Werken en Mobiliteit: Hoofdlijnen van een kennisagenda rond Mobiliteitsmanagement



Vergelijkbare documenten
montefeltro Kennisvragen DM

TRANSUMO Thema: Zelfsturing door Prijs en andere Incentives in het Personenvervoer

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Hoofdpunten en kansen voor beleid. Beter Benutten. Gedragsmeting 2016

Mobiliteit.nu Rapportage

Zelfsturing / Demand Management in goederen- en personenmobiliteit

Manifest onze manier van werken

De mobiele werknemer. Mobiel werken in Januari 2015, Rotterdam. Officebooking

Communiceren in zakelijke omgevingen

Spitsmijden 1; Bijdragen aan Transities naar Duurzame Mobiliteit Teije Gorris, Transumo 24 november 2008

LANDELIJKE FACTSHEET. 1. Context voor reisgedrag. Beter Benutten. Gedragsmeting 2015

UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT

Slim Werken - Slim Reizen Slim Ontzorgen. Nieuwe online tools tbv. mogelijkheidsbesef, bewijsvoering en agendering voor werkgevers en adviseurs

Het Nieuwe Werken, een haalbaar doel voor uw organisatie. Congres Over Het Nieuwe Werken, 18 november 2009

Mobiliteitsmanagement en fiscaliteit

UW NATIONALE BENCHMARK MOBILITEIT RAPPORT

Effecten van Mobility Mixx voor de BV Nederland

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

Quick Scan EuroMobility Eneco Rivium. Toelichting uitkomsten

Doorkijk naar de toekomst

Met Mobility Mixx in de driver s seat

Ergonomie in een vernieuwde kantooromgeving

Het Nieuwe Werken 111

Vervoer over goede banen

MANTELZORG... VANZELFSPREKEND!

m o n t e f e l t r o Projectvoorstel

Vb analyse scanportaal: Relocatie van 2 vestigingen naar 1 nieuwe. dr. Daan van Egeraat

Opel Insignia Onderzoek onder leaserijders November 2008

Programmavoorstel ACTP

Convenant Bereikbaar Haaglanden en Rijnland

Benchmark Slim Werken Slim Reizen 2012 Juni 2012 / V2.1

HNW Er wordt veel over geschreven HNW Feiten en Cijfers. Het Nieuwe Werken. Integrale Vormgeving. Probleemstelling. efficiëntie

Quick Scan EuroMobility Erasmus Universiteit. Toelichting uitkomsten

Resultaten Het Nieuwe Werken Monitor

Mobiliteit & flexibiliteit Medewerkers en hun vervoerskeuze.

De toekomst van mobiliteit: het mobiliteitsbudget

Het Nieuwe Werken bij SSR. 1 oktober 2013, Sarike Verbiest & Merle Blok

Slim werken = slim reizen = slim werkgeverschap Resultaten onderzoek onder werknemers

2 Het nieuwe werken gedefinieerd

Het Nieuwe Werken: Transitie van Controle naar Vertrouwen

DE STAAT VAN HET NIEUWE WERKEN: RESULTATEN VAN DE NATIONALE HNW. November Nick van der Meulen, MSc.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Werkende vaders. Strategieën voor vaders die werk en zorg willen combineren

Onderwerpen. Impact Lente akkoord op mobiliteitsbeleid werkgevers Mei 2012

Het Nieuwe Werken is voor iedereen

Cao Movares door jongeren

antwoorden rondom zakelijke mobiliteit

Resultaten Het Nieuwe Werken Monitor. VU medisch centrum

Partnership in de zorg: voor- en nadelen van een joint venture Tom Fransen en Erik Vrijhoeven

m o n t e f e l t r o

Mobiliteit & duurzaamheid Leaserijder wordt steeds duurzamer.

Intentieverklaring mobiliteitsmanagement Vianen

Flexibel werken en reizen een excellente keuze?

Duurzaam Werken Private Benutting Utrecht, 22 juni 2012

Welkom bij BSA Live Session Omgaan met nieuwe trends

OV-knooppunt met P+R bij De Punt. Analyse van nut en noodzaak

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De Bodde

Lumina Life voor duurzame gezondheid en vitaliteit van mens en organisatie

Van : L. de Ridder DMS nr: Aan : Gemeenteraad Datum : 19 mei 2011 Onderwerp : Start duurzaamheidsbeleid c.c. :

b Onvermijdelijk Ambtelijke huisvesting is onvermijdelijk onderdeel van het ambtelijke apparaat.

Leadership in Project-Based Organizations: Dealing with Complex and Paradoxical Demands L.A. Havermans

handreikingen duurzaam participatiebeleid

Goed op weg met de Mobiliteitsscan? Discussieer mee aan de hand van P+R als voorbeeldmaatregel.

Inleiding. CO2 ladder. ProRail CO2-gunningvoordeelproject

Vitaliteit en Het Nieuwe Werken Tinka van Vuuren Proeverij HNW en Vitaliteit 11 november 2013

6 TIPS DIE HET PRESTEREN VAN UW WERKOMGEVING VERBETEREN

Mobiel werken, online en offline. Patrick Dalle

Inspelen op levensfasen van je medewerkers bij het bepalen van beloning

SESSIE #9/13 Flexwerken, werkt het ook voor mobiliteit? 18/11/2014 Inspiratiedag Leg de Link

De vragenlijst P-1 helpt om een groep mensen op te delen in doelgroepen.

Convenant Bereikbaar Haaglanden en Rijnland t/m 2020

hr Duurzaam succesvol

Flexibiliteit in de job, een opstap naar flexibele loopbaan?

Programma. De OR in beweging met Duurzame Inzetbaarheid. Wat is het profiel van een duurzaam inzetbare medewerker?

Duurzame Ontwikkeling

Bedrijfskundige opbrengsten van investeren in Vitaliteit en Gezondheid. Prof. Dr. Gerard I.J.M. Zwetsloot

Lean and Green Personal Mobility

Ga jij ook voor een baan die iedereen energie geeft?

WERK IN BALANS Korte verkenning van de behoefte aan, gevolgen en adoptie van flexibel werken

Personeelsvoorziening van de toekomst

Samen leren en verbeteren met mijnkwaliteitvanleven.nl

Slim werken Slim reizen Slim huisvesten!

8TING & LABORIJN IN DE SW LABORIJN APP BIEDT GROTE KANSEN IN VERBETEREN INFORMATIEVOORZIENING

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's GRAVENHAGE

SAMENVATTING EINDRAPPORTAGE DUURZAME INZETBAARHEID BRANCHE WATERBEDRIJVEN J U N I

Verstedelijking & Infrastructuur Ruimteconferentie 2013

Benchmark Slim Werken Slim Reizen 2012 Toelichting en analyse

Ontwikkeling intelligent geografisch infosysteem voor lokaal en regionaal beleid

Nationale HNW Barometer 2011

Het Nieuwe Werken? Dat gaat bij ons nooit werken!

Arbeidsvoorwaarden bij outsourcing

Welkom bij participatiebijeenkomst Omgevingsplan The Green Village

Het Nieuwe Werken betekent creatief reizen (Case UWV)

Ruimte voor de Rechterlijke Organisatie Breda

WELKOM! WORKSHOP OHNW2016 Investeren in de werkomgeving, wat levert dat nu écht op? Inleiding door: Wim Pullen

Juiste richting 27,6% Verkeerde richting 49,3% Geen mening 23,1%

Beter worden in wat we samen zijn!

Handleiding VeiligPlus-aanpak voor projectleiders

Beleggers in gebiedsontwikkeling

Nameting Scan Mijn Bedrijf

Veranderen. De rol van HR?

Transcriptie:

Werken en Mobiliteit: Hoofdlijnen van een kennisagenda rond Mobiliteitsmanagement Opgesteld in het kader van het CASE project 1 Vrije Universiteit, Erasmus Universiteit November 2009 1. Introductie Al sinds het begin van de jaren tachtig worden de mogelijkheden van telewerken en het gebruik van informatie technologie (IT) onderzocht en toegepast om op andere manieren en verschillende locaties (samen) te kunnen werken. Zowel vanuit de vraagkant als de aanbod kant zijn er verschillende krachten die de huidige trend naar nieuwe en flexibele manieren van werk steeds verder versterken. De toenemende digitalisering, het Internet en de mobiele toegang via een veelvoud aan apparaten maakt het mogelijk overal onafhankelijk van tijd en plaats (samen) te werken. Nieuwe kantoorconcepten gaan uit van een hoge mate van mobiliteit en flexibiliteit van kenniswerkers, waarbij het fysieke kantoor steeds meer een locatie wordt voor het ontmoeten van collega s en klanten in een aantrekkelijke en inspirerende werkomgeving. Vanuit medewerkers bestaat in toenemende mate behoefte om tot een betere werk privé balans te komen om zo werkgerelateerde activiteiten beter te kunnen combineren met niet werk gerelateerde activiteiten, zoals zorg en opvoeding van kinderen. Daarnaast worden medewerkers in toenemende 1 Het CASE project maakt deel uit van het programma Transumo 1

mate geconfronteerd met files door woon werk verkeer en werkgerelateerde mobiliteit. Mensen zoeken steeds vaker zinvol werk in een aantrekkelijke en inspirerende werkomgeving Vanuit het bedrijfsleven bestaat de wens om productiviteit van medewerkers te verhogen, de tevredenheid en loyaliteit van medewerkers te vergroten en daarnaast mede met het oog op de huidige economische situatie ook nog eens waar mogelijk kosten te verlagen. Nieuwe flexibele en duurzame manieren van werken en verplaatsen kunnen ook bijdragen aan positionering in de arbeidsmarkt als een aantrekkelijke en duurzame werkgever. De overheid tenslotte richt zich op verbetering van mobiliteit en milieu ten behoeve van de economische vitaliteit van ons land in een prettige en schone leefomgeving. Nieuwe en duurzame manieren voor het organiseren van werken en verplaatsen kunnen hieraan bijdragen. 2. De samenhang tussen mobiliteit en locatiebeleid De vestigingsplaats van organisaties heeft per definitie invloed op het reisgedrag van forenzen. Er wordt dikwijls vanuit gegaan dat medewerkers hun woonlocatie bepalen op basis van de vestigingsplaats van hun werkgever. Dit mag zo zijn op de lange termijn. Empirisch onderzoek toont echter, dat deze keuzes vaak los staan van elkaar. Op korte termijn weerhouden de kosten van een verhuizing medewerkers ervan, dichter bij hun werkgever te gaan wonen. Hoe dit proces precies in zijn werk gaat, en welke afwegingen medewerkers maken, is nog lang niet expliciet gemaakt. Maar ook de werkgever kan zijn locatiebeleid aanpassen. Een decentraal locatiebeleid kan de omvang van de totale mobiliteit beperken. Ook deze afwegingen zijn complex. Ze vergen nieuwe kennis én combinatie daarvan: over de vastgoedmarkt, over locatiebereikbaarheid en over reistijdtolerantie cq. loyaliteit van medewerkers. Het staat allemaal nog in de kinderschoenen. Telewerk lijkt een oplossing voor de externe kosten van vervoer. Maar het leidt alleen tot een verbetering van de situatie, wanneer de medewerker niet wordt gestimuleerd om verder weg te gaan wonen (wat soms gebeurt). Dit onderstreept het belang van het verkennen en verdisconteren van zowel directe als ook de indirecte gevolgen van mobiliteitsbeleid. 3. De relatie tussen mobiliteit en overheidsbeleid Veel bestaande kennis is gerelateerd aan de vraag hoe organisaties reageren op (veranderingen in) overheidsbeleid. Dat is erop gericht mobiliteit te faciliteren (bouw van nieuwe wegen), of beïnvloeden (prijsinstrumenten, fiscale arrangementen, niet belasten van reisonkostenvergoeding voor openbaar vervoer, etc.). Tegenover het overheidsbeleid staat de werkingssfeer van werkgevers. De locatiekeuze van werkgevers bepaalt mobiliteit, maar ook hun arbeidsvoorwaarden spelen een rol. Om medewerkers aan te trekken kunnen organisaties vergoedingen aanbieden voor verhuizen. Maar werkgevers verstrekken tegelijk ook kilometervergoedingen, leaseauto s en parkeerplaatsen. Zo beïnvloeden werkgevers de vraag naar mobiliteit en daarmee de effectiviteit van het overheidsbeleid. In de huidige wetenschappelijke literatuur is nog weinig gepubliceerd over de interactie tussen de 2

arrangementen van werkgevers en het overheidsbeleid. Meer kennis over de manier waarop de arbeidsmarkt de ruimtelijke en transportstructuur beïnvloedt kan belangrijk zijn, bijvoorbeeld bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen voor woon en werkgebieden. 4. De relatie tussen mobiliteit en sociaal culturele ontwikkelingen Een belangrijke vraag is hoe mensen een afweging maken tussen persoonlijke motieven (balans werkprivé, tevredenheid), bedrijfsmotieven (productiviteit) en ecologische motieven (duurzaamheid) in hun ecologisch en mobiliteitsgedrag. Nader onderzoek is gewenst in de afwegingen die individuele mensen maken, de interventies die dit gedrag kunnen beïnvloeden en de effecten van dergelijke interventies op dezelfde 3 dimensies (People, Profit en Planet). Verschillende onderzoeken hebben aangetoond, dat het aannamebeleid van werkgevers het forensengedrag van medewerkers beïnvloedt. In hoeverre medewerkers bereid zijn dichter bij hun werkgever te gaan wonen, hangt in grote mate af van hun baanzekerheid. De toegenomen flexibiliteit van de arbeidsmarkt brengt met zich mee dat mensen steeds makkelijker en frequenter van baan wisselen. Hierdoor verdwijnt voor menigeen de vanzelfsprekendheid om voor een lange periode voor dezelfde werkgever te werken. Daardoor zullen mensen minder snel richting hun werkgever verhuizen en zijn ze bereid een langere woon werk afstand te accepteren. Natuurlijk spelen ook andere factoren een rol in dit proces. Het stijgende aantal vrouwen op de arbeidsmarkt leidt ertoe dat gezinnen op een andere manier naar de balans tussen werk en privé gaan kijken. Dit vraagt om een nieuw soort beleid voor medewerkers, zoals bijvoorbeeld thuiswerken en papa dagen. Evenmin is veel bekend over de relatie tussen parttime werken en woon werk verkeer. Eerder Duits onderzoek heeft aangetoond dat medewerkers met langere woon werk afstanden gemiddeld genomen meer uren per dag gaan werken maar minder dagen per week. Het is belangrijk om te weten of dit ook voor Nederland geldt en of er andere instrumenten zijn om te stimuleren dat medewerkers vrijwillig minder dagen per week gaan werken om zo het aantal woon werk kilometers te verminderen. 5. De relatie tussen mobiliteit, arbeidsvoorwaarden en management Niemand twijfelt aan de relevantie van het reisgedrag van forensen en zakelijke mobilisten voor de hedendaagse verkeers, en milieuproblematiek. Er is dan ook een schat aan onderzoeken verricht naar forensengedrag en zakelijke mobiliteit. En het is evident, dat het beleid van werkgevers hierop invloed heeft. Dat beleid slaat neer in de zg. arrangementen: de som van arbeidsvoorwaardelijke regelingen voor verstrekking en vergoeding (reiskosten, leaseauto s, parkeerplaatsen, werkplekken, verhuizing, werktijden, etc.). Binnen die regelingen optimaliseert de medewerker zijn of haar gedrag. Toch is er in de wetenschappelijke literatuur weinig aandacht voor de invloed van die arrangementen op mobiliteit. We weten dan ook nog maar weinig concreet over de complexe relatie tussen 3

arbeidsvoorwaarden en vervoermarkt. Welke rol spelen de omvang van organisaties, is het zinvol te segmenteren naar branches, wat is invloed van subjectieve factoren als beleving en status? Deze vraagstelling krijgt een extra dimensie wanneer we niet alleen de afwikkeling van bestaande mobiliteitsvraag onderzoeken, maar ook de reductie van mobiliteitsvraag, oa. via anders omgaan met telewerken. Organisaties zullen keuzes moeten gaan maken in de afweging tussen vrijheid en controle, vrijheid en sociale cohesie tussen collega s en de keuze voor een (combinatie van) fysieke werkconcepten en virtuele werkomgevingen. Dit heeft consequenties voor mobiliteit, die nog niet voldoende zijn geëxpliciteerd. Door middel van case studies kunnen best practices worden onderzocht. 6. Demand Management en de rol van het arrangement Het is kansrijk, een aantal van de bovenstaande onderzoeksvragen te plaatsen in het licht van het nieuwe thema Demand Management. Daarbij gaat het om de samenhang tussen de arrangementen van werkgevers en het werk en verplaatsingsgedrag van hun medewerkers. Bij Demand Management draait het om het creëren van flexibele arrangementen met keuzemogelijkheden (in plaats van vaste), in combinatie met het belonen van gewenst gedrag. Dit werpt licht op 3 niveaus: Micro: individuele medewerkers optimaliseren hun gedrag op basis van een veelheid aan arrangementen (fiscaal, arbeidsvoorwaardelijk); Meso: werkgevers bieden arbeidsvoorwaarden aan en bepalen daarmee de speelruimte en mogelijkheden tot optimalisering van hun medewerkers; Macro: de geaggregeerde vraag op maatschappelijk niveau, als optelsom van de mobiliteit van alle medewerkers. Ook: de context van beleid en regelgeving, waarbinnen werkgevers hun arbeidsvoorwaarden formuleren. De arbeidsvoorwaarden nemen binnen deze 3 niveaus een centrale positie in. Immers, ze bepalen de keuzemogelijkheden van de medewerker én de optelsom van al die keuzes op macro niveau: files en emissie (zie Figuur 1): 2 2 Zie: Henk Diepenmaat, Daan van Egeraat, Teije Gorris, Julia Wittmayer, Strategie in het mobiliteitsbeleid Kansen voor zelfsturing 4

Maatschappelijke mobiliteit (wegennet, fiscaliteit, OV, RO, congestie, fijn stof,..) een Telt op tot Beinvloedt veel Arrangement (zakelijk, sociaal, recreatief,..) een Beinvloedt Bepaalt Individuele mobiliteit veel HD Figuur 1: Centrale rol van arbeidsvoorwaarden op 3 niveaus Demand Management plaatst het arrangement in de context van het beïnvloeden van de vraag naar mobiliteit. Het zg. systeemmodel voor de beleidssfeer verkeer en vervoer onderscheidt daarbij 3 aangrijpingspunten (zie Figuur 2): 3 Verplaatsingsmarkt: beïnvloeding omvang en richting (bestemmingskeuze) van de vraag naar vervoer; Vervoermarkt: keuze van modaliteit en (vertrek ) tijdstip; Verkeersmarkt: keuze van route en rijstijl. Demand Management problematiseert het afgeleide en exogene karakter van de vraag naar verplaatsingen, vervoer en verkeer. Het is nu nog onduidelijk, in welke mate en onder welke condities de vraag op de onderscheiden markten en binnen afzonderlijke marktsegmenten valt te endogeniseren, en wat daarbij de rol van werkgevers kan zijn. 4 Hier ontbreekt veel kennis. De projecten van Transumo in de periode 2005 2009 tonen echter, dat hier veel perspectief ligt. 5 3 Zie Van Riet, Egeter, Systeemdiagram voor het beleidsveld verkeer en vervoer, Rand Europe, Delft, 1998 4 Endogeniseren door andere interventies blijven hier buiten beschouwing, zoals het geduchte vraagstuk van de afstemming van de ruimtelijke inrichting en verkeerinfrastructuur 5 Zie www.transumofootprint.nl onder Thema Zelfsturing 5

Te verrichten activiteiten Activiteitenbehoeften Toedeling activiteiten aan tijd en plaats Ruimtelijke ordening en tijdsordening (incl. percepties) H/B-matrix voor personen/goederen Vervoerpatronen Vervoermiddelen en -diensten (incl. percepties) Verplaatsingsmarkt Vervoermarkt Toedeling personen/goederen aan vervoermiddelen Verplaatsingspatronen H/B-matrix voor vervoermiddelen en -diensten Toedeling vervoermiddelen en -diensten aan infrastructuur Legenda = element (incl. de organisatie ervan) Verkeersmarkt Verkeerspatronen = markt (incl. de organisatie ervan) met een vraag- en aanbodzijde Infrastructuur met haar attributen Figuur 2: Systeemdiagram voor het beleidsveld verkeer en vervoer 6 7. Meten aan Werken en Mobiliteit De feitelijke effectiviteit van interventies als onderdeel van nieuwe flexibele en duurzame werk en mobiliteitsconcepten moet meetbaar worden gemaakt, zodat dit als een spiegel aan bedrijven teruggekoppeld kan worden. Benchmarks en scans lenen zich hier goed voor. Organisaties kunnen zich hiermee vergelijken ten opzichte van Best Practices, ze kunnen hiermee worden ondersteund in de implementatie van nieuwe werkconcepten in hun eigen bedrijfsvoering en de effectiviteit van beleid op dit vlak kan hiermee ook op bedrijfsniveau worden onderzocht. 6 Bron: Odette van de Riet 6