Voorstel aan college Nummer: h160029344 Datum: 7 september 2016 Opsteller: J.C. van der Veen Portefeuillehouder: Wethouder De Jong Onderwerp: Parkeren Binnenstad en Waterfront Het college van B&W besluit: De raad voor te stellen: Onderdeel Parkeerproef 1. De maatregelen parkeerproef continueren waarbij het financieel effect reeds is vertaald in de begroting. De maatregelen betreffen: - de 2 uur gratis parkeren in de Houtwal en Westeinde op maandag t/m vrijdag; - de tariefsverhoging parkeervergunning +20% vervalt voor vergunninghouders bewoners bij een tweede vergunning op naam; - het tarief van de vergunning Westeinde voor werknemers te verlagen van 350,- naar 50,- per jaar (prijspeil 2016); - het parkeerterrein Lelykade P2 openstellen voor parkeren van werknemers voor 50,- per jaar (prijspeil 2016). - het handhaven van gratis parkeren voor werknemers op het parkeerterrein Flevoweg P3. Onderdeel Tarieventabel 2. De parkeertarieven conform tarieventabel vast te stellen als uitgangspunt voor de belastingverordening parkeergelden voor de periode 2017-2021. 3. Als pilot in 2017 het verstrekken van een zorgpas mantelzorgers voor gratis parkeren in de binnenstad. Onderdeel t.b.v. Parkeerverordening 4. Het openstellen van de parkeergarage Houtwal voor parkeren werknemers. 5. Het openstellen van de Scheepssingel voor de vergunninghouders: bewoners en de werknemers binnenstad. Parkeerprogramma Waterfront 6. De variant Waterfront B vast te stellen als uitgangspunt in de parkeerexploitatie en het parkeerprogramma Waterfront en wel voor: a. Het Dolfinariumeiland met minimaal 525 pp handhaven (conform besluitvorming in 2014) b. De Kop van de Stadswerven van 950 pp verlagen naar 600 pp (voorlopig), De bepaling van de parkeercapaciteit vindt plaats op basis van een definitieve invulling van het leisure programma Waterfront en het actuele aantal bezoekers Dolfinarium. c. Het Overloopterrein, 2100 pp (1900 pp + 200 pp dubbelgebruik bus-parkeerplaatsen) conform besluitvorming in 2014. Onderdeel Parkeerexploitatie 2016 7. De parkeerexploitatie Houtwal en de parkeerexploitatie Waterfront samen te voegen in een Parkeerexploitatie 2016 Begroting exploitatie Houtwal 8a. De begrote exploitatieresultaten Houtwal vanaf 2018 met structureel 850.000,- te verlagen. b. Het restant van de bestemmingsreserve Houtwal inzetten om de structurele verlaging van de exploitatieresultaten van deze 850.000,- geleidelijk te laten verlopen en deze structurele verlaging voor de begroting te betrekken bij de kadernota 2018-2021. Onderdeel Parkeerfonds 9a. De Parkeerfondsverordening, (verordening van 7 april 2011, onder nummer 32), per ingaande 1 januari 2017 intrekken en inzetten op alternatieve parkeeroplossingen in- en rond de binnenstad zoals opgenomen bij de argumentatie. b. Artikel 2.5.30, leden 5 en 6 van de Bouwverordening Harderwijk 2010 (verordening van 16 september 2010, onder nummer 70 en zoals sindsdien gewijzigd), in te trekken met ingang van 1 januari 2017. - 2 -
Inleiding In dit collegevoorstel wordt toegewerkt naar een nieuw startpunt. Dat wil zeggen dat er duidelijke lijnen worden voorgesteld voor: - de herziening van het parkeerbeleid en het reëel ramen van de parkeeropbrengsten van de bestaande parkeervoorzieningen Binnenstad; - de herziening van de parkeerexploitatie van de toekomstige parkeervoorzieningen Waterfont; - het bieden van een oplossing voor het opvangen van het structurele begrotingstekort dat ontstaat door hogere kapitaallasten van het parkeren in gebouwde voorzieningen; - een strategische keuze wat betreft de omvang van het parkeerprogramma in samenhang met de beschikbare bestemmingsreserve. Onderdeel: parkeren Binnenstad Vanuit het versterken van de economische functie van de binnenstad heeft de raad vorig jaar besloten tot het houden van een Parkeerproef. Dit mede om effecten in beeld te brengen van de mogelijkheid om gratis te parkeren bij die binnenstad in samenhang met regulier betaald parkeren op de overige parkeerterreinen in en om de binnenstad. Daarnaast zijn aanvullende maatregelen in de parkeerproef opgenomen waaronder herziening van parkeertarieven, het verlagen van de parkeeroverlast in omliggende woonwijken, en maatregelen ten gunste van vergunninghouders, bewoners en werknemers in de binnenstad. In de nota: onderdeel Parkeren Binnenstad is een herziening van het parkeerbeleid voor de verschillende doelgroepen in samenhang met de aanbevelingen vanuit de evaluatie Parkeerproef. In de tarieventabel is een doorkijk van de tarieven opgenomen voor de periode 2017-2022 als uitwerking van het parkeerbeleid De parkeernota is in nauwe afstemming tot stand gekomen met de klankbordgroep Parkeren Binnenstad waarin vertegenwoordigd zijn de bewoners en ondernemers van de binnenstad. In de parkeernota kiest het college voor het versterken van de binnenstad en het reëel ramen van de parkeeropbrengsten. De dienstverlening t.b.v. bezoekers van de binnenstad staat daarbij voorop. Qua hoogte van de parkeertarieven wordt aansluiting gezocht bij de omvang van Harderwijk. Het college kiest niet voor zo hoog ogelijke theoretis he parkeerop re gste. De fi a iële consequenties van deze keuze, zijn vertaald in een herziening van de begroting parkeeropbrengsten. Onderdeel: Parkeren Waterfront In het onderdeel Waterfront is de parkeerbehoefte afgestemd op de huidige parkeerbehoefte van zowel het voorlopig leisure programma Waterfront en het huidig bezoekersaantallen Dolfinarium. Deze herziening maakt een strategische keuze is mogelijk wat betreft de omvang van de toekomstige parkeervoorzieningen van de parkeergarage Kop van Stadswerven. Hiertoe zijn een drietal parkeervarianten Waterfront uitgewerkt die input leveren voor de parkeerexploitatie 2016. In de nota, onderdeel: Parkeren Waterfront zijn de parkeervarianten uitgewerkt. Onderdeel parkeerexploitatie 2016 De parkeerexploitatie 2016 geeft een actueel inzicht van de exploitaties van de zowel de bestaande als de parkeerontwikkelingen Waterfront. De drie parkeerexploitaties te weten: bestaande parkeervoorzieningen, Houtwal en Waterfront vormen samen de parkeerexploitatie 2016. Op basis van de baten 2014 en 2015 zijn reële ramingen opgesteld voor de bestaande parkeervoorzieningen. Deze herziening heeft geleid tot een aanpassing van de begroting bestaande parkeervoorzieningen. Hiertoe heeft de raad inmiddels besloten deze lagere parkeeropbrengsten ten laste te brengen van de Algemene Reserve (2016) en de kadernota 2017-2020 (raadsbesluit, mei 2016). Voor de exploitatie van de Houtwal is een oplossing opgenomen in relatie tot het onttrekken van gelden uit de bestemmingsreserve. De herziening van het parkeerprogramma geeft de input aan de parkeerexploitatie zoals opgenomen in het laatste onderdeel van de parkeerexploitatie. Alternatieven Voor de beslispunten 1 t/m 5 geldt het alternatief: de maatregel niet continueren of doorvoeren. Het niet doorvoeren van de maatregelen: 1 t/m 5 is sluit niet aan bij de beoogde herziening van het parkeerbeleid, tarieven en/of reëel ramen van de parkeeropbrengsten. Mede gelet op het draagvlak onder vergunninghouders en bewoners voor de beoogde aanpassingen, is dat niet wenselijk. De consequentie van een laag tarief van de parkeervergunning heeft een negatief effect op de parkeerexploitatie en dan met name voor het parkeren in de parkeergarages. De werkelijke structurele kosten per parkeerplaats zijn in de parkeergarages namelijk hoger dan de voorgestelde tarieven van de parkeervergunningen. Punt 6: De alternatieven voor de variant B (flex) is A en C. De afweging is opgenomen in deel 3: Parkeren Waterfront. Voor de beslispunt 7 geldt dat het niet integreren van de van de parkeerexploitaties niet
bijdraagt aan het kunnen maken van een integrale afweging/keuze wat betreft toekomstige parkeerontwikkelingen. Punt 8. De bestemmingsreserve Houtwal niet inzetten voor een structurele verlaging van het exploitatieresultaat maakt dat de reserve na vier jaar is uitgeput. Punt 9: De parkeerfondsverordening niet intrekken maakt dat bouwinitiatieven in en rond de binnenstad mogelijk geen doorgang vinden vanwege de huidige afkoopregeling en dat is niet wenselijk. Argumenten 1. De maatregelen binnen de parkeerproef dragen bij aan het versterken van de economische functie van de binnenstad, door een significante groei van het aantal bezoekers en het vergroten van het draagvlak voor betaald parkeren onder bewoners en ondernemers van de binnenstad. De parkeeropbrengsten zijn verlaagd met structureel 146.000,- en reeds verwerkt in de begroting. 2. De parkeertarieven in de Tarieventabel (zie nota Parkeren Binnenstad) zijn een uitwerking/weergave van het herziening van het parkeerbeleid. De bijgestelde parkeertarieven van de bestaande parkeervoorzieningen vormen de input voor de Parkeerexploitatie 2016. Daarnaast zijn ook de (gewijzigde) tarieven voor de parkeervoorzieningen Waterfront als uitgangspunt opgenomen. De tarieven zijn tot stand gekomen in goed overleg met de klankbordgroep Parkeren Binnenstad. 3. De pilot van gratis parkeren voor mantelzorgers die belangeloos (niet commercieel) zorg verlenen aan bewoners in de binnenstad komt voort uit afstemming met de consulentmanager van WMO. Met de pilot van een jaar verwachten we zicht te krijgen op het aantal verzoeken voor een zorgpas. Daarnaast wordt ook duidelijk de eventuele noodzaak van regelgeving bij uitgifte van de zorgpas. Eind 2017 wordt de invoering van de zorgpas als maatregel geëvalueerd. 4. Het openstellen van de parkeergarage Houtwal voor vergunninghouders werknemers binnenstad verhoogt de dienstverlening van parkeren. De parkeercapaciteit van de Houtwal is toereikend om de parkeervraag van deze doelgroep op te vangen. 5. Het openstellen van de Scheepssingel voor vergunninghouders bewoners en werknemers binnenstad verhoogt de dienstverlening van parkeren. De parkeercapaciteit van de Scheepssingel is toereikend om de parkeervraag van deze doelgroepen op te vangen. 6. De variant B (flex) biedt voldoende parkeercapaciteit om de parkeerbehoefte op te vangen van vergunninghouders bewoners en werknemers, bezoekers Boulevard als ook de bezoekers van het (voorlopige) leisure programma van Waterfront. De variant is daarnaast flexibel wat betreft de benodigde parkeercapaciteit in de toekomst. Hiertoe wordt bij het ontwerp van de fundatie van de parkeergarage Kop van de Stadswerven rekening gehouden met de optie van een uitbreiding van het aantal parkeerplaatsen (parkeerdekken). De parkeercapaciteit van het Overloopterrein is met 200 pp verhoogd ten opzichte van de besluitvorming in maart 2014 (was 1900 pp wordt 2100 pp). De uitbreiding van 200 pp is mogelijk door ook de bus-parkeerplaatsen op het Overloopterrein in te zetten voor het parkeren van auto s tijdens het hoogseizoen, wanneer er geen of weinig bussen parkeren (dubbelgebruik). De verhoging van de parkeercapaciteit van het Overloopterrein heeft om die reden geen financiële/ruimtelijke consequenties. 7. De parkeerexploitatie Houtwal en de parkeerexploitatie Waterfront opnemen in de Parkeerexploitatie 2016. Dit maakt een integrale financiële afweging mogelijk tussen de parkeervoorzieningen nu en in de komende jaren, bij het ontwikkelen en in gebruik nemen van nieuwe parkeerlocaties. 8. a. De huidige exploitatie van de parkeergarage Houtwal is budgettair neutraal opgenomen in de begroting. Dit is mogelijk door jaarlijks ca. 850.000 te onttrekken aan de bestemmingsreserve Houtwal. Dit is geen structurele oplossing omdat genoemde reserve over ca. 4 jaar uitgeput is. Om het exploitatietekort structureel op te lossen wordt voorgesteld het exploitatieresultaat parkeren Houtwal met 850.000 te verlagen en dit te betrekken bij de Kadernota 2018-2021. b. Om het effect van beslispunt 8 niet in één keer in de begroting op te vangen wordt voorgesteld het resterende bedrag binnen de bestemmingsreserve Houtwal in te zetten om het wegvallen van de opbrengsten geleidelijk binnen de begroting op te kunnen vangen. 9. De parkeerfondsverordening is nu 5 jaar van toepassing. De verordening heeft in de praktijk niet of onvoldoende positief bijgedragen aan bouwinitiatieven waarbij de aanleg/uitbreiding van het vereiste aantal parkeerplaatsen op eigen terrein geen optie is. Zijn er wel parkeeralternatieven aanwezig, dan biedt de parkeerfondsverordening in de huidige vorm onvoldoende ruimte aan initiatiefnemers voor ontwikkelingen. In het voorstel wordt de parkeerfondsverordening vervangen door concrete alternatieve parkeeroplossingen in bijvoorbeeld de koop van parkeerplaatsen in de Bleek en/of parkeervergunningen in de parkeergarage Houtwal.
Financiën In het onderstaande tabel zijn de investeringen van de parkeervoorzieningen per variant opgenomen (bedragen x miljoen) Parkeervariant en Waterfront Dolfinariumeiland Kop van de Stadswerven*) Overloopterrein Totaal A 6,83 13,11 6,88 26,82 B (flex) 6,83 8,68 6,88 22,39 C 6,83 4,95 6,88 18,66 In het voorstel wordt variant B (flex) als voorkeur geadviseerd. Financieel wordt dan ook alleen op deze variant verder ingegaan. In de advisering over het parkeerprogramma Waterfront (juni 2014) is aan de raad aangegeven dat door de hogere kapitaallasten van de toekomstige parkeergarages Waterfront er sprake is van een structureel tekort voor de begroting van circa 2,3 miljoen in 2023. In de kadernota 2016-2019 is aangeven dat op het moment van het wegvallen van de bestemmingsreserve Waterfront er een bezuinigingsdruk ontstaat voor de begroting van circa 2,3 miljoen. Een deel van deze 2,3 miljoen is reeds bij de eerste herziening van de begroting opgenomen (kadernota 2017-2020) door het verlagen van de parkeeropbrengsten met circa 1,0 miljoen. Voor het restbedrag van circa 1,3 miljoen wordt in deze advisering een oplossing aangegeven. In de huidige begroting is het exploitatieresultaat van de parkeergarage Houtwal en het boulevard parkeren 1,3 miljoen positief. Door extra investeringen als gevolg van de bouw van parkeergarages binnen het Waterfront komt dit positief resultaat onder druk te staan. Van genoemd bedrag wordt 0,85 miljoen gerealiseerd door een jaarlijkse onttrekking aan de reserve Houtwal. Deze bestemmingreserve is na een periode van 4 jaar uitgeput. Bij beslispunt 8 wordt voorgesteld dit bedrag te betrekken bij de kadernota 2018-2021. Voorgesteld wordt het resterende deel van de bestemmingsreserve (circa 4,0 miljoen) in te zetten om het wegvallen van de opbrengsten geleidelijk binnen de begroting op te kunnen vangen. Exclusief de exploitatie Houtwalgarage bedraagt het huidige exploitatieresultaat ca. 0,45 miljoen positief. De exploitatie van variant B (flex) laat zien dat we in 2031 dit gewenste niveau weer bereiken. Om in de tussenliggende jaren het gewenste niveau van 0,45 te houden is een eenmalige bijdrage van 5,6 miljoen noodzakelijk. Daarnaast gaat variant B (flex) er vanuit dat de gebouwde voorzieningen van de parkeergarages in het Waterfront worden gedekt door de vorming van een bestemmingsreserve kapitaallasten waar een bedrag van 13,7 voor benodigd is. De overige kapitaallasten anders dan bouwkundig van de parkeergarages worden opgevangen binnen de exploitatie van de parkeren. In de meest ideale situatie worden de investeringen structureel gedekt. In dit geval wordt echter voorgesteld een bestemmingsreserve kapitaallasten te vormen omdat niet voldoende structurele middelen beschikbaar zijn. Incidentele middelen, om de bestemmingsreserve kapitaallasten te kunnen vormen, zijn wel beschikbaar in de vorm van de bestemmingsreserve parkeren Waterfront. Totaal is een eenmalig bedrag nodig van 19,3 miljoen Variant B (flex) Lasten Omschrijving Investering gebouwde parkeervoorzieningen* Variant B (flex) Lager exploitatieresultaat ten opzichte van begroting tot 2031 i.v.m. hogere kapitaallast (ca. 0,45 miljoen/jaar) Bedragen x 1 miljoen 13,7 5,6 Totaal 19,3 Dekking Bestemmingsreserve Parkeren Waterfront** 12,1 Te kort 7,2 *) De overige kapitaallasten t.b.v. installaties en parkeerapparatuur van de parkeervoorzieningen Waterfront worden opgevangen binnen de parkeerexploitatie. ** ) In de reserve parkeren Waterfront is op dit moment 12,1 miljoen beschikbaar van de totale reserve 13,5 miljoen. De kapitaalsinvestering van 1.4 miljoen t.b.v. de aanleg tijdelijk parkeerterrein P2 Lelykade
is hierop in mindering gebracht. Dit betekent dat er nog een bedrag van 7,2 miljoen aan eenmalige dekking gevonden moet worden. Op dit ogenblik wordt, als gevolg van wijziging in de regelgeving, de hoogte van de rentepercentages waar we mee rekenen herzien. Dit heeft enorme gevolgen voor de grondexploitaties. Definitief bekend is dit niet eerder dan bij de herziening van de grondexploitaties bij de jaarrekening 2016. Het resultaat hiervan wordt betrokken bij de kadernota 2018-2021. Op basis van huidige gegevens zal de herziening van de grondexploitaties genoeg ruimte bieden om het bedrag ad 7,2 miljoen te kunnen doteren aan een te vormen bestemmingsreserve kapitaallasten. Zekerheid over dit laatste is nu nog niet te bieden. Bij de kadernota 2018-2021 zal het totale financiële speelveld bekend zijn. Ook dan pas worden de raad definitieve keuzes voorgelegd. Communicatie In het voortraject is de klankbordgroep Parkeren Binnenstad nauw betrokken bij het tot stand komen van de parkeernota Parkeren Binnenstad alsmede adviezen en suggesties een rol hebben gespeeld bij het opstellen van deze parkeernota. We kunnen daarmee stellen dat deze parkeernota kan rekenen op breed draagvlak onder bewoners en ondernemers van de binnenstad. Bijlagen: Nota Parkeren met de onderdelen Binnenstad, Waterfront en Exploitatie 2016