Met dit beleidskader wordt beleidsmatig aan de wettelijke eisen, die gesteld worden aan de verschillende regelingen, voldaan.

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 20 februari 2018 Zaaknummer : Datum Raadsvergadering : 5 maart 2018 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum: : mevr. F. Langerak-Oostrom Onderwerp: Voorschoolse voorzieningen Voorstel 1. Beleidskader voorschoolse voorzieningen vaststellen. 2. Kennisnemen van het convenant als deze ondertekend is. 3. De financiële gevolgen van dit voorstel in de voorjaars- en najaarsrapportage verwerken. Samenvatting U heeft in 2015 het gewijzigde WE-beleid vastgesteld. We zijn een aantal jaren verder en er dient een evaluatie van het beleid plaats te vinden. Echter, het WE-beleid staat niet (meer) op zichzelf, maar maakt deel uit van een spectrum aan maatregelen om de ontwikkeling van peuters te stimuleren. Daarnaast zijn de wettelijke eisen voor de kinderopvang en peuterspeelzalen geharmoniseerd, waardoor peuters, ondanks dat de plaatsing van de peuters gefinancierd wordt vanuit de verschillende regelingen, opgevangen worden binnen eenzelfde kinderopvanglocatie. Het is dan ook een logische keuze om niet alleen het WE-beleid te evalueren, maar ervoor te kiezen om een beleidskader voor te leggen waarin de verschillende voorschoolse voorzieningen zijn opgenomen. Voorschoolse voorzieningen zijn voorzieningen voor kinderopvang die de ontwikkeling van peuters stimuleren als zij tussen de 2,5 en 4 jaar oud zijn. Het is belangrijk dat alle peuters de opvang bezoeken. De ontwikkeling wordt gestimuleerd en eventuele achterstanden worden voortijdig gesignaleerd en kunnen worden ingelopen. Peuters kunnen naar de(zelfde) kinderopvanglocatie, ongeacht de achtergrond van het kind. Er zijn verschillende regelingen die de financiering en de bijbehorende wettelijke eisen ervan regelen: 1. De peuter heeft een ontwikkelingsachterstand1, vastgesteld door het consultatiebureau> de peuter komt voor WE in aanmerking. Indien beide ouders werken, dan kan een inkomensafhankelijke toeslag (kinderopvangtoeslag) bij de Belastingdienst aangevraagd worden. In alle andere gevallen wordt de kindplaats gefinancierd door de gemeente, maar geldt wel een inkomensafhankelijke bijdrage. Om ervoor te zorgen dat deze kinderen hun achterstanden daadwerkelijk inlopen, zijn de wettelijke criteria voor deze regeling hoger (o.a. programma, aantal dagdelen, overdracht, etc.) en is hiervoor een convenant opgesteld. 2. De peuter heeft geen ontwikkelingsachterstand» de peuter bezoekt de kinderopvang en ouders komen in aanmerking voor een inkomensafhankelijke toeslag (kinderopvangtoeslag) uitgekeerd door de Belastingdienst als zij beiden werken of een inkomensafhankelijke peuteropvangtoeslag, uitgekeerd door de gemeente als zij beiden niet werken of een van beide ouders niet werkt. Met dit beleidskader wordt beleidsmatig aan de wettelijke eisen, die gesteld worden aan de verschillende regelingen, voldaan. Bijlage(n) 1. Beleidskader voorschoolse voorzieningen 2. Inspectierapport onderwijsinspectie 3. Indicatie bedragen gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid (GOAB) Hierbij wordt getoetst aan de doelgroepcriteria. Onderwerp: Voorschoolse voorzieningen, datum raadsvergadering: 5 maart /6

2 Aanleiding De raad heeft in 2015 het gewijzigde WE-beleid vastgesteld. We zijn een aantal jaren verder en er dient een evaluatie van het beleid plaats te vinden. Echter, het WE-beleid staat niet (meer) op zichzelf, maar maakt deel uit van een spectrum aan maatregelen om de ontwikkeling van peuters te stimuleren. Daarnaast zijn de wettelijke eisen voor de kinderopvang en peuterspeelzalen geharmoniseerd, waardoor peuters, ondanks dat de plaatsing van de peuters gefinancierd wordt vanuit de verschillende regelingen, opgevangen worden binnen eenzelfde kinderopvanglocatie. Het is dan ook een logische keuze om niet alleen het WE-beleid te evalueren, maar ervoor te kiezen om een beleidskader voor te leggen waarin de verschillende voorschoolse voorzieningen zijn opgenomen. Voorschoolse voorzieningen zijn voorzieningen voor kinderopvang die de ontwikkeling van peuters stimuleren als zij tussen de 2,5 en 4 jaar oud zijn. Het is belangrijk dat alle peuters de opvang bezoeken. De ontwikkeling wordt gestimuleerd en eventuele achterstanden worden voortijdig gesignaleerd en kunnen worden ingelopen. Peuters kunnen naar de(zelfde) kinderopvanglocatie, ongeacht de achtergrond van het kind. Er zijn verschillende regelingen die de financiering en de bijbehorende wettelijke eisen ervan regelen: 1. De peuter heeft een ontwikkelingsachterstand2, vastgesteld door het consultatiebureau> de peuter komt voor WE in aanmerking. Indien beide ouders werken, dan kan een inkomensafhankelijke toeslag (kinderopvangtoeslag) bij de Belastingdienst aangevraagd worden. In alle andere gevallen wordt de kindplaats gefinancierd door de gemeente, maar geldt wel een inkomensafhankelijke bijdrage. Om ervoor te zorgen dat deze kinderen hun achterstanden daadwerkelijk inlopen, zijn de wettelijke criteria voor deze regeling hoger (o.a. programma, aantal dagdelen, overdracht, etc.) en is hiervoor een convenant opgesteld. 2. De peuter heeft geen ontwikkelingsachterstand> de peuter bezoekt de kinderopvang en ouders komen in aanmerking voor een inkomensafhankelijke toeslag (kinderopvangtoeslag) uitgekeerd door de Belastingdienst als zij beiden werken of een inkomensafhankelijke peuteropvangtoeslag, uitgekeerd door de gemeente als zij beiden niet werken of een van beide ouders niet werkt. Met dit beleidskader wordt beleidsmatig aan de wettelijke eisen, die gesteld worden aan de verschillende regelingen, voldaan. Dit beleidskader is samen met het werkveld opgesteld. Het advies is om u voor te stellen het beleidskader vast te stellen en u kennis laten nemen van het convenant als deze ondertekend is. Beoogd resultaat Dat kinderen zonder achterstand op de basisschool starten. Argumenten Voor de voorschoolse voorzieningen in het algemeen zijn uitgangspunten opgesteld: Het aantal peuters dat een voorschoolse voorziening bezoekt is al redelijk groot (90%). We streven naar een bereik van 100%. Bij het peuteraanbod staat niet de opvang centraal, maar de actieve begeleiding van peuters bij het spelen in een veilige, gezonde en respectvolle omgeving en de stimulering in de ontwikkeling. Op elke voorziening is een peuteraanbod aanwezig dat voldoet aan de WE-eisen. In het aanbod voorschoolse voorzieningen is er ruimte voor maatwerk. De voorschoolse voorzieningen zijn een belangrijk onderdeel van het preventief jeugdbeleid en functioneren binnen de brede kaders van het jeugd- en onderwijsbeleid. Opvallend gedrag wordt tijdig gesignaleerd en opgepakt. Hierdoor vergroten de voorschoolse voorzieningen de mogelijkheden op een goede start in het basisonderwijs en daarmee de kansen op een optimale doorlopende (ontwikkelings)lijn van ieder kind. 2 Hierbij wordt getoetst aan de doelgroepcriteria. Onderwerp: Voorschoolse voorzieningen, datum raadsvergadering: 5 maart /6

3 Een nauwe samenwerking tussen de jeugdarts, de voorschoolse voorzieningen en de basisscholen is nodig om de overgang van de voorschoolse naar de schoolse periode zo goed mogelijk te laten verlopen. Elk kind dat naar de basisschool gaat, moet op het minimale startniveau in kunnen stromen. Het realiseren van een doorgaande leerlijn. Afstemming tussen de leefsituatie in de voorschoolse voorziening en de leefsituatie thuis. Het college heeft aan de raad toegezegd om het WE-beleid te evalueren: De afgelopen periode hebben de jeugdarts, de voorschoolse voorzieningen en de scholen zich enorm ingezet voor de WE. Scholen geven aan dat ze nog nauwelijks achterstanden zien bij kinderen die WE genoten hebben. Dit is een geweldig resultaat. Toch wringt de schoen op een aantal plaatsen. Hiervoor hebben we binnen de WE-werkgroep passende oplossingen gezocht. De doelgroepcriteria zijn aangepast, we hebben nieuwe doelen en speerpunten geformuleerd en er is een nieuw convenant opgesteld. Het WE-convenant omvat de volgende uitgangspunten: Alle voorschoolse en vroegschoolse voorzieningen moeten voldoen aan de geldende wet- en regelgeving. De Wet OKE is de basis voor het gemeentelijk WE-beleid De wettelijke minimum WE duur van 10 uur per week wordt in minimaal drie dagdelen per week aangeboden. In het regeerakkoord is opgenomen dat de wettelijke minimale WE duur verhoogd zal worden naar 16 uur. Onduidelijk is nog wanneer en hoe dit vorm zal krijgen. De WE wordt aangeboden in gemengde en/of verticale groepen met kinderen die minder talig zijn én talige kinderen. De ontwikkeling van het kind staat centraal. De ouders worden hierbij betrokken. Voorschoolse educatie is er voor kinderen van 2,5 jaar tot 4 jaar met (risico op) taalachterstand. Vroegschoolse educatie is ervoor kinderen van groep 1 en 2 van de basisschool. Alle WE organisaties werken met een erkend WE programma (website NJI) Het ouderprogramma en de toeleiding/werving worden verzorgd door KMN Kind&Co. De samenwerking tussen kinderopvangorganisaties, scholen, JGZ/GGD en Jeugdteam wordt geïntensiveerd. Iedere peuter die voorschoolse educatie volgt wordt gevolgd middels het Ontwikkelings Volgsysteem voor Peuters dat twee keer wordt afgenomen: met 2 jaar en 9 maanden en 3 jaar en 10 maanden. Als hieruit blijkt dat er meer/iets anders nodig is, dan wordt het kind besproken met het consultatiebureau. Het consultatiebureau roept het kind op en zal samen met de ouders besluiten wat nodig is voor de peuter. Iedere peuter die voorschoolse educatie volgt wordt drie keer per jaar geëvalueerd of WE nog passend is. Het kan zijn dat het kind de achterstand heeft ingelopen en daardoor niet meer hoeft deel te nemen aan de WE. Hier moet voorzichtig/terughoudend mee omgegaan worden. Het is niet de bedoeling dat kinderen na het stopzetten van de voorschoolse educatie weer een achterstand ontwikkelen. Ook kan het zijn dat het kind opvallend gedrag vertoont en doorverwezen moet worden. De WE-bijdrage (totale bijdrage van ouders en gemeente) aan de kinderopvanginstelling is 3.500,- per kind per jaar. De ouderbijdrage wordt inkomensafhankelijk3 en de aanvullende gemeentelijke bijdrage mag door de kinderopvangorganisatie bij de gemeente gedeclareerd worden. Ouders die recht hebben op kinderopvangtoeslag, kunnen deze bijdrage hiervoor aanwenden en komen niet in aanmerking voor de WE-bijdrage. Het convenant is op hoofdlijnen en helder en flexibel, zodat deze niet bij elke wets- of beleidswijziging hoeft te worden aangepast. Hiermee sluiten we aan bij de dereguleringstrend, het recht doen aan de eigen verantwoordelijkheid en de kwaliteitscriteria van de eigen organisatie. En daarnaast omdat veel geregeld is in de Wet OKE en het beleidskader en er regelmatig wordt gecontroleerd en geïnspecteerd door de GGD en de inspectie van het Onderwijs. Het beleidskader is geschreven in samenspraak met het werkveld: 3 Hiervoor wordt de VNG Adviestabel ouderbijdrage peuterwerk van het betreffende jaar gehanteerd. Onderwerp: Voorschoolse voorzieningen, datum raadsvergadering: 5 maart /6

4 Scholen, voorschoolse voorzieningen, het consultatiebureau en zelfs de onderwijsinspecteur hebben mee gedacht en gelezen. Het is een integraal document. De inspecteur heeft in 2017 nog een inspectie uitgevoerd naar het se WE-beleid. Zijn bevindingen zijn verwerkt in het voorliggende beleidskader (bijlage 2). Financiën WE In 2018 zal er naar verwachting euro voor voorschoolse educatie beschikbaar worden gesteld door de Rijksoverheid via het Gemeentelijk Onderwijsachterstandenbeleid (GOAB) (bijlage 3). Dit zal met de voorjaarsrapportage worden meegenomen. In 2019 en 2020 zal het budget nog verder stijgen. De komende maanden wordt overlegd hoe de verdeling over de gemeenten gaat plaatsvinden. Hier staat wel tegenover dat het minimaal aantal voorschoolse educatie-uren zal stijgen van 10 naar 16 uur. De bijdrage voor een voorschoolse educatieplaats is verhoogd van naar Dit voor de kostenverhoging (indexering) van de afgelopen jaren en daarbij ter compensatie van de verhoogde kwaliteitseisen. Dit betekent dat er binnen het beschikbare budget voor ruim 18 kindplaatsen geld is. Toch zullen er meer kindplaatsen gerealiseerd kunnen worden, omdat dit beleidskader ervoor zorgt dat ouders die beiden een baan hebben, de WE-bijdrage moeten betalen via de kinderopvangtoeslag. Tot slot geldt er een eigen bijdrage voor ouders en deze zal afgetrokken worden van de door de kinderopvang te declareren bijdrage aan de gemeente. De WE is een openeindregeling wat inhoudt dat we alle peuters die voldoen aan de doelgroepcriteria ook daadwerkelijk toe moeten laten tot de WE. Mocht daardoor het budget overschreden worden, dan zal dit meegenomen worden in de najaarsrapportage. Peuteropvang Daarnaast krijgen we van de Rijksoverheid gelden om de peuteropvangtoeslagregeling uit te voeren voor ouders die niet in aanmerking komen voor kinderopvangtoeslag van de Belastingdienst. Het gaat om onderstaande bedragen: Bedrag 2018 Bedrag 2019 Bedrag 2020 Bedrag 2021 Bedrag , , , , ,00 De gelden die de Rijksoverheid voor peuteropvang beschikbaar heeft gesteld, zullen hiervoor ingezet worden en zijn gelijk het subsidieplafond. Er is geen sprake van een openeinderegeling. Deze bedragen zullen met de voorjaarsrapportage worden meegenomen. Aanvragen worden conform de uitvoeringsregeling peuteropvang behandeld op volgorde van binnenkomst. Wanneer de aanvrager volgens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag, de datum waarop de aanvraag is aangevuld. Indien het tijdstip van binnenkomst van meerdere aanvragen gelijk is en het toekennen van de aanvragen het subsidieplafond zal overschrijden, wordt het beschikbare subsidiebedrag, tot aan het subsidieplafond, evenredig verdeeld over de aanvragen. Tijdpad / relatie met projectmatig werken Na vaststelling van het beleidskader, kan de Werkgroep in samenspraak met de gemeente overgaan tot de uitvoering van het beleid. Communicatie De scholen, de kinderopvanginstellingen (uitvoerders van de peuteropvang en WE) en het consultatiebureau hebben input voor het beleidskader geleverd. Daarnaast participeren zij in de werkgroep en wordt het beleid door hen uitgevoerd. Na vaststelling van het beleidskader en bij ondertekening van het convenant zal er een persbericht uitgaan. Onderwerp: Voorschoolse voorzieningen, datum raadsvergadering: 5 maart /6

5 '2* gemeente X Monitoring en evaluatie Jaarlijks wordt u middels een verslag op de hoogte gehouden van de uitgevoerde beleidsvoornemens. Het verslag loopt per schooljaar. Het eerste verslag zal u worden aangeboden na afsluiting van het schooljaar 2018/2019. Het beleid wordt geëvalueerd als dit gezien de ontwikkelingen wenselijk is. Bestuurlijke samenwerking Niet van toepassing. BURGEMEESTER EN WETHC de secretaris, drs M.P.C. Gadella-van Gils Onderwerp: Voorschoolse voorzieningen, datum raadsvergadering: 5 maart /6

6 In de openbare vergadering van heeft de gemeenteraad besloten: 1. Beleidskader voorschoolse voorzieningen vaststellen. 2. Kennisnemen van het convenant als deze ondertekend is. 3. De financiële gevolgen van dit voorstel in de voorjaars- en najaarsrapportage verwerken. de griffier, de voorzitter, mr. C.G.M. Bus mr. P.J. van Hartskamp-de Jong Onderwerp: Voorschoolse voorzieningen, datum raadsvergadering: 5 maart /6