Besluitenlijst B&W vergadering 12 februari 2019 Aanwezig: de voorzitter: de wethouders: de secretaris: mede aanwezig: Afwezig: de wethouder: Ch.B. Aptroot, burgemeester M.J. Rosier, mw. M.J.M. Van Driel, drs. ing. R.C. Paalvast, drs. I. ter Laak, drs. J. Iedema MBA B.J.D. Huykman mw. E. Res, communicatie mw. drs. M. Rutters, verslaglegging drs. J.W. Groeneveld 1 Terugblik op de maandagavond 2 Rondvraag / Rondje langs de velden Ronde langs de portefeuilles Geschenken en giften Melding nevenfuncties Buitenlandse reizen 3 Grote projecten
4 Vaststelling van de notulen van de vergadering van 5 februari 2019 Het verslag is vastgesteld onder verwerking van wijzigingen. 5 Afsprakenlijst college Het college stelt de lijst vast. 6 Hamerstukken 6.a Raadsvoorstel Overzicht geheime stukken en besluit geheimhouding - februari 2019 (0637399157) Volgens het protocol geheimhouding en besloten vergaderingen 2012 ontvangt de raad tweemaal per jaar van het college een openbaar overzicht van alle stukken waarop in de voorafgaande periode geheimhouding is opgelegd. Het overzicht is inmiddels aan de raad ter beschikking gesteld. Op advies van het college dient de raad vervolgens te beslissen op welke van die stukken de geheimhouding kan worden opgeheven. In dit voorstel gaat het om de geheime stukken vanaf 1 augustus 2012 tot 1 februari 2019. Het college besluit: De raad voor te stellen: 1. De geheimhouding op de volgende documenten op te heffen: Bijlage bij raadsvoorstel 'Anterieure overeenkomst Kentalis' (zaaknummer - 2012000770) 2. De geheimhouding op de overige documenten in het overzicht geheime stukken d.d. 31 januari 2019 te handhaven. 3. De geheimhoudingstermijn van de volgende documenten te wijzigen: Raadsmemo "Melding bij GGD Wmo Toezicht" (geheimhouding door de raad bekrachtigd op 23 mei 2016). De termijn wijzigt van Totdat het (voor)onderzoek door GGD Wmo Toezicht en sociale recherche is afgerond. Naar Zolang het geheimhoudingsbeding, opgenomen in de vaststellingsovereenkomst, van kracht is. Raadsmemo n.a.v. GGD onderzoek (geheimhouding door de raad bekrachtigd op 21 november 2016). De termijn wijzigt van Vanaf 17 november 2016 totdat het onderzoek door de sociale recherche is afgerond. Naar Zolang het geheimhoudingsbeding, opgenomen in de vaststellingsovereenkomst, van kracht is. Raadsmemo `Meldingen GGD Wmo toezicht (geheimhouding door de raad bekrachtigd op 19 december 2016). De termijn wijzigt van Vanaf 29 november 2016 totdat de onderzoeken van de GGD zijn afgerond en de eindrapportages zijn aangeboden aan de raad naar Zolang het geheimhoudingsbeding, opgenomen in de vaststellingsovereenkomst, van kracht is. Pagina 2
Raadsmemo Actie rechtmatigheidsonderzoek. (geheimhouding door de raad bekrachtigd op 8 mei 2017). De termijn wijzigt van Vanaf 19 april 2017 totdat het ook het onderzoek door de sociale recherche is afgerond. naar Zolang het geheimhoudingsbeding, opgenomen in de vaststellingsovereenkomst, van kracht is. Raadsmemo Afronding terugvordering (geheimhouding door de raad bekrachtigd op 17 september 2018). De termijn wijzigt van Vanaf 11 juli 2018 voor onbepaalde tijd. naar Zolang het geheimhoudingsbeding, opgenomen in de vaststellingsovereenkomst, van kracht is. Raadsmemo 'Bericht aan de aandeelhouders Eneco GEHEIM (geheimhouding door de raad bekrachtigd op 26 november 2018). De termijn wordt Tot verkoop Eneco (naar verwachting eind 2019).. In het oorspronkelijke besluit was geen geheimhoudingstermijn opgenomen. Raadsmemo Stand van zaken Eneco december 2018 (geheimhouding door de raad bekrachtigd op 28 januari 2019). De termijn wordt Tot verkoop Eneco (naar verwachting eind 2019). In het oorspronkelijke besluit was geen geheimhoudingstermijn opgenomen. 4. Over dit besluit geen referendum mogelijk te maken omdat het een organisatorische aangelegenheid van de raad betreft. Dit besluit treedt in werking de dag na de vaststelling. 6.b Raadsvoorstel uitvoering Rijksvaccinatieprogramma (0637379453) Vanaf 1 januari 2019 wordt de bestuurlijke verantwoordelijkheid rondom het Rijksvaccinatieprogramma (RVP) opgenomen in de Wet Publieke Gezondheid. Hierdoor komt de verantwoordelijkheid voor de uitvoering en financiering van het RVP bij de gemeenten te liggen. Dit raadsvoorstel betreft het vaststellen van de bekostiging van het Rijksvaccinatieprogramma en de daarop voortvloeiende begrotingswijziging. Het college besluit na verwerking van wijzigingen: De raad voor te stellen: 1. Tot uitvoering en financiering van het Rijksvaccinatieprogramma conform de wijziging in de Wet Publieke Gezondheid. 2. Een structureel budget voor exploitatiekosten van de uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma ad 244.342 beschikbaar te stellen op programma 2. 3. De onder besluit 2 opgenomen lasten te dekken uit de stelpost algemene uitkering. 4. De uit dit voorstel voortvloeiende begrotingswijziging vast te stellen. 7 Lijst met collegebesluiten welke genomen zijn op basis van spoedcirculatie in week 6/2019 Pagina 3
8 Beantwoording schriftelijke vragen 8.a Collegevoorstel Beantwoording schriftelijke vragen fractie CDA over de aanpak uitbuiting en mensenhandel (0637402831) Beantwoording van de schriftelijke vragen die gesteld zijn door de CDA-fractie over aanpak uitbuiting en mensenhandel d.d. 21 januari 2019. Het college besluit na verwerking van wijzigingen: 1. De beantwoording van de schriftelijke vragen van de CDA-fractie van 21 januari 2019 over aanpak uitbuiting en mensenhandel vast te stellen; 2. De beantwoording ter kennisname naar de raad te sturen. 8.b Collegevoorstel Beantwoording schriftelijke vragen fractie LHN over de recycling van luiers (0637402942) Beantwoording van de schriftelijke vragen die gesteld zijn door de fractie LHN over de recycling van luiers d.d. 18 januari 2018. Het college besluit na verwerking van wijzigingen de beantwoording via spoedcirculatie opnieuw aan het college voor te leggen. 8.c Collegevoorstel Beantwoording schriftelijke vragen fractie PVV over Wijkteams maken de zorg duurder (0637405956) Beantwoording van de schriftelijke vragen die gesteld zijn door de PVV-fractie over Wijkteams maken de zorg duurder d.d. 21-01-2019. Het college besluit: 1. De beantwoording van de schriftelijke vragen van de PVV-fractie over Wijkteams maken de zorg duurder d.d. 21-01-2019 vast te stellen; 2. De beantwoording ter kennisname door te sturen naar de raad. 8.d Collegevoorstel Beantwoording schriftelijke vragen fractie Zó! Zoetermeer over rotonde Meerzicht (0637405729) Beantwoording van de schriftelijke vragen die zijn gesteld door de Zó! Zoetermeer-fractie over de rotonde Meerzicht d.d. 25 januari 2019. Het college besluit na verwerking van wijzigingen: 1. De beantwoording van de schriftelijke vragen van de fractie Zó! Zoetermeer van 25 januari 2019 over de rotonde Meerzicht vast te stellen; 2. De beantwoording ter kennisname naar de raad te sturen. Pagina 4
8.e Collegevoorstel Beantwoording schriftelijke vragen fractie Zó! Zoetermeer over toegankelijkheid CKC (0637405997) De Zó! Zoetermeerfractie heeft aan het college schriftelijke vragen gesteld over de toegankelijkheid van het CKC. Met dit advies beantwoordt het college deze schriftelijke vragen. Het college besluit: 1. De beantwoording van de schriftelijke vragen van de Zó! Zoetermeer fractie over de toegankelijkheid van het CKC vast te stellen. 2. Deze beantwoording ter kennisname aan de raad te sturen. 9 Raadsvoorstel Beleidsplan Ieder kind gelijke kansen (0637391046) Het huidige beleidskader voor het onderwijsachterstandenbeleid (OAB) dateert uit 2016 en dient te worden geactualiseerd. Het tot nu gevoerde OAB-beleid over de periode 2011 tot 2018 is geëvalueerd. De uitkomsten van de evaluatie zijn meegenomen in het nieuwe beleid. Onderdeel van dit beleid is de voorschoolse educatie (peuteraanbod). Per 1 januari 2020 vindt hierop een wetswijziging plaats. Gemeenten krijgen de taak om het aantal uren voorschoolse educatie, dat wordt geboden aan peuters met een risico op een onderwijsachterstand, uit te breiden van 10 uur per week naar 16 uur per week. Omdat het aantal uur voorschoolse educatie gaat veranderen, verandert ook de wijze waarop het huidige peuteraanbod van speel(taal)huizen in Zoetermeer is vormgegeven. Er zijn verschillende scenario s mogelijk om het nieuwe aanbod vorm te geven. De raad wordt voorgesteld om voorkeursscenario B voor het nieuwe peuteraanbod te onderschrijven. Dit scenario gaat uit van één geïntegreerde peutervoorziening met voorschoolse educatie waar alle peuters gebruik van kunnen maken. Naast het kiezen van een scenario moeten er diverse sub-keuzes ten aanzien van het peuteraanbod gemaakt worden. Het blijven investeren in gelijke kansen in het onderwijs blijft op landelijk en gemeentelijk niveau noodzakelijk. Daarom is het landelijk actieplan Gelijke kansen in het onderwijs in 2016 door het Rijk gelanceerd om een impuls te geven aan beleid om de onderwijs- en ontwikkelingskansen van kinderen te vergroten. De actualisatie van het OAB-beleid wordt in relatie gebracht met de beleidsimpuls rondom gelijke kansen in het onderwijs. We brengen daarnaast de diverse activiteiten in beeld die we al doen. Daarmee wordt een bredere context geboden voor gelijke kansen van kinderen in hun onderwijsloopbaan. Het beleidsplan kent met de mogelijke scenario s voor het peuteraanbod een relevante financiële component en heeft daardoor een relatie met het integrale traject rondom de heroverwegingen. Het college besluit: De raad voor te stellen: 1. De uitgangspunten, zoals verwoord in Ieder kind gelijke kansen; onderwijsachterstandenbeleid gemeente Zoetermeer 2019-2022, vast te stellen: a. De nadruk van het beleid blijven leggen op het jonge kind; Pagina 5
b. Het in stand houden van voldoende en gespreid aanbod voor doelgroep peuters; c. Het verder verhogen van de kwaliteit van voor- en vroegschoolse educatie; d. Het taalbeleid in het basisonderwijs continueren; e. Ouderbetrokkenheidsprojecten optimaliseren; f. Het voortzetten en uitbreiden van effectief ondersteunende projecten in het kader van onderwijsachterstanden. 2. Ten aanzien van het peuteraanbod in Zoetermeer, a. Voorkeursscenario B vast te stellen. Dit scenario gaat uit van een geïntegreerde voorziening voor peuters, waarbij peuters met een indicatie voor voorschoolse educatie (doelgroep peuters) en peuters zonder indicatie (reguliere peuters) in gemengde groepen een aanbod krijgen. b. De huidige doelgroep definitie voor voorschoolse educatie te blijven hanteren. Dit houdt in dat een peuter binnen de doelgroep voor voorschoolse educatie valt als deze een indicatie van het consultatiebureau heeft. c. Het wettelijk verplichte aantal uur voorschoolse educatie aan doelgroep peuters 40 weken per jaar aan te bieden. d. Het aanbod voor reguliere peuters uit te breiden van 5 uur per week naar 8 uur per week. e. Een peuteraanbod voor zowel reguliere peuters als doelgroep peuters aan te bieden vanaf 2 jaar. f. Voor alle ouders een inkomensafhankelijke ouderbijdrage te hanteren, gelijk aan de bedragen in de kinderopvangtoeslagtabel, zoals gehanteerd door het Rijk. g. Voor ouders van doelgroep peuters de inkomensafhankelijke ouderbijdrage te hanteren over een aanbod van 8 uur per week. De resterende 8 uur per week wordt volledig gesubsidieerd via de Rijksbijdrage voor onderwijsachterstanden. 3. Voorgesteld wordt om toezegging 810, Voor en vroegschoolse educatie voor gelijke onderwijs kansen, d.d. 12 november 2018 als afgedaan te beschouwen. 4. Voor het aanbieden van voorschoolse educatie en activiteiten in het kader van het voorkomen en bestrijden van onderwijsachterstanden zowel in de voorschoolse periode als in het primair onderwijs een aanvullend budget Onderwijsachterstandenbeleid beschikbaar te stellen van 2,2 miljoen vanaf 2019 en 2,6 miljoen vanaf 2022, volledig te dekken uit de specifieke uitkering Onderwijsachterstandenbeleid van het Rijk. 5. Het gemeentelijk budget Onderwijsachterstandenbeleid af te ramen met incidenteel 135.000 in 2020 en structureel 112.118 vanaf 2020 en deze bedragen ten gunste te brengen van het begrotingssaldo. 6. De bijbehorende begrotingswijziging vast te stellen. 10 Raadsvoorstel Detailhandelsnota 2019-2023 In het coalitieakkoord Groene, veilige stad met ambitie geeft het college o.a. aan te willen investeren in Zoetermeer als levendige stad qua inrichting van het openbaar gebied en als aantrekkelijke winkel- en binnenstad voor de eigen bewoners en de regio. Om ervoor te zorgen dat het winkelaanbod zo sterk mogelijk blijft, actualiseert de gemeente het beleid voor de detailhandel. Uit analyse blijkt dat de detailhandelsstructuur van Zoetermeer in hoofdlijnen op orde is en dat er kansen liggen om een duurzame en vitale winkelstructuur te behouden. Pagina 6
Themabijeenkomst raadscommissie Op 10 september 2018 heeft adviesbureau BRO de analyse van de detailhandels-structuur en concept-uitgangspunten van beleid gepresenteerd aan de raadscommissie tijdens een themabijeenkomst over de Schaalsprongontwikkelingen. Doel van het detailhandelsbeleid Het Detailhandelsbeleid Zoetermeer 2019-2023 is een herijking van het detailhandelsbeleid 2006-2010 en sluit aan bij de beleidskaders van de Provincie Zuid-Holland en de MRDH. Het beleid bouwt voort op het huidige beleid. Nieuw zijn de beleidsregels voor de vestiging van internetwinkels. Deze nota biedt daarmee een helder kader voor zowel gemeente als marktpartijen voor de gewenste ontwikkelingsrichting van de detailhandel in Zoetermeer. In het beleid is wederom een driedeling gemaakt met: 1. De binnenstad met het Stadshart, de Dorpsstraat en het Woonhart; 2. De boodschappenstructuur met de wijk- en buurtwinkelcentra; 3. Perifere en overige detailhandel buiten de winkelcentra. De beleidskaders samengevat Het uitgangspunt is om de binnenstad te ontwikkelen tot een multifunctioneel stedelijk voorzieningencluster waar detailhandel een onderdeel van is. De drie winkelgebieden Stadshart, Dorpsstraat en Woonhart hebben ieder een eigen profiel dat geoptimaliseerd wordt, waarmee de autonome aantrekkingskracht van de deelgebieden wordt verstrekt. Op korte termijn kent de Dorpsstraat een aantal functionele én ruimtelijke opgaven. Voor alle wijk- en buurtcentra geldt dat clustering van alle voorzieningen op wijkniveau bijdraagt aan versterking van het hart van de wijk, ook uit oogpunt van sociale cohesie en veiligheid. Aandacht voor de bereikbaarheid en parkeergelegenheid is een randvoorwaarde voor het optimaal functioneren van de centra. Door de Schaalsprong groeit het consumentendraagvlak en dit vraagt om een passend niveau van de boodschappenvoorziening in de wijk. Op korte termijn vraagt een aantal winkelcentra om een moderniseringsslag binnen de fysieke mogelijkheden. De perifere en overige detailhandel (buiten de winkelcentra) bestaat in Zoetermeer hoofdzakelijk uit bouwmarkten, tuincentra en ABC (auto s boten caravans). In lijn met landelijke trends neemt het aantal webshops en internetwinkels buiten de winkelcentra toe. Hiertoe zijn nieuwe beleidsregels nodig waarbij aansluiting is gezocht bij het beleid van de MRDH. Het college besluit na verwerking van wijzigingen: De raad voor te stellen: 1. De nota Detailhandelsbeleid Zoetermeer 2019-2023 en daarmee onderstaande uitgangspunten als beleidskader voor een duurzame en vitale detailhandelsstructuur vast te stellen: a. Versterken kwaliteit bestaande detailhandelsstructuur Dit betekent inzet op concentratie van voorzieningen binnen de hoofdstructuur, met een zo compleet en gevarieerd mogelijk aanbod. b. Multifunctionele binnenstad met optimalisatie deelgebieden Dit betekent dat de drie winkelgebieden Stadshart, Dorpsstraat en Woonhart ieder een eigen profiel hebben dat geoptimaliseerd wordt, waarmee de autonome aantrekkingskracht van de deelgebieden wordt versterkt. c. Behouden en versterken regionale positie van de binnenstad Dit betekent dat de regionale functie van de binnenstad behouden en waar Pagina 7
mogelijk versterkt wordt, met een sterke(re) binding en lange(re) verblijfsduur. d. Wijk- en buurtcentra als hart van de wijk Dit betekent clustering van voorzieningen op wijkniveau als hart van de wijk, ook uit oogpunt van sociale cohesie en veiligheid. e. Supermarkten als kurk voor functioneren wijk- en buurtcentra Dit betekent dat er een passend niveau van boodschappenvoorziening in de wijk hoort te zijn, rekening houdend met de verwachte bevolkingsgroei en de trend van schaalvergroting van supermarkten. f. Perifere vestiging aansluitend bij provinciale en regionale beleidskaders Dit betekent dat het geldende, restrictieve beleid voor nieuwe verspreide bewinkeling wordt voortgezet. g. Ruimte geven aan innovatie en vernieuwing binnen de detailhandelsstructuur Dit betekent dat vernieuwende detailhandelsconcepten en menging van functies in beginsel binnen de bestaande winkelcentra gehuisvest worden. h. Duurzaam ruimtegebruik Dit betekent realisatie van nieuwe detailhandel in of aansluitend op bestaande winkelconcentraties waarbij leegstand of bestaande bebouwing wordt ingezet om tot kwaliteitsverbetering te komen. 2. De MRDH-beleidsrichtlijn op het gebied van internetwinkels in deze nota over te nemen: a. Internethandel zonder bezoekersfunctie kan zich overal vestigen waar bedrijven zich mogen vestigen. b. Internethandel met een (beperkte) bezoekersfunctie wordt enkel toegestaan op trafficlocaties (treinstations, benzinestations, kantoorlocaties) en in de winkelcentra. 3. Het Eindverslag samenspraak detailhandelsbeleid vast te stellen. 4. De Structuurvisie detailhandel 2006-2010 in te trekken. 11 Collegevoorstel Reactie college op Rekenkameronderzoek 'Beheer en onderhoud openbare ruimte' (0637408614) Het college besluit het voorstel aan te houden en volgende week opnieuw te agenderen. 12 Mededelingen en memo s aan de raad 12.a Raadsmemo Afdoening toezegging 785: Actualisatie Actieplan kostenbeheersing jeugdhulp en behandeling toezegging 826: Actieplan Taskforce Jeugd (0637408241) Het college besluit het memo aan te houden en volgende week opnieuw te agenderen. 12.b Raadsmemo Project Ombuigen & vernieuwen (0637399747) Het college stelt het memo vast en besluit het memo ter kennisname door te zenden naar de raad. Pagina 8
13 Mededelingen en memo s aan het college 13.a Collegememo Collegebezoek aan Delft 19 februari 2019 (0637408577) Het college stelt het memo vast. 13.b Collegememo lijst nieuwe initiatieven ruimtelijke projecten Het college stelt het memo vast. 13.c Collegevoorstel Gezamenlijke aanbesteding regio gemeenten inkoop duurzame energie (0637391211) Het college besluit: 1. Akkoord te gaan met deelname aan de aanbesteding energie van het collectief Delft op basis van onderstaande uitgangspunten: Duurzame opwekking buiten Nederland wordt uitgesloten. Dit betekent dat de minimumeis Garantie van Oorsprong (GvO) Nederlandse wind of zon in de aanbesteding wordt uitgevraagd. De uitvraag van additionele opwekking in de aanbesteding op te nemen. Duurzame opwekking binnen de regio is, afhankelijk van de ruimtelijke en politieke mogelijkheden, wenselijk en zal als wens worden opgenomen in de uitvraag. 14 Externe coördinatie 15 MRDH 16 Persuurtje 17 Uitnodigingenlijst Uitnodigingenoverzicht college besluitvormend Uitnodigingenoverzicht college - totaallijst ter informatie Pagina 9
Uitnodigingenoverzicht college - samenspraakbijeenkomsten Uitnodiging Hospital Dinner LangeLand Ziekenhuis Pagina 10