Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel.

Vergelijkbare documenten
Themales: met handen en voeten taalvrijwilliger/docent werkblad: Geef me de vijf. werkblad: Een handje helpen.

Nodig: flappen en stiften, werkblad vragenkaartjes, werkblad antibiotica hoezo?, werkblad gesprekje bij de dokter en spreekkaarten.

Het theedrinken in Nederland in de 17e en 18e eeuw heeft drie fases gekend en in elke fase heeft theedrinken een andere functie gehad.

Themales Wonen taalvrijwilliger/docent werkblad huizen

Nodig: Flappen en stiften, werkblad verkiezingskaartjes met scoreformulier, werkblad spreekkaarten, A-3 posters met stiften, potloden end.

Ja, ik heb een fietstas./nee, ik heb geen fietstas.

Nodig: bord/flappen en stiften, kartonnen kaartjes, geeltjes, werkblad: een fijn gesprek, werkblad tips voor een sollicitatiegesprek

werkbladen thema 1 naar een nieuwe school

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak. SPREKEN NIVEAU A1

afgeven de kleur gaat in de Dit rode overhemd moet je apart wassen, want het g a. andere kleren zitten

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Wat zie je er leuk uit!

TAALDORP FICHES: À L OFFICE DE TOURISME

Leesboekje de kleding

Thema 5 Elena heeft nieuwe spullen nodig

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

Spreken. Les 4: Wat zeg je? In een kledingzaak OPDRACHTKAART.

Thema Op zoek naar werk

OPA EN OMA DE OMA VAN OMA

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

(G)woorden die met tijd te maken hebben en woordvolgorde:

Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen. Introductiefase bij de eerste les: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?

Lesideeën beroepenkaarten WERKEND NEDERLANDS

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Thema Op zoek naar werk. Demet TV. Lesbrief 7. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Spreekopdrachten thema 1 Nederland

Nodig: werkblad fit, spullen uit de huisapotheek als pleisters, gaasjes, paracetamol, vitaminepillen etc. voor het woordweb de huisapotheek, werkblad

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Nodig: werkblad lentequizz, werkblad het is altijd lente, werkblad een gesprekje over het weer.

Lesbrief Alles goed? Alles goed is een voorstelling van Timo van den Heuvel De Spraakversterker. Voor meer informatie:

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Spreekopdrachten thema 4 Gezondheid

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

Thema Op zoek naar werk

Oefenen met breuken. Circuitles voor groep 6

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Handleiding. UNICEF Handleiding lessuggestie Schoolplein groep 3-4. Schoolplein

Eenzaam. De les. Inhoud. Doel. Materiaal. Belangrijk. les

Thema Op zoek naar werk. Les 10. Het sollicitatiegesprek Afspraken maken

TOOLBOX TOOLBOX. Betekenisvol Contact AAN DE SLAG MET DE. Draaiboek voor twee trainingsbijeenkomsten

Het thema van deze les is Op zoek naar werk. Dit is les 7 Beginners. Werk vragen in een winkel.

Bijeenkomst over geloofsopvoeding Communiceren met je puber Deze bijeenkomst sluit aan bij Moments, magazine voor ouders van jongeren van jaar

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A2 THEMA 2 GELD

Algemene instructies voor de Integratielessen. Introductiefase

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

Herhalingsles van het thema Op zoek naar werk

Thema kleding, voor de docent.

Les 2 Samenvatten. Leestekst: Lachen. 1. "We gaan vandaag weer proberen om de tekst die jullie krijgen samen te vatten."

VERGETEN? VERLOREN? GESTOLEN? 1.2,opvoeder

Gezond thema: DE HUISARTS

DUUR WAT HOE MATERIAAL

TAALDORP FICHES: À L OFFICE DE TOURISME

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Speklappen en rookworsten

werkbladen thema 5 werk

Bijlage 1. Beste ouders/verzorgers van de leerlingen van groep 3/4,

Red met jouw klas de wereld! Handleiding van het digitale educatiepakket bij de voorstelling: Wij redden de wereld

Spreekopdrachten thema 3 Vervoer

Uitvinders HANDIGHEIDJES

vantevoren : Ieder neemt mee: bijbel, pen en notitieblok, programma uur uur.

Werkvormen beroepenkaarten

HEB JE HUISWERK VANDAAG?

Extra spreekopdrachten

WERKEN MET VERHALEN VAN DE HODJA

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon. SPREKEN NIVEAU A1

Deze opdracht doe je met een maatje. Vertel aan elkaar wat je hebt onthouden van de tekst. Gebruik de woorden: Wie? Wat? Welke? Waar? Wanneer? Hoe?

Hielprik voor de baby van Miriam en Dennis

Pak de jas! Werkvorm: Spel. Materiaal: Dobbelsteen Zes gekleurde jasjes. Verloop:

Werkblad Mijn talenten en werk - kwaliteitenreflectie

D R A A I B O E K W O R K S H O P :

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 3 Kinderen

Spreekopdrachten thema 1 Voorstellen

EEN AFSPRAAK ANNULEREN

Groepsvorming en een positief sociaal klimaat, waar leerlingen zich mede verantwoordelijk voor voelen,

Thema In en om het huis

Deel D Spreken - Thema 11 Milieu

Melkweg. Lekker warm. Lezen van Alfa A naar Alfa B. Wonen: Gas en stroom

Opzet onderwijsexperiment

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

Interactief voorlezen

Rick de Leeuw. Hou me stevig vast

LESBRIEF LES 1 DE VOEDSELKETENLES SAMENVATTING LES 1 VOORBEREIDING BENODIGDHEDEN DUUR LESDOELEN LINK ZAAKVAKKENINHOUD. Wat is voedselverspilling?

Ga naar klik bij Test en spel op: Alle tests en spellen Doe de test: Wat voor geldtype ben jij? Uitslag: je bent een

Begeleide externe stage

Themales geluid taalvrijwilliger/docent werkblad een vreemd geluid, werkblad de stam vinden, werkblad spelen met de stam werkblad: een vreemd geluid

dat ik aan mijn baas en collega s moet doorgeven welke werkzaamheden ik heb gedaan en wat nog gedaan moet worden.

Praten met kinderen over de wereld: Tien Tips voor Ouders

Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART.

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

REKENEN MET AFLATOUN HOEVEEL MUNTJES? (15 MINUTEN) MUNTJES!! (15 MINUTEN) MEL & JOL OP DE MARKT (30 MINUTEN) VAN GROOT NAAR KLEIN (15 MINUTEN)

ERN. Klantgericht handelen. Taak. Doelen. Werk jij ook zo klantgericht dat elke klant met een tevreden gevoel de winkel verlaat?

Hoe gaat het in groep 1/2 b

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Thema Op zoek naar werk

SPOT EEN JOB! Vacatures zoeken. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Transcriptie:

Themales kleding taalvrijwilliger/docent Nodig: foldermateriaal van kleding, flappen en stiften, werkblad: gesprekje met de buurvrouw, werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel. opwarming: Cursisten zitten in een kring. Leg een grote flap in het midden en schrijf het woord kleding op de flap. Deel stiften uit en laat de cursisten alle woorden opschrijven die ze kennen. Daarna woorden laten uitleggen als er onbekende bij zijn. Vervolgens centraal cursisten laten vertellen wat ze dragen volgens het voorbeeld op het bord: Voorbeeld: Julia wat voor kleding draag jij? Ik draag een zwarte lange broek en een gebloemde blouse, bruine schoenen en een groene sjaal. Ernaast schrijf je de kleuren/motieven in twee kolommen op het bord/flap. De cursisten vragen het aan elkaar in de kring. Degene die vertelt wat hij/zij draagt gaat er even bij staan en stelt vervolgens de vraag aan een andere cursist. Alle kleuren en motieven komen op het bord/flap. Vervolgens verder in tweetallen. Iedereen krijgt een blad uit de kledingfolder. Ze gaan hun blad aan elkaar beschrijven dus ze mogen het van elkaar niet zien. Ze stellen vragen aan elkaar over elkaars blad als voorbeeld: - Is het een man? Is het een vrouw? - Zijn zijn/haar schoenen bruin? - Draagt hij/zij een blauwe lange broek? - Heeft hij/zij een gestreepte jas aan? Etc. Als ze elkaars blad hebben besproken wisselen ze onderling van blad en partner en beschrijven het nieuwe blad aan elkaar als boven. Dan het werkblad: gesprekje met je buurvrouw uitdelen, voorlezen en in tweetallen laten invullen en uitvoeren. Daarna het werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel uitdelen. Werken in tweetallen. Ze krijgen elk drie spreekkaarten. De cursisten volgen hun instructies op de kaarten. (eventueel een voorbeeld geven)

Werkblad: gesprekje met je buurvrouw. cursist Buurvrouw: Goedemorgen. Jij: Goedemorgen. Buurvrouw: Wat heb je een leuke jurk aan. Jij: Dank je. Ik heb hem gisteren gekocht. Buurvrouw: Het is er ook wel weer voor hé! Jij: Ja, het is lekker warm vandaag. Maak het gesprekje af door één van de woorden tussen haakjes te gebruiken: Buurvrouw: Goede (morgen/middag/avond). Jij: Goede. Buurvrouw: Wat heb je een (leuke/mooie) jurk aan. Jij: Dank je. Ik heb hem (gisteren/vandaag/vorige week) gekocht. Buurvrouw: Het is er ook wel weer voor hé! Jij: Ja het is lekker (warm/zonnig/heet) vandaag. Maak samen net zo n gesprekje en gebruik onderstaande woorden of vul zelf iets in: Buurvrouw: Goede. Jij: Goede. Buurvrouw: Wat aan. Jij: Dank gekocht. Buurvrouw: Het hé. Jij: Ja vandaag. Broek morgen gisteren koud Jurk middag vanmiddag warm Schoenen avond vorige week zacht Jas dag

Werkblad: spreekkaarten, gesprekje in een winkel. cursist Spreekkaart 1 Klant - Begroet de verkoopmedewerker. - Vertel aan de verkoopmedewerker dat je een groene jas in de folder hebt gezien. - Zeg dat je niet van de kleur rood houdt. - Vraag of zij de jas kunnen bestellen. - Zeg dat het via internet niet gelukt is. - Vraag of zij weet hoe je het via internet doet. - Vraag of ze het wil herhalen omdat je niet alles hebt begrepen. - Bedank en groet. Spreekkaart 1 verkoopmedewerker - Begroet de klant. - Vraag hoe je hem/haar kunt helpen. - Zeg dat je de groene jas niet hebt maar wel een rode. - Zeg dat ze het via internet kan proberen. - Vertel dat ze naar de site van de winkel moet gaan en op het plaatje van de jas moet klikken. Dan via de knop bestellen het keuzemenu volgen. - Herhaal wat de klant moet doen om via internet te bestellen. - Vraag of hij/zij het heeft begrepen. Spreekkaart 2 klant - Begroet de verkoopmedewerker. - Zeg dat je een zwarte lange broek zoekt met stretch, formfitting. - Vertel je maat. - Zeg dat je graag lengtemaat 34 wil omdat je lange benen hebt. - Vraag hoe je de broek moet wassen zodat hij zwart blijft. - Vraag of hij/zij het wil herhalen omdat je niet alles hebt begrepen. - Vraag wat de prijs is. - Zeg dat je het een dure broek vindt. - Zeg dat je er nog even over wil nadenken.

Spreekkaart 2 verkoopmedewerker - Begroet de klant - Zeg dat je een goed merk hebt dat precies is waar ze naar op zoek is. - Vraag naar de maat. - Zeg dat ze er ook zijn in lengtemaat 34. - Vertel dat deze broek de eerste paar keer alleen in azijn gewassen mag worden en daarna met een zwartwasmiddel en niet in de zon mag hangen maar ook niet in de droger. - Herhaal het nogmaals en vraag of hij/zij het heeft begrepen. - Vertel hoeveel de broek kost. - Vertel waarom hij zo duur is: goed merk, diepe kleur zwart, precies de juiste maat en hij staat fantastisch, blijft lang in de mode. - Zeg: okay en groet. Spreekkaart 3: klant - Begroet de verkoopmedewerker - Zeg dat je een gebloemde rok komt afhalen die vermaakt is. - Zeg wanneer je de rok hebt gebracht. - Zeg dat je geen kaartje hebt gekregen. - Zeg dat het niet jouw rok is. Die van jou is geel met rode bloemen. - Zeg dat de rok 1cm moest worden ingekort. - Vraag wanneer de rok klaar is. - Zeg je telefoonnummer. - Zeg dat je nu wel een kaartje wil. Spreekkaart 3 verkoopmedewerker - Begroet de klant en vraag wat je voor haar kan doen. - Vraag wanneer ze de rok heeft gebracht. - Vraag of je het kaartje mag zien. - Zeg dat het gek is dat ze geen kaartje heeft en dat je gaat kijken. - Laat haar een blauw met rood gebloemde rok zien. - Zeg dat je opnieuw gaat kijken. Kom terug met de rok en zeg dat er nog niets meegedaan is. Vraag wat er mee moet gebeuren. -Zeg wanneer je denkt dat de rok klaar is en zeg dat je wel belt als het klaar is. - Zeg alsjeblieft terwijl je het kaartje geeft en groet.