1. Opening De VOORZITTER opent de vergadering en heet de aanwezigen hartelijk welkom.

Besluitenlijst van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Papendrecht, gehouden op 18 juli 2002. Aanwezig: De heer C.J.M. de Bruin, burgemeester, voorzitter; De dames A.J. van der Beek-Baas, E. Kouwenhoven-Hebels, W.C. Schaap-de Jonge, N.M. Vergeer en M.I. Zaal-Kwaak en de heren drs. A. de Baat, A.B. Blasе, G.J. Dubbeldam, R.V. van Engelen, L. Fijnekam, W. Goudriaan, F. Hoek, J.H. Hoogeveen, J.M. Janssen, A. van Leeuwen, E.A.R. Meesters, V.H. Onvlee, W.C. Scheurwater, H.E. Spek, J. Tegelaar, G.J. Vogels en R.J.A. Wolters, leden; De heer J. Nieuwland, griffier; CTT - mevrouw R. Elzinga, notuliste. Afwezig met kennisgeving: Mevrouw M. den Hartog-De Jong. Volgnr. Onderwerp Agenda 1. Opening. Voorstel nummer 2. Vaststelling van de agenda. 3. Vaststelling van de besluitenlijsten van de vergaderingen van 20 juni en 1 juli 2002. 4. Ingekomen stukken en mededelingen. 51 5. Voorstel tot wijziging van de Procedureverordening 46 planschadevergoeding 6. Voorstel tot benoeming van de Stichting Advisering Onroerende Zaken 47 te Rotterdam voor een second opinion over de planschadeverzoeken van de heren Wierckx en Soetendal en de familie Struis. 7. Voorstel tot vaststelling van de Verordening leerlingenvervoer 20 gemeente Papendrecht 2002. 8. Voorstel tot vaststelling van het plan van nieuwe scholen. 22 9. Voorstel tot delegatie van bevoegdheden. 48 10. De Zomernota 2002 26 a. Algemene Beschouwingen; b. Vaststelling. 11. Behandeling van de Bestuursrapportage 2002. - 12. Voorstel tot goedkeuring van het besluit van het college tot verdaging 57 van de beslissingstermijn op de aanvraag om bouwvergunning voor het bouwplan Merwehoofd ex artikel 46, lid 2, van de Woningwet. 13. Voorstel tot vaststelling van begrotingswijzigingen. 49 14. Sluiting. 1. Opening De VOORZITTER opent de vergadering en heet de aanwezigen hartelijk welkom. 2. Vaststelling van de agenda De VOORZITTER stelt voor de tekst van agendapunt 11 te wijzigen in: Voorstel de bestuursrapportage 2002 voor kennisgeving aan te nemen. 1

De heer DE BAAT stelt voor de agendapunten 10 en 11 te combineren. Afgesproken wordt de punten gescheiden aan de orde te stellen maar dat het raadsleden vrij staat hun beschouwingen te combineren. De heer MEESTERS stelt voor de behandeling van agendapunt 7 uit te stellen omdat de in de commissie gestelde vragen nog niet zijn beantwoord. Hij is van mening dat goedkeuring op dit moment geen recht doet aan de discussie in de commissie. Besloten wordt het punt wel aan de orde te stellen en over eventueel uitstel van de vaststelling van de verordening alsdan te besluiten. 3. Vaststelling van de besluitenlijst van de openbare vergadering van 20 juni en de besloten vergadering van 1 juli 2002. Vergadering van 20 juni 2002 De besluitenlijst van de vergadering van 20 juni 2002 wordt als volgt gewijzigd: Pagina 4, voorlaatste alinea, regel 5 van onderen: commissie Aldersma, wijzigen in commissie Alders. Pagina 7, 2 alinea, 7 e regel en pagina 8, 1 e regel: geconformeerd aan moet zijn: geconfronteerd met. Pagina 11, 6 e alinea: de heer BLASE moet zijn de heer TEGELAAR. Pagina 11, 8 e alinea: de heer TEGELAAR moet zijn de heer BLASE. Het verslag van de vergadering van 20 juni 2002 wordt met inachtneming van het vorenstaande goedgekeurd en vastgesteld. Mevrouw ZAAL informeert of er naar aanleiding van agendapunt 7 van deze vergadering (opvang uitgeprocedeerde asielzoekers) en daarbij aangenomen motie nog nieuwe ontwikkelingen te melden zijn. Wethouder VOGEL deelt mee dat het hem bekend is dat het gezin wegens onderverhuur ook niet in de 2 e woning kon blijven. De betreffende familie dient zich op 1 augustus 2002 in Rijsbergen te melden waar het 2 e asielverzoek zal worden bekeken. Het is hem niet bekend waar de familie nu verblijft. Naar aanleiding van de motie De Baat heeft het college besloten 5000,-- te reserveren voor dit doel. De stichting in oprichting zal worden verzocht een subsidieaanvraag in te dienen. De gemeente zal die toetsen aan de bestaande subsidieverordening, waarna aan de raad ter besluitvorming een raadsvoorstel zal worden aangeboden. Vergadering van 1 juli 2002 De besluitlijst van de vergadering van 1 juli 2002 wordt ongewijzigd vastgesteld. De heer TEGELAAR merkt op dat het hier gaat om een verslag van een besloten vergadering en dat dit nu in een openbare vergadering wordt vastgesteld. De VOORZITTER onderkent dit. Ter geruststelling kan hij mededelen dat de notulen alleen onder de raadsleden zijn verspreid. 4. Ingekomen stukken en mededelingen Voorgesteld wordt: a. Akkoord te gaan met de financiële bescheiden, die behoren bij de ingekomen stukken genoemd onder 1. en 2.: 1. Van het Algemeen bestuur van de logopedische dienst kring Sliedrecht een brief van 25 april 2002. 2. Van het Dagelijks bestuur van de regio Zuid-Holland-Zuid een brief van 10 juni 2002. Ten aanzien van punt 2 deelt de heer SCHEURWATER mee dat de fractie van de ChristenUnie er geen bezwaar tegen heeft dat er voor 2003 0,32 per inwoner ter financiering van de 2

OntwikkelingsMaatschappiij KennisInfrastructuur beschikbaar wordt gesteld. Er zijn echter wel bezwaren tegen het structureel maken van deze bijdrage, met name omdat er nog geen zicht is op het resultaat van deze investering. De heer DUBBELDAM sluit zich hierbij aan, mede omdat het PAB al heeft aangegeven moeite te hebben met de automatische doorberekeningen door de regio Zuid-Holland-Zuid. Het voorstel onder a wordt aangenomen. b. De ingekomen stukken onder 3 tot en met 7 voor kennisgeving aan te nemen: 3. Van de heer L.T.R. Ernst een brief van 4 juni 2002 4. Van de heer W.M. van de Werp een brief van 5 juni 2002 5. Van de griffier van de rechtbank Dordrecht, sector Bestuursrecht een brief van 7 juni 2002. 6. Van het projectbureau Centrum een verslag van de informatieavond d.d. 26 maart 2002 met alle ondernemers van het centrumgebied. 7. Van de heer P. van Keulen een brief van 6 juni 2002. Ten aanzien van punt 3, dat gaat over vandalisme in het winkelcentrum De Meent, kan de heer GOUDRIAAN zich vinden in het voorstel van het college, met name gezien de toonzetting van de brief. Het onderwerp acht hij echter van zodanig belang dat hij hiervoor graag de blijvende aandacht van het college wil vragen. Met name ook vanwege de ontwikkelingen in de toekomst. De heer SCHEURWATER heeft met betrokkene gesproken. De brief is erg kort door de bocht, maar het lijkt hem goed dat het college de emoties van deze burger serieus neemt en met de betrokkene in gesprek gaat om in samenwerking met de politie te bezien wat er aan de situatie gedaan kan worden. Mevrouw ZAAL acht het eveneens onjuist gevoelens van onveiligheid alleen maar voor kennisgeving aan te nemen. Ook zij is van mening dat de ervaringen met betrokkene moeten worden besproken en dat moet worden bekeken of de situatie kan worden verbeterd. De VOORZITTER onderkent de problematiek en licht toe dat de zorg voor de fysieke veiligheid een blijvend aandachtspunt voor de politie is. Mevrouw VAN DER BEEK voegt hieraan toe dat die aandacht niet beperkt moet blijven tot de openingstijden van de winkels. Met inachtneming van deze opmerkingen wordt het voorstel onder b aangenomen. c. De ingekomen stukken onder 8. tot en met 28. ter afdoening in handen van het college te stellen: 8. Van Das Rechtsbijstand een brief van 12 juni 2002. 9. Van Maat en Ruijgrok Juridisch Adviesbureau Ruimtelijke Ordening een brief van 13 juni 2002. 10. Van Bouwbedrijf en Exploitatiemaatschappij A. Lemain B.V. een brief van 17 juni 2002. 11. Van de heer P.J. van der Stigchel een brief van 17 juni 2002. 12. Van de heer H. IJzerman en mevrouw N. IJzerman-Knegt een brief van 25 juni 2002. 13. Van de heer J.W. Weerkamp een brief van 24 juni 2002. 14. Van de heer J.W. Weerkamp een brief van 25 juni 2002. 15. Van de fractie van de ChristenUnie een brief van 21 juni 2002. 16. Van de fractie van Papendrechts Algemeen Belang een brief van 25 juni 2002. 17. Van Multishop Boden Franchise Organisatie b.v. een brief van 27 juni 2002. 18. Van de heer R.H. Rauxloh een brief van juli 2002. 3

19. Van De Bruin Mode een brief van 2 juli 2002. 20. Van de heer en mevrouw Van Valen-Hemink een brief van 1 juli 2002. 21. Van de heer J. van der Linden een brief van 1 juli 2002. 22. Van schoenmakerij Hazona b.v. een brief van 1 juli 2002. 23. Van Zipp-mode een brief van 24 juni 2002. 24. Van Stichting Dorpsbehoud een brief van 1 juli 2002. 25. Van de heer J. van Wijngaarden een brief van 2 juli 2002. 26. Van de heer T. Verschoor een brief van 2 juli 2002. 27. Van de Stichting Papendrechtse Adviesraad voor het Gehandicaptenbeleid een brief van 8 juli 2002 (gang van zaken bij het Pluspunt). 28. Van de Stichting Papendrechtse Adviesraad van het Gehandicaptenbeleid een brief van 8 juli 2002 (indicatie WVG naar RIO). De heer MEESTERS is van mening dat de kwestie bij punt 15, aangaande de parkeervergunningen voor de bewoners van de Schoolstraat, al veel te lang speelt. Hij wil graag weten op welke termijn hierin duidelijkheid kan worden verwacht. De VOORZITTER zegt toe dit nog eens nadrukkelijk te zullen meenemen naar het college. Mevrouw ZAAL merkt op hieromtrent in de laatste vergadering van de oude raad vragen te hebben gesteld in de rondvraag. Zij ging ervan uit dat deze kwestie geregeld was en dat blijkt nu dus toch niet het geval te zijn. Zij vraagt de voorzitter binnen welke termijn afhandeling mag worden verwacht. De VOORZITTER deelt mee dat de brief van de ChristenUnie, nr. 15 op de lijst van ingekomen stukken, valt onder artikel 36 van het reglement van orde. Deze moet dus binnen 6 weken beantwoord worden. Mevrouw ZAAL herinnert eraan dat het haar een half jaar geleden ging om een adequate oplossing. Die is er nog steeds niet. De bewoners zijn niet gebaat bij een antwoord binnen zes weken op een briefje, want daarmee kunnen zij nog steeds niet parkeren. Naar aanleiding van de brieven 27 (Pluspunt) en 28 (indicatie WVG naar RIO) en de reactie van de wethouder verzoekt de heer BLASE om een toelichting hierop door de wethouder. Wethouder VOGEL geeft aan dat gisteren een reactie op deze brieven aan de raadsleden is verstrekt. Er is nu nog geen sprake van een besluit. De heer BLASE verzoekt deze brieven in de commissie Samenleving te behandelen. Aldus wordt besloten. De heer ONVLEE informeert hoe het college de financiële risico s inschat die voortvloeien uit de verzoeken om planschade in het kader van de centrumontwikkelingen. Spreker zou hiervan graag een opgave ontvangen in de themacommissie Centrum. De VOORZITTER stelt vast dat dit punt wordt geagendeerd voor de vergadering van de commissie Centrum. De heer HOOGEVEEN verzoekt het college aan te geven wanneer zij de brief onder nr. 16 (herontwikkeling centrumgebied) denkt te kunnen beantwoorden. Wethouder STREMLER denkt binnen 6 weken een reactie te kunnen geven; hij zal trachten rekening te houden met de vakantieperiode maar kan geen toezeggingen doen. 4

d. Naar aanleiding van het onder 29 ingekomen stuk zich als gehele raad aan te melden voor de maatwerktraining Duaal debatteren. 29. Van Vernieuwingsimpuls dualisme en lokale democratie een brief van 24 juni 2002. De VOORZITTER beveelt de raad van harte aan zich als geheel aan te melden, zodat tevoren specifieke wensen kunnen worden aangegeven. De heer VAN LEEUWEN informeert of de wethouders bij deze sessie ook worden uitgenodigd. De VOORZITTER meldt dat in de training als onderdeel kan worden opgenomen dat de raad niet alleen onderling, maar ook met de leden van het college, duaal wenst te debatteren. Aldus wordt besloten. 5. Voorstel tot wijziging van de Procedureverordening planschadevergoeding (raadsvoorstel 2002, nummer 46). Zonder beraadslaging besluit de raad de Procedureverordening planschadevergoeding conform het voorstel te wijzigen. (raadsbesluit 2002, nummer 9248). 6. Voorstel tot benoeming van de Stichting Advisering Onroerende Zaken te Rotterdam voor een second opinion over de planschadeverzoeken van de heren Wierckx en Soetendal en de familie Struis (raadsvoorstel 2002, nummer 47). Zonder beraadslaging besluit de raad conform het voorstel van het college. (raadsbesluit 2002, nummer 9249) 7. Voorstel tot vaststelling van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Papendrecht 2002 (raadsvoorstel 2002, nummer 20). De heer MEESTERS deelt mee dat hij inmiddels een aantal schriftelijke antwoorden heeft ontvangen. Hij verzoekt het college in deze verordening naast het reguliere leerlingenvervoer ook het vervoer naar de dagbehandeling mee te nemen. De heer VOGELS herinnert aan de door zijn fractie gestelde vragen inzake het helderder definiëren van de doelgroep en of de eigen bijdrage een vastgesteld bedrag is of dat dit vrij is. De heer TEGELAAR verzoekt de heer Meesters toe te lichten wat hij onder dagbehandeling verstaat. Voor wat de procedure betreft acht de heer TEGELAAR het correct dat alle raadsleden de schriftelijke antwoorden op de vragen van het PAB zouden ontvangen. De VOORZITTER onderstreept dat het ook kan voorkomen dat raadsleden puur informatieve vragen stellen. In dat geval hoeft het niet altijd zo te zijn dat alle raadsleden van de antwoorden op de hoogte wordt gesteld. Wethouder VOGEL licht toe dat dagbehandeling in deze verordening niet thuis hoort. De regeling is gedefinieerd voor onderwijsvervoer. De hoogte van de bijdrage staat vermeld in de verordening. Het staat de raad echter vrij een ander bedrag vast te stellen. De regeling geldt voor iedereen die onderwijs geniet en is derhalve niet beperkt tot gehandicaptenonderwijs. De heer MEESTERS wijst erop dat er een aantal kinderen is dat vanwege psychische problemen niet in staat is regulier onderwijs te volgen. Zij worden bijvoorbeeld in een psychiatrisch ziekenhuis of een Bodaertcentrum opgevangen. Die opvang is bedoeld om hen zo snel mogelijk weer in staat te stellen om onderwijs te gaan volgen. Dit soort voorzieningen gaan ook gedurende de vakantieperiode door om de gezinssituatie zo weinig mogelijk te ontwrichten. De heer 5

MEESTERS pleit ervoor de regeling met deze groep uit te breiden; het is weliswaar geen regulier onderwijs, maar het is zijns inziens minstens zo belangrijk. Wethouder VOGEL is van mening dat dit niet kan, tenzij de regeling wordt aangepast. De huidige verordening biedt daarvoor geen ruimte. De raad besluit de Verordening leerlingenvervoer gemeente Papendrecht 2002 vast te stellen conform het voorstel. 8. Voorstel tot vaststelling van het plan van nieuwe scholen (raadsvoorstel 2002, nummer 22). De heer VOGELS memoreert dat er in de commissievergadering vrij uitvoerig is stilgestaan bij een onderdeel van dit plan, namelijk de splitsing van een van de scholen, omdat de argumenten daarvoor eerder pragmatisch waren dan dat het getuigde van visie. Omdat dit onderdeel integraal deel uit maakt van dit plan, zal zijn fractie tegen stemmen. Mevrouw ZAAL herinnert er aan dat GroenLinks in deze discussie heeft laten weten geen voorstander te zijn van extreem grote scholen. In die zin is het zelfstandig maken van de school Oosterbreedte volgens haar fractie een goede stap. Toen is echter ook aangegeven dat er zowel op bestuurlijk terrein als in de sfeer van management en onderwijs meer stappen zouden moeten volgen. De raad besluit tot vaststelling van het plan nieuwe scholen, waarbij wordt aangetekend dat de heer Vogels heeft tegengestemd. (raadsbesluit 2002, nummer 9228) 9. Voorstel tot delegatie van bevoegdheden (raadsvoorstel 2002, nummer 48) De heer HOOGEVEEN brengt naar voren dat het PAB van mening is dat wanneer de raad besluit over een voorontwerp bestemmingsplan of een bestemmingsplan, de raad in feite ook zelf zou moeten besluiten over de uitzonderingen daarop. Hem is echter duidelijk geworden dat dit een erg onpraktische werkwijze zou zijn. De fractie van het PAB wil het voorstel daarom wel steunen, maar verzoekt het college om op het moment dat zich politiek gevoelige uitzonderingen voordoen, de raad hierover in te lichten. Verder zou het PAB graag zien dat in voorkomende gevallen verslag wordt uitgebracht aan de raad. De heer TEGELAAR begrijpt het standpunt van het PAB. Zijn fractie is bereid dit voorstel met een kleine aanpassing te onderschrijven. Om te voorkomen dat het college moet kiezen tussen wat wel en wat niet politiek gevoelig ligt, stelt hij voor af te spreken dat alle artikel 19 - besluiten van tevoren voor kennisgeving aan de raadsleden worden toegezonden. Voor de voorgestelde aanpassingen blijkt geen meerderheid te zijn. Derhalve besluit de raad tot delegatie van bevoegdheden conform het voorstel van het college. (raadsbesluit 2002, nummer 9250). 10. Zomernota 2002 a. Algemene beschouwingen b. Vaststelling De heer HOOGEVEEN spreekt namens het PAB de algemene beschouwingen van zijn fractie uit. (zie bijlage 1.) Namens de fractie van het CDA voert de heer DE BAAT het woord. (zie bijlage 2.) 6

De algemene beschouwingen van de fractie van de VVD worden uitgesproken door de heer WOLTERS (zie bijlage 3). Daarna spreekt de heer TEGELAAR namens de fractie van de PvdA. (zie bijlage 4.) De heer SCHEURWATER voert het woord namens de fractie van de ChristenUnie. (zie bijlage 5.) De heer VAN ENGELEN voert het woord namens de fractie van GroenLInks. (zie bijlage 6.) De VOORZITTER meldt de overhandiging van vier moties en leest die voor. Motie 1 De gemeenteraad van Papendrecht, op donderdag 18 juli 2002 in vergadering bijeen, spreekt uit, dat het college zorg draagt voor een rapportage aan de raad over de consequenties voor Papendrecht (op hoofdlijnen) van het afschaffen op termijn van de OZB. De rapportage dient er, om tijdig geïnformeerd te kunnen zijn en in te kunnen spelen op veranderingen, binnen drie maanden te zijn, En gaat over tot de orde van de dag. Getekend, R.V. van Engelen, G.J. Vogels en M.I. Zaal-Kwaak Motie 2 De gemeenteraad van Papendrecht, op donderdag 18 juli 2002 in vergadering bijeen, spreekt uit, dat het zogenaamde veiligheidsbeleid met name pro-actief moet zijn. Het beleid van het bestuur dient hier met name op gericht te zijn. en gaat over tot de orde van de dag. Getekend, R.V. van Engelen, G.J. Vogels en M.I. Zaal-Kwaak Motie 3 De gemeenteraad van Papendrecht, op donderdag 18 juli 2002 in vergadering bijeen, overwegende dat, de maatschappelijke relevantie en het succes van het project Homestart, van het project een waardevolle bijdrage aan het welbevinden van de Papendrechtse gemeenschap maken. besluit dat het project Homestart gesubsidieerd en ingekocht wordt en gaat over tot de orde van de dag. Getekend, R.V. van Engelen, G.J. Vogels en M.I. Zaal-Kwaak Motie 4 De gemeenteraad van Papendrecht op donderdag 18 juli 2002 in vergadering bijeen, besluit dat Radio Salsa een structurele subsidie ad 15.000,-- per jaar houdt. en gaat over tot de orde van de dag. Getekend, R.V. van Engelen, G.J. Vogels en M.I. Zaal-Kwaak. De VOORZITTER meldt dat de moties vanaf dit moment deel uitmaken van de beraadslagingen. De moties worden uitgedeeld. 7

De heer GOUDRIAAN spreekt de algemene beschouwingen van de fractie van de SGP uit. (zie bijlage 7.) Vervolgens spreekt de heer VOGELS van D66 de algemene beschouwingen van zijn fractie uit. (zie bijlage 8.) De VOORZITTER schorst de vergadering om 22.00 uur. De VOORZITTER heropent de vergadering om 22.40 uur en meldt dat de heer Hoogeveen de vergadering zal verlaten omdat zijn aanwezigheid elders noodzakelijk is. Voor de beantwoording in eerste termijn geeft hij vervolgens het woord aan de heer STREMLER. Wethouder STREMLER memoreert dat met het in april gepresenteerde coalitieakkoord de uitdaging is aangegaan met een ambitieus programma. De intentie bestond om dit akkoord te vertalen naar een collegeprogramma, maar de tijd gaat snel en lopende zaken, zoals de begroting verdragen geen uitstel. Uitwerking van het kader voor de begroting, want dat is de Zomernota, heeft daarom prioriteit. In Zomernota zijn punten uit het coalitieakkoord meegenomen. Feitelijk heeft de Zomernota het collegeprogramma ingehaald. Vanuit efficiency-overwegingen en in relatie tot de sterk onderbezette ambtelijke organisatie is besloten geen dingen dubbel te doen. Het college heeft bewust de keuze gemaakt het collegeprogramma te integreren in de Zomernota en deze integratie te volmaken in de begroting 2003. Ook heeft het college een geheel nieuw product gepresenteerd, namelijk de BURAP. De heer STREMLER onderstreept dat de raad in 11 weken tijd niet alleen het coalitieakkoord, maar ook de Zomernota en de BURAP van het college heeft ontvangen. De presentatie van de ontwerpbegroting zal direct na de zomervakantie plaatsvinden. Het is de bedoeling in deze begroting de punten uit het coalitieakkoord verder uit te werken en te onderbouwen. De uitwerking zal zodanig zijn dat het collegeprogramma feitelijk in de ontwerpbegroting terug te vinden zal zijn. De heer STREMLER merkt op dat de indeling en de opzet van de nieuwe programmabegroting van 2004 veel overeenkomst zal vertonen met het coalitieakkoord. Hierdoor zal de herkenbaarheid van het coalitieakkoord optimaal zijn. Het college staat aan het begin van een nieuwe periode van vier jaar en hoopt in die periode veel te kunnen realiseren en te kunnen anticiperen op de toekomst van Papendrecht, waar het niet alleen nu, maar ook voor komende generaties prettig wonen en werken zal zijn. Wethouder DE JONG begint met te zeggen dat hij een kritische houding van de raad waardeert en noodzakelijk acht, maar dat hij zich buitengewoon ergert aan ongefundeerde kritische opmerkingen, zoals: het zijn de ambtenaren die het winnen van het bestuur. Politici horen niet graag dat er geïnvesteerd moet worden in personeel, dat scoort niet, ze zien liever dat er geld wordt uitgegeven voor leuke dingen. Om alle wensen van de politiek te vertalen is evenwel een loyale deskundige ambtelijke organisatie nodig. Het college heeft geconstateerd dat die mensen er zijn, maar dat de bezetting uitermate krap is. Die constatering wordt mede onderbouwd door een citaat uit een rapport van Berenschot, maar er zijn meerdere rapporten die het gegeven van een erg krappe personeelsbezetting ondersteunen. Prioriteitstelling en efficiency zijn de eerst aangewezen manier om de werkdruk te verlichten, maar als dat geen oplossing (meer) biedt, dan moeten er andere maatregelen genomen worden. Wethouder De JONG verwijst o.a. naar een rapport van Deloitte en Touche uit 2000 (jaarlijks verschijnend rapport inzake vergelijkend inzicht van meet en prestatiegegevens van gemeenten) waarin de volgende conclusies over Papendrecht vermeld staan: in verhouding tot vergelijkbare gemeenten heeft Papendrecht een vergelijkbaar aantal parttime medewerkers, maar een beduidend lager aantal fulltime medewerkers (12 tot 15 minder) en een beduidend hoger aantal ingestroomde medewerkers (dit heeft ook te maken met het organisatie-ontwikkelingstraject dat is doorlopen). Papendrecht heeft een iets hoger ziekteverzuim en kent een stuwmeer aan verlofuren. 8

Het rapport van Berenschot betreft een benchmark onderzoek voor de sector Bestuur en Bedrijfsvoering van december 2001. Hierin staat dat Papendrecht in vergelijking tot andere gemeenten een kleine staf en ondersteuning heeft. Dat geldt voor informatisering en automatisering, financiën en planning en control, juridische zaken, voor bestuursondersteuning, de facilitaire dienst en voor de secretariaten in het primaire proces. Ook haalt de heer DE JONG een rapport aan van het ministerie van VROM, inspectie Bouw- en Regelgeving, over de personeelsbezetting van afdeling bouwen en milieu van de gemeente Papendrecht. Het is enkele weken oud. De conclusie hiervan is dat door gebrek aan capaciteit bij deze afdeling nog geen toezicht- of handhavingbeleid bouw en slopen is vastgesteld. Dat er geen systematisch toezicht is op bouw- en sloopplaatsen bij verleende vergunning. Dat er geen systematisch toezicht is op bouw- en sloopactiviteiten zonder vergunning. Behoeft de administratieve organisatie sterke verbetering en is de functiescheiding tussen behandeling aanvraag en toezicht uitvoering onvoldoende. Het ministerie doet daarom de aanbeveling meer politieke aandacht voor dit probleem door de benodigde middelen beschikbaar te stellen. Conclusie van de heer DE JONG is dat veel handhavingstaken niet worden ongevoerd door gebrek aan capaciteit. Niet door onwil en niet door gebrek aan efficiency. Ten aanzien van de inkoopmedewerker is een notitie verschenen over het beïnvloeden van de inkoopmogelijkheid, het behalen van efficiencywinst, administratieve zaken, zoals het vastleggen van verplichtingen, eenduidige procedures bij orderverstrekking en gezamenlijk inkoop en een orderbestelsysteem. Het financieel voordeel is ingeboekt, maar er is ook nog ander voordeel te behalen. Er is meer kwaliteit voor hetzelfde geld en ook zijn er voordelen die niet direct zichtbaar zijn, omdat ze niet direct te kwantificeren zijn. Juist met deze benadering is volgens de heer DE JONG gekozen voor het voorzichtigheidsprincipe; het moet budgettair neutraal geschieden, maar de verwachting is dat er winst zal worden behaald. Ten aanzien van de huisvestingskosten merkt de heer DE JONG op dat er al jarenlang ruimtegebrek is en dat er momenteel onder de arbonorm gewerkt wordt. Er wordt ook al jarenlang met de organisatie over een oplossing gesproken: nieuwbouw, uitplaatsing of dat het wellicht mogelijk is door een flexibele indeling en een zeker percentage flexwerkers meer mensen in het gebouw te huisvesten. Verder uitgewerkte voorstellen zullen de raad te zijner tijd worden voorgelegd. Over de benodigde bedragen is goed nagedacht en de onderbouwing is voor een ieder beschikbaar. De noodzaak tot OZB-verhoging is volgens de heer DE JONG aangegeven in de Zomernota: autonome tegenvallers, nieuw beleid, overheidsvoorschriften als klassenverkleining, btwcompensatie, dualisering, comptabiliteisvoorschriften etc. In de laatste pagina van het coalitieprogramma is opgenomen dat er een stappenmodel is. Die benadering is ook gemaakt bij de opstelling van de Zomernota. Efficiencyverbeteringen zullen zeker waar nog mogelijk worden doorgevoerd. Versobering, nieuw voor oud beleid, al die stappen worden gemaakt voordat wordt overgegaan tot benutting van de belastingcapaciteit. De keus is moeilijk, want het verkoopt niet zo gemakkelijk, maar op basis van de huidige gegevens is dit het perspectief. De heer DE JONG onderstreept dat de programmabegroting de vergelijking met het coalitieprogramma veel gemakkelijker maakt, waardoor het voor de raad ook beter is te controleren of gedaan wordt wat beloofd is. Dat er een aantal zaken niet is meegenomen in het meerjarenperspectief is volgens de heer DE JONG correct. Wat de financiële consequenties van een aantal zaken zijn, is gewoon nog niet bekend. De zaken waar momenteel aan gewerkt wordt, zullen volgend jaar bekend zijn en worden dan verwerkt in de begroting en het meerjarenperspectief. Dan moeten er keuzes gemaakt worden. Dat de OZB-verhoging te maken zou hebben met de centrumplannen is volgens de heer DE JONG volstrekt niet juist. Voor de financiering van het centrum is een reservering van 7 miljoen gedaan. 9

De kosten van de berging van het vliegtuigwrak komen ten laste van de grondexploitatie Oostpolder. Dat het jeugdbeleid niet uitgebreid behandeld wordt in de Zomernota houdt volgens de heer DE JONG niet in dat hier niet aan gewerkt wordt. Het jeugdbeleid moet op een interactieve manier totstandkomen en dat kost tijd. Daarom zijn er ook nog geen keuzes gemaakt voor bijvoorbeeld het project Homestart. Het college komt liever op basis van een samenhangende notitie met gefundeerde voorstellen. Voor wat de principekeuze tussen rotondes of het plaatsen van verkeerslichten betreft, merkt de heer DE JONG op dat de keuze voor een verkeersregelinstallatie in het belang is van de bewoners. Dit is uitgebreid met de bewoners besproken. De gevolgen van de afschaffing van de OZB zijn natuurlijk nog niet bekend. Zodra hierover informatie van het ministerie komt, zal de raad over de gevolgen worden ingelicht. Oplappen of opknappen van sportzalen is een taalkwestie. Bedoeld wordt op een deskundige wijze aanpassen aan de eisen van de tijd en dat is een verantwoorde uitgave. Bij het hanteren van bouwleges wordt gestreefd naar 100% kostendekking. Er is uitgegaan van een verhoging met 20%, dat is realiseerbaar, maar het zou eigenlijk meer moeten zijn. Er wordt momenteel een nader onderzoek ingesteld naar de verhouding kosten - baten. De werkzaamheden aan de eindnota Sport - en Welzijnsaccommodaties liggen op schema. De rapportage zal waarschijnlijk eind dit jaar verschijnen. Voor wat betreft de subsidiering van Radio Salsa deelt wethouder DE JONG mee dat het college er voor heeft gekozen een bijdrage te verstrekken ter leniging van de acute financiële nood. Uiteindelijk zal Radio Salsa op eigen benen moeten staan en dit blijkt in de praktijk ook vaak te kunnen als mensen daartoe gestimuleerd worden. De bezuiniging van 50.000,-- op de instellingen waarmee de gemeente een structurele subsidierelatie heeft komt pas in 2005. Deze bezuiniging is bedoeld om financiële greep op de subsidies te houden. Elk jaar nemen de subsidiebedragen substantieel toe, terwijl de geleverde prestaties gelijk blijven. De kosten stijgen, dus moet consequent nagedacht worden of nog steeds wordt gedaan wat is afgesproken. Dit punt zal ook een belangrijk onderdeel vormen van de nieuwe subsidieverordening die aan de raad zal worden aangeboden. De heer DE JONG acht het van groot belang dat er een duidelijke, zakelijke en warme relatie bestaat met de instellingen waarmee de gemeente een structurele subsidierelatie onderhoudt. De heer DE JONG erkent dat de post onvoorzien een uitgavenpost is. Het begrotings - en rekeningssaldo wordt op deze post geboekt volgens de comptabiliteitsvoorschriften, waarvan niet kan en mag worden afgeweken. Of er een mogelijkheid is het saldo te boeken in de algemene reserve zou nader moeten worden uitgezocht. Volgens de heer DE JONG is het niet mogelijk de redactie van het derde deel van het besluit duidelijker te formuleren, omdat er niet meer bekend is, maar het is een belangrijke bouwsteen voor het meerjarenperspectief. Wethouder STREMLER is van mening dat met de digitalisering van bestemmingsplannen een flinke kwaliteitsverbetering voor de dienstverlening wordt bereikt. Bovendien is het een verbetering van de interne efficiency, omdat gegevens binnen enkele seconden beschikbaar zijn. Hij wijst erop dat het gaat om een eenmalige uitgave. De verevening van Drechtsteden van 195.000,-- is opgenomen om de regionale geldstromen te kunnen volgen. Gedurende een termijn van tien jaar wordt dit bedrag jaarlijks betaald conform de voorwaarden voor verevening binnen Drechtoevers. Daarnaast zijn er voorwaarden voor 10

compensatie. In principe is het resultaat dus nul, maar door onderhandeling is het wellicht mogelijk een beter resultaat te bereiken. De heer STREMLER onderschrijft de opmerking van de heer De Baat om de structuurvisie in relatie te zien met de Visie 2015. Het ligt in de bedoeling die zaken die rond het rapport Visie 2015 nog niet zijn afgerond in de structuurvisie mee te nemen en verder uit te werken. Wethouder VOGEL wijst er in zijn beantwoording op dat de gevolgen van diverse voorgenomen beleidsmaatregelen van de rijksoverheid nog niet zijn te overzien. Hij kan dus ook niet inschatten wat de consequenties zouden zijn van de afschaffing van de Melkert-banen. Hij neemt kennis van de vraag van de ChristenUnie om aandacht voor het HBO-onderwijs en de starters. Hij vindt het een sympathieke gedachte. Uiteraard is het niet zo, zegt de heer VOGEL, dat er geen nieuwbouw voor de Oranje Nassau school wordt gepleegd omdat de woningstichting interesse voor de locatie heeft. Dit jaar komt er een voorstel aan de raad inzake de bekostiging van de plannen voor het Oosteind. Inzake de consequenties voor de mogelijk lagere instroom bij het onderwijs als gevolg van minder bewoners in het AZC deelt de heer VOGEL mee dat zal worden getracht de financiële consequenties te minimaliseren door personeel elders onder te brengen. De consequenties van een hogere OZB voor de minima zijn nihil, omdat een hogere OZB ook leidt tot een hogere kwijtschelding. Voor wat het leerwerkcentrum betreft merkt de heer VOGEL op dat hij het idee in eerste instantie heel sympathiek vond. Uit doelgroepenonderzoek is evenwel gebleken dat er in Papendrecht heel weinig mensen voor in aanmerking komen, zodat de vraag gerechtvaardigd is of het zinvol is zo n centrum op te zetten. In de tweede plaats wordt er van rijkswege gepropageerd dit soort activiteiten zoveel mogelijk uit te besteden. Daarom is er voor gekozen in te zetten op reïntegratietrajecten. Uiteraard onderschrijft de wethouder het belang om de uitstroom zoveel mogelijk te bevorderen, om iedereen zoveel mogelijk een zinvol bestaan te geven. De heer VOGEL geeft aan dat de indicatiestelling bij het RIO inderdaad wettelijk verplicht is. De inzet is om het zo klantvriendelijk mogelijk te maken. Het college heeft hieromtrent nog geen afspraken gemaakt; er zijn wel gesprekken over het model dat voor Papendrecht het meest geschikt is, maar hieromtrent zijn nog geen definitieve beslissingen genomen. Het ligt zeker in de bedoeling de indicatie en uitvoering strikt gescheiden te houden. De heer BLASE informeert waarom hiervoor een extra bedrag van 85.000,-- wordt begroot, terwijl de WVG-indicatie nu ook al plaats vindt. De wethouder wijst erop dat rekening gehouden moet worden met frictiekosten en daarna moet worden bekeken wat het echt gaat kosten, daarover bestaat op dit moment nog geen duidelijkheid. Het bedrag kan dus ook lager uitvallen. De VOORZITTER wijst op het belang van een strategisch communicatieplan. Communicatie is van essentieel belang; veel misverstanden zijn het gevolg van communicatiestoringen. Getracht wordt de beleidsvoorbereiding interactief te maken. De betekent dat intensief gecommuniceerd wordt op al die beleidsterreinen waarop de diverse portefeuillehouders bezig zijn. Dit kost veel tijd en inzet. Er wordt niet alleen gesproken met de bevolking, met ondernemers of met instellingen, maar ook met beleidsmedewerkers en degenen die wat minder op de voorgrond treden. Ook zij moeten nadenken over de vraag hoe geformuleerd beleid op een goede manier kan overgebracht op de bevolking, welke reacties verwacht kunnen worden en hoe die op voorhand in de beleidsvoorbereiding kunnen worden meegenomen. Dat is een kwestie van 11

houding, een andere werkvorm en dat kost inzet en verandering. Dit betekent in dezen dan ook een behoorlijke begeleiding, terwijl de gewone zaken ook door moeten gaan. Het werken aan de communicatie houdt volgens de VOORZITTER echter niet in dat de gemeente, het gemeentebestuur of het college altijd de primeur moet hebben van nieuws. Er zullen altijd initiatieven van anderen naar voren komen. Dat is goed. En als er signalen uit de samenleving naar voren komen, waardoor het college misschien verrast wordt, dan is daar op zich niets mis mee; gewoon met elkaar over die signalen nadenken en erover praten om te bezien of en hoe zo n signaal gerealiseerd kan worden. De locale overheid heeft gelukkig niet het alleenrecht op communicatie. De VOORZITTER onderschrijft dat het geen goede zaak zou zijn om gedurende het hele jaar van Papendrecht één groot festivalterrein te maken. Het college kiest voor 1 keer per 2 jaar. Een bepaald deel van de bevolking zal het zeker aanstaan dat bij die gelegenheid het anders zo rustige Papendrecht eens een keer op zijn kop komt te staan. Uiteraard zal er nauwlettend op worden toegezien dat dit niet uit de hand gaat lopen. De VOORZITTER memoreert dat er een afspraak is om het mondeling vragenhalfuurtje voor de raad in het reglement van orde op te nemen. Hij streeft er naar dat in de raadsvergadering van september een wijziging op het reglement van orde op de raadsagenda kan worden geplaatst. Inzake de veiligheid toont de VOORZITTER zich verheugd over de belangstelling, de inzet en betrokkenheid van de raad. Ook van de zijde van de politie is dat als bijzonder stimulerend ervaren. Integrale veiligheid en integrale handhaving is belangrijk. Alhoewel er keuzes gemaakt moeten worden is het volgens de voorzitter niet zo dat er meer ingezet moet worden op handhaving dan op pro-aktie. Er worden regels gemaakt, die worden gehandhaafd en uit de opgedane ervaringen blijkt dat er soms in het voortraject verbeteringen mogelijk zijn, zodat er minder regels voor handhaving nodig zijn. Pro-aktie is bijvoorbeeld ook hoe veiligheid gerealiseerd kan worden bij het opstellen van een bestemmingsplan, waardoor een situatie kan groeien waarin minder handhaving nodig is. Dat is een grote en omvangrijke doelstelling, maar de VOORZITTER heeft er alle vertrouwen in dat dit in de discussie met de raad een goede afweging zal krijgen. Voor wat betreft de regio wijst de VOORZITTER erop dat Zuid-Holland-Zuid en Drechtsteden met name genoemd zijn, maar dat dit niet inhoudt dat de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden niet bestaan. Daar is zeker aandacht voor. Papendrecht heeft daar immers een waarnemerspositie en houdt de ontwikkelingen daar goed in de gaten. Het is natuurlijk wel zo dat de primaire aandacht uitgaat naar het samenwerkingsverband waar Papendrecht het dichtst bij betrokken is en het meest intensief in samenwerkt: de Drechtsteden. In dit verband vindt hij de suggestie van de heer De Baat dat het wellicht tijd wordt om te kiezen tussen Zuid-Holland-Zuid en Drechtsteden zeer interessant. Drechtsteden werkt directer, staat dichter bij. Het aansturen en de betrokkenheid bij Zuid-Holland-Zuid is veel geringer en de taken zijn beperkter. Toch is het wel zo dat het Drechtstedenbestuur een bestuurscommissie van regio Zuid-Holland Zuid is. Als ertoe zou worden besloten om het zwaartepunt te verplaatsen, dan moet een andere bestuurlijke structuur worden gevonden. De VOORZITTER nodigt de raad uit hierop te reageren. Wethouder DE JONG reageert namens het college op de ingediende moties. Motie 1 inzake een rapportage aan de raad over de consequenties voor Papendrecht (op hoofdlijnen) van het afschaffen van de OZB. Het college handelt al in overeenstemming met deze motie. Zodra meer bekend is en inzicht is in de financiële consequenties bestaat, zal het college de raad als eerste informeren. De motie is dan ook niet noodzakelijk. Motie 3 inzake Homestart. De wethouder wijst erop dat vroegtijdig projecten waar je sympathiek tegenover staat op de agenda kunnen worden geplaatst. Het college kiest voor een gefundeerde aanpak van het jeugdbeleid en niet voor ad hoc beslissingen. 12

Desgevraagd deelt de heer VAN ENGELEN mee dat de motie niet mag worden opgevat alsof hij met de Zomernota zou instemmen als de motie wordt aangenomen. Motie 4 inzake Radio Salsa. De wethouder is van mening dat het nu, nadat de acute problemen zin verholpen, de eigen verantwoordelijkheid is om inhoud te geven aan het werk. Motie 2 die stelt dat het veiligheidsbeleid met name pro-aktief moet zijn, wordt door het college onderschreven. De motie lijkt dan ook overbodig. 2 e TERMIJN De heer JANSEN bedankt het college namens het PAB voor de beantwoording. De uiteenzetting wordt op dit moment voldoende geacht, met name omdat is toegezegd dat het coalitieakkoord verder in de begroting zal worden verwerkt. De financiële onderbouwing wordt op bepaalde punten overigens nog onvoldoende geacht, maar de fractie van het PAB heeft voldoende vertrouwen. In antwoord op de heer Scheurwater licht de heer JANSEN toe dat het PAB zich zorgen maakt over de kosten van de herontwikkeling van het centrum. Uit de media is vernomen dat er een plan schijnt te zijn dat voor de gemeente budgettair neutraal zou kunnen worden uitgevoerd. Het PAB heeft door middel van een brief hierover meer informatie bij het college gevraagd. Uit de beantwoording door de heer Stremler heeft de heer JANSEN begrepen dat over twee tot drie weken meer duidelijkheid verwacht kan worden met betrekking tot de kosten van de centrumplannen. De heer SCHEURWATER informeert of het PAB eventueel bereid is de planontwikkeling stop te zetten als de financiële onderbouwing dat naar haar mening vereist. De heer JANSEN licht toe dat het zogenaamde HBM-plan niet gebruikt zal worden om de centrumplannen te bombarderen. Vooralsnog schaart de PAB-fractie zich achter de huidige centrumplannen. Desgevraagd verduidelijkt de heer JANSEN dat de fractie van het PAB akkoord gaat met de Zomernota, met uitzondering van de verhoging van de OZB, hetgeen dus gevolgen heeft voor beslispunt 3. Op de vraag van de heer TEGELAAR inzake het museum memoreert de heer JANSEN dat in het coalitieprogramma is gesteld dat het museum goedkoper zou moeten werken door met name de inzet van meer vrijwilligers. Als dat niet mogelijk blijkt, dan zal er een ander besluit genomen moeten worden. De heer SCHEURWATER informeert of de fractie van het PAB nog steeds van mening is dat er een collegeprogramma moet komen. De heer JANSEN meldt dat de PAB-fractie inderdaad nog steeds van mening is dat er een collegeprogramma moet komen met een financiële onderbouwing. De heer DE BAAT dankt voor de beantwoording in eerste termijn. De fractie van het CDA heeft in de eerste termijn aangegeven dat het project Homestart haar sympathie heeft. Hij geeft verder aan dat het coalitieprogramma een stuk is van drie fracties. De Zomernota is een product van het college. Dat er geen collegeprogramma is, ligt aan het college en niet aan de fracties die deel uitmaken van de coalitie. Hij informeert of het college zich kan vinden in de stelling dat het coalitieprogramma èn de Zomernota het collegeprogramma vormen. Mocht dat zo zijn, dan is het verschil tussen de fractie van het PAB en de wethouder van het PAB slechts cosmetisch, volgens de heer DE BAAT. Hij betreurt het grote aantal vragen dat is gesteld. De algemene beschouwingen zijn volgens hem met name bedoeld voor het geven van opvattingen en het innemen van een positie. Hij zou graag zien dat de fracties positie innemen op die punten waarop zij vragen hebben gesteld. 13

De heer VAN ENGELEN onderstreept dat zijn fractie juist door middel van moties heeft getracht opvattingen kenbaar te maken. De heer DE BAAT onderstreept dat het naar zijn mening in dit debat ook gaat om alternatieven en die heeft hij vanuit de oppositie nauwelijks gehoord. Uit de stukken blijkt dat voor voorgenomen beleid en autonome ontwikkelingen samen ruim 520.000,-- noodzakelijk is. De OZB-verhoging is derhalve alleen al nodig om dit te financieren. De heer TEGELAAR voegt toe dat het college is uitgenodigd op basis van visie bepaalde keuzes te maken, bijvoorbeeld dat het mogelijk zou zijn om op het theater 470.000,-- te besparen. Zo zijn er ook andere voorbeelden genoemd. De heer DE BAAT geeft aan dat als de PvdA-fractie de OZB niet wil verhogen en bijvoorbeeld wel een leerwerkplaats wil er elders dan een enorme besparing moet worden gerealiseerd. Hij informeert of hij het juist ziet dat de PvdA-fractie in dat geval zou zeggen: dan stoppen met het theater. De heer TEGELAAR erkent dat hij dit ziet als één van de mogelijkheden. De heer DE BAAT onderschrijft de analyse van de voorzitter inzake de regio. De motie over de OZB acht de CDA-fractie voorbarig. Het project Homestart heeft grote sympathie, maar spreker ziet dit meer in het kader van geïntegreerd jeugdbeleid. Hij zal de motie om nu op voorhand subsidie te verlenen dan ook niet ondersteunen en vraagt zich bovendien af waar de fractie van GroenLinks de benodigde financiële middelen vandaan wil halen. De heer VAN ENGELEN wijst erop dat zijn fractie in de Zomernota geen samenhangend beleid kan vinden, waardoor het wel noodzakelijk wordt om op ad hoc basis naar onderdelen te kijken. De VOORZITTER geeft aan dat er door de heer Van Engelen vier moties zijn ingediend waarvan er twee bij nadere bestudering amendementen blijken te zijn. Een motie geeft de gevoelens van de raad weer over een bepaald onderwerp en een amendement heeft betrekking op een wijziging van een voorliggende stuk. De moties over Homestart en Radio Salsa worden in dat licht bezien als amendementen. De heer VAN ENGELEN geeft er de voorkeur aan de tekst van de ingediende moties zodanig te wijzigen dat het moties worden. De VOORZITTER stelt hem hiertoe in de gelegenheid, waardoor er bij het vervolg van de discussie dus nog steeds sprake is van vier moties. De heer DE BAAT acht de motie over het veiligheidsbeleid overbodig. De motie inzake Radio Salsa wordt door de CDA-fractie als zeer sympathiek ervaren. Het lijkt de CDA-fractie raadzaam om in de vakcommissie verder te spreken over de zaken aangaande het personeel. De heer TEGELAAR informeert of het CDA van mening is of er een collegeprogramma moet komen. De heer DE BAAT wacht het antwoord van het college op zijn vraag af. De heer TEGELAAR informeert wat de positie van het CDA is ten aanzien van de drie ontwerpbesluiten. De heer DE BAAT antwoordt dat zijn fractie de herbegroting 2002 ondersteunt, maar een kanttekening plaatst op de formatie (ontwerpbesluit 1). Ontwerpbesluit 2: het geplande saldo reserveren; akkoord, goed uitgangspunt. Ontwerpbesluit 3: de ontwikkelingen ten aanzien van het meerjarenperspectief als basis; akkoord, mits er een grondige discussie wordt gevoerd over de personeelsformatie. Wethouder Stremler heeft wat de heer DE BAAT betreft afdoende gesproken over de structuurvisie. 14

De heer TEGELAAR informeert of hij mag stellen dat de CDA-fractie voor stemt onder voorbehoud; dus ja, tenzij. De heer DE BAAT bevestigt dit. De heer VOGELS merkt op dat er bij een stemming geen sprake kan zijn van ja, tenzij. Het is ja of nee. De heer DE BAAT merkt op dat tenzij wel degelijk tot de mogelijkheden behoort als dit aan de raad wordt voorgesteld. De heer VAN ENGELEN deelt desgevraagd mee dat de motie over de OZB wordt ingetrokken, omdat het college een voldoende duidelijk antwoord heeft gegeven. Hetzelfde geldt voor de motie dat het veiligheidsbeleid voornamelijk pro-aktief moet zijn. Uit de motie over Homestart wordt het besluit geschrapt en de tekst overwegende dat wordt vervangen door spreekt uit dat, waardoor het een motie blijft. De motie over Radio Salsa wordt aangepast, zodat de tekst luidt: verzoekt het college nader te onderzoeken of aan Radio Salsa een structurele subsidie ad 15.000,-- per jaar dient te worden gegeven. De heer WOLTERS onderschrijft de keuze voor een ontwerpbegroting met onderbouwing in plaats van een collegeprogramma. Hij is een voorstander van pragmatisch werken. De fractie van de VVD ziet de geciteerde rapporten inzake de personeelsformatie graag verwerkt in een personeelsnota. Ditzelfde geldt voor de herhuisvesting. Ook daar is onderbouwing noodzakelijk. Hij suggereert in een volgende begroting alvast aan te geven op welke punten er al middelen vastgelegd zijn. Het meerjarenperspectief wordt gezien als het grootste pijnpunt. De raad moet beslissen in onzekerheid en moet dus bepalen hoeveel onzekerheid hij over heeft voor een beslissing. De heer WOLTERS ziet het als taak van het college die onzekerheid zoveel mogelijk te verminderen. Hij stelt voor stelposten in te vullen. Iets is beter dan niets. De heer WOLTERS heeft begrepen dat het project Homestart aan een heroverweging wordt onderworpen. Het project is de VVD-fractie sympathie, maar hij zou graag eerst kennis nemen van de heroverweging en de baten alvorens een definitieve beslissing te nemen. Hij is van mening dat Homestart ook een relatie heeft met veiligheid. Kortgeleden is in de commissie ABZ geconstateerd dat er in de gezinssituaties in 43% van de gevallen huiselijk geweld gebruikt wordt. Hij gaat ervan uit dat het project Homestart in ieder geval een signalerende functie zal hebben. Voor wat veiligheid betreft stuurt de VVD-fractie het liefst op output, bijvoorbeeld vermindering van criminaliteit. De deskundigen zijn dan goed in staat om te bepalen hoe dat het best gerealiseerd kan worden, waarbij de heer WOLTERS het vermoeden uitspreekt dat dit wellicht een evenwichtige mix van pro-aktief beleid en handhaving zal zijn. De heer BLASE memoreert dat de heer Wolters in de bespreking van het coalitieakkoord gesproken heeft over het terugdringen van de criminaliteit met 20%. Hij acht een collegeprogramma bij uitstek geschikt om dit soort ambities neer te leggen, omdat dit soort doelstellingen niet in een begroting terug te vinden zijn. De heer WOLTERS acht dit niet noodzakelijk. Ten aanzien van de regio merkt de heer WOLTES op dat hij van een bovengemeentelijk orgaan verwacht dat er democratische controle kan worden uitgevoerd; dat de burger waar voor zijn geld krijgt en dat er herkenbaarheid voor de burger is. En of deze criteria nu door Drechtsteden, Zuid- Holland-Zuid of een ander orgaan worden ingevuld, is wat hem betreft van secundair belang. De heer TEGELAAR concludeert dat in eerste termijn door de VVD-fractie is gesteld dat zij niet akkoord kan gaan met de drie voorgestelde besluiten. Hij informeert met welke van de drie besluiten de VVD kan instemmen. De heer WOLTERS geeft aan dat de VVD-fractie grote delen van de voorgestelde begroting onvoldoende onderbouwd vindt en daar derhalve geen ja of nee tegen kan zeggen. De fractie kan 15

niet met voorstel 1 instemmen. Voordelige saldi reserveren is altijd goed (voorstel 2). Als er nadere onderbouwingen aan de raad worden voorgesteld, dan kunnen de ontwikkelingen er wellicht heel anders uit zien en op basis daarvan wil de fractie dan een besluit nemen; zij kan dan ook niet instemmen voor voorstel besluit nummer 3. De heer JANSEN merkt op dat de heer Hoogeveen in eerste termijn gesteld heeft te kunnen instemmen met de verhoging van de OZB in 2003. Voor de noodzakelijkheid van een verhoging in 2004 etc. zou de fractie van het PAB echter graag een onderbouwing ontvangen. De fractie is dus niet tegen de Zomernota. De heer DE BAAT heeft geconcludeerd dat de fractie van de PvdA tegen de Zomernota zal stemmen. Hij verzoekt de heer TEGELAAR een motie in te dienen voor sluiting van het theater om middelen te genereren voor het betalen van voorgenomen beleid en autonome ontwikkelingen. Dan kan de OZB verhoging achterwege blijven. De heer TEGELAAR stelt dat zijn fractie heeft gezegd: het college komt met een onvolwassen stuk. Het ontbreekt aan visie en keuzes. De fractie heeft een serieus voorbeeld van een mogelijke besparing gegeven en heeft aangegeven dat het college beter moet zoeken naar mogelijke besparingen in oud en bestaand beleid en ook kritisch moet kijken naar nieuw beleid. Dat is in de ogen van de fractie onvoldoende gebeurd en daarmee kan de Zomernota voor de fractie dan ook nooit leidend zijn voor het meerjarenperspectief. De fractie verwacht dat het college bij de begroting het huiswerk opnieuw heeft gemaakt en dat er dan tot een substantiële discussie kan worden gekomen. Niet nu. De heer DE BAAT geeft aan dat het college niet heeft gevraagd voor of tegen de Zomernota te zijn. Er wordt gekeken naar het vermoedelijke resultaat over 2002 en de herbegroting wordt besproken. Hij informeert of de fractie van de PvdA voor of tegen de herbegroting 2002 is. De heer TEGELAAR stelt niet te hebben gezegd tegen de herbegroting 2002 te zijn. Voor wat betreft besluit 2 is de PvdA-fractie voor daar waar het over 2002 gaat en aangezien dat niet goed mogelijk is, zal de fractie dus ook tegen besluit 2 stemmen. Cruciaal is wat hem betreft besluit nummer 3, waar staat: de ontwikkelingen ten aanzien van het meerjarenperspectief als basis voor het financiële beleid te hanteren. Op basis van deze nota zegt de fractie daar nee tegen. De argumenten om geen collegeprogramma te maken hebben de fractie van de PvdA niet overtuigd, wat de fractie betreft moet er voor 1 oktober een collegeprogramma zijn. De fractie mist verder een reactie op de woonlastennota in de beantwoording. Wethouder Vogel heeft nieuwe argumenten aangedragen inzake het leerwerkcentrum. Over de regio moet volgens de heer TEGELAAR nog een aantal fundamentele discussies gevoerd worden, waarbij erop moet worden gelet dat hetgeen nu in een gemeenschappelijke regeling door Zuid-Holland-Zuid wordt gedaan, niet in gevaar mag komen. De heer SCHEURWATER dankt voor de beantwoording van de gestelde vragen. De politiek is de baas, is duidelijk gesteld. De heer SCHEURWATER is van mening dat er echter niet alleen op de cijfers mag worden gelet, maar dat er ook een duidelijk beleid moet worden uitgestippeld. Eerst kijken hoeveel geld je hebt en wat je daarmee moet of kunt uitvoeren. Het beleid is volgens de ChristenUnie nu onvoldoende duidelijk. Daarom moet volgens deze fractie toch een collegeprogramma worden geschreven, waarbij duidelijk een scheiding wordt aangegeven tussen het beleid op lange termijn en het beleid op korte en zeer korte termijn en welke financiële tegenvallers mogelijk nog te verwachten zijn. De structuur naar de toekomst toe is niet duidelijk. Als voorbeeld noemt de heer SCHEURWATER de compensatie Drechtoevers. Verder staat op bladzijde 25 bij vrijwilligerswerk vrij vertaald: Willen we als gemeente volledig profiteren van het subsidiepotje van het rijk, dan zullen wij als het ware eerst het vrijwilligerswerk hoger moeten subsidiëren om de maximale subsidie van het rijk binnen te halen. De heer SCHEURWATER vindt het nogal wat om zo n uitspraak op papier te zetten. De heer Stremler zegt dat het bedrag van 195.000,-- al is ingeboekt omdat er vanuit gegaan wordt dat we dit bedrag zeker zullen 16

terug krijgen. Kijkend naar het Drechtoeverproject in Zwijndrecht en Hendrik Ido Ambacht is echter duidelijk dat er veel meer geld bij moet en dat is in de diverse Buraps ook al aangegeven. De heer SCHEURWATER mist hier duidelijk een stuk visie. Bij efficiency moet volgens hem een scheiding gemaakt worden tussen kwantiteit en kwaliteit. Kwantiteit geeft aan dat er 7 fte bij moet. Kwaliteit wil zeggen: zit de juiste persoon op de juiste stoel en wordt getracht ook daar de efficiency te verbeteren? In het kader van efficiency wijst de heer SCHEURWATER ook op het opknappen van de sporthal. Is het niet verstandiger om hiermee te wachten tot de nota jeugdbeleid gereed is, of is de situatie zo slecht dat uitstel niet langer gerechtvaardigd is? Inzake communicatie merkt de heer SCHEURWATER op dat hij hier doelde op de ambulancedienst op de N3-locatie. Hierover is ongeveer 3 jaar geleden uitgebreid gedebatteerd en uiteindelijk is hiervan afgezien vanwege infrastructurele bezwaren. De heer SCHEURWATER betreurt dat in de communicatie met bewoners niet gekeken is wat er in de tussenliggende jaren is veranderd en waar eventueel fouten zijn gemaakt. De fractie van de ChristenUnie wacht de notitie inzake de revitalisering van het Oosteind af. Inzake de ontwikkelingen in de regio denkt de fractie dat het heel goed is hierover nader te spreken. Voor wat betreft Zuid-Holland-Zuid en de effectiviteit daarin in relatie tot de Drechtsteden overhandigt de heer SCHEURWATER de voorzitter een motie. De VOORZITTER leest de motie nummer 5 voor: De gemeenteraad van Papendrecht op 18 juli 2002 in vergadering bijeen nodigt het college uit voor het maken van een studie over de effectiviteit van Zuid-Holland-Zuid ten opzichte van de Drechtsteden met het oog op regionale ontwikkelingen en gaat over tot de orde van de dag. De VOORZITTER constateert dat de motie in voldoende mate is ondertekend. De motie maakt deel uit van de beraadslagingen. De heer VAN ENGELEN constateert uit de beantwoording inzake het ontbreken van het collegeprogramma dat er gebrek is aan slagkracht bij het college en hij memoreert dat er wat GroenLinks betreft een wethouder meer in het college had mogen zitten. Wat zijn fractie betreft ontbreekt het totaalbeleid en dat is ook het grote punt bij besluit voorstel 3. De suggestie omtrent het personeelsplan van de VVD wordt door de fractie van GroenLinks ondersteund. Dat het college de tijd wil nemen om de nota Jeugdbeleid interactief tot stand te laten komen is prima, maar het moet volgens de fractie ook weer niet zo zijn dat deze nota te lang op zich laat wachten. Inzake Homestart is een duidelijk keus gemaakt, want het is opgevoerd als niet uit te voeren beleid. Daarom wilde de fractie er over discussiëren. Bij de beantwoording is gezegd dat het project niet per definitie is afgevoerd, maar dat dit wordt betrokken bij de nota Jeugdbeleid. De heer VAN ENGELEN wil graag weten of hij dit juist heeft begrepen. De redenering bij de bezuiniging van 50.000,-- op instellingen in 2005 is misschien op zich wel juist, maar de heer VAN ENGELEN wil toch graag weten waar het bedrag vandaan komt. Ten aanzien van Zuid- Holland-Zuid blijft het volgens de fractie altijd zaak de baten/lastenverhouding, vooral ook in relatie tot Drechtsteden in de gaten te houden. De heer MEESTERS verzoekt naar aanleiding van de motie inzake Salsa om een totaaloverzicht van de aangevraagde en toegekende subsidies, zodat een goed oordeel kan worden geveld over de prioriteit. De heer VAN ENGELEN wijst erop dat dit overzicht in de Welzijnsnota is opgenomen, maar dat er geen paraplu is (een collegeprogramma) waarin al die nota s verwerkt zijn. De heer GOUDRIAAN betreurt eveneens dat het college afziet van het maken van een collegeprogramma. Hij ziet de personeelsonderbouwing en het financiële plaatje met gefundeerde voorstellen hij met belangstelling tegemoet. Voor de heer GOUDRIAAN is in dit verband een redelijke verhoging van de OZB bespreekbaar. 17

De heer BLASE merkt op dat er zich een meerderheid in de raad aftekent die wel een collegeprogramma wil. Hij informeert of de heer Goudriaan het de moeite waard vindt om er naar te streven dat er wel een collegeprogramma komt. De heer GOUDRIAAN bevestigt dit. De discussie over Zuid-Holland Zuid in relatie tot het Drechtstedenbestuur wordt door de heer GOUDRIAAN uiterst nuttig en zinvol geacht. Met de motie inzake Homestart kan hij instemmen onder voorwaarde dat eventuele verdere stappen op basis van inhoudelijke discussie moeten plaatsvinden. De motie inzake Radio Salsa zal de heer GOUDRIAAN niet steunen, omdat die in zijn ogen overbodig is. De heer VOGELS ziet gezien het late tijdstip op dit moment af van nadere beantwoording op de door hem gestelde vragen. Hij komt te zijnertijd nog wel terug op verlaging van het budget uitbestedingen van sector ROB en de rentabiliteit over eigen accommodaties. Ten aanzien van de personeelssterkte merkt de heer VOGELS op dat zijn fractie vindt dat er vooral naar kwaliteit gekeken moet worden: de juiste man of vrouw op de juiste plek. Ook moet gekeken worden naar de juiste verhouding tussen ambtelijke inzet en de activiteiten voor burgers. Er is te weinig onderbouwing. Hij is blij met de interactieve wijze waarop de nota Jeugdbeleid tot stand gaat komen, maar is evenwel van mening dat iets direct weer afvoeren dat er heel goed inpast, een gemiste kans is. Inzake de voorwaarden die de Drechtsteden voor compensatie heeft aangegeven informeert de heer VOGELS hoe hard die voorwaarden zijn. De heer DE BAAT memoreert dat het financieel meerjarenperspectief een groot tekort laat zien door voorgenomen beleid en autonome ontwikkelingen. Hij verzoekt de heer VOGELS aan te geven hoe die denkt om te gaan met dit tekort. De heer VOGELS merkt op dat er van de zijde van het college onvoldoende onderbouwde voorstellen worden gedaan en dat nu van de oppositie onderbouwde oplossingen worden verwacht. De heer DE BAAT onderstreept dat de OZB-verhoging alleen al nodig is ter dekking van het bestaand beleid en de autonome ontwikkelingen. Nog niet eens voor echt nieuw beleid. De heer VOGELS acht een uitspraak hieromtrent op dit moment niet van belang aangezien de begroting nog onvoldoende onderbouwd is. De heer BLASE herinnert eraan dat de heer De Baat heeft toegezegd te zullen reageren op de alternatieve voorstellen van de PvdA. De heer DE BAAT meent dit al te hebben gedaan, omdat hij gegeven dit meerjarenperspectief de behoefte had om op dit moment een bezuiniging op het theater in te brengen, want het meerjarenperspectief is met behulp van ruimtescheppende maatregelen meer dan sluitend als er een mits geplaatst wordt bij de personeelsbegroting. De raad heeft een discussie over het theater en dat betekent dat als het voorstel van de PvdA een voorstel zou zijn in deze raad, de PvdA gehouden is om dat voorstel te toetsen aan het staande beleid van deze gemeenteraad. De VOORZITTER schorst de vergadering om 01.00 uur. De VOORZITTER heropent de vergadering om 01.45 uur met het volgende voorstel van orde. De VOORZITTER stelt voor gelet op het late tijdstip - de discussie over de Zomernota 2002 te onderbreken en voort te zetten in de raadsvergadering van 19 september a.s. In die vergadering zal dan ook de Burap 2002 weer worden geagendeerd. Het is wel van belang nu agendapunt 12 nog te behandelen in verband met fatale termijnen. Dit voorstel van orde wordt aangenomen. 18

12. Voorstel ter goedkeuring van het besluit van het college tot verdaging van de beslissingstermijn op de aanvraag om bouwvergunning voor het bouwplan Merwehoofd ex artikel 46, lid 2, van de Woningwet (raadsvoorstel 2002, nummer 57). Zonder beraadslaging gaat de raad akkoord met het voorstel. (raadsbesluit 2002, nummer 9254). 13. Sluiting. De VOORZITTER geeft aan te zullen zoeken naar een verantwoorde weg, bijvoorbeeld om aan het huidige vergaderschema reservedata toe te voegen, voor het geval een raadsvergadering dreigt uit te lopen tot na 23.30 uur. Vervolgens sluit hij de vergadering om 01.50 uur met dank aan een ieder voor zijn/haar inbreng. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 19 september 2002. De secretaris, De voorzitter, Ing J. H. van de Zedde. C.J.M. de Bruin 19