RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN EFFECTIVITEIT EN AANSPRAKELIJKHEID IN HET ECONOMISCH ORDENINGSRECHT PROEFSCHRIFT

Vergelijkbare documenten
RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN EFFECTIVITEIT EN AANSPRAKELIJKHEID IN HET ECONOMISCH ORDENINGSRECHT PROEFSCHRIFT

De adviescommissie in bezwaar

Onmiddellijke handhaving de openbare orde of bestuursdwang?

Openlijke geweldpleging

Inhoudsopgave. Voorwoord. xiii. Lijst van afkortingen. Verkort aangehaalde werken

Aansprakelijkheid van leidinggevenden

Deelneming aan een criminele organisatie

Werk en bijstand. Arbeidsmarktstrategieën van gemeenten

Tussen waarheid en onzekerheid: over het vaststellen van feiten in de civiele procedure

Terug naar de Collegebanken

De (on)rechtmatigheid van humanitaire interventie:

Jutd 2011/19 Na de NMa en AFM ook boete feitelijk leidinggevers door OPTA. De trend is gezet?

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN. Gedogen door bestuursorganen. Proefschrift

Schikken in het bestuursrecht. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de mogelijkheden en consequenties van schikken in bestuursrechtelijke procedures

BESLUIT. 4. Artikel 56 Mededingingswet (hierna: Mw) luidde tot 1 juli 2009, voor zover van belang, als volgt:

De overeenkomst in het insolventierecht

Hoofdstuk 1 Inleiding. 1.1 Effectiviteit en economisch ordeningsrecht

Inhoud LIJST VAN VEELGEBRUIKTE AFKORTINGEN 15 VOORWOORD 21 HOOFDSTUK 1 HOOFDSTUK 2. Geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht DRUKKLAAR.

bestaande wet- en regelgeving Deze bepaling behoeft uit haar aard geen implementatie.

VOOR GOD, VOLK EN VADERLAND

Locus delicti en rechtsmacht

Rijksuniversiteit Groningen. Actie, actie, actie. Proefschrift

3.2 De werking van het schuldbeginsel in het Nederlandse recht (algemeen)

Onrechtmatige overheidsbesluiten

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN POLITIEKE MINISTERIELE VERANTWOORDELIJKHEID. Het Nederlandse begrip in rechtsvergelijkend perspectief PROEFSCHRIFT

Bestuurlijke boete. als bijzonder punitief instrument

Back to Basics (Contrast Law) Beginselen van de strafrechtelijke verantwoordelijkheid in ondernemingscontext

De ongrijpbare(n) gegrepen

VOORSPELBAARHEID VAN BESTUURSHANDELEN

De kwaliteitsrekening

3 Onrechtmatige overheidsdaad

Wanneer is eigenlijk sprake van feitelijk leidinggeven of opdracht geven?

Rijksuniversiteit Groningen PARLEMENT EN EUROPESE INTEGRATIE

VMR Actualiteitendag

Onrechtmatige overheidsdaad

1.1 De noodzakelijke algemeenheid van wettelijke voorschriften, en billijkheidsuitzonderingen

Culturele vrijheid en het strafrecht

Schoordijk Instituut. Centrum voor wetgevingsvraagstukken. M.M. van Toorenburg. Medeplegen. W.E.J. Tjeenk Willink 1998 Deventer

GRONDSLAGEN BESTUURDERSAANSPRAKELIJKHEID

University of Groningen

Verkorte inhoudsopgave

mr Jack Blom Functioneel Parket De juiste zaken goed doen

Voorwoord. Materieel strafrecht. Inleiding. 2 Bronnen van strafrecht 3 Voorwaarden voor strafbaarheid. De menselijke gedraging

De antonimiteit van daderschap en zorgvuldig gedrag Gritter, Erik

DE TRUST. Beschouwingen over invoering van de trust in het Nederlandse recht EEN WETENSCHAPPELIJKE PROEVE OP HET GEBIED VAN DE RECHTSGELEERDHEID

Handhaving van handel met voorwetenschap

De buitengerechtelijke afdoening van strafbare feiten door het openbaar ministerie

FUNCTIONEEL PARKET. Vestiging s-hertogenbosch. Mw. Mr. Dr. I.M. Koopmans MSHE officier van justitie

Voorwoord 11. Afkortingen 13

Enige aspecten van de kwalitatieve verbintenis

De grenzen van de rechtsstrijd in het bestuursrechtelijk beroep en hoger beroep in rechtsvergelijkend perspectief

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN CONCERNFINANCIERING. Proefschrift

Bewijslastverdeling in het Nederlandse en Belgische arbeidsrecht

8 INVORDERING DOOR DE OVERHEID INHOUDSOPGAVE

Aansprakelijkheid van bestuurders voor belastingschulden

BINDEND ADVIES PROEFSCHRIFT

Medeplegen in de vierde tranche Awb

Inhoudsopgave. 3 Materieel strafrecht: opzet en schuld Inleiding 45

DADERSCHAP EN AANSPRAKELIJKHEID VAN LEIDINGGEVENDEN

VOORWOORD. Deel I Productveiligheid en productaansprakelijkheid 9

Raison d'être. Een onderzoek naar de rol van de rechter-commissaris in ons strafproces

Medische aansprakelijkheid: actuele en toekomstige ontwikkelingen

Beginselen van de democratische rechtsstaat

University of Groningen. Vrije en reguliere scholen vergeleken Steenbergen, Hilligje

Deponering, publicatie en verzet

Over algemene leerstukken van strafrechtelijke aansprakelijkheidnaar Nederlands recht

Dag...onderwijs. Een onderzoek naar uitstroombeslissingen van meao-leerlingen. Ineke Lokman

Uitspraken CRvB inzake boetes en overgangsrecht (in kader Wet aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving)

Woord vooraf. Epe, februari Marten Toonder, Soms verstout ik mij: de zelfkant, de vergelder, Amsterdam: De Bezige Bij 1985.

De aansluiting van de Werkloosheidswet op het ontslagrecht

Zorgplichten en zorgethiek

Witte jassen in de school

Bestuursrecht, en internet Bestuursrechtelijke normen voor elektronische overheidscommunicatie

ALGEMENE WET BESTUURSRECHT

Voeging ad informandum in strafzaken

5.2 Het uitgangspunt van het klassieke Nederlandse strafrecht

Feitelijk leidinggeven en opdrachtgeven: in of uit het mededingingsrecht?

Afbeelding voorpagina: Voormalige commandantwoning van kamp Westerbork, 2 februari 2015.

BEMIDDELING DOOR DE MAKELAAR BIJ DE KOOP EN VERKOOP VAN ONROERENDE ZAKEN

Van stad en buitenie

Systeem in Ontwikkeling

Rechtsvinding en fiscale werkelijkheid

A26a Overheidsprivaatrecht

Boetebeleid feitelijk leidinggevers

rbeidsrechtelijke beschertning

BESLUIT. Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 79 van de Mededingingswet.

Hoofdstuk 4 Aansprakelijkheid voor ondergeschikten

Dankwoord 7 Lijst van afkortingen 17

Onrechtmatige daad: aansprakelijkheid voor personen

Inhoudsopgave. Afkortingen. 1 inleiding en verantwoording 1

VERSCHONINGSRECHT COHEN-ADVOCAAT

University of Groningen. Duidelijkheid omtrent corporatief daderschap Gritter, Erik. Published in: Tijdschrift voor onderneming en strafrecht

Bewijsrechtelijke verhoudingen in het verzekeringsrecht. Evidence in Insurance contract law

Garantie tegen dubbele vervolging?

Toezicht en aansprakelijkheid

FUNCTIONEEL PARKET. Vestiging s-hertogenbosch. Mw. Mr. Dr. I.M. Koopmans MSHE officier van justitie

Doorwerking van Europees recht

VERREKENING DOOR DE FISCUS

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN. Proefschrift

Transcriptie:

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN EFFECTIVITEIT EN AANSPRAKELIJKHEID IN HET ECONOMISCH ORDENINGSRECHT PROEFSCHRIFT ter verkrijging van het doctoraat in de Rechtsgeleerdheid aan de Rijksuniversiteit Groningen op gezag van de Rector Magnificus, dr. F. Zwarts, in het openbaar te verdedigen op donderdag 5 juni 2003 om 16.00 uur door Erik Gritter geboren op 10 januari 1969 te Winschoten

Promotor: prof. mr. G. Knigge Beoordelingscommissie: prof. mr. J. de Hullu prof. mr. D.H. de Jong prof. mr. L. Timmerman

INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1 Effectiviteit en economisch ordeningsrecht 1 1.1.1 Inleiding 1 1.1.2 Effectiviteit en inrichting van wetgeving 1 1.1.3 Effectiviteit en rechtsvinding 4 1.2 Controverses 7 1.3 Onderzoeksvragen en wijze van behandeling 9 1.3.1 De centrale thematiek 9 1.3.2 Effectiviteit en afdoening van wetsovertredingen 10 1.3.3 Effectiviteit en aansprakelijkheid 11 1.3.4 De bijzondere rechtsgebieden 13 1.3.5 Tot slot: de betrekkelijkheid van het begrip effectiviteit 14 2 EFFECTIVITEIT EN WIJZE VAN AFDOENING 2.1 Inleiding 17 2.2 Afdoening door middel van het strafrecht 18 2.2.1 Inleiding 18 2.2.2 Generale preventie 19 2.3 Achtergronden van de straf in de WED 20 2.3.1 Inleiding 20 2.3.2 Generaal-preventieve motieven in de WED 22 2.4 Achtergronden van de straf in de bijzondere rechtsgebieden 26 2.4.1 Het jaarrekeningenrecht 26 2.4.2 Het arbeidsomstandighedenrecht 29 2.4.3 Het mededingingsrecht 30 2.5 Buitengerechtelijke afdoening in het strafrecht 33 2.6 Bestuurlijke beboeting 35 2.6.1 Inleiding 35 2.6.2 Het wezen van bestuurlijke beboeting 36 2.6.3 Bestuurlijke beboeting in het economisch ordeningsrecht 39 2.6.4 Toepassing in de Mededingingswet 44 2.6.5 Het arbeidsomstandighedenrecht 46 2.6.6 Jaarrekeningenrecht en arbeidstijdenrecht 48 2.6.7 Voorontwerp vierde tranche Awb 49

2.6.8 Generaal-preventieve aspecten 50 2.6.9 Bestuurlijke beboeting in Duitsland en Engeland 52 2.7 Nederlands economisch tuchtrecht 59 2.7.1 Inleiding 59 2.7.2 Het oude tuchtstrafrecht 60 2.7.3 Huidig economisch tuchtrecht 68 2.7.4 Tuchtrecht zonder deugdelijke grondslag 73 2.8 Civielrechtelijke handhaving 76 2.8.1 Inleiding 76 2.8.2 Artikel 3:296 BW: het rechterlijk verbod of gebod 76 2.8.3 Civielrechtelijke handhaving van het jaarrekeningenrecht 81 2.8.4 Het mededingingsrecht 87 2.8.5 Het arbeidsomstandighedenrecht 90 2.9 Verbetering van wetshandhaving door middel van civiele vorderingen 101 2.9.1 Inleiding 101 2.9.2 Artikel 2:63 BW 101 2.10 Slot: effectiviteit en wijze van afdoening 103 2.10.1 Afdoeningskeuzes in het economisch ordeningsrecht 103 2.10.2 Het belang van een effectieve wetshandhaving 105 2.10.3 Effectiviteit en toedeling van onrecht 106 2.10.4 Overheidsinterventie 113 2.10.5 Conclusie 120 3 GEEN STRAF ZONDER SCHULD 3.1 Inleiding 123 3.2 De werking van het schuldbeginsel in het Nederlandse recht (algemeen) 123 3.2.1 Het Melk en water-arrest 123 3.2.2 De werking van het schuldbeginsel 125 3.3 Straffeloosheid en de leer van het materiële feit vóór het Melk en Water-arrest 127 3.3.1 Bijzondere disculpatiegronden voor bestuurders en commissarissen 127 3.3.2 Artikel 51 (oud) Sr 129 3.3.3 Bijzondere disculpatiegronden in het oude arbeidsomstandighedenrecht 131 3.4 De werking van het schuldbeginsel in de bijzondere rechtsgebieden 135 3.4.1 Het jaarrekeningenrecht 135 3.4.2 Het mededingingsrecht 135 3.4.3 Het arbeidsomstandighedenrecht 139

3.4.4 Mogelijk toekomstig recht: Voorontwerp vierde tranche Algemene wet bestuursrecht 142 3.5 De doelmatige werking van het schuldbeginsel 143 3.5.1 Doelmatigheid en rechtsbescherming 143 3.5.2 De verhouding tussen aspecten van effectiviteit en rechtsbescherming 147 3.6 De werking van het schuldbeginsel in Engeland 149 3.6.1 Het schuldbeginsel 149 3.6.2 De werking van het schuldbeginsel in het Engelse strafrecht 150 3.7 Strict liability nader beschouwd 152 3.7.1 Het resultaat van rechtsvinding 152 3.7.2 Disculpatieverweren 156 3.7.3 De invloed van een effectieve wetshandhaving 159 3.7.4 Andere aspecten van doelmatigheid 160 3.7.5 De vervolgingsbeslissing 162 3.7.6 Enige verwijtbaarheid als ondergrens? 162 3.7.7 Strict liability en civil penalties 164 3.8 De werking van het schuldbeginsel in de bijzondere rechtsgebieden 165 3.8.1 Inleiding 165 3.8.2 Arbeidsomstandighedenrecht 165 3.8.3 Het mededingingsrecht 169 3.8.4 Het jaarrekeningenrecht 173 3.9 Het schuldbeginsel in Duitsland 177 3.9.1 Verplicht bewijs van opzet of onachtzaamheid 177 3.9.2 Vorwerfbarkeit 178 3.10 Het Ordnungswidrigkeitenrecht 188 3.10.1 Inleiding 188 3.10.2 Het bewijs van opzet of onachtzaamheid 189 3.10.3 Unzumutbarkeit in het Ordnungswidrigkeitenrecht 193 3.11 De bijzondere rechtsgebieden 194 3.11.1 Het jaarrekeningenrecht 194 3.11.2 Mededingingsrecht 195 3.11.3 Het arbeidsomstandighedenrecht 195 3.12 Conclusie 200 4 AANSPRAKELIJKHEID VOOR ONDERGESCHIKTEN 4.1 Inleiding 203 4.2 Plegen door middel van anderen 204 4.2.1 Inleiding 204 4.2.2 Plegen door middel van ondergeschikten 205 4.2.3 Functionele interpretatie 207

4.3 Het IJzerdraadarrest 208 4.3.1 Inleiding 208 4.3.2 De IJzerdraadcriteria 209 4.3.3 Toerekening van opzet 211 4.3.4 Aansprakelijkheidsgrenzen 212 4.3.5 Nadere plaatsbepaling van de IJzerdraadcriteria 213 4.4 Functionele verantwoordelijkheid en effectieve wetshandhaving 228 4.5 Bijzondere rechtsgebieden 229 4.5.1 Inleiding 229 4.5.2 Het huidige arbeidsomstandighedenrecht 230 4.5.3 Het jaarrekeningenrecht 231 4.5.4 Het mededingingsrecht 234 4.5.5 Het Voorontwerp Algemene wet bestuursrecht vierde tranche 238 4.5.6 Resumerend: functioneel daderschap in de bijzondere rechtsgebieden 239 4.6 Engeland: vicarious liability 240 4.6.1 Inleiding 240 4.6.2 Vormen van vicarious liability 241 4.7 Zorgplichtbepalingen en omissiedelicten 249 4.7.1 Geen vicarious liability bij zorgplichtbepalingen 249 4.7.2 Aansprakelijkheid wegens omissie 251 4.8 Enige opmerkingen over middellijk daderschap en deelneming 252 4.8.1 Innocent agency 252 4.8.2 Deelneming 253 4.9 Bijzondere rechtsgebieden 254 4.9.1 Arbeidsomstandighedenrecht 254 4.9.2 Jaarrekeningenrecht 256 4.9.3 Mededingingsrecht 258 4.10 Vicarious liability en effectieve wetshandhaving 260 4.11 Duitsland 261 4.11.1 Inleiding 261 4.11.2 Daderschap en deelneming (Strafrecht) 262 4.12 (Oneigenlijke) omissiedelicten 269 4.12.1 Inleiding 269 4.12.2 Begehen durch Unterlassen 270 4.12.3 Oneigenlijke omissie bij niet-gevolgsdelicten 274 4.12.4 Nalaten, middellijk daderschap en functionele interpretatie 275 4.12.5 Eigenlijke omissiedelicten 277 4.13 Aansprakelijkheid na delegatie 278 4.14 Het Duitse bestuursstrafrecht 280 4.14.1 Het einheitlicher Täterbegriff 280 4.14.2 130 OWiG 282 4.15 Bijzondere rechtsgebieden 285 4.16 Functionele verantwoordelijkheid en Duits (bestuurs)strafrecht 286

4.17 Slotconclusie: functionele verantwoordelijkheid en effectieve wetshandhaving 288 5 DE STRAFBAARHEID VAN RECHTSPERSONEN EN LEIDINGGEVENDEN 5.1 Inleiding 291 5.2 Het uitgangspunt van het klassieke Nederlandse strafrecht 291 5.3 De opkomst van de rechtspersoon in het strafrecht 294 5.3.1 De erkenning van zijn daderschap 294 5.3.2 Crisis- en oorlogseconomisch tuchtrecht en het oude economisch strafrecht 295 5.4 Het eindpunt: art. 51 Sr 296 5.4.1 Inleiding 296 5.4.2 Rechtspersonen en andere entiteiten 297 5.5 De strafbaarheid van de rechtspersoon, de opdrachtgever en de leidinggever: achtergronden 299 5.5.1 De strafbaarstelling van de rechtspersoon in de WED 299 5.5.2 Artikel 51 Sr 300 5.5.3 Achtergronden van het daderschap en de strafbaarheid van de rechtspersoon: literatuur 301 5.5.4 De opdrachtgever en de feitelijk leidinggever 303 5.6 De strafbaarheid van rechtspersonen en leidinggevenden in de bijzondere rechtsgebieden 305 5.6.1 Het oude arbeidsomstandighedenrecht 305 5.6.2 Het moderne arbeidsomstandighedenrecht 307 5.6.3 Het oude jaarrekeningenrecht 314 5.6.4 Het moderne jaarrekeningenrecht (algemeen) 317 5.6.5 Normadressaten van het huidige strafrechtelijke jaarrekeningenrecht 319 5.6.6 Het oude mededingingsrecht 327 5.6.7 De Mededingingswet 330 5.6.8 Vierde tranche Awb 337 5.7 De rechtspersoon als primaire normadressaat 339 5.7.1 Tussenconclusie 339 5.7.2 Het strafvorderingsbeleid 340 5.7.3 De Commissie-Korthals Altes 341 5.8 Aansprakelijkheidsvoorwaarden 342 5.8.1 De rechtspersoon 342 5.8.2 Aansprakelijkheid en effectiviteit 349 5.8.3 De aansprakelijkheid van de feitelijk leidinggever en de opdrachtgever 355 5.8.4 Gewijzigde strafrechtelijke aansprakelijkheidsvoorwaarden 361

5.9 De strafbaarheid van rechtspersonen naar Engels recht 363 5.10 De strafrechtelijke aansprakelijkheid van rechtspersonen: grondslagen 365 5.10.1 Inleiding 365 5.10.2 Eigen gedrag: toerekening 365 5.10.3 Vicarious liability van rechtspersonen 373 5.10.4 Zorgplichtschendingen 375 5.10.5 Vicarious liability of identification doctrine : de rol van disculpatiegronden en het belang van effectieve wetshandhaving 375 5.11 Afgeleide aansprakelijkheid van functionarissen 380 5.11.1 Secundary liability 380 5.11.2 Aansprakelijke personen 382 5.12 De bijzondere rechtsgebieden 386 5.12.1 Jaarrekeningenrecht 386 5.12.2 Het arbeidsomstandighedenrecht 389 5.12.3 Mededingingsrecht 391 5.13 Tussenconclusie 394 5.14 Duitsland 396 5.14.1 Inleiding 396 5.14.2 Kwalitatieve aansprakelijkheid 397 5.14.3 Organ- und Vertreterhaftung 399 5.15 De beboetbaarheid van de rechtspersoon ( 30 OWiG) 405 5.15.1 Inleiding 405 5.15.2 De Anknüpfungstat 407 5.15.3 De schending van de toezichtsverplichting ( 130 OWiG) 409 5.15.4 De aard van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon 410 5.15.5 Processuele aspecten 411 5.15.6 Het Duitse recht: gevangen tussen praktische behoeftes en dogmatische principes 412 5.16 Strafbaarheid in de bijzondere rechtsgebieden 413 5.16.1 Jaarrekeningenrecht 413 5.16.2 Het arbeidsomstandighedenrecht 415 5.16.3 Het Duitse kartelrecht 418 5.17 Strafbaarheid in het Duitse recht 421 5.18 Slot: strafbaarheid van rechtspersonen en leidinggevenden in het licht van effectieve wetshandhaving 422 6 SLOTBESCHOUWING 6.1 Inleiding 425 6.2 Het belang van effectieve wetshandhaving en de wijze van afdoening van wetsovertredingen 425 6.3 Effectiviteit en aansprakelijkheidsvoorwaarden 427

6.3.1 Effectieve wetshandhaving: feitelijke betekenis en legitimiteit 427 6.3.2 Effectieve wetshandhaving in de Nederlandse strafrechtsdogmatiek 434 SAMENVATTING 441 SUMMARY 447 LITERATUUR 453 LIJST VAN AFKORTINGEN 473