, de middelmatige presteerder halverwege en de slechte presteerder zit ofwel vast bij het eerste probleem, terwijl hij de verkeerde methode gebruikt om het probleem op te lossen, of heeft het misschien al opgegeven en is bezig de andere leerlingen af te leiden. In figuur 4 zijn de voordelen van Tweetal Check op een rijtje gezet (Kagan, 2003). Bij invulrijtjes, zoals bij opgave 3, waarbij één antwoord mogelijk is, kan onder andere Tweetal Coach gebruikt worden. Hierbij werken de leerlingen in tweetallen en lossen om de beurt een probleem op, terwijl de ander meekijkt, observeert en het antwoord bevestigt. Als laatste een voorbeeld van een structuur die de logisch-mathematische intelligentie stimuleert door middel van het vergelijken van antwoorden en tweetallen uitdaagt om nieuwe ideeën te bedenken. Bij TweeVergelijk werken leerlingen in een tweetal om samen sommen te bedenken waarvan de uitkomst 24 is. Beiden schrijven om de beurt een nieuwe som op; ze gebruiken één blad papier en één pen die steeds heen en weer gaat. Nadat ze een lijst van sommen hebben gemaakt, vormen ze samen met een ander tweetal een groepje van vier. De tweetallen vergelijken hun sommen om te zien welke som alleen één van de paren had verzonnen en welke sommen beide paren hadden. Als groepje van vier proberen de leerlingen dan aanvullende sommen te bedenken die geen van beide tweetallen had gevonden. 6 tot slot In de voorbeelden zijn slechts zes didactische structuren gebruikt. Er zijn er echter wel meer dan 100. En van elke didactische structuur is bekend op welke intelligentie(s) deze vooral een beroep doet. MI is daarmee een aanvulling op al bestaande differentiatievormen, met het grote voordeel dat er geen nieuwe methoden en leerstof bedacht en ontwikkeld hoeven te worden. Bij elke les werk je, door didactische structuren in te zetten, met een gestructureerde aanpak waardoor je de les kan optimaliseren tot een les die alle intelligenties aanspreekt. Zonder complex georganiseer kan er zo direct in de groep worden omgegaan met verschillen tussen leerlingen. 83

buter.fm Page 84 Wednesday, February 11, 2004 4:38 PM noot 1 De Zeeuwse onderwijsbegeleidingsdienst, het RPCZ, is een samenwerking aangegaan met de Amerikaan Kagan. In Nederland is een landelijk MI-netwerk opgericht waaraan verschillende onderwijsbegeleidingsdiensten deelnemen, waaronder het Schooladviescentrum in Utrecht. De kennis en materialen worden door het RPCZ overgedragen aan de deelnemende begeleidingsdiensten. Onderwijsgevenden kunnen een training volgen bij deze begeleidingsdiensten om meervoudige intelligentie en de didactische structuren te gebruiken in het onderwijs. Hierbij kan een keuze gemaakt worden voor MI met hierin de didactische structuren of men laat de intelligenties buiten beschouwing en dan richt de training zich geheel op het coöperatief leren. literatuur Bod, E. & M. Heijdenrijk (2002). Coöperatief leren: Draaiboek voor begeleiders. Middelburg: Meulenberg (RPCZ educatieve uitgaven). Bokhove, J., K. Kuipers, J. Postema e.a. (2000). Rekenrijk (groep 4). Groningen/ Houten: Wolters-Noordhoff. Gardner, H. (1993). Multiple Intelligences. The Theory in Practice. New York: Basic Books. Kagan, S. (2003). Structureel Coöperatief Leren. Middelburg: Meulenberg (RPCZ educatieve uitgaven). Kagan, S. & M. Kagan (2000). Meervoudige Intelligentie. Het complete MI boek (3- delig). Middelburg: Meulenberg (RPCZ educatieve uitgaven). Kopmels, D. (2001). Meervoudige intelligentie in de praktijk. Jeugd in school en Wereld, 86(1), 40. Lansu, T. & C. van Peski (2001). Meervoudige intelligentie. Jeugd in school en Wereld, 85,(9), 16-19. Menne, J.J.M. (2001). Met sprongen vooruit. Utrecht: CD-β Press / Freudenthal Instituut. Vromen, M. (2001). Omgaan met verschillen. Frappant, december 2001, 1-5. 84