Voorstel aan de gemeenteraad

Transcriptie

1 Voorstel aan de gemeenteraad Onderwerp Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Vergadering Datum Agendapunt Rondetafelgesprek 29 juni Raadsvergadering 13 juli 2017 Classificatienummer Registratienummer Z / 5105 Datum collegebesluit Datum presidium 30 mei 2017 Portefeuillehouder Dhr. A.P.M. van Swam Behandelend ambtenaar Mw. van Creij - Weerts Programma Programma 2. Maatschappelijke Zaken Fatale termijn Openbaarheid Openbaar Voorstel genodigden rondetafelgesprek: Rondetafelgesprek Conclusie Afgedaan Naar raad Extra RTG Terug naar college Openstaande vragen Toezeggingen Overige opmerkingen Bijlagen Bijgevoegd Stukken ter inzage Reeds eerder toegezonden Beleidskader + financiële uitwerking Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per Concept raadsbesluit Voorstel besluit 1. In te stemmen met het beleidskader + financiële uitwerking Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in de gemeente West Maas en Waal per Het college de opdracht te geven over te gaan tot verdere uitwerking en implementatie van de harmonisatie en dit jaarlijks te evalueren. Samenvatting Vanaf 1 januari 2018 zijn kinderdagverblijven en peuterspeelzalen voor de wet gelijk. Zij vallen dan beiden onder dezelfde Wet Kinderopvang. Hiermee wil de landelijke overheid één financieringsstructuur voor werkende ouders hanteren, de pedagogische kwaliteit van voorschoolse voorzieningen vergroten en één kwaliteitskader voor peuterspeelzalen en kinderdagverblijven

2 opzetten. Het reguliere peuterspeelzaalwerk zoals we dat nu kennen, verdwijnt of wordt omgevormd tot peuteropvang. De wetswijziging heeft ook gevolgen voor (toekomstige) ouders van peuters, die gebruik (willen) maken van de voorschoolse voorzieningen in West Maas en Waal. Door de harmonisatie trekt de landelijke overheid de financiering voor de voorschoolse voorzieningen gelijk. Dat betekent dat werkende ouders vanaf 1 januari 2018 ook kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst kunnen aanvragen voor peuteropvang. In het beleidskader dat voor ligt ter besluitvorming zijn de uitgangspunten nader uitgewerkt inclusief de financiële vertaling. Het beleidskader is in concept besproken met de huidige kinderopvangorganisaties in onze gemeente. Reacties van de partijen zijn waar mogelijk verwerkt in het voorliggende beleidskader. Onderwerp Harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk Toelichting 1. Inleiding 1.1. Aanleiding Vanaf 1 januari 2018 zijn kinderdagverblijven en peuterspeelzalen voor de wet gelijk. Om onderwijs, kinderopvang, peuterspeelzalen en voor- en vroegschoolse educatie (VVE) meer op elkaar af te stemmen, heeft het kabinet drie doelstellingen geformuleerd voor verbetering van het huidige stelsel: Gelijkschakeling kwaliteitseisen; Eén kwaliteitskader voor alle voorschoolse voorzieningen; Kwaliteitsverhoging; De versterking van de pedagogische kwaliteit; Eén financieringsstructuur voor werkende ouders Doelstelling en beoogd effect Een beleidskader vaststellen voor de harmonisatie van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen. 2. Argumenten Huidige situatie Op dit moment heeft SPOM peuterspeelzalen 7 peuterspeelzalen in onze gemeente. Daarnaast zijn er 5 kinderdagverblijven en ruim 30 gastouders in onze gemeente. We hebben met SPOM Peuterspeelzalen een inkooprelatie tot en met Op dit moment is deze partij ook de enige partij waarbij wij VVE inkopen. Harmonisatie Vanaf 1 januari 2018 zijn kinderdagverblijven en peuterspeelzalen voor de wet gelijk. Zij vallen dan beiden onder dezelfde Wet Kinderopvang. Hiermee wil de landelijke overheid één financieringsstructuur voor werkende ouders hanteren, de pedagogische kwaliteit van voorschoolse voorzieningen vergroten en één kwaliteitskader voor peuterspeelzalen en kinderdagverblijven opzetten. De wetswijziging heeft ook gevolgen voor (toekomstige) ouders van peuters, die gebruik (willen) maken van de voorschoolse voorzieningen in West Maas en Waal. Door de harmonisatie trekt de landelijke overheid de financiering voor de voorschoolse voorzieningen gelijk. Dat betekent dat werkende ouders vanaf 1 januari 2018 ook kinderopvangtoeslag bij de Belastingdienst kunnen aanvragen voor peuteropvang. Het peuterspeelzaalwerk wijzigt in peuteropvang. Uitgangspunten West Maas en Waal In het beleidskader is te lezen dat wij ervoor kiezen om in te zetten op de wettelijke verplichting. Dat is enerzijds zorgdragen voor voldoende VVE plaatsen (doelgroepkinderen) en de bekostiging daarvan en anderzijds compensatie van niet-toeslagouders. Niet-toeslagouders zijn ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag, zoals niet-werkende ouders en alleenverdieners.

3 Ook is de gemeente er voor om ouders die het zelf niet kunnen bekostigen, te ondersteunen middels het minimabeleid (wat op 1 juni ter besluitvorming heeft voorgelegen in de gemeenteraad). Tot slot richt de regeling zich op peuters woonachtig in de gemeente West Maas en Waal die gebruik maken van opvang in de gemeente West Maas en Waal. Er zijn vanaf 1 januari 2018 drie groepen ouders te onderscheiden 1. Werkende ouders of doelgroepouders Wet kinderopvang Dit zijn ouders die beide werken. Daarnaast geldt het ook voor ouders die niet werken, maar wel aanspraak maken op kinderopvangtoeslag omdat zij deelnemen aan een traject naar werk, een studie volgen of als verplichte inburgeraar een inburgeringscursus volgen bij een geregistreerde instelling. Deze laatste groep worden doelgroepouders genoemd. Financiering van deze groep ouders loopt via de Belastingdienst. De uitwerking hiervan is dan ook niet opgenomen in dit beleidskader. 2. Overige ouders / niet-toeslagouders Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag via de Belastingdienst, maar die wel gebruikmaken van peuteropvang in de gemeente West Maas en Waal, kunnen een beroep doen op de gemeentelijke regeling. De gemeente betaalt twee dagdelen peuteropvang. Ouders betalen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. 3. Overige ouders / niet-toeslagouders met doelgroepkinderen De gemeente is verantwoordelijk voor financiering van drie/vier dagdelen peuteropvang met VVE. Het aantal dagdelen dat door de kinderopvangorganisatie wordt aangeboden, is afhankelijk van de duur van een dagdeel. VVE is minimaal 10 uur per week (drie dagdelen van 3,5 uur of vier dagdelen van 2,5 uur of 3 uur). Ouders betalen over de eerste twee dagdelen een inkomensafhankelijke ouderbijdrage. De resterende dagdelen komen volledig voor rekening van de gemeente. Wanneer is een kind een doelgroepkind? Kinderen worden bij een consult bij het consultatiebureau van de GGD getoetst op onderstaande criteria: 1. De taal waarin het kind thuis voornamelijk wordt aangesproken is niet Nederlands; 2. Het resultaat op het van Wiechen ontwikkelingsonderzoek is onvoldoende (op communicatie); 3. Er zijn risico s aanwezig op ontwikkelings- en onderwijsachterstanden. Wanneer een kind scoort op een of meerdere punten, wordt het kind aangemerkt als doelgroepkind, binnen het kader van het gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid. Het VVE beleid is nader uitgewerkt in de beleidsnota vve 2017 dat op 26 januari 2017 door uw raad is goedgekeurd. Peuteropvang Wanneer een kinderopvangorganisatie peuteropvang aanbiedt met de volgende kenmerken, komen zij in aanmerking voor de gemeentelijke bijdrage voor niet-toeslagouders. - Leeftijd van 2,5 tot 4 jaar; - Reguliere peuteropvang betreft 2 dagdelen, peuteropvang gecombineerd met VVE betreft 3 of maximaal 4 dagdelen; - Reguliere peuteropvang is verspreid over meerdere dagen per week; - Dagdelen duren maximaal 3,5 uur; - Reguliere peuteropvang duurt maximaal 40 weken per jaar. - Opvang vindt plaats in horizontale groepen Voorwaarden voor een VVE locatie Kinderopvangorganisaties die voldoen aan de volgende voorwaarden kunnen aanspraak maken op VVE gelden indien zij peuters met een VVE indicatie opvangen. - Voldoen aan de Wet Kinderopvang en het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. - Werken met een ontwikkelingsprogramma voor peuters, bv Uk en Puk / Puk en Ko. - Gebruik maken van een kindvolgsysteem. - Overdrachtsafspraken hebben met de basisschool.

4 - Alle leidsters beheersen in spreken en schrijven het 2F/B1 Nederlands taalniveau en voor lezen het 3F/B2 niveau. - De beroepskrachten (leraren/onderwijsassistenten en leidsters) zijn toereikend geschoold voor VVE. - Er is een actueel, vastgesteld VVE opleidingsplan voor alle VVE leidsters (individueel of gezamenlijk). - Peuters hebben de mogelijkheid om 4 dagdelen of minimaal 10 uur per week opvang te krijgen. Deze dagdelen zijn verdeeld over minimaal 3 dagen. Na besluitvorming door uw gemeenteraad worden er raamovereenkomsten afgesloten met de partijen die peuteropvang en VVE willen gaan aanbieden. De periode tot 1 januari 2018 kunnen de organisaties gebruiken om hun bedrijfsvoering aan te passen op de veranderende wetgeving. Ook wordt deze periode gebruikt om de financiële uitwerking te verfijnen. Administratief komen er behoorlijk wat aanpassingen. Deze moeten nog beter in beeld gebracht worden en hierover dient ook afstemming plaats te vinden met de organisaties die peuteropvang gaan aanbieden. 3. Draagvlak Alle kinderopvangorganisaties die momenteel in onze gemeente werkzaam zijn, zijn uitgenodigd voor een gesprek over de harmonisatie en de uitgangspunten die we als gemeente willen hanteren. Het concept beleidskader is vervolgens schriftelijk voorgelegd aan de kinderopvangorganisaties in onze gemeente. De binnen gekomen reacties, opmerkingen en aanvullingen zijn waar mogelijk verwerkt in het voorliggende beleidskader. Dit heeft ertoe geleid dat er duidelijkere kaders meegegeven worden waaraan peuteropvang moet voldoen. Uit de reacties is gebleken dat er twee organisaties (waaronder de huidige aanbieder van peuterspeelzaalwerk) zijn die peuteropvang aan willen bieden en drie organisaties die VVE willen aanbieden. Na besluitvorming gaan wij met de partijen die hebben aangegeven peuteropvang / VVE aan te willen gaan / blijven bieden in gesprek om nadere afspraken te maken. Mochten zich nieuwe partijen melden, dan kunnen deze partijen ook meedoen. 4. Consequenties Niet van toepassing. 5. Kosten, baten en dekking In het beleidskader is de nadere financiële uitwerking opgenomen. Belangrijk is dat er rekening is gehouden met een bepaalde bandbreedte. De uiteindelijke gemeentelijke financiering is afhankelijk van meerdere factoren, waaronder: Het aantal niet-toeslagouders; Het aantal doelgroepkinderen; De inkomensafhankelijke ouderbijdrage; Het aantal dagdelen + uren die de peuteropvangorganisatie gaat hanteren; Het maximum uurtarief dat landelijk wordt vastgesteld. In de meest dure variant, is de benodigde gemeentelijke bijdrage = De huidige begroting op post biedt voldoende dekking voor uitvoering van de harmonisatie. 6. Risico s Nvt. 7. Uitwerking van het voorstel 7.1. Aanpak en planning Per dient de harmonisatie geregeld te zijn. De periode tot kunnen organisaties gebruiken om hun bedrijfsvoering in te richten op de veranderingen. Er dienen daarnaast overeenkomsten gesloten te worden met de partijen die peuteropvang / VVE aan willen

5 gaan bieden. Ook moeten er afspraken gemaakt worden over de financiële afwikkeling van de geldstromen die er ontstaan tussen gemeente en kinderopvangorganisaties Evaluatie Evaluatie vindt jaarlijks plaats. Met vriendelijke groet, BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN WEST MAAS EN WAAL, De gemeentesecretaris, De burgemeester, P.G. (Perry) Arissen C.A.A. (Corry) van Rhee - Oud Ammerveld.