Nodig: werkblad lentequizz, werkblad het is altijd lente, werkblad een gesprekje over het weer.

Transcriptie

1 Themales lente` taalvrijwilliger/docent Nodig: werkblad lentequizz, werkblad het is altijd lente, werkblad een gesprekje over het weer. opwarming: Liedje: het is altijd lente (downloaden: nt2spraak.nl/liedje-het-is-lente). De eerste keer laten horen zonder de tekst uit te delen met de vraag hoe vaak het woord lente voorkomt. Wat herkennen ze nog meer aan de tekst? De woorden op het bord schrijven en voorzeggen/nazeggen. Vervolgens de tekst uitdelen. Voor de gevorderden kan de klemtoonopdracht erbij gegeven worden en de uitwerking(zie werkblad 2). Opnieuw laten horen en laten meelezen. Welke woord is een synoniem voor lente? Welke woorden hebben te maken met het gebit? Waar gaat het liedje eigenlijk over? Daarna de lentequizz. Verdeel de groep in tweeën en zorg voor een mix van gevorderden en beginners. Stel om en om de vragen van het werkblad lentequizz. De groep mag overleggen en opzoeken. Zet een eierwekker om bijvoorbeeld binnen twee minuten te antwoorden. Weet de ene groep het antwoord niet dan wordt de vraag doorgegeven aan de andere groep. Houd de score bij op het bord en geef beide groepen een lentenaam. Vervolgens taalpingpong in de hele groep als carrousel met de gegeven antwoorden op de quizzvragen. Voorbeeld: Zijn krokussen paars? Ja, krokussen zijn paars. Gaat de klok achteruit in de lente? Nee de klok gaat niet achteruit in de lente Heet het jong van een koe, kalf? Ja het jong van een koe heet kalf. Etc. Dan uitdelen werkblad een praatje over het weer. Eerst het weerbericht uitdelen en de vragen centraal laten beantwoorden. Daarna met de informatie en vragen gesprekjes laten maken in tweetallen. De eerste vier zinnen centraal als voorbeeld doen. 1

2 cursist Werkblad: Het is altijd lente. Peter de Koning Het is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente zij lacht naar mij.. ik lach naar haar! en het is voorjaar.. het is voorjaar.. Het maakt niet uit al raak ik al mijn tanden kwijt. want het is lente, lente voor altijd ref) ik floss niet meer, en raak geen tandenstoker aan, ook m'n tandenborstel laat ik rustig in m'n beker staan! ik eet alleen maar suiker zoet, ik snoep de hele dag maar raak. want dan heb ik snel een gaatje en een afspraak ref) zij lacht naar mij.. ik lach naar haar! en het is voorjaar.. het is voorjaar.. Het maakt niet uit al raak ik al mijn tanden kwijt. want het is lente, lente voor altijd ref) het is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente x2 2

3 Klemtoonopdracht Controleer hier je antwoorden: cursist Peter de Koning Het is altijd lente in de ogen van de tandartsassistente refrein) voor de patiënten van d assistente is het altijd lente! zij lacht naar mij.. ik lach naar haar en het is voorjaar.. en het is voorjaar.. Het maakt niet uit al raak ik al mijn tanden kwijt - want het is lente, lente voor altijd (ref) ik floss niet meer, en raak geen tandenstoker aan, ook m'n tandenborstel laat ik rustig in m'n beker staan! ik eet alleen maar suikerzoet, ik snoep de hele dag maar raak. want dan heb ik snel een gaatje en een afspraak. 3

4 Lentequizz Taalvrijwilliger/cursist 1 Wanneer begint de lente? 2 Wat is een andere naam voor lente? 3 Wat doen vogels in de lente? 4 Wat gebeurt er met bomen in de lente? 5 Welke bloemen zie je in tuinen het eerst in de lente? 6 Hoe heet het jong van een paard? 7 Wat betekent lammeren? 8 Hoe heten de dieren die uit kippeneieren komen? 9 Hoe heten de jongen van een koe? 10 En van een varken? 11 Wat doet een kip als zij op het nest zit? 12 In welke beroemde attractie kun je bloembollen zien bloeien? 13 Welke Nederlandse bloembol is in het buitenland het bekendst? 14 Welke voorjaarsbloem heeft de naam van fruit waar je wijn van maakt? 15 Wat gebeurt er met de klok? 16 Maak de zin af: In mei leggen alle vogels een Welke kleuren hebben krokussen?(3 noemen) 18 Wat zijn wilgenkatjes? 4

5 Werkblad een praatje over het weer. Taalvrijwilliger/cursist Vandaag & morgen Van het westen uit meer bewolking In het zuidoosten is het zonnig. In de westelijke helft komt (laaghangende) bewolking van zee voor die zich oostwaarts uitbreidt. In het noorden en oosten is er veel hoge bewolking. Het blijft overal droog. De temperatuur loopt uiteen van 8 C aan zee en onder de bewolking tot lokaal 16 C in het zuidoosten van het land. De zuidwest- tot westenwind is matig, langs de kust af en toe vrij krachtig. Komende nacht is er tamelijk veel bewolking, maar in het noorden komen er ook opklaringen voor. Op veel plaatsen is het nevelig en lokaal kan een mistbank ontstaan. De minimumtemperatuur loopt uiteen van een lokale 2 C in het noorden van het land tot 5 C in het zuiden. De wind is westelijk en zwak tot matig. Morgen overdag trekt de eventuele mist snel op. Er trekken enkele wolkenvelden over, maar de zon is ook veelvuldig te zien. De middagtemperatuur ligt tussen 10 C op de Wadden en 15 C in het zuiden van het land. De wind komt uit het westen tot noordwesten en is zwak tot matig. (Bron: KNMI) Beantwoord de volgende vragen: 1 Waar is het vandaag zonnig? 2 Waar is er veel hoge bewolking? 3 Waar is het vandaag het warmst? 4 Hoe koud is het vannacht in het noorden? En in het zuiden? 5 Hoe is het weer morgen? 6 Staat er morgen veel wind? 5

6 cursist Opdracht: Je zit naast de buurvrouw op het bankje voor haar huis in de zon. Ze heeft de krant bij zich. Je bent benieuwd naar het weer van vandaag en morgen. Maak samen het gesprekje en oefen het. Wissel ook van rol. Jij: Groet de buurvrouw. Buurvrouw: Groet terug. Jij: Vraag hoe het met haar is. Buurvrouw: Zeg dat het goed gaat en vraag hoe het met haar/hem is. Jij: Zeg dat het ook goed gaat met je. Wijs naar de krant en vraag of ze het weer kan opzoeken. Buurvrouw: Zeg dat je het een goed idee vindt en dat je het gaat opzoeken. Jij: Zeg dat je hoopt dat het vandaag mooi weer wordt. Buurvrouw: Kijk naar de informatie hierboven en vertel over vandaag: (temperatuur en bewolking) Jij: Kijk naar de informatie hierboven en stel een vraag over het weer morgen. Buurvrouw: Kijk naar de informatie hierboven en vertel ver het weer van morgen: (temperatuur en wind). Jij: Zeg dat je het fijn vindt dat het weer lente is. Buurvrouw: Zeg dat je het met haar/hem eens bent. 6