Verslag Prioriteringssessie Woonvisie 30 juni 2014 Fifth, Eindhoven Inleiding De Prioriteringssessie Woonvisie is een belangrijk vervolg op de co-makersgesprekken die zijn gevoerd en de 5 thematafels die de afgelopen weken hebben plaatsgevonden. Met deze bijeenkomst zetten we voor alle vijf thema s de volgende stap richting het Manifest en de Woonvisie. Middels stellingen gaan we met iedereen de dialoog aan. Het gaat in eerste instantie om de kracht van de argumenten en niet om de aantallen voor- of tegenstanders. Stelling 1: Actieve binding/huisvesting van talenten/kenniswerkers betekent ook kiezen. Bijvoorbeeld bij de woonruimteverhuur van sociale huurwoningen. Binnen de groep talenten hebben vooral de starters op de arbeidsmarkt vaak een inkomen tot 43.000. Stelling: talenten/kenniswerkers/net-afgestudeerden met een inkomen tot 43.000 krijgen voorrang bij de sociale woonruimteverhuur, ook als dit ten koste gaat van de reguliere verhuur. Uitslag: het overgrote deel van de groep is het oneens met deze stelling - Er zijn veel talenten/kenniswerkers/net-afgestudeerden die net zijn gaan werken en een inkomen hebben onder de 43.000. Zonder voorrang op de woningmarkt komen ze niet aan een woning en kan het zijn dat ze niet voor Eindhoven zullen kiezen. Dit zou onze concurrentiepositie kunnen verzwakken. Het is dan ook van belang om te investeren in de toekomst van Eindhoven. De beschikbaarheid van woonruimte hoort bij de optelsom om voor Eindhoven te kiezen, voor zowel studie als voor een baan. Wil je mensen aantrekken cq. behouden dan moet je ze iets bieden. - De kenniswerkers zijn een groeiende groep (prognose is dat er in 2020 in Eindhoven 5000 kenniswerkers zijn). - Iedereen is gelijk en daarom geen mensen bevoordelen. Wanneer een bedrijf een talent graag wil hebben moet zij dit ook maar zelf faciliteren. Reactie: grote bedrijven zouden dit misschien kunnen maar er zijn ook kleine bedrijven die je naar deze regio zou willen halen en die nog niet in staat zijn om hierin te faciliteren. - Woningcorporaties mogen 10% van de vrijgekomen sociale huurwoningen toewijzen aan huishoudens met een hoger jaarinkomen dan 34.000. Deze vrije ruimte zouden ze in kunnen zetten voor deze groep. - Uit onderzoek (RIGO) blijkt dat we in Eindhoven al goed zijn in het binden en vasthouden van talent. - In Eindhoven hebben we nu meer sociale woningen dan mensen die daar op aangewezen zijn. Deze woningen zouden ingezet kunnen worden voor deze groep. Stelling 2: Eindhoven blijft nog groeien. Deze groei moet m.n. worden opgevangen binnen de Ring. Dit leidt tot meer verstedelijking, meer onderscheid met omliggende gemeenten, groter draagvlak voor cultuur en hoogwaardige horeca. Stelling: transformatie is belangrijker dan (geplande) nieuwbouw, ook als dit betekent dat projecten worden uitgesteld.
Uitslag: het overgrote deel van de groep is het eens met deze stelling - Leegstaande panden hebben een negatieve uitstraling op hun omgeving en ook op de waarde van het omliggende vastgoed. - Er komen steeds meer 1-persoonshuishouden in Eindhoven die graag in het centrum willen wonen. In het centrum staan genoeg leegstaande panden/kantoren die hiervoor ingezet kunnen worden. - Heb aandacht voor duurzaamheid en hergebruik. Waarom nieuwbouw plegen als ook bestaande panden getransformeerd kunnen worden? - Hergebruik en transformatie van bestaande panden maakt Eindhoven juist interessant. Denk hierbij aan De Witte Dame, Strijp S en het NRE-terrein. - Nu staan er veel kantoorpanden leeg, maar in de toekomst kan er wel weer behoefte bestaan aan kantoren. Geef nu niet alles weg. Reactie: er komen nog ruim voldoende kantoren bij om in de behoeften te voorzien. - Nieuwe technologieën zullen ervoor zorgen dat er in 2030 heel anders wordt gebouwd. Bestaande panden passen dan niet meer bij deze vooruitgang. Daarom kiezen voor sloop en nieuwbouw. - Om meerwaarde te creëren panden slopen die niet meer goed genoeg zijn, hiervoor komt dan nieuwbouw in de plaats. We hoeven niet te kiezen, transformatie en nieuwbouw kunnen naast elkaar bestaan. Stelling 3: Sociale huurwoningen zijn een schaars goed. Om ervoor te zorgen dat deze woningen beschikbaar zijn voor mensen die niet of moeilijk in hun eigen huisvesting kunnen voorzien, moet scheefwonen worden aangepakt. Scheefwoners zorgen echter ook voor differentiatie in een buurt en kunnen juist fungeren als 'backbone' van de sociale structuur in een buurt. Mensen met een hoger inkomen moeten dan ook in bepaalde mate in sociale huurwoningen kunnen blijven wonen. Stelling: We pakken scheefwonen niet aan omdat het belang van scheefwoners in de buurt van groter belang is dan de sturen op beschikbaarheid. Uitslag: het grootste deel van de groep is het eens met deze stelling. - Scheefwonen is niet altijd een vrijwillige keuze, maar soms een gevolg. - Een buurt heeft een eigen identiteit, mensen voelen zich daarmee verbonden. Je moet ze dan ook niet wegjagen - Scheefwonen is onderdeel van de oplossing, niet van het probleem. - Sociale huurwoningen zijn met gemeenschapsgeld gebouwd voor mensen met een kleine portemonnee. Wanneer iemand teveel verdient dan kan de huur worden verhoogd of aangeboden worden om de woning te kopen. Op deze manier blijven deze mensen behouden in de buurt wat zorgt voor diversiteit. Sociale woningen zijn gefinancierd uit huuropbrengsten. De meeste mensen wonen met een vorm van subsidie, zoals huurtoeslag of renteaftrek. Alleen mensen in particuliere huurwoningen kunnen hier geen aanspraak op maken.
- We hebben het hier eigenlijk maar over een hele kleine groep mensen. Voor de meeste mensen is een sociale huurwoning de eerste stap op de woningmarkt, waarna wooncarrière wordt gemaakt. Je moet geen beleid maken op een kleine groep. Reactie: de cijfers over hoe groot de groep scheefwoners is lopen sterk uiteen. De gemeente gaat uit van 25%, de corporaties van 14-16%. Het is belangrijk deze gegevens uit te diepen. - Op deze manier wordt de verantwoordelijkheid voor een goede leefbaarheid en diversiteit in de buurt bij de bewoners neergelegd. Is dit eigenlijk wel goed? Er zijn andere oplossingen nodig om mensen in de buurt te behouden. Woningcorporaties moeten mensen alternatieven bieden door het creëren van een divers aanbod. Vaak wonen mensen al een tijdje in een woning waardoor de huur laag is, na mutatie gaat de huur omhoog. - In de stelling wordt de aanname gedaan dat mensen met een hoger inkomen voor een betere leefbaarheid zorgen in de buurt. Maar is dat eigenlijk wel zo? Stelling 4: Als we betaalbaarheid centraal stellen en kiezen voor het beperken van de huurverhoging heeft dit op termijn consequenties voor de grootte van de sociale voorraad. Wanneer woningcorporaties de huurlasten minimaal laten stijgen heeft dit gevolgen voor de investeringen die ze kunnen doen. Om deze 'veilig' te stellen zullen dan relatief meer woningen verkocht moeten worden waardoor de sociale voorraad kleiner wordt. Stelling: het aantal sociale woningen mag afnemen als daardoor de huren laag kunnen blijven, zolang er maar voldoende woningen over blijven voor de groep met een inkomen tot 34.000. Uitslag: er zijn iets meer tegenstanders dan voorstanders bij deze stelling. - Betaalbaar wonen is een vraagstuk dat weer in belang toeneemt, nu ook de armoede toeneemt. - Wanneer de huren laag blijven hoeft er minder gemeenschapsgeld te worden geïnvesteerd. - Het gaat er niet zozeer om dat er voldoende sociale woningen zijn (de totale voorraad), maar dat er voldoende sociale woningen beschikbaar komen. - Betaalbaarheid heeft geen relatie met huurverhoging, de huurprijs van een woning is van belang. De huurprijs staat voor kwaliteit, men moet de prijs betalen die bij die kwaliteit hoort. Eindhoven heeft woningen met een hoge kwaliteit. Pas dan de huurtoeslag aan. - Door de verkoop van woningen komen middelen beschikbaar om te investeren. Gebruik dit voor het realiseren van nieuwe woningen, dan neemt de voorraad niet af. - Scheefwoners moeten meer betalen (inkomensafhankelijk). - De hoogte van de huur is niet het belangrijkste, het gaat om de totale woonlasten. Probleem zijn de energielasten die niet meer te betalen zijn. Stelling 5: De rode draad tijdens de thematafel Wonen en Zorg was dat senioren vooral zelf moeten kunnen bepalen waar zij willen wonen. Wij respecteren deze trend naar meer keuzevrijheid, maar dat betekent wel dat wij niet actief gaan sturen op huisvesting en doorstroming van ouderen. Wij beperken ons tot een gegarandeerde basiskwaliteit van (aanpasbare) nultredenwoningen.
Stelling: de gemeente stuurt niet actief op huisvesting en doorstroming van ouderen, maar beperkt zich bij nieuwbouw en renovatie tot een gegarandeerde basiskwaliteit van (aanpasbare) nultredenwoningen. Uitslag: bijna iedereen is het met deze stelling eens (2 tegenstanders) - Leegstand van verzorgingshuizen: hier moet de gemeente op sturen. - De gemeente moet wel sturen bij zorgbehoevende ouderen. Argumenten voorstanders - Laat dit over aan de markt(partijen). Niet sturen maar juist stimuleren. - Doorstroming is geen doel op zich. Ouderen zijn niet verhuisgeneigd. Als ze in hun huidige woning willen blijven wonen, laat ze dan. - De Woonvisie gaat over de woonvraag en niet over de zorgvraag. - Ouderen kunnen en willen meer zelf dan we denken. Wanneer mensen een baby krijgen kopen ze alle spullen/voorzieningen die hiervoor nodig zijn zelf. Waarom gebeurt dit ook niet als we ouder worden? - Heb ook aandacht voor mensen met een beperking. Stelling 6: De toename van het aantal kleine huishoudens en de dynamiek in de woningmarkt vragen om het realiseren van betaalbare huurappartementen in het gebied binnen de Ring. Die appartementen zijn geschikt voor meerdere doelgroepen zoals (internationale) kenniswerkers, starters, studenten, arbeidsmigranten en senioren. Stelling: We laten aan de markt om te bepalen aan wie de appartementen binnen de Ring het beste kunnen worden verhuurd. Uitslag: het overgrote deel van de groep is het eens met deze stelling - Laat dit in heel Eindhoven vrij, niet alleen binnen de Ring. - De markt bouwt voor de vraag die er is zowel voor appartementen als eengezinswoningen. De markt zoekt haar eigen weg en bouwt niet voor leegstand. - Het is niet aan de gemeente om te bepalen wie waar gaat wonen. De keuzevrijheid van de woonconsument is belangrijk. - De gemeente heeft een belangrijke rol bij het borgen van kwaliteit. Er worden nu soms kleine appartementen voor weinig geld gebouwd en dat is geen kwaliteit. - De gemeente moet blijven sturen op een goede kwaliteit van de woon- en leefomgeving. - Je kunt dit niet helemaal aan de markt overlaten. Het gevaar is dat er eenzijdigheid ontstaat. De gemeenterol moet niet zijn om de markt te willen reguleren, maar om de markt te verleiden, want dat is nodig. - Bepaalde groepen kunnen worden uitgesloten. Gegarandeerd moet zijn dat binnen de Ring ook betaalbare woningen zijn voor mensen met een laag inkomen. - Naast een visie op de stad, moet de gemeente ook een visie op de buurten en wijken hebben. Wat willen we daar realiseren?
Stelling 7: We blijven kiezen voor een concentratie van studentenhuisvesting binnen de Ring. Dat betekent dat er geen belemmeringen zijn voor het omzetten naar kamergewijze verhuur of splitsen van woningen in de buurten binnen de Ring. Stelling: eens of oneens? Uitslag: het overgrote deel van de groep is het oneens met deze stelling Argumenten voorstanders - In de Woonvisie moet wel komen te staan hoe we dit met elkaar gaan regelen (o.a. randvoorwaarden). - Niet beperken tot buurten binnen de Ring, maar geef dit vrij voor heel Eindhoven. - Dit kan alleen gebeuren wanneer er overeenstemming met de buurt is. - Bepaalde wijken en buurten lenen zich er niet voor om dit vrij te geven. - Eengezinswoningen zijn vaak niet geschikt voor kamergewijze verhuur: hoe kunnen we deze beter gebruiken. Bijvoorbeeld door middel van extra investeringen/verbouwen. - Deze stelling bestaat eigenlijk uit 2 stellingen: concentratie en belemmering zijn twee verschillende dingen. Je kunt het wel eens zijn met het concentreren van studentenhuisvesting binnen de Ring, maar niet eens zijn met het onbeperkt wegnemen van de belemmeringen. - In Eindhoven zijn er veel eengezinswoningen en veel kleine huishoudens, dit matcht niet altijd met elkaar. Er zijn nu nog veel beperkingen, zo kunnen 2 alleenstaanden bijvoorbeeld niet samen een woning huren bij woningcorporaties. Dit moet worden verruimd. - Zorg voor aantrekkelijke woonmilieus: kwaliteit komt niet vanzelf. Je kunt het niet helemaal loslaten: partijen moeten samen randvoorwaarden bepalen en samenwerken. - Alleen studentenhuisvesting is te beperkt, er zijn meer doelgroepen die op deze huisvesting aanspraak willen maken (bijvoorbeeld tijdelijke huisvesting voor gescheiden mensen). - Stuur niet teveel op woningmarkt van 10 jaar geleden. Aandachtspunten voor de Woonvisie - De Woonvisie gaat niet alleen over woningcorporaties. - Eindhoven moet een Woonvisie maken op bovenlokaal niveau (stedelijk gebied: Eindhoven en 8 omliggende gemeenten). Mensen trekken zich niets aan van de gemeentegrenzen. - Huisvesting van MOE-landers is een belangrijk thema voor de Woonvisie. Er is een opgave geformuleerd voor de regio, lokaal moet hier invulling aan worden gegeven. - Breder kijken dan alleen wonen. In de Woonvisie moet ook aandacht zijn o.a. de leefomgeving en het behoud van groen in de stad. - De tijdelijkheid van wonen. - Onderscheid in gebieden in de stad (stadsdelen). Vervolg Op grond van deze bijeenkomst, alle argumenten, de resultaten van de thematafels en ons eerdere voorbereidende werk gaan we aan de slag met Manifest. Dat zet de hoofdlijnen voor de komende periode neer, en is de basis om na de zomervakantie de Woonvisie zelf meer uit te werken en handen en voeten te geven. Voor meer informatie kijk op www.eindhoven.nl/woonvisie.