Lente. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie

1 Auteur DigilessenPO Laatst gewijzigd 05 November 2015 Licentie CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Webadres Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs Maken van Kennisnet. Wikiwijs Maken is een onderdeel van Wikiwijsleermiddelenplein, hét onderwijsplatform waar je leermiddelen zoekt, vergelijkt, maakt en deelt.

2 Inhoudsopgave Inleiding Wat ga je leren Wat ga je doen? op de boerderij Het weer in het voorjaar Dieren De kip De ooievaar De pad Planten Vroege bloemen Een bol onderzoeken Zaaien Afsluiting Zelf zaaien Wanneer ben je klaar? Voor de leerkracht Over dit lesmateriaal Pagina 1

3 Inleiding Een van de vier seizoenen is de lente. We noemen het ook wel: het voorjaar. Daarbij hoort het volgende gevoel! Wat ga je leren Ik kan herkennen welk weer bij de lente hoort. Ik kan vertellen welk gedrag je in het voorjaar ziet bij : de kip, de ooievaar en de pad. Ik kan de uitleggen hoe verschillende planten in het voorjaar groeien : bomen en bollen. Wat ga je doen? Ik maak een collage over de lente. Ik volg een week lang het weer en maak er een dagboek van. Ik ontwerp een verkeersbord voor de paddentrek. In onderzoek een ui. Ik onderzoek de groei van een boon. Pagina 2

4 Pagina 3

5 op de boerderij Kijk, dit is boer Jaap: Hij vertelt dat hij ieder voorjaar geniet van alles wat er in de natuur gebeurt. Weet jij wat hij daarmee bedoelt? Laat dat maar eens zien in een collage. Zoek in tijdschriften maar eens plaatjes die volgens jou horen bij de lente. Plak ze op de voorkant van het boekje over de lente Je mag ook bij tekenen. Hier vind je het boekje: Werkboekje lente kn.nu/ww.6d4598e (docx, maken.wikiwijs.nl) Het kan er dan zo uitzien: Pagina 4

6 Het weer in het voorjaar Het is lente! Dat merk je aan het weer. Het wordt weer warmer. De temperatuur gaat omhoog. Je hoeft niet meer altijd je winterjas aan. Vul maar eens een paar dagen het weerbericht in. Daarvoor kun je naar buiten kijken. Je vindt ook altijd informatie op het jeugdjournaal: Je vult het weer in op bladzijde 2 van je werkboekje. Dat kan er dan zo uitzien: Pagina 5

7 Dieren In het voorjaar mogen de dieren op de boerderij weer naar buiten. Heerlijk vinden ze dat: Je zag een paar dieren met hun jonkies in de wei. Zet de naam van het jong bij het goede dier: 1. paard 2. schaap 3. koe a. kalf b. lammetje c. veulen De kip De kip legt bijna het hele jaar door eieren. Alleen in de koude wintermaanden bijna niet. Daarom zie je in het voorjaar extra veel kuikentjes. Het duurt drie weken voordat een kuiken uit een ei komt. Je ziet hier in vijf plaatjes hoe een kuiken in een ei groeit. Zet de goede dag bij het goede plaatje. 1. a dag 14 b. dag 1 c. dag 10 d. dag 21 e. dag 5 Pagina 6

8 De ooievaar In het weiland van boer staat een nestpaal. Ieder voorjaar komt daar weer een ooievaarspaartje hun nest op bouwen. In dit filmpje leer je veel over de ooievaar. Je weet nu meer over de ooievaar. Na hoeveel weken komt een jong uit het ei? a. 5 weken b. 3 weken c. 4 weken Wat eet een jonge ooievaar niet? a. wormen b. kikkers c. zaadjes De pad Langs de weilanden van de boerderij lopen veel sloten. Dat is de woonplek van padden. Daar trekken ze ieder voorjaar weer naartoe: Om automobilisten te waarschuwen worden borden langs de weg gezet. Zoals deze : Jij mag nu zelf een waarschuwingsbord bedenken. Maak dat maar op bladzijde 3 in je werkboekje. Pagina 7

9 Planten Als je in het voorjaar naar de takken van de bomen kijkt, zie je de knoppen al zitten: De knoppen van de kastanje kan je goed bestuderen. Zet de goede zin bij de foto's a. De blaadjes spreiden zich uit. b. Uit de bloemknoppen komen bloemen. c. Er komen steeds meer blaadjes bij. d. Uit de knop komen groene blaadjes. 4. Vroege bloemen In het voorjaar beginnen de bloemen weer te bloeien. De vroegste bloemen komen uit een bol. Je ziet het in dit filmpje. Hier zie je een doorgesneden bloembol. Zet de namen bij de goede nummertjes. Pagina 8

10 1. 2. a. knop b. rokken c. wortels d. hoofdknop Een bol onderzoeken Een ander voorbeeld van een bol is een ui. Ga die zelf maar eens onderzoeken. Je hebt een ui en een mesje nodig. Snij de ui voorzichtig door en ga dan op zoek naar: de hoofdknop; de knop; de rokken; de wortel. Teken die na op bladzijde 4 in het werkboekje. Zaaien In de lente is het op de boerderij ook tijd om te zaaien. Uit al dat zaad komen nieuwe planten. In het volgende filmpje zie je hoe uit één boon een nieuwe bonenplant groeit: Pagina 9

11 Van zaadje tot plant. Zet de foto s van de groei van de boon in de goede volgorde (van links naar rechts). a. b. c. d. Pagina 10

12 Afsluiting Zelf zaaien Je gaat nu zelf een boon zaaien en de groei volgen. Je hebt het volgende nodig: een boon; een glazen potje; wat papier van een keukenrol; water.. Rol het papier op en maak het een beetje nat. Stop het in de glazen pot. Leg de boon tussen het papier en het glas. Doe het deksel op de pot. Zet het op een warme plek. Maak maar een dagboek van wat je dan ziet. Dat dagboek staat op bladzijde 5 van je werkboekje. Wanneer ben je klaar? Je hebt nu een heel boekje gemaakt over de lente. Kijk of je alle bladen af hebt gemaakt en ook de voorkant er goed uitziet. Dan kan je dit inleveren bij je leerkracht. Natuurlijk kan je de lente het best beleven door naar buiten te gaan. Kijk eens rond bij een kinderboerderij, maak een boswandeling of ga gewoon lekker buiten spelen! Als je op het plaatje klikt kan je nog kijken naar een laatste filmpje: Pagina 11

13 Voor de leerkracht Hier vindt u de doelen en tips voor verdere invulling van lessen over dit onderwerp. Daarbij ook de bestanden met de werkbladen die bij de lessen horen. Wikiles lente Informatie voor de leerkracht.docx kn.nu/ww.5c2bd51 (docx, maken.wikiwijs.nl) Werkboekje lente kn.nu/ww.778a56e (docx, maken.wikiwijs.nl) Herkomst van de gebruikte afbeeldingen. kn.nu/wwaf4e75d (docx, maken.wikiwijs.nl) Pagina 12

14 Antwoorden Je zag een paar dieren met hun jonkies in de wei. Zet de naam van het jong bij het goede dier: 1. c 2. b 3. a Het duurt drie weken voordat een kuiken uit een ei komt. Je ziet hier in vijf plaatjes hoe een kuiken in een ei groeit. Zet de goede dag bij het goede plaatje. 1. b 2. e 3. c 4. a 5. d Je weet nu meer over de ooievaar. Na hoeveel weken komt een jong uit het ei? 1. 5 weken 2. 3 weken 3. 4 weken Wat eet een jonge ooievaar niet? 1. wormen 2. kikkers 3. zaadjes De knoppen van de kastanje kan je goed bestuderen. Zet de goede zin bij de foto's. 1. d 2. c 3. a 4. b Hier zie je een doorgesneden bloembol. Zet de namen bij de goede nummertjes. 1. d 2. b 3. a 4. c Van zaadje tot plant. Pagina 13

15 Zet de foto s van de groei van de boon in de goede volgorde (van links naar rechts). 1. b: 2. d: 3. c: 4. a: Pagina 14

16 Over dit lesmateriaal Colofon Auteur DigilessenPO Laatst gewijzigd 05 November 2015 om 10:06 Licentie Dit lesmateriaal is gepubliceerd onder de Creative Commons Naamsvermelding 3.0 Nederlands licentie. Dit houdt in dat je onder de voorwaarde van naamsvermelding vrij bent om: het werk te delen - te kopiëren, te verspreiden en door te geven via elk medium of bestandsformaat het werk te bewerken - te remixen, te veranderen en afgeleide werken te maken voor alle doeleinden, inclusief commerciële doeleinden. Meer informatie over de CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie Aanvullende informatie over dit lesmateriaal Van dit lesmateriaal is de volgende aanvullende informatie beschikbaar: Leerniveau PO groep 3; PO groep 4; Leerinhoud en Wereldoriëntatie; Natuur; doelen Eindgebruiker leerling/student Moeilijkheidsgraad gemiddeld Studiebelasting 4 uur en 0 minuten Trefwoorden bewolking, bloembollen, bonen, boomknoppen, eieren, kiemen, kip, kuikens, nestpaal, ooievaar, padden, paddentrek, temperatuur, weerbericht, zaaien. Pagina 15