dan stonden we hier nu niet zo verloren in het land

Transcriptie

1 Goh, wat is de wereld groot, of zijn wij zo klein? En waar zou de brievenbus zijn? Want ik wil zo graag mijn brief posten voor de poes, is de brievenbus soms achter de roze bloem? Waarom heeft ze die er nu niet in geplakt, dan stonden we hier nu niet zo verloren in het land Gelukkig heb ik wel mijn vriendje bij de hand Samen komen we er wel, dat is zeker waar, Toch is het een beetje raar, wel een brief, maar geen bus, volgende keer even aan denken, zus!

2 Mijn schoentjes staan al klaar Om lekker door de lavendel te hollen En op onderzoek te gaan naar het huis. Het is daar toch wel pluis? Er wonen daar toch wel lieve mensen? Want anders trek ik mijn schoenen niet aan Of blijf ik gewoon tussen de lavendel staan En wat doe jij nu weer hier? Je zit hier niet voor mijn plezier, een kikker op een stoel, wat een rare boel! Ik was ook al aan het vegen, maar mijn bezem is verdwenen. Heb jij hem soms gezien? Wat zeg je, vraag maar aan die vrolijke trien? Ga jij dan even mee, Dat lijkt mij wel een goed idee. Ben je gelijk weg van die stoel, dan spring je maar weer ineen of andere poel!

3 Aanhippend kom ik vol verwondering als een kind Ik ben zo benieuwd wat zich daarachter die wolken bevindt Kleuren betoveren me, nemen me mee, naar een andere wereld niet van hier, Kom ga met me mee, dan maken we samen daar plezier Je denkt vast dat het zwaar is he zo n grote vaas te torsen. Maar ik probeer alleen maar geen bloemenpracht te morsen en ondertussen te genieten van die kleurrijke overvloed, Ja als je het zo bekijkt, is het leven toch meer dan goed!

4 Er is niks lekkerders Dan met je voeten in het blote gras liggen, met een bloem tussen je tenen Veilig geborgen in de schoot van moeder aarde, Die mij tot de lente toe zal bewaren Da s veiliger soms dan in een moederschoot, want daarin ga je soms dood Soms kun je beter in de veilige schoot van moeder aarde zijn, waar je mag zijn wie je bent, hoe fijn! En dat telt voor groot en klein

5 Soms wil ik gewoon naar het strand en naar de zee Ook al wil er dan niemand met mij mee Ik wil de wind door mijn haren voelen en door al mijn vezels heen Maar ik zie geen zee nee echt geen één Toch ga ik op pad de zee zal ik vinden en als ik haar vind, blaas ik haar naar al mijn vrinden Dus hoedje op en doekje bij blote voeten en benen Laat de zee maar komen, ik wil er in! In ieder geval tot 10 tenen

6 Zo maar liggen en niets hoeven Voelen hoe dat zal proeven Wat kijken naar een wondertje alleen Zacht zacht zacht Warmte om mij heen Als ik dan zo lang ik wil blijf liggen, kan ik de wereld weer in met mijn kind Maar nu nog even niet, eerst wachten en zacht zacht zacht tot ik mijzelf weer vindt

7 Ik geef je de zon, want je hebt veel zacht nodig en lief Mijn armen om je heen zijn teveel Dus geef ik je mijn warmte, mijn zon, want ik geef je zo graag Laat me je zon zijn, je zacht en je lief Mijn armen hou ik bij me vind eerst je thuis maar weer Nestel maar neer Mijn armen kunnen wel wachten maar mijn zacht en lief zijn er voor jou. Zie je ze?

8 Als ik bloemen uit mijn huisje laat komen, als ze,met de schoorsteen, naar buiten stromen, weet dan dat je welkom bent in mijn huisje Ik veeg gauw schoon elk pluisje om jou te ontvangen, met heel mijn hart, met al mijn gedach ten Kijk maar, Mijn hart staat al op je te wachten Hee waar vlieg je heen? Kan ik niet mee? En Bab en Oeschka, daar die twee? Dan bouwen we een feestje in de blauwe wolkenlucht En komen we op zijn vroegst pas, morgen weer terug

9 Hee ga je mee? Naar het huis met de toren, Ik denk dat wij daar wel horen. Beetje gek, beetje bijzonder Hoe komt het daar, is het een wonder? En wat heeft het hondje gevonden dan,? Misschien wel een piepklein vriendje, Zal je er voorzichtig mee zijn, met je grote poten? Want ik zie je vriendje niet, dus het is niet zo n grote En ijsvogeltje met je kleurige kleuren, Ruik je de zoete bloemengeuren? Als jullie honger hebben, kom dan maar naar mijn huisje toe, Ik ga vast, ik ben een beetje moe

10 De bus vertrekt Ik ga lekker niet mee! Ik ga mijn eigen weg, zonder chauffeur Wat een pech? Welnee! Geen verplichte haltes en bestemmingen. Ik mag overal heen, zonder remmingen Hee hondje, ga je met me mee? Alleen waarheen? Geen idee! Mijn hartje brengt mij daar waar ik wil gaan En soms, Blijf ik lekker even staan.

11 Oh had ik maar zo n bedje gehad, dan deed ik de gordijntjes dicht, als er iemand kwam die ik niet wilde zien Maar als jij dan aan kwam lopen, Deed ik ze gauw weer open Ik zwaaide want ik zag je lopen Je bracht bloemen voor me mee, Dan kreeg jij mijn klaver vier, oke? Samen maakten we dan pret voor twee, alweer! Doe jij dan als je weer weggaat nog de groeten aan de ijsbeer?

12 Hallo jij daar, Lust je soms een taartje van mij? Het maakt je vast weer blij, want je zit zo serieus te zitten en je valt bijna om! Is dat niet een beetje dom? Hallo zeg, hoor je mij, Dit is voor jou hoor, of lees je liever door? Ik dacht ik tover mijzelf met een taartje uit deze kan vandaan, Ja voor jou hoor! Maar volgens mij kan ik net zo goed weer gaan. Joh dan lees je toch lekker door, Ga ik eigenwijs mijn eigen spoor. Ik eet gewoon zelf het taartje op, Anders toverde ik helemaal voor nop!

13 Welkom bij mij op het Hof, ik woon hier! Vind je dat niet tof? Het is hier zo mooi, het is bijna een droom en ik, ik woon hier gewoon! En dan heb je het nog geen eens hier achter mij gezien, daar is geen autogeraas welnee joh, daar is de prachtige Binnenmaas! Ik laat je graag onze mooie tuin zien, met hele dikke bomen en paadjes waar ik eigenlijk niet mag komen Maar ja, ik woon hier maar alleen, ik heb geen vriendjes en vriendinnetjes om mij heen, dus wilde ik vragen, komen jullie hier spelen, Ik wil de Hof zo graag delen! Dan rijden we paard en springen we bokkie, ik verstop mij en jullie mogen mij zoeken en daarna eten we reusachtige koeken. Komen jullie dan, ik doe het hek vast open. Oh ja jullie komen, ik zie jullie al aan komen lopen. Welkom op de Hof, Nu wordt het pas echt tof!

14 Gewikkeld in mijn doeken, kom ik naar je toe. Ik denk wel dat ik zo even ga zitten, ben zo moe. Daar bij al dat licht is het vast fijn en mijn voeten doen ook al zo n pijn Ik heb zo n eind gelopen, kijk daar kom ik vandaan, helemaal daar achter, waar je de berg Fuji ziet staan Maar ja, ik had daar al zo lang geleefd en het wel gezien enne.ik wilde zelf foetsjie bovendien! Dus liep en liep en liep ik maar alle dagen en nachten aan elkaar En op al mijn vreemde wegen heb ik nu toch best wel honger gekregen Dus hopelijk zit de knapzak lekker vol, met brood en rijst en thee en wijn Dat zou wel geweldig zijn, dan kom ik weer beetje bij beetje op mijn krachten En zo niet, Dan blijf ik lekker even wachten Tot alles het weer doet En ik voel en weet Ga maar verder het is goed!