Zelfverzekerd Ondernemen In De Bouw 2010



Vergelijkbare documenten
Onderzoek Bedrijvenpanel: Gevolgen economische crisis

Verdieping Hoe gaat Nederland met pensioen?

Verdieping Hoe gaat Nederland met pensioen?

Barometer Gehandicaptenzorg. Samenvattend rapport Kenmerk: December 2016

Rapportage Onderzoek Lerarentekort

Onderzoek Bedrijvenpanel Nieuwegein: Gevolgen economische crisis

Nationale Enquête Digitale Balie Gemeenten Eindrapportage 19 februari 2010

26 november 2015 Rapportage & achtergronden

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Hoe gaat Nederland met pensioen?

WERKNEMERS EN ARBEIDSONGESCHIKTHEID

Samenvatting en rapportage Klanttevredenheidsonderzoek PPF 2011/2012

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Monitor Volwaardige Arbeidsrelaties

Rapportage Onderzoek betaaltermijnen en betaalgedrag MKB Uitgevoerd door Direct Research In opdracht van Betaalme.

Wat zijn de drijfveren van de Nederlandse ondernemer? Een onderzoek naar de vooren nadelen van ondernemen

ONDERZOEK LANGDURIG ZIEKTEVERZUIM Onder werkgevers klein MKB (2 tot 20 werknemers)

INTERNATIONAAL MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN: ONDERZOEK

Nationale-Nederlanden

Alfahulp en huishoudelijke hulp. Rapportage Ons kenmerk: Juni 2014

Hoe gaat Nederland met pensioen?

Evaluatie Back to Basics: De Nieuwe Koers

een onderzoek naar arbeidssatisfactie in Nederland

HR & Participatie

KHN Monitor Toekomstverwachtingen 2019

Interne diefstal binnen het MKB in Noord-Nederland

Evaluatie betaald parkeren Noorderplantsoenbuurt en Oranjebuurt

In juli 2015 heeft u via het online KvK Ondernemerspanel deelgenomen aan een ZZP onderzoek. Nogmaals hartelijk dank voor uw deelname!

Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid

Ontslaggolf op komst. Resultaten december 2008

Consumentenbond Onderzoek Financiële Toezichthouders

SRA-Automotivescan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

Rapportage. Peiling onder mkb ers en zzp ers. 20 april 2017

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

INHOUD. 1) Aandacht voor duurzame inzetbaarheid

EFFECTIVITEITSONDERZOEK PROFESSIONAL ORGANIZING. NBPO Oktober Oktober 2014

Onderzoek Declarant Datum: 17 oktober 2018

Ervaringen en trainingsbehoefte professionals jeugdzorg

Tabellenboek 'Bekendheid van verzekerden met de polisvoorwaarden en de inhoud van de zorgverzekering

Onderzoek Passend Onderwijs

Peiling Flexibel werken in de techniek 2015

BURGERPANEL CAPELLE OVER WELSTANDSVRIJ BOUWEN

KOOPZONDAGEN De mening van burgers en ondernemers

Panelonderzoek Vernieuwing & Internationalisering

Inleiding Positie van chronisch zieke werknemers Welke drempels ervaren chronisch zieke werknemers?... 6

Wijkwensen Centrum Oordeel deelnemers en indieners

Mens en Organisatie in het architectenbureau. Peiling juni 2013

Eindrapportage Huurderstevredenheidonderzoek 2015 uitsplitsing naar kernen. Van goed naar beter

Toezichthouders in de wijk

Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd

betaalt nederland creditmanagement anno 2012

Draagvlak nieuwe sluitingstijden Horeca Uitkomsten van een peiling onder het Westfriese burgerpanel 8 september 2008

Vrijwilligersbeleid. Rapportage flitsenquête ActiZ. ActiZ, organisatie van zorgondernemers. ICSB Marketing en Strategie Drs.

ICT vormt sleutelfunctie binnen de bedrijfsvoering: als de ICT uitvalt, ligt de business plat.

Conceptrapportage Klantenonderzoek radiozendamateurs Agentschap Telecom

Management Summary 5e Landelijke Monitoring Fysieke Belasting Kraamzorg onderzoek in opdracht van A+O VVT

SRA-Retailscan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

SRA-Bouwscan Uitkomsten 2014 & verwachtingen 2015

Sparen voor een koopwoning

BURGERPANEL EEMNES PEILING ZONDAGSOPENSTELLING & WINKELAANBOD

Onderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin

Panelonderzoek Vernieuwing & Internationalisering

Openingstijden Stadswinkels 2008

Conjunctuurenquête Nederland

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING DE GROENE CORRIDOR

Rapportage Onderzoek Werkdruk

M Scholing in het MKB. Waarom, hoe gevonden en bekostigd en wat knelt er? drs. W.D.M. van der Valk

3. Resultaten. Pagina 1 van 5

SAMENVATTING ONDERNEMERSENQUÊTE PURMEREND, BEEMSTER EN WATERLAND 2013

BURGERPANEL OIRSCHOT PEILING GROOT BIJSTERVELT

Het Slimmer Werken-onderzoek 2013

Nieuwe tijden, nieuwe collectieve pensioenen

Resultaten Monitor Combifuncties Onderwijs Projectgroep Combifuncties Onderwijs

HOE DENKT NEDERLAND OVER SOCIAAL- ECONOMSICHE ZAKEN?

BURGERPANEL WIJDEMEREN PEILING WEBSITE

Ontwikkelingen Technisch Installatiebedrijf Zeeland/West-Brabant

Stand van zaken op de energiemarkt

13 februari Onderzoek: ZZP-ers en verplichte verzekering

Gap Year onderzoek. 1. Uitkomsten Jongeren

Pensioen: werk in uitvoering

Eén panellid, werkzaam in de juridische dienstverlening, geeft juist aan dat zijn omzet is toegenomen door de kredietcrisis.

Samenvatting onderzoeksresultaten. gedragsmeting onder Nederlandse studenten Februari 2011

Bezuinigingen openbaar groen Branche vereniging VHG Uitvoering augustus 2013 VELDWERK OPTIMAAL

Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek

ZZP Barometer 2013 Pagina 2 van 16

Burgerpanel Horst aan de Maas - Meting 3

De 50-plus cliché-poll

Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 30: Communicatie nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Werkbelevingsonderzoek 2013

Zorgbarometer 7: Flexwerkers

Werkstress hoger management

ONDERZOEKSRAPPORT CONTENT MARKETING EEN ONDERZOEK NAAR DE BEHOEFTE VAN HET MKB IN REGIO TWENTE AAN HET TOEPASSEN VAN CONTENT MARKETING

GfK 2012 AFM Consumentenmonitor December

Praktische tips voor succesvol marktonderzoek in de land- en tuinbouwsector

Terugkoppeling monitor subsidieregeling Versterking samenwerking lerarenopleidingen en scholen

Subsidiënt: Ministerie van VWS. Zorgverleners werken liever met interne oproepkrachten dan met personeel van buitenaf

M Vrouwen aan de start. Een vergelijking tussen vrouwelijke en mannelijke starters en hun bedrijven. drs. A. Bruins drs. D.

UITKOMSTEN MARKTONDERZOEK OMGANG MET PSYCHISCHE PROBLEMEN OP HET WERK

Transcriptie:

Zelfverzekerd Ondernemen In De Bouw 2010 Eindrapportage Centraal Beheer Achmea / Synpact 12 april 2010

Zelfverzekerd Ondernemen In De Bouw 2010 Eindrapportage Centraal Beheer Achmea /Synpact 12 april 2010 Contactgegevens: Opdrachtgever: Opdrachtnemer: Synpact Wilhelminastraat 66 2011 VP Haarlem 073-613 92 62 Markteffect BV Keizersgracht 21C 5611 GC Eindhoven 040-239 22 90 Tim van Oosterhout 06-110 435 14 t.vanoosterhout@synpact.nl Edgar de Beule 06 471 203 86 edgar@markteffect.nl Wietske Galema 06 250 190 60 wietske@markteffect.nl Pagina 2 van 33

Voorwoord Bouwcontouren 2010: de bouwsector uitgedaagd Dit rapport geeft de resultaten weer van een doelgericht onderzoek binnen de bouwkolom dat in maart 2010 is verricht in opdracht van het Platform Zelfverzekerd Ondernemen In De Bouw. De resultaten zijn door marktonderzoeksbureau Markteffect samengebracht in deze rapportage. De uitkomsten van het onderzoek laten duidelijk zien dat de bouwsector voor grote uitdagingen staat. Veel ondernemers maken zich zorgen over de continuïteit van hun bedrijf. Een op de vier respondenten geeft aan dat er te weinig opdrachten binnenkomen en dat het bedrijf inteert op zijn reserves. Een op de tien vreest zelfs dat zijn onderneming de huidige economische teruggang mogelijk niet gaat overleven. Dat is nogal wat. Toch is het beeld genuanceerd. Er zijn ook ondernemers in de bouw, die de toekomst vol vertrouwen tegemoet zien. Opvallend genoeg ook ongeveer een op de tien. Tussen beide polen bevindt zich een grote groep van ondernemers, die verwacht dat hun omzet het komende jaar ongeveer gelijk zal blijven, licht zal stijgen of licht zal dalen. Een heel opvallende uitkomst is verder dat drie van de vier ondernemers een focus hebben op de korte tot zeer korte termijn: uiteenlopend van drie maanden tot een jaar. Slechts een minderheid maakt plannen die verder reiken dan een boekjaar en maar één op de twintig plant met een periode van vijf jaar. Gezien de vele veranderingen die op termijn op de sector afkomen (denk alleen maar aan de verwachte ontwikkeling van de energieprijzen) mag dit een knelpunt worden genoemd. Het wordt echter nog niet als zodanig ervaren. Als belangrijkste uitdagingen ervaren de respondenten: het op gang houden van de opdrachtenstroom, het vinden van manieren om de druk van de vaste lasten te verminderen, het nu en op langere termijn kunnen blijven aantrekken van betrouwbare medewerkers. U kunt dit rapport gebruiken als een spiegel. Waar sta ik? En waar staan de anderen? Het kan ook een aansporing voor u zijn om de koers van uw eigen bedrijf voor de nabije en de wat verder gelegen toekomst aan te scherpen. Meer over deze thema s vindt u op de website zelfverzekerdondernemen.nu. Deze website is een initiatief van het platform Zelfverzekerd Ondernemen In De Bouw, een samenwerkingsverband van MKB Nederland, EnergieCentrum en Centraal Beheer Achmea. Dit platform ondersteunt ondernemers met actuele branche-informatie, kennis van experts, online hulpmiddelen en nieuwe mogelijkheden om te netwerken. Het biedt ondernemers in de bouw het juiste perspectief om met vertrouwen de toekomst tegemoet te zien. Pagina 3 van 33

Inhoudsopgave 1. Verantwoording van de werkwijze 5 2. Steekproefbeschrijving 6 3. Onderzoeksresultaten 9 3.1 Instelling en focus 9 3.2 Financiële gegevens 11 3.3 Overheidsbemoeienis of zelfregulatie? 15 3.4 Personeel 18 3.5 Risico s, preventie en zorgen 22 3.6 Communicatie en samenwerken 29 3.7 Kwaliteit van werkzaamheden en trends 30 4. Conclusies 31 Pagina 4 van 33

1. Verantwoording van de werkwijze Om te bekijken wat de mening van ondernemers in de bouw is over het huidige ondernemersklimaat is door Synpact een vragenlijst opgesteld die online is afgenomen onder ondernemers in de bouwsector. Deze vragenlijst bestaat in totaal uit 36 vragen. Bij deelname aan het onderzoek is aan de deelnemer zowel anonimiteit als vertrouwelijkheid gegarandeerd. Er zijn zowel afhankelijke als onafhankelijke variabelen gemeten. Een voorbeeld van een onafhankelijke variabele is bijvoorbeeld de branche waarin men actief is. Afhankelijk van de branche waarin men actief is zou men zich bijvoorbeeld meer of minder zorgen kunnen maken over de toekomst van het bedrijf. In totaal hebben 4.000 ondernemers in de bouw een e-mail ontvangen met daarin de uitnodiging om deel te nemen aan het onderzoek. Deze groep bestond uit 819 opdrachtgevers, 987 adviseurs en 2.194 uitvoerders. Na enige tijd is een herinnering gestuurd aan degenen die het onderzoek nog niet hadden ingevuld. Als extra stimulans om deel te nemen konden deelnemende ondernemers een samenvatting krijgen van de belangrijkste resultaten van het onderzoek. Tevens is hen de mogelijkheid geboden om hun antwoorden te vergelijken met de antwoorden van andere ondernemers door middel van een online benchmarktool. Tot slot zijn de respondenten uitgenodigd om deel te nemen aan de Trendwatch Tafelsessie. In totaal hebben 350 ondernemers gereageerd, hiervan hebben 257 ondernemers de vragenlijst compleet ingevuld. Analyses in dit rapport zijn gebaseerd op de compleet ingevulde vragenlijsten. De respons is per groep als volgt opgebouwd: Groep Verstuurd Retour compleet ingevuld Responspercentage Opdrachtgevers 819 6 1% Adviseurs 987 37 4% Uitvoerders 2194 214 10% Totaal 4000 257 6% Tabel 1.1a Responspercentages De rapportage is gebaseerd op de totale groep ondernemers. Binnen deze totale groep zijn alle als significant gedefinieerde resultaten statistisch getoetst als zodanig met een zekerheid van 90 tot 95% generaliseerbaar naar de volledige onderzoekspopulatie. Alleen het aantal deelnemers in de groep uitvoerders is groot genoeg om binnen de groep significante uitspraken te doen. De aantallen opdrachtgevers (n=6) en adviseurs (n=37) zijn hiervoor te klein, deze resultaten zijn slechts beschrijvend van aard. Pagina 5 van 33

2. Steekproefbeschrijving In deze paragraaf beschrijven we de achtergrond van alle respondenten. We trekken hier nog geen conclusies uit. Het merendeel van de ondernemers uit de steekproef is actief als uitvoerder (aannemer, bouwkundig, elektrotechnisch etc.). Slechts een enkeling is actief als opdrachtgever. Figuur 2.1 In welke hoedanigheid men actief is in de bouwwereld. In percentages. De ondernemers zijn vooral actief in de algemene burgerlijke utiliteitsbouw (42%) of voeren gespecialiseerde werkzaamheden in de bouw uit (42%). Bijna tweederde van alle organisaties in de steekproef is 25 jaar of langer actief. Bijna een derde van de organisaties heeft 2 tot en met 9 medewerkers in dienst; 14% is ZZP-er. Figuur 2.2 Aantal medewerkers per organisatie. In percentages. Het merendeel van de deelnemers (twee derde) is directeur. Pagina 6 van 33

Figuur 2.3 Functieniveau respondenten. In percentages. Ruim een derde van alle ondernemers (35%) heeft een gemiddelde omzet tot 1.000.000 per jaar. Figuur 2.4 Omzetniveau. In percentages. Pagina 7 van 33

Wat betreft het gemiddelde dienstverband van het personeel constateren we dat de meeste medewerkers van organisaties in de bouw een gemiddeld dienstverband hebben tussen de 10 en 15 jaar. Ook hier constateren we echter geen eenduidig beeld. Figuur 2.5 Gemiddeld dienstverband. In percentages. Pagina 8 van 33

3. Onderzoeksresultaten De markt van de bouw is in beweging. Dit roept allerlei vragen op. Hoe denken ondernemers bijvoorbeeld over de toekomst van hun bedrijf? Ziet men uitdagingen om vakkundig vast personeel te krijgen? En waar ligt men, s nachts wakker van? Deze en andere vragen worden in dit hoofdstuk beantwoord. Allereerst gaan we in op de focus en toekomstvisie, vervolgens bekijken we de mening van de ondernemers over hun financiële situatie, personeel en risico s & preventiemaatregelen. Daarnaast bekijken we in hoeverre de ondernemers samenwerken en welke trends en ontwikkelingen zij zien op het gebied van ondernemen in de bouw. 3.1 Instelling en focus Ondernemers in de bouw zijn over het algemeen rationeel ingesteld: bijna de helft van de ondernemers beredeneert alles zorgvuldig voordat een besluit wordt genomen. Ruim een vijfde gaat echter af op zijn intuïtie tijdens het besluitvormingsproces. Directe managementinformatie vormt voor 14% het belangrijkste criterium. Slechts een enkeling spart graag met collega ondernemers (9%) of raadpleegt een accountant (9%). We constateren een verschil in mentaliteit tussen organisaties van verschillende groottes. Vooral ZZP-ers (0 tot en met 1 medewerker) volgen hun intuïtie en sparren graag met collega s. Figuur 3.1a Instelling van ondernemers. Naar bedrijfsgrootte. Pagina 9 van 33

Focus Onder de ondernemers bestaat een verschil van mening wat betreft de voornaamste focus op tijd: hoewel ruim een kwart zich voornamelijk richt op de periode van een half jaar, zien we in onderstaand figuur dat een vergelijkbaar aantal ondernemers focust op de zeer korte termijn van maximaal 3 maanden. Anderen richten zich vooral op de lange termijn van 3 of 5 jaar. Dit is een opmerkelijke bevinding. Figuur 3.1b Termijn waarop de voornaamste focus ligt. In percentages. Vooral de ZZP-ers hanteren een visie van een kortere termijn; grotere bedrijven baseren hun visie voornamelijk op de langere termijn. Figuur 3.1c Termijn waarop de voornaamste focus ligt. In percentages. Naar bedrijfsgrootte. Pagina 10 van 33

3.2 Financiële gegevens Meer dan de helft van de ondernemers had in 2009 een debiteurentermijn tussen de 31 en 60 dagen (58%). 5% van de ondernemers had zelfs een debiteurentermijn langer dan 60 dagen. Ruim een derde van de ondernemers had een debiteurentermijn van 30 dagen of korter. Het grootste gedeelte van de bedrijven zag de omzet in 2009 ten opzichte van 2008 afnemen (62%). Van hen zag bijna twee derde de omzet zelfs sterk afnemen met meer dan 10%. We constateren hierbij geen verschillen tussen ondernemers die actief zijn als opdrachtgever, adviseur of uitvoerder. Figuur 3.2a De omzet van 2009 ten opzichte van 2008. In percentages. Het is daarom ook niet verwonderlijk dat de financiële buffer om tegenslagen op te vangen voor bijna de helft van alle ondernemers (46%) is afgenomen. Dit geldt vooral voor ondernemers die de omzet in 2009 sterk zagen dalen ten opzichte van 2008. Onder de ondernemers waarbij de omzet in 2009 is toegenomen, zag twee vijfde de financiële buffer stijgen. Waar het in 2009 al slecht ging voor meer dan de helft van de ondernemers, constateren we tevens dat een groot gedeelte van alle ondernemers negatieve verwachtingen heeft voor de omzet van 2010. Hoewel het grootste gedeelte verwacht dat de omzet gelijk zal blijven, verwacht ruim twee vijfde dat de omzet zal dalen ten opzichte van 2009. We constateren dus dat er meer pessimistische dan optimistische ondernemers zijn. Pagina 11 van 33

Figuur 3.2b Verwachtingen met betrekking tot de omzet in 2010, ten opzichte van 2009. In percentages. We zien hierbij verschillen tussen de kleine en de grote ondernemers: het zijn vooral bedrijven met 10 of meer medewerkers die verwachten dat hun omzet zal afnemen. ZZP-ers zijn over het algemeen iets positiever ingesteld met betrekking tot hun verwachtingen over 2010. Figuur 3.2c Verwachtingen met betrekking tot de omzet in 2010, ten opzichte van 2009. Naar bedrijfsgrootte. In percentages. Waar ondernemers al voorzichtig zijn over de omzet in 2010, zijn zij ook voorzichtig over de financiële buffer in 2010. Twee vijfde van de ondernemers verwacht dat deze gelijk zal blijven, maar bijna eenzelfde aantal verwacht dat deze af zal nemen. Pagina 12 van 33

Figuur 3.2d In percentages. Verwachtingen met betrekking tot de financiële buffer in 2010, ten opzichte van 2009. Hoewel we een ietwat negatieve tendens zien wat betreft verwachtingen over de omzet vanaf 2010, is 9% van de ondernemers daadwerkelijk zeer pessimistisch en vraagt men zich af of men het dit jaar gaat redden. Bijna een derde verwacht stabilisatie; eenzelfde aantal ondernemers verwacht zelfs winst voor het jaar 2011. Figuur 3.2e Verwachtingen voor ontwikkeling van de omzet vanaf 2010. In percentages. Ondernemers die het somber inzien leggen hun voornaamste focus op de korte termijn, terwijl ondernemers die geloven dat er een groei in omzet én winst zal plaatsvinden vooral denken aan de lange termijn. Dit is weergegeven in onderstaand figuur. Pagina 13 van 33

Figuur 3.2f Verwachtingen voor de toekomst en termijn waarop men de focus legt. In percentages. Als het economisch gezien wat minder gaat, zoekt het merendeel van de ondernemers buiten het normale werkgebied (61%) of verricht ook andere werkzaamheden/ bieden andere diensten aan (53%). Een vijfde van alle ondernemers blijft echter in zijn eigen kracht geloven en verandert niets aan de strategie. Figuur 3.2g Acties die men onderneemt als het economisch tegen zit. In percentages. Pagina 14 van 33

3.3 Overheidsbemoeienis of zelfregulatie? Bijna tweederde (63%) van de ondernemers verwacht ondersteuning en stimulering van de overheid. Het grootste gedeelte van hen is van mening dat de overheid als stimuleringsmaatregel een betalingstermijn dient te hanteren van 30 dagen. Andere maatregelen als subsidies voor energiebezuiniging en stimuleringsregelingen voor nieuwe woningbouw worden ook genoemd als zaken waar de overheid voor zou dienen te zorgen. Slechts een enkele ondernemer is van mening dat de overheid dient te helpen bij personeelsgerelateerde zaken, zoals opleiden en aannemen van jong personeel. Figuur 3.3a Wat verwacht men aan ondersteuning en stimulering van de overheid? In percentages. Percentages tellen op tot meer dan 100% omdat meerdere antwoorden mogelijk waren. 37% is van mening dat ondernemers in de bouw zichzelf moeten reguleren. We zien hierbij geen grote verschillen tussen opdrachtgevers in verschillende branches. Vooral ondernemers met 10 of meer werknemers zijn voor overheidsbemoeienis (69%). Als we dan kijken naar het daadwerkelijk gebruik maken van subsidies van de overheid, constateren we dat ruim een derde van de ondernemers in de bouw (34%) op dit moment gebruik maakt van subsidie. Het merendeel van deze ondernemers maakt gebruik voor subsidies voor energiezuinig (ver)bouwen. Pagina 15 van 33

Figuur 3.3b Voor degenen die gebruik maken van subsidie: van welke subsidie maakt men gebruik? Percentages tellen op tot meer dan 100% omdat meerdere antwoorden mogelijk waren. Twee derde maakt echter geen gebruik van subsidie van de overheid (66%). Ruim een derde van deze ondernemers heeft dit simpelweg nog nooit aangevraagd. 28% weet niet waar men moet aankloppen. Figuur 3.3c Redenen om geen gebruik te maken van subsidie. Ondernemers die geen subsidie hebben aangevraagd. In percentages. Percentages tellen op tot meer dan 100% omdat meerdere antwoorden mogelijk waren. Een vijfde van de ondernemers die gebruik maakt van subsidie van de overheid, is van mening dat bedrijven zichzelf zouden moeten reguleren. Effectief gaat het hier om 7% van de ondernemers die gebruik maakt van subsidie, maar dit liever anders zou zien. Aan de andere kant is ruim de helft van de ondernemers die geen gebruik maakt van subsidie voor overheidsbemoeienis. Pagina 16 van 33

Figuur 3.3d Zijn ondernemers die wel/geen gebruik maken van subsidies voor overheidsbemoeienis of zelfregulatie? In percentages. Pagina 17 van 33

3.4 Personeel Huidig personeel In deze paragraaf bekijken we de mening van de ondernemers die 2 of meer medewerkers hebben. Voor 83% van alle ondernemers maken de vaste lasten van personeel een aanzienlijk deel uit van de kosten en wegen zwaar in relatie tot het bedrijfsresultaat. 40% van alle ondernemers geeft aan dat hun werknemers redenen hebben om zich zorgen te maken over hun financiële toekomst als zij arbeidsongeschikt worden. Ruim 80% van de ondernemers besteedt veel aandacht aan preventieve maatregelen om ongelukken te voorkomen. Hoewel de vaste lasten hoog zijn, lijkt het er op dat lang niet alle werkgevers in de bouw hun zaken goed hebben geregeld wat betreft financiële zekerheid bij arbeidsongeschiktheid. Zij nemen daarintegen wel maatregelen op de werkvloer. Hoewel ruim de helft van alle ondernemers hun pensioen heeft geregeld, bijvoorbeeld in een aparte B.V. of een pensioenverzekering heeft, geeft ruim 40% aan buiten hun eigen bedrijf geen pensioenvoorziening te hebben. Dit is weergegeven in onderstaand figuur. Figuur 3.4a Hoe de ondernemers de oudedagvoorziening hebben geregeld. In percentages. Wat betreft mogelijkheden tot scholing van het huidige personeel zijn de ondernemers positiever ingesteld: driekwart geeft aan dat medewerkers voldoende ruimte, tijd en middelen hebben om zich bij te scholen. Bijna tweederde stelt dat er binnen het bedrijf voldoende ruimte is om jongeren op te leiden. Vooral bedrijven met 10 of meer medewerkers zijn van mening dat er voldoende tijd en ruimte hiervoor is (70% tegen 51% van de bedrijven met 2 t/m 9 medewerkers). Eenzelfde effect zien we wat betreft bijscholing van het personeel: in 79% van de grotere bedrijven bestaat er voldoende ruimte voor bijscholing, tegen 63% in de bedrijven met 2 tot en met 9 medewerkers. Pagina 18 van 33

Zoals te zien is in onderstaande figuur, bestaat er onder ondernemers (met meerdere personeelsleden) het grootste meningsverschil over het ziekteverzuim van het personeel. Waar ruim twee vijfde geen problemen ondervindt door het ziekteverzuim, is bijna eenzelfde aantal ondernemers van mening dat het ziekteverzuim juist wél tot bedrijfscontinuïteits problemen leidt. Hierbij zien we geen verschillen tussen ondernemers in verschillende branches: dit geldt dus branchebreed. Figuur 3.4b Meningen ondernemers op het gebied van personeel. In percentages Kijken we dan echter naar het daadwerkelijke ziekteverzuim (dat gemiddeld op 4.3% ligt), dan constateren we dat bijna drie vijfde van de ondernemers (59%) stelt dat het ziekteverzuimpercentage lager ligt dan het landelijk gemiddelde. Bijna een vijfde (17%) stelt dat het ziekteverzuimpercentage boven het landelijk gemiddelde ligt. Logischerwijs leidt ziekteverzuim vooral tot problemen bij organisaties waarbij het ziekteverzuimpercentage boven het landelijk gemiddelde ligt. Dit is weergegeven in onderstaande figuur. Figuur 3.4c Problemen veroorzaakt door ziekteverzuim in relatie tot het ziekteverzuimpercentage. In percentages. Pagina 19 van 33

Toekomstverwachting Drie vijfde van alle ondernemers in de bouw verwacht dat er in de toekomst steeds meer gebruik zal worden gemaakt van flexibele arbeid die wordt aangeboden door kleine zelfstandige ondernemers. Het merendeel van de ondernemers ziet dan ook uitdagingen om vakkundig personeel te krijgen. Hier ligt een grote uitdaging voor de sector. Figuur 3.4d Toekomstverwachting ondernemers op het gebied van personeel. In percentages. Ondernemers zijn het niet eens over het effect van vergrijzing op de bedrijfsvoering. Een vijfde merkt dat de vergrijzing nu al invloed heeft, bijna eenzelfde aantal denkt echter dat er helemaal geen invloed zal zijn van de vergrijzing. De overige ondernemers zijn het niet eens over de termijn waarop vergrijzing effect zal hebben, hoewel het grootste gedeelte van mening is dat dit meer dan vijf jaar zal duren. Figuur 3.4e Op welke termijn is de vergrijzing van invloed op de bedrijfsvoering? In percentages Ouderen kunnen volgens bijna twee derde van de ondernemers het beste ingezet worden voor de overdracht van kennis en kunde (64%). Ruim de helft is echter van mening dat ouderen dienen te worden gezien als een gewone collega. Ouderen inzetten voor fysiek lichter werk als toezicht en administratie heeft slechts voor 14% van de ondernemers de voorkeur. Kortom: het merendeel van de ondernemers ziet ouderen vooral als kennisbron. Pagina 20 van 33

Nieuw personeel Als ondernemers in de bouw op zoek gaan naar nieuw personeel, maken zij vooral gebruik van Nederlandse ZZP-ers. Ook collega s uit eigen netwerk worden door bijna een kwart vaak gebruikt om dit probleem op te lossen. Slechts een enkeling gaat op zoek naar buitenlands personeel. Dit is weergegeven in onderstaand figuur. Figuur 3.4f Als ondernemers op zoek gaan naar nieuw personeel maken zij gebruik van In percentages Hierbij constateren we dat bedrijven met meer medewerkers relatief vaker een Nederlands uitzendbureau inschakelen. Ruim een derde van de kleinere ondernemers schakelt vrijwel nooit een collega bedrijf uit eigen netwerk in als zij op zoek gaan naar nieuw personeel. Figuur 3.4g Verschillen tussen grotere en kleinere bedrijven bij het zoeken naar nieuw personeel. In percentages Pagina 21 van 33

3.5 Risico s, preventie en zorgen Het merendeel van de ondernemers (81%) besteedt aandacht aan preventieve maatregelen om ongelukken te voorkomen. Het zijn vooral de grote bedrijven die hier veel aandacht aan besteden. Dit is weergegeven in onderstaand figuur. voorkomen. Figuur 3.5a Binnen het bedrijf besteden wij veel aandacht aan preventieve maatregelen om ongelukken en schade te Antwoorden op deze stelling in percentages. Naar grootte van de organisatie. Ruim twee vijfde (42%) van alle ondernemers denkt dan ook dat de kans op een bedrijfsongeval zeer klein zal zijn. De overige ondernemers zijn het hiermee oneens (14%) of antwoorden neutraal (44%) op de stelling De kans op een bedrijfsongeval acht ik zeer klein. We zien hierbij geen verschillen per branche. We constateren wel dat het vooral de uitvoerders zijn die de kans op een bedrijfsongeval groter inschatten. Dit wordt geïllustreerd door onderstaand figuur. Pagina 22 van 33

Figuur 3.5b De kans op een bedrijfsongeval acht ik zeer klein. Antwoorden op deze stelling in percentages. Naar opdrachtgever/adviseur/uitvoerder. Indien er daadwerkelijk een bedrijfsongeval plaatsvindt, zal dit volgens het grootste gedeelte van de ondernemers vooral invloed hebben op de werknemers (49%) of op het imago van het bedrijf (38%). Het overgrote merendeel van de ondernemers (94%) vindt het erg belangrijk dat hun bedrijf een goed imago heeft. Niet voor niets verkrijgen de meeste adviseurs en aannemers hun opdrachten vooral door mond-tot-mond reclame (72%). Over de invloed van een ongeval op de bedrijfscontinuïteit maakt men zich minder zorgen; ruim een vierde verwacht dat een bedrijfsongeval invloed zal hebben op de continuïteit van het bedrijf. Dit is weergegeven in onderstaand figuur. Figuur 3.5c De grootte van de impact van een bedrijfsongeval op In percentages. Pagina 23 van 33

Logischerwijs denken vooral ZZP-ers dat de invloed van een bedrijfsongeval op bovengenoemde aspecten groot zal zijn. Dit wordt grafisch toegelicht in onderstaande figuur. Figuur 3.5d De grootte van de impact van een bedrijfsongeval op In percentages. Naar bedrijfsgrootte. Een meerderheid van 53% van de ondernemers denkt dat de kans op op materiële schade klein is. Hoewel er veel aandacht wordt besteed aan preventieve maatregelen om ongelukken en schade te voorkomen (81%), onderkennen minder bedrijven alle risico s die van invloed zijn op de bedrijfscontinuïteit. In verhouding met het percentage ondernemers dat aandacht besteedt aan preventieve maatregelen om ongelukken en schade te voorkomen (81%), ligt het percentage ondernemers dat alle risico s die van invloed zijn op de bedrijfscontinuïteit onderkent een stuk lager (58%). Het lijkt er op dat ondernemers in de bouw meer bezig zijn met de dagelijkse gang van zaken dan het monitoren van de risico s betreffende bedrijfscontinuïteit. Al deze bevindingen zijn grafisch weergegeven in onderstaand figuur. Pagina 24 van 33

Figuur 3.5e Meningen ondernemers op het gebied van risico s en preventie. In percentages Tot slot zien we in bovenstaand figuur dat meer dan de helft van alle ondernemers van mening is dat er voldoende kennis aanwezig is van koop- en leveringsvoorwaarden bij projecten. De helft van alle ondernemers vindt dat toenemende regelgeving het erg lastig maakt om het werk uit te voeren. Hebben ondernemers een vraag met betrekking tot wet- en regelgeving, dan keren de meeste ondernemers zich tot de accountant/boekhouder (92%), de branchevereniging (87%), bedrijfsjuristen (72%) of vrienden, kennissen en collega s (84%). Hoewel de ondernemers de overheid (68%) en verzekeraars (65%) ook raadplegen, worden deze partijen minder vaak geconsulteerd dan brancheverenigingen, accountants, bedrijfsjuristen en vrienden/kennissen/collega s. De KvK wordt door minder dan de helft van de ondernemers geraadpleegd bij dit soort vragen. Deze bevindingen worden grafisch toegelicht in onderstaand figuur. Figuur 3.5f Welke informatiekanalen men hoe vaak gebruikt bij vragen over wet en regelgeving. In percentages. Pagina 25 van 33

De belangrijkste bron om kennis te vergaren is voor het grootste gedeelte van de ondernemers het internet. Ook wordt informatie geput uit het eigen netwerk, vakbladen en via de eigen leveranciers. Kennis vergaren bij banken of verzekeraars gebeurt zelden. Figuur 3.5g Welke informatiekanalen men hoe vaak gebruikt bij vragen over wet en regelgeving. In percentages. Zorgen Bij risico s horen zorgen; en de meeste ondernemers maken zich zorgen over het aantal opdrachten dat binnenkomt. Bijna een vijfde maakt zich zorgen over de hoge vaste kosten. Complexe aanbestedingsregels vormen echter voor slechts 1% een probleem. Dit is weergegeven in onderstaand figuur. Figuur 3.5h Waar men zich zorgen over maakt. In percentages. Pagina 26 van 33

Ondernemers die zich over andere zaken zorgen maken, maken zich bijvoorbeeld druk over: Achterstallige rekeningen; Financiering; De voorfinanciering van projecten; Hectiek in de bouw en communicatiegebrek, plus het uitknijpen van de prijzen; Geen medewerking van banken met betrekking tot het leveren van krediet voor een nieuw bedrijfspand; Oneerlijke concurrentie door ongekwalificeerde ZZP-ers die gezamenlijk optreden als aannemer; Kredietfaciliteiten voor grote orders; Werkdruk; Traagheid van handelen door de overheid; Het bedenken van technische oplossingen. Adviseurs en aannemers krijgen hun opdrachten en werk vooral via het eigen netwerk, mond-tot-mond reclame of rechtstreeks via de opdrachtgever. Slechts een enkeling krijgt opdrachten via Europese aanbestedingen. Dit is weergegeven in onderstaand figuur. Figuur 3.5i Bronnen waar adviseurs en aannemers hun opdrachten verkrijgen In percentages. Pagina 27 van 33

Het merendeel van de opdrachtgevers haalt hun opdrachten uit eigen netwerk (83% vaak) of rechtstreeks van de opdrachtgever (50% vaak). Ook hier geldt dat het krijgen van een opdracht minder vaak voorkomt. Dit is weergegeven in onderstaand figuur. Figuur 3.5j Bronnen waar opdrachtgevers hun opdrachten krijgen In percentages. Let op: gebaseerd op 6 waarnemingen. Pagina 28 van 33

3.6 Communicatie en samenwerken Niet voor alle ondernemers is het duidelijk wie bij bouwprojecten waar verantwoordelijk voor is. Zijn dit opdrachtgevers, de architect/adviseur of aannemers? Voor een derde van de ondernemers is dit niet duidelijk, voor bijna een derde bestaat hier niet echt (neutraal) onduidelijkheid over en ruim een derde stelt dat hier geen onduidelijkheid over is. Meer dan de helft van alle ondernemers is van mening dat er in de bouwkolom veel communicatieproblemen bestaan tussen opdrachtgevers, adviseurs en aannemers; 1 op de 10 ondernemers in de bouw is deze mening echter niet toegedaan. Deze bevindingen zijn grafisch weergegeven in onderstaand figuur. Figuur 3.6a Meningen ondernemers op het gebied van risico s en preventie. In percentages Bijna de helft van alle ondernemers doet in de praktijk regelmatig zaken met bedrijven waar zij nog nooit eerder zaken mee hebben gedaan. Hoewel ruim een derde stelt dat het moeilijk is om betrouwbare partners te vinden, geeft bijna eenzelfde aantal ondernemers aan hier juist geen moeite mee te hebben. Figuur 3.6b Meningen ondernemers op het gebied van samenwerken. In percentages. Pagina 29 van 33

3.7 Kwaliteit van werkzaamheden en trends Het overgrote deel van de ondernemers besteedt veel aandacht aan het bewaken en verbeteren van de geleverde kwaliteit. Duurzaam bouwen is dan ook voor 63% een speerpunt. Dit geldt zelfs wat meer voor de ZZP-ers, waar 76% duurzaam bouwen als speerpunt heeft. Brandveilig bouwen is in mindere mate een aandachtspunt: ruim de helft (51%) geeft aan hier op te letten. Hoewel bijna de helft van de ondernemers stelt dat certificering een toegevoegde waarde heeft, stelt een vijfde dat dit niet het geval is. Figuur 3.7a Mening over kwaliteitsaspecten en trends. In percentages. Wat betreft kwaliteit van werkzaamheden en trends constateren we verder geen noemenswaardige verschillen tussen branche, soort ondernemer of grootte van het bedrijf. Pagina 30 van 33

4. Conclusies Focus Ondernemers in de bouw zijn over het algemeen rationeel ingesteld. Slechts een enkeling spart graag met collega s; We constateren een verschil in mentaliteit tussen organisaties van verschillende groottes. Vooral ZZP-ers (0 tot en met 1 medewerker) volgen hun intuïtie en sparren graag met collega s; Veel ondernemers hebben een focus op de korte termijn. Ruim een kwart richt zich op een periode van ongeveer een half jaar, een vergelijkbaar aantal ondernemers richt zich op een periode van ongeveer 3 maanden; Vooral ZZP-ers hanteren deze korte termijn visie. Financiële gegevens Meer dan de helft van de ondernemers had in 2009 een debiteurentermijn tussen de 30 en 60 dagen; Voor bijna de helft van alle ondernemers is de financiële buffer van 2009 ten opzichte van 2008 afgenomen; Wat betreft de omzet van 2010 verwacht het grootste gedeelte van de ondernemers dat de omzet gelijk zal blijven. Toch zijn er meer pessimisten dan optimisten; ruim twee vijfde verwacht dat de omzet zal dalen ten opzichte van 2009; ZZP-ers zijn positiever ingesteld wat betreft deze omzetverwachting; Ook zijn ondernemers voorzichtig wat betreft hun financiële buffer van 2010: twee vijfde van de ondernemers verwacht dat deze gelijk zal blijven, maar bijna eenzelfde aantal verwacht dat deze af zal nemen; Hoewel we een ietwat negatieve tendens waarnemen wat betreft omzetverwachting en de financiële buffer, ziet slechts 1 op de 10 ondernemers de toekomst echt somber in; Als het economisch gezien wat minder gaat, zoeken ondernemers vooral buiten hun normale werkgebied of verrichten andere werkzaamheden. Overheidsbemoeienis Bijna twee derde van de ondernemers verwacht ondersteuning en stimulering van de overheid. De meest genoemde maatregel is dat de overheid altijd binnen 30 dagen dient te betalen. Vooral ondernemers met 10 of meer medewerkers zijn voor overheidsbemoeienis; Ruim een derde is van mening dat ondernemers in de bouw zichzelf moeten reguleren; Ruim een derde van de ondernemers maakt daadwerkelijk gebruik van overheidssubsidie; Het merendeel maakt gebruik van subsidies voor energiezuinig (ver)bouwen; Degenen die geen gebruik maken van subsidie doen dit vooral omdat zij daar niet voor in aanmerking komen; Ruim een derde van de ondernemers heeft simpelweg nog nooit subsidie aangevraagd. 28% weet niet waar men moet aankloppen; Een vijfde van de ondernemers die gebruikt maakt van subsidie van de overheid, is echter van mening dat bedrijven zichzelf zouden moeten reguleren. Effectief gaat het hier om 7% van de ondernemers die gebruik maakt van subsidie, maar dit liever anders zou zien. Aan de andere kant is ruim de helft van de ondernemers die geen gebruik maakt van subsidie voor overheidsbemoeienis. Pagina 31 van 33