Voorstel besluit Samenvatting toelichting Toelichting

Transcriptie

1 Raadsvoorstel nr. : 2002/175 Aan de gemeenteraad. Raadsvergadering : 17 december 2002 Agendapunt : 6 Steenwijk, 3 december Onderwerp: Subsidieverordening Peuterspeelzaalwerk Voorstel besluit Instemmen met het voorstel om:? de subsidieverordening Peuterspeelzaalwerk van de voormalige gemeente Steenwijk, de subsidieverordening Sociaal Cultureel Werk van de voormalige gemeente Brederwiede en de beleidsregels Peuterspeelzaalwerk uit het welzijnsprogramma van de voormalige gemeente IJsselham in te trekken;? de subsidieverordening Peuterspeelzaalwerk gemeente Steenwijkerland vast te stellen;? de budgetafspraken tussen gemeente Steenwijk en de peuterspeelzalen met 1 jaar te verlengen (tot en met 31 december 2003);? te besluiten dat op grond van artikel 22, eerste lid, in verbinding met artikel 8, eerste lid, aanhef en onder a, van de Tijdelijke referendumwet een referendum gehouden kan worden over de subsidieverordening Peuterspeelzaalwerk gemeente Steenwijkerland. Samenvatting toelichting Volgens de Wet Administratieve Regels Herindeling moet gemeente Steenwijk voor 31 december 2002 de gemeentelijke verordeningen harmoniseren. Bij deze wordt aan u geadviseerd om de subsidieverordeningen van de voormalige gemeenten die betrekking hebben op het peuterspeelzaalwerk in te trekken om vervolgens de subsidieverordening Peuterspeelzaalwerk voor de gemeente Steenwijkerland vast te stellen. Daarnaast wordt aan u voorgesteld om de geldende budgetafspraken tussen gemeente Steenwijk en de peuterspeelzalen - vastgesteld bij raadsbesluit van de voormalige gemeente Steenwijk d.d. 19 december 2000 en van toepassing verklaard op alle peuterspeelzalen bij raadsbesluit d.d. 23 april met een jaar te verlengen tot en met 31 december Toelichting Intrekken subsidieverordeningen en beleidsregels voormalige gemeenten Als gevolg van de gemeentelijke herindeling dienen alle verordeningen voor 31 december 2002 geharmoniseerd te zijn. Aan u wordt voorgesteld om de subsidieverordening Peuterspeelzaalwerk van de voormalige gemeente Steenwijk (vastgesteld op 13 oktober 1998), de subsidieverordening Sociaal Cultureel Werk van de voormalige gemeente Brederwiede (vastgesteld op 30 juni 1998) en de - jaarlijks in het Welzijnsprogramma vastgestelde - beleidsregels peuterspeelzaalwerk van de voormalige gemeente IJsselham in te trekken. Naast het peuterspeelzaalwerk heeft de subsidieverordening Sociaal Cultureel Werk van de voormalige gemeente Brederwiede ook betrekking op het jeugd- en jongerenwerk. Het intrekken van genoemde verordening heeft geen consequenties voor het jeugd- en jongerenwerk omdat ook ten aanzien van de subsidiëring van dit beleidsveld eind 2002 een geharmoniseerde verordening aan u voorgelegd zal worden. Vaststellen subsidieverordening Peuterspeelzaalwerk gemeente Steenwijkerland Voorts wordt aan u voorgesteld om de subsidieverordening Peuterspeelzaalwerk gemeente Steenwijkerland vast te stellen.

2 Deze verordening is afgestemd op de huidige praktijk ten aanzien van de subsidiëring van het peuterspeelzaalwerk. Nieuw voor de peuterspeelzalen is de verwijzing naar de kwaliteitsregels uit de verordening Kinderopvang in het eerste lid van artikel 4, sub e, van de subsidieverordening Peuterspeelzaalwerk. Aangezien de verordening Kinderopvang uitvoerig met de peuterspeelzalen in de gemeente besproken is en er in de verordening Kinderopvang een overgangstermijn van 1 jaar genoemd wordt, zal dit naar verwachting geen onoverkomelijke problemen opleveren. Budgetafspraken peuterspeelzalen De belangen van de peuterspeelzalen uit de voormalige Steenwijk worden behartigd door de Stichting Kinderopvang Noordwest-Overijssel (SKO). In het jaar 2000 zijn er budgetafspraken gemaakt tussen gemeente Steenwijk en de SKO. Deze budgetafspraken hebben een looptijd van het jaar 2000 tot en met In aansluiting op een adviesrapport over de kwaliteit van peuterspeelzalen door adviesgroep Spil is in het jaar 2002 door de gemeenteraad van Steenwijk de keuze gemaakt om voor alle peuterspeelzalen in de gemeente de subsidievariant te hanteren die van kracht was in de voormalige gemeente Steenwijk. Dit betekent dat de budgetafspraken uit het budgetcontract met SKO in het jaar 2002 tevens van toepassing zijn verklaard op de peuterspeelzalen in de voormalige gemeenten Brederwiede en IJsselham. Om bovengenoemde redenen wordt voorgesteld om de budgetafspraken tussen gemeente Steenwijk en de peuterspeelzalen vooralsnog met 1 jaar te verlengen (tot en met 31 december 2003) waarbij net als voorgaande jaren de in het budgetcontract genoemde indexeringspercentages gehanteerd worden. Vervolgens zal in 2003 de subsidiesystematiek voor het peuterspeelzaalwerk opnieuw bekeken worden. Tijdelijke referendumwet Op grond van artikel 22, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet moeten burgemeester en wethouders expliciet een besluit nemen over de referendabiliteit van een verordening. Aangezien de subsidieverordening peuterspeelzaalwerk gemeente Steenwijkerland niet onder de in de Tijdelijke referendumwet genoemde uitzonderingen valt en ook niet op grond van de Verordening op het raadgevend correctief referendum van referendabiliteit is uitgezonderd, is zij referendabel. Hoewel dit besluit in beginsel niet eerder genomen hoeft te worden dan na de vaststelling van deze verordening door de raad, is het met het oog op de snelheid van de procedure en de informatievoorziening richting de raad wenselijk om dit besluit reeds voor de raadsbehandeling te nemen. Burgemeester en wethouders van Steenwijk, de secretaris, de burgemeester, drs. A.W. van der Spek. drs. H.H. Apotheker. Informant: afdeling onderwijs en welzijn, Susan Haanstra, telefoonnummer (0521) ; susan.haanstra@steenwijk.nl Behandeld in commissie II.

3 Nummer: 2002/175 Steenwijk, 17 december 2002 Onderwerp: Subsidieverordening peuterspeelzaalwerk gemeente Steenwikerland Uitgegaan: De raad van de gemeente Steenwijk; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d3 december 2002, nummer 2002/175; gelet op de artikelen 149 van de gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; besluit vast te stellen de volgende verordening: Subsidieverordening Peuterspeelzaalwerk gemeente Steenwijkerland Artikel 1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. peuterspeelzaal : een ruimtelijke voorziening binnen de grenzen van de gemeente Steenwijkerland, bedoeld voor kinderen in de leeftijd van twee tot vier jaar met als doelstelling; het bevorderen van de sociale, creatieve en educatieve ontplooiing en motorische ontwikkeling van het jonge kind, onder meer door omgang met leeftijdgenoten, één en ander onder deskundige leiding en in nauw overleg met de ouders en/of opvoeders; b. peutergroep : een groep peuters als bedoeld in artikel 15 van de verordening Kinderopvang gemeente Steenwijkerland c. boekjaar : kalenderjaar; d. subsidieplafond : het plafond als bedoeld in artikel 4:22 van de Awb. Artikel 2 Bevoegdheid De bevoegdheid om te beslissen over aanvragen om subsidies berust bij het college van burgemeester en wethouders. Artikel 3 Subsidiabele activiteiten Het college van burgemeester en wethouders kan subsidie verlenen voor het peuterspeelzaalwerk in de gemeente Steenwijkerland.

4 Artikel 4 Criteria 1. Subsidie als bedoeld in artikel 3, wordt verleend indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: a. de peuterspeelzaal dient minimaal 2 dagen per week gedurende tenminste 2 aangesloten uren geopend te zijn; b. eenzelfde peuter verblijft per dag niet meer dan één dagdeel van ten hoogste 4 aaneengesloten uren in de peuterspeelzaal; c. aan peuters die op medische en/of sociale indicatie een peuterspeelzaal willen bezoeken, dient zo mogelijk voorrang bij plaatsing te worden verleend; d. het aantal peuters dat op eenzelfde tijdstip van de peuterspeelzaal gebruik maakt is tenminste 8; e. de inrichting van de peuterspeelzaal en het beleid van de houder(s) van de peuterspeelzaal is in overeenstemming met de kwaliteitsregels uit de verordening Kinderopvang, vastgesteld in de raadsvergadering d.d. 19 november Van het bepaalde in het eerste lid, onderdeel d en e, kunnen burgemeester en wethouders ontheffing verlenen indien de spreiding van deze voorzieningen over de gemeente dit wenselijk maakt. Artikel 5 Subsidiebudget 1. De hoogte van het beschikbare budget voor de in deze verordening bedoelde subsidies wordt jaarlijks door de gemeenteraad bij vaststelling van de gemeentebegroting bepaald. 2. Het budget als bedoeld in het 1 e lid van dit artikel geldt als het subsidieplafond. Artikel 6 Subsidiebedrag De hoogte van het subsidiebedrag wordt bepaald op basis van een gelijke verdeling van het beschikbare subsidiebudget onder de peutergroepen van de peuterspeelzalen die onder de werking van deze verordening vallen. Artikel 7 Verstrekking per boekjaar De subsidie wordt per boekjaar verstrekt. Artikel 8 Vereisten aanvraag 1. De aanvraag van de subsidie gaat in ieder geval vergezeld van: a. een begroting; b. indien voor het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar geen subsidie werd aangevraagd, een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd; c. de laatst opgemaakte jaarrekening, dan wel de balans en de staat van baten en lasten en de toelichting daarop of, indien deze stukken ontbreken, een verslag over de financiële positie van de aanvrager op het moment van de aanvraag. 3. Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen besluiten dat bij de aanvraag aanvullende gegevens, die van belang zijn voor de verstrekking van de subsidie, aangeleverd moeten worden. Artikel 9 Indieningstermijn De aanvrager van een subsidie dient de aanvraag in voor 1 april van het jaar voorafgaand aan het boekjaar waarop de subsidie betrekking heeft.

5 Artikel 10 Eisen subsidie-aanvrager 1. De subsidie-aanvrager stelt het boekjaar gelijk aan het kalenderjaar. 2. De subsidie-aanvrager richt de administratie zodanig in, dat daaruit te allen tijde de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen alsmede de betalingen en ontvangsten kunnen worden nagegaan. Artikel 11 Wijziging gegevens De subsidie-aanvrager doet tijdig opgave van wijziging van gegevens die bij de aanvraag om subsidie zijn overlegd. Artikel 12 Weigeringsgronden De subsidieverstrekking kan naast de in artikel 4:25 en 4:35 van de Awb genoemde gevallen geweigerd worden indien gegronde redenen bestaan aan te nemen dat: a. de activiteiten van de aanvrager niet gericht zullen zijn op de gemeente of niet aanwijsbaar ten goede komen aan ingezetenen van de gemeente; b. de gelden niet of in onvoldoende mate besteed zullen worden voor het doel waarvoor de subsidie beschikbaar wordt gesteld; c. de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet, het algemeen belang of de openbare orde; d. de peuterspeelzaal waarop de subsidie-aanvraag betrekking heeft niet voldoet aan één of meer van de voorwaarden genoemd in artikel 4. Artikel 13 Terugvordering 1. Indien een subsidie-ontvanger over enig jaar meer aan voorschotten heeft ontvangen dan de vastgestelde subsidie over dat jaar bedraagt, is de subsidie-ontvanger verplicht om hetgeen teveel aan voorschotten werd verleend binnen een termijn van vier weken terug te betalen. 2. Het college van burgemeester en wethouders kan in bijzondere gevallen een andere termijn bepalen. 3. Het college van burgemeester en wethouders kan, in afwijking van het eerste lid, besluiten dat hetgeen dat teveel aan voorschotten werd verleend, zal worden verrekend met één of meerdere nog te betalen voorschotten op een verleende subsidie. Artikel 14 Slotbepalingen 1. In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet of onduidelijk is, neemt het college van burgemeester en wethouders, zonodig na het horen van de betrokken instelling, de nodige beslissing. 2. Onder toepassing van artikel 25, eerste lid, van de Tijdelijke referendumwet treedt deze verordening met ingang van 1 januari 2003 in werking. 3. De subsidieverordening Sociaal Cultureel Werk van de voormalige gemeente Brederwiede en de subsidieverordening Peuterspeelzaalwerk van de voormalige gemeente Steenwijk, vastgesteld op respectievelijk 20 juni 1998 en 13 oktober 1998 worden ingetrokken op de in het tweede lid bedoelde datum. 4. Deze verordening kan worden aangehaald als Subsidieverordening Peuterspeelzaalwerk gemeente Steenwijkerland. De raad voornoemd, De secretaris, De voorzitter,