Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:
|
|
- Simona de Koning
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan zelf vragen stellen bij de tekst. Het antwoord op de vragen moet steeds in de tekst staan." 2. Vraag: "Waarom stel je eigenlijk vragen?" 3. Discussie:... Uit de discussie moet naar voren komen dat er een aantal redenen zijn om vragen te stellen. (Mogelijke redenen: Meer willen weten over iets. (Bijv. Waarom...?) Informatie vragen omdat je iets helemaal niet weet. (Bijv. Wat is...?) Iets vragen om er zeker van te zijn dat je iets begrepen hebt. (Bijv. Bedoel je dat ik...?) 4. "Door goede vragen te stellen over de tekst, leren we de tekst ook goed te begrijpen. Dat gaan we vandaag dus proberen." 5. "Omdat ik steeds moet weten wat ik moet doen om de juiste vraag te stellen heb ik voor iedereen een nieuwe kaart. Daarop staan de vragen die we al kenden, maar er staat ook een nieuwe vraag bij. Dat is de vraag: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? Als je niet meer weet wat je moet doen, dan pak je de kaart er bij." 6. "Ik zal nu eerst de kaart uitdelen." 7. De kaart met de volgende vragen wordt uitgedeeld: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 8. "Op de achterkant van de kaart staan een aantal hulpwoorden. Daar zou je de vraag mee kunnen beginnen." 9. "Deze kaart mogen jullie bij de tekst houden. Als jullie de vragen niet meer weten kun je even op de kaart kijken. Je kunt de kaart ook gebruiken om de tekst mee af te dekken."
2 Introductiefase bij de volgende lessen: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we weer vragen stellen. We gaan zelf vragen stellen bij de tekst. Het antwoord op de vragen moet steeds in de tekst staan." 2. "We maken weer gebruik van een kaart waarop de volgende vragen staan: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen?" 3. "Op de achterkant van de kaart staan een aantal hulpwoorden. Daar zou je de vraag mee kunnen beginnen." 4. "Deze kaart mogen jullie bij de tekst houden. Als jullie de vragen niet meer weten kun je even op de kaart kijken. Je kunt de kaart ook gebruiken om de tekst mee af te dekken." Instructiefase: 1. "Vandaag gaan we dus weer een tekst lezen. Bij die tekst gaan we moeilijke woorden ophelderen, samenvatten en vragen stellen. We lezen straks het eerste gedeelte zacht voor onszelf. Tot aan de eerste streep. Als we gestopt zijn met lezen zal ik proberen om vragen te bedenken over dat wat we gelezen hebben. Aan jullie zal ik dan vragen wat jullie de beste vraag vinden. Daarna mogen jullie het van mij overnemen. Iedereen komt vandaag aan de beurt om vragen te maken." 2. Vraag: "Is het duidelijk wat vandaag de bedoeling is?" 3. "Dan zal ik nu de tekst van vandaag uitdelen. De titel van de tekst is:." 4. De tekst wordt uitgedeeld. 5. Vraag: "Willen jullie het eerste gedeelte lezen tot aan de eerste streep?" 6. Iedereen begint te lezen. 1. Vraag: "Is iedereen klaar met lezen? Staan er moeilijke woorden in de tekst?" (Zo ja, geef instructie ophelderen). "Pak de kaart er maar even bij. De eerste vraag op de kaart hebben we al beantwoord. Ik zal voorlezen wat er nog meer op de kaart staat."
3 2. "Als tweede vraag op de kaart staat er: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat?" 3. "Ik zal in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat:. Dit is de samenvatting van dit gedeelte van de tekst. Ik zal deze samenvatting opschrijven." (Schrijf de samenvatting op: Samenvatting 1:...). 4. "Als ik dan weer naar de kaart kijk, zie ik dat we nog één vraag moeten beantwoorden. Dat is de vraag: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen?" 5. "Om deze vraag te beantwoorden zal ik proberen vragen te stellen over dit stukje tekst. De antwoorden op de vragen moeten in de tekst staan. Als hulpmiddel kan ik de achterkant van de kaart gebruiken. Daarop staan woorden waarmee mijn vraag zou kunnen beginnen." 6. Bedenk vragen over de tekst. Schrijf deze vragen op. 7. Vraag: "Kunnen jullie mij de antwoorden op deze vragen geven?" (Schrijf de antwoorden achter de vragen op). 8. "We hebben nu een aantal vragen bij de tekst bedacht en hier antwoorden bij gevonden. Maar de vraag was welke vraag je het beste bij de tekst kunt stellen. De beste vraag is de vraag die samen met het antwoord een goede samenvatting van de tekst geeft. Die vraag vertelt goed waar de tekst over gaat." 9. "De samenvatting hadden we al opgeschreven, dat was:. We kijken nu nog eens naar de vragen. Eén van de vragen past, met het antwoord, het beste bij de samenvatting. Welke vraag is dat denken jullie?" 10. Discussie 11. "De vraag die je het beste bij de tekst kunt stellen is. Het antwoord op deze vraag is:. De vraag en het antwoord geven samen het belangrijkste uit de tekst weer. Ze vertellen hetzelfde als de samenvatting." 12. "Ik zal de antwoorden en de vragen die niet het beste waren, weghalen. Dan laten we alleen de beste vraag staan." (Haal de antwoorden en vragen weg die niet de beste waren.) 13. "We hebben alle vragen van de kaart beantwoord. We gaan nu verder lezen." 14. Vraag: "Willen jullie verder lezen tot de volgende streep?" 15. Iedereen leest verder.
4 Toepassingsfase: 1. Vraag: "Zijn jullie klaar met lezen?" 2. Vraag: "Zou iemand het vragen stellen over willen nemen?" 3. Wanneer niemand zich aanbiedt, wijs je zelf iemand aan. 4. "Stephan, wil jij de eerste vraag op de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Staan er moeilijke woorden in de tekst? Wanneer de cursisten aangeven dat ze een woord moeilijk vinden geef je de instructie die hoort bij Ophelderen. 5. "Nu gaan we een samenvatting bedenken. Dit hebben we al eens eerder gedaan. Stephan, wil jij de tweede vraag op de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Kun je in één of twee zinnen vertellen waar de tekst over gaat? 6. Stephan geeft een samenvatting. Wanneer dit niet lukt maak je gebruik van de instructie Samenvatten. 7. "Stephan, wil jij aan de anderen vragen wat zij van jouw samenvatting vinden?" 8. Discussie 9. "Jullie samenvatting is dus:." (Schrijf deze samenvatting op). 10. "Stephan, wil je nu een vraag bedenken bij de tekst? Het antwoord op de vraag moet in de tekst staan." Stephan bedenkt een vraag. Als Stephan moeite heeft met het bedenken van een vraag vertel je hem dat hij gebruik mag maken van de hulpwoorden op de achterkant van de kaart. 11. "Stephan, wil jij aan de anderen vragen of zij ook een vraag kunnen bedenken?" (Schrijf de vragen op). Wanneer de cursisten zelf geen vragen bedenken, help je ze met wie, wat, waarom, wanneer, hoelang enz. 12. "Wie weet de antwoorden op de vragen?" Behandel de vragen één voor één. (Schrijf de antwoorden op). 13. "We hebben met zijn allen hele goede vragen bedacht. Nu kijken we naar de derde vraag op de kaart. Stephan, wil jij de derde vraag van de kaart voorlezen?" Stephan leest voor: Welke vraag kun je het beste bij de tekst stellen? 14. Stephan doet een poging. Wanneer het hem niet lukt, help je hem door te zeggen dat de beste vraag, samen met het antwoord, hetzelfde vertelt als de samenvatting.
5 15. "Stephan vindt... de beste vraag bij dit stukje tekst." Vraag: "Vinden jullie dit allemaal de beste vraag bij dit stuk van de tekst?" 16. Discussie: "We hadden dus allemaal goede vragen bedacht, maar één van de vragen paste het beste bij de samenvatting. Deze vraag is dus de beste." De vraag en het antwoord geven dezelfde belangrijke informatie als de samenvatting. Laat dit aan de cursisten zien. 18. "Als dit de beste vraag is, dan halen we de andere vragen en de antwoorden weer weg." 19. "Dan gaan we nu verder met de tekst. Willen jullie verder lezen tot de volgende streep?" 20. Iedereen leest verder. 21. Herhaal bij de overige tekstgedeelten de instructiemethode uit de toepassingsfase. Zorg dat de cursisten allemaal aan de beurt komen. Afrondingsfase: 1. "Tot zover deze les. We hebben opnieuw een tekst gelezen. Bij deze tekst hebben we samenvattingen gemaakt en vragen bedacht. Na het maken van de samenvatting en de vragen keken we welke vraag het beste bij de samenvatting paste. De beste vraag vertelde samen met het antwoord hetzelfde als de samenvatting. Iedereen heeft daaraan meegewerkt." 2. Vraag: "Vonden jullie het moeilijk om goede vragen te bedenken?" 3. Discussie: "Ik vond het prima gaan en voor jullie inzet wil ik jullie dan ook bedanken. Tot de volgende keer."
Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts
Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan
Algemene instructies voor de Integratielessen. Introductiefase
Algemene instructies voor de Integratielessen "Welkom,." Introductiefase 1. "We hebben de afgelopen weken al veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken
Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase
Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken
Les 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker. 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken."
Les 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken." 2. Vraag: "Welke vraag hebben we daarbij nodig?"
Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen. Introductiefase bij de eerste les: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?
Algemene instructies voor de strategie: Voorspellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"
Les 2 Vragen stellen Leestekst: Veiligheid. Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de tweede keer een tekst lezen en daarbij vragen maken.
Les 2 Vragen stellen Leestekst: Veiligheid "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de tweede keer een tekst lezen en daarbij vragen maken." 2. Vraag: "Wie weet nog welke nieuwe vraag er
Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken. Introductiefase
Les 2 Integratie Leestekst: Begeleid Werken "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de vorige les hebben we weer met een kaart gewerkt. Daarop stonden alle 4 de vragen die we de vorige lessen gebruikt hebben
Les 1 Samenvatten Leestekst: Afval
Les 1 Samenvatten Leestekst: Afval "Goedemorgen.. De vorige lessen zijn we bezig geweest met het ophelderen van moeilijke woorden in de tekst. Vandaag gaan we een andere manier proberen om de tekst beter
Les 3 Voorspellen Leestekst: Mijn droom. Introductiefase:
Les 3 Voorspellen Leestekst: Mijn droom "Welkom:..." Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we voor de laatste keer voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag wij onszelf moeten stellen om
Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen. 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?
Les 3 Samenvatten Leestekst: Verhuizen "Welkom:..." Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer samenvatten." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen welke vraag we onszelf moesten stellen om te kunnen samenvatten?"
Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?"
Les 1 Voorspellen Leestekst: De nieuwe computer "Welkom:..." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag proberen te voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand mij vertellen wat voorspellen betekent?" 3. Discussie:...
Les 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie. Introductiefase
Les 3 Integratie Leestekst: Een contact-advertentie "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de vorige twee lessen hebben we met de kaart gewerkt, waarop alle vragen stonden die we gebruikt hebben om de tekst
Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?
Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vorige week zijn we begonnen met voorspellen." 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het
Les 2 Samenvatten. Leestekst: Lachen. 1. "We gaan vandaag weer proberen om de tekst die jullie krijgen samen te vatten."
Les 2 Samenvatten Leestekst: Lachen 1. "Goedemorgen." Introductiefase: 1. "We gaan vandaag weer proberen om de tekst die jullie krijgen samen te vatten." 2. Vraag: "Wie kan vertellen wat we de vorige les
Les 3 Ophelderen Leestekst: De Friese Elfstedentocht
"Welkom:... " Les 3 Ophelderen Leestekst: De Friese Elfstedentocht Introductiefase: 1. "We gaan vandaag weer proberen om de betekenis te vinden van moeilijke woorden. Dit noemen we 'Ophelderen van moeilijke
Les 2 Ophelderen Leestekst: Het zonnestelsel
Les 2 Ophelderen Leestekst: Het zonnestelsel "Welkom:... " Introductiefase: 1. "We gaan vandaag, net als de vorige keer, proberen de betekenis te vinden van moeilijke woorden. We hebben dit de vorige keer
Les 1 Ophelderen Leestekst: Bibliotheek
Les 1 Ophelderen Leestekst: Bibliotheek "Welkom. Dit is de allereerste les van de cursus Begrijpend lezen. Leuk dat jullie meedoen aan de cursus. De komende weken gaan we teksten lezen over allerlei leuke
Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.
Les 1: Een Wikitekst schrijven Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken Bekijk met de klas het Jeugdjournaalfilmpje over koningin Beatrix op www.nieuwsbegrip.nl 1. Schrijf tijdens het
Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau A, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld
Nationaal Gevangenismuseum Gevangen in beeld Groep 8 Les 1. Boeven in beeld Les 1. Boeven in beeld Nationaal Gevangenismuseum Groep 8 120 minuten Samenvatting van de les De les begint met een klassikaal
Voordoen (modelen, hardop denken)
Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet. Het voordoen (modelen) van het schrijven van
Voordoen (modelen, hardop denken)
week 11-12 maart 2012 - hardop-denktekst schrijven B Voordoen (modelen, hardop denken) Waarom voordoen? Net zoals bij lezen, leren leerlingen heel veel over schrijven als ze zien hoe een expert dit (voor)doet.
Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Begeleide interne stage
Ik, leren en werken Begeleide interne stage Deel 2 Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Marian van der Meijs Inhoudelijke redactie: Titel: Ik, leren
Werkstukken maken op PCBO-Het Mozaiek Groep 6
We gaan een werkstuk maken en je mag het helemaal zelf doen. Het is helemaal jouw eigen werkstuk. Maar om je even goed op weg te helpen hebben we hieronder alle stapjes even op een rij gezet. Wat moet
3 Hoogbegaafdheid op school
3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit
Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt
Lesbrief Blauw water Simone van der Vlugt Doe meer met Leeslicht! Bij een aantal boeken in de serie Leeslicht kunt u een gratis lesbrief downloaden van www.eenvoudigcommuniceren.nl. In deze lesbrief staan
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.
Werkwijzer Verslagkring:
Werkwijzer Verslagkring: 1. Je maakt een tweetal. 2. Met zijn tweeën kies je een onderwerp, waarin jullie je willen verdiepen en waarover jullie meer willen weten. 3. Samen ga je op zoek naar informatie
1 Kies je onderwerp Samen met je buurman of buurvrouw. Ons onderwerp: Voorbeeld: Michael Jackson was de beste artiest ooit! Nu jullie!
Na deze les kun je presenteren in vijf stappen: 1. Kies een onderwerp 2. Bedenk een goede opbouw 3. Verzamel informatie 4. Oefen je presentatie 5. Presenteren maar! 8 Vertel je verhaal Regelmatig moet
GESPREKKEN VOEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:
AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier in meervoud. - Gebruik je hoofdletters op een
OPA EN OMA DE OMA VAN OMA
Hotel Hallo - Thema 4 Hallo opdrachten OPA EN OMA 1. Knip de strip. Strip Knip de strip los langs de stippellijntjes. Leg de stukken omgekeerd en door elkaar heen op tafel. Draai de stukken weer om en
Uitleg boekverslag en boekbespreking
Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave
De Drakendokter: Gideon
De Drakendokter: Gideon Om hulp vragen Vervolgverhalen Groep 5 en 6 (SO en SBO) Overzicht De opdrachten zijn het leukst om te doen, als het hele boek in de klas is voorgelezen. Dit kan door elke dag in
Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?
Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt
Instructie voor leerlingen.. 5. Gebruik van de lesbrieven. 6. Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7. Wat wil je zijn en worden.
VOORBEELD DE KLAS ALS TEAM (LEERLINGENBOEK) INHOUDSOPGAVE Instructie voor leerlingen.. 5 Gebruik van de lesbrieven. 6 Lesbrief: Wat wil je zijn en worden.. 7 Wat wil je zijn en worden. 11 Wat wil je zijn
Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.
Formeel en informeel Tijdens je stage praat je veel met mensen. Soms is het een officieel gesprek, soms een gezellig praatje met een collega. Dit noem je formele en informele gesprekken. Formeel betekent
Mijn Mokum is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het Amsterdam Museum.
2 INTRODUCTIE is een project voor NT2 cursisten. Het is gemaakt door het. In het wordt de geschiedenis verteld aan de hand van schilderijen en voorwerpen. Je gaat met de groep naar het museum. In dit werkboekje
Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief
Waar gaat deze kaart over? Deze kaart gaat over de sollicitatiebrief en het curriculum vitae (c.v.). Wat wordt er van je verwacht? Na het bestuderen van deze kaart kun je: vertellen wat je schrijft in
Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?
Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk? Verantwoordelijkheid. Ja, ook heel belangrijk voor school!!! Het lijkt veel op zelfstandigheid, maar toch is het net iets anders. Verantwoordelijkheid
Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.
Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.
gedragsregel in verhaal: pesten
gedragsregel in verhaal: pesten Hallo zwemmers! Zoals jullie weten, is Miep Muis van zwemclub de Spatters nog niet zolang geleden gestopt met zwemmen. Haar trainer heeft mij verteld dat ze niet meer wilde
Films kijken op internet: verboden of niet?
Les over auteursrecht tekst niveau A Films kijken op internet: verboden of niet? Veel mensen kijken graag naar films. Jij ook? Als je zin hebt om een film te zien, kun je natuurlijk naar de bioscoop gaan.
In groep 8 gaan we een aantal dingen door het jaar heen doen, namelijk het maken van een:
Beste groep 8-er, In groep 8 gaan we een aantal dingen door het jaar heen doen, namelijk het maken van een: een boekbespreking een werkstuk een boekverslag een spreekbeurt Je krijgt nu in één keer de instructie
Tekst lezen en een tekstschema maken
Tekst lezen en een tekstschema maken 1. Lees de tekst met het stappenplan. Onderstreep of markeer tijdens het lezen woorden die je belangrijk vindt. Kies woorden die te maken hebbenmet het onderwerp van
Werkboek Het is mijn leven
Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er
Strategieles Samenvatten niveau B
Strategieles Samenvatten niveau B Wat doe je in deze les? Bij Nieuwsbegrip moet je een tekst kunnen samenvatten. Samenvatten is een strategie die je gebruikt om te controleren of je de tekst begrepen hebt.
Kennismaken met de beroepsbeoefenaar
Kennismaken met de beroepsbeoefenaar Tijdens je oriëntatie bij een bedrijf kom je verschillende beroepsbeoefenaars tegen. Om meer te weten te komen over de beroepsmogelijkheden in de techniek, ga je interviews
De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan.
De gelijkenis van de barmhartige Samaritaan. Eerst lezen. Daarna volgen er vragen en opdrachten. Gelijkenissen Toen de Heere Jezus op aarde was, heeft Hij gelijkenissen verteld om de mensen veel dingen
Strategieles Vragen stellen niveau B
Strategieles Vragen stellen niveau B Wat doe je in deze les? Bij Nieuwsbegrip gebruik je bij het lezen van de tekst het stappenplan Lezen. Vragen stellen is een strategie die je helpt om de tekst beter
De Trampoline De Haar 200, Leidschendam
Tekst lezen 1. Lees de tekst met het stappenplan. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de tekst? Gebruik dan de woordhulp. 2. Het Eurovisie Songfestival wordt gehouden in Malmö, in Zweden. Kijk op de
Banger voor spinnen dan voor terreur.
Opdracht 1 (tweetal): Voorspellen wat je gaat lezen 1. Lees de uitleg in het blokje hieronder. Uitleg Tijdens het lezen van een tekst zijn je hersenen hard aan het werk! Ze proberen de informatie uit de
a. Een zin lees je van links naar rechts. Waarom eigenlijk? Wat denk jij?
5. Woordplaatjes Bijzondere woorden Woorden maken samen zinnen. Zinnen maken samen tekst. Een zin begint met een hoofdletter. Hij eindigt met een punt. Zo weet je hoe je moet lezen. De woorden staan netjes
Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8
Lesbrief bij Mijn broer is een boef van Netty van Kaathoven voor groep 7 en 8 Inhoud van deze lesbrief - Thema s in het boek - Lesopzet - Doel van de les - Uitwerking - Bijlage: opdrachtenblad Thema s
Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten
www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les
Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap
Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten Hey Russel! Een bijzondere vriendschap Lees blz. 5 tot en met 8. Jim vindt Rudsel een rare naam. Jim zegt dit ook tegen Rudsel. Vind jij het ook een rare naam? Is
Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag
Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling
Wat weet je al? Je gaat bekijken wat je al over de overheid weet.
TAAK Wat heb je aan de overheid? In de taak van hoofdstuk 12 ga je ontdekken wat je aan de overheid hebt. Dat doe je in vier deeltaken: 1 Mijn sofi-nummer is 2 Moet de overheid voor werk zorgen? 3 Geen
Team 6: Zonnepanelen. Onderzoek naar het gebruik van zonnepanelen
Zonnepanelen op school Team 6: Zonnepanelen Onderzoek naar het gebruik van zonnepanelen Jullie gaan onderzoeken welke producten er zijn op zonnecellen 1. SAMENWERKEN IN EEN TEAM Jullie gaan samenwerken
Les 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper
Les 3 - maandag 3 januari 2014 - De Wilgenstam kleutergroep van meester Jasper Het lampje is aan, dat betekent dat we gaan filosoferen. Isa-Noa vertlede in de eerste les dat zij lippenstift en badeendjes
Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk?
Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Je gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in een
Knabbel en Babbeltijd.
Knabbel en Babbeltijd. (zorg ervoor dat je deze papieren goed leest, uitprint en meeneemt naar de VBW) Het thema van deze VBW-week is Zeesterren. Het thema is de titel van de week (dus geen kreet of korte
U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.
TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een
Tekst lezen en vragen stellen
1. Lees de uitleg. Tekst lezen en vragen stellen Als je een tekst leest, kunnen er allerlei vragen bij je opkomen. Bijvoorbeeld: Welke leerwegen zijn er binnen het vmbo? Waarom moet je kritisch zijn bij
Wat ga je doen? Wat zet je klaar? Wie doet er mee en waar? Hoe zit het in elkaar?
2 vogel Piet Wat ga je doen? Wat zet je klaar? Wie doet er mee en waar? De peuters luisteren en spelen met het prentenboek Vogel Piet. Het verhaal gaat over vogel Piet, een vogeltje zonder veren. het prentenboek
Jezus vertelt, dat God onze Vader is
Eerste Communieproject 26 Jezus vertelt, dat God onze Vader is Jezus als leraar In les 4 hebben we gezien dat Jezus wordt geboren. De engelen zeggen: Hij is de Redder van de wereld. Maar nu is Jezus groot.
LES 1: VOORLEZEN met STRATEGIE WEEK 1.1 0, 1, 4 en 6
LES 1: VOORLEZEN met STRATEGIE WEEK 1.1 0, 1, 4 en 6 Lesdoel: De kinderen vergroten hun tekstbegrip door interactie over het verhaal en hun metacognitieve vaardigheden door het oefenen en toepassen van
2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S
2 Ik en autisme In het vorige hoofdstuk is verteld over sterke kanten die mensen met autisme vaak hebben. In dit hoofdstuk vertellen we over autisme in het algemeen. We beginnen met een stelling. In de
Beertje Anders. Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2
Beertje Anders Lief zijn voor elkaar. Afspraak 2 H. Vos Beertje Anders Wat zonlicht is voor bloemen, is een glimlach voor een beer. Beertje Anders en Beertje Bruin gaan bij oma spelen. Het was maar even
Spelend leren, leren spelen
Spelend leren, leren spelen een werkboek voor kinderen en ouders Rudy Reenders, Wil Spijker & Nathalie van der Vlugt Spelend leren, een werkboek voor kinderen en ouders leren spelen Rudy Reenders, Wil
2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.
Fase.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot. 1 In fase 1 heb je geoefend met het schrijven van teksten. Je hebt ook geleerd
Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding
Checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F - handleiding Inleiding De checklist Sollicitatiebrief schrijven 2F is ontwikkeld voor leerlingen die moeten leren schrijven op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht
De spreekbeurt. In welke groepen wordt een spreekbeurt gehouden? De spreekbeurt wordt gehouden in de groepen 5 t/m 8.
De spreekbeurt mei 2011. Wat is een spreekbeurt? Onder een spreekbeurt verstaan we een vertelbeurt voor de klas. De leerling leert in het openbaar voor een groep te durven spreken over een bepaald onderwerp.
Groeten. Wie groet je? Hoe laat? Welke woorden gebruik je?
Groeten Je gaat deze week heel veel mensen groeten. Schrijf op wie je groet, hoe laat het is en wat je zegt. Groeten Tijden/morgen/middag/avond Het schrijven van de woorden Wie groet je? Hoe laat? Welke
Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding
Checklist Gesprek voeren 2F - handleiding Inleiding De checklist Gesprek voeren 2F is ontwikkeld voor leerlingen die een gesprek moeten kunnen voeren op 2F. In deze handleiding wordt toegelicht hoe de
Persoonlijk opleidingsplan. Hulpmiddelen voor de werknemer
Persoonlijk opleidingsplan Hulpmiddelen voor de werknemer Elk bedrijf heeft bepaalde doelstellingen. Maar ook de werknemers van een bedrijf, jij en je collega s, hebben eigen doelen. Zoals: beter worden
Bijlage interview meisje
Bijlage interview meisje Wat moet er aan de leerlingen gezegd worden voor het interview begint: Ik ben een student van de Universiteit van Gent. Ik wil met jou praten over schrijven en taken waarbij je
Amsterdam DNA is een project voor NT2 cursisten. Het is ontwikkeld door het Amsterdam
INTRODUCTIE is een project voor NT2 cursisten. Het is ontwikkeld door het Amsterdam Museum. In het wordt de geschiedenis verteld aan de hand van schilderijen en voorwerpen. Je gaat met de groep naar het
lesmateriaal Taalkrant
lesmateriaal Taalkrant Toelichting Navolgend vindt u een plan van aanpak en 12 werkbladen voor het maken van de Taalkrant in de klas, behorende bij het project Taalplezier van Stichting Wereldleren. De
ADHD: je kunt t niet zien
➂ ADHD: je kunt t niet zien Je ziet het niet aan de buitenkant. Je kunt niet gelijk naar iemand kijken en zeggen: die heeft ADHD. Dat kan een voordeel zijn. Als iemand niet weet dat jij het hebt, dan kunnen
Spreken. Les 6: Wat zeg je? Telefoon OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
* Dit is belangrijk.?? Dit snap ik niet / dit is een moeilijk woord. Verkopen voor het goede doel
Tekst lezen en een tekstschema maken 1. Kijk naar de tekst. Voorspel waar de tekst over gaat. Let op de titel, de kopjes en de plaatjes. 2. Lees de tekst actief. Kom je nog moeilijke woorden tegen in de
Spreken. Les 3: Wat zeg je? De supermarkt OPDRACHTKAART. www.nt2taalmenu.nl
OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen
Techniekkaart: Het houden van een interview
WAT IS EEN INTERVIEW? Een interview is een vraaggesprek. Wat een interview speciaal maakt, is dat je met een interview aan informatie kunt komen, die je niet uit boeken kunt halen. Als je de specifieke
1. Je gaat zo meteen een tekst lezen. Tijdens het lezen ga je vragen stellen. Lees eerst de uitleg.
Tekst lezen en vragen stellen 1. Je gaat zo meteen een tekst lezen. Tijdens het lezen ga je vragen stellen. Lees eerst de uitleg. Als je een tekst leest, kun je vragen stellen over de tekst. Dan begrijp
Sociale leeromgeving. Wie zit er in jouw netwerk? Leeromgeving sociale leeromgeving
Sociale leeromgeving Bij sociale leeromgeving gaat het om de mensen die jij kent en hoe je je bij hen voelt. Hoe voel je je in de klas?, kun je goed omgaan met je klasgenoten?, hoe zijn de docenten op
De bruiloft van Simson
De bruiloft van Simson Weet je nog waar de vertelling de vorige keer over ging? Over Simson, de nazireeër. Wat is een nazireeër? Een nazireeër is een bijzondere knecht van God. Een nazireeër mag zijn haar
Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!
Hallo Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou Als je ouders uit elkaar zijn kan dat lastig en verdrietig zijn. Misschien ben je er boos over of denk je dat het jouw
Spreekbeurt, en werkstuk
Spreekbeurt, krantenkring en werkstuk Dit boekje is van: Datum spreekbeurt Datum krantenkring Inleverdatum werkstukken Werkstuk 1: 11 november 2015 Werkstuk 2: 6 april 2016 Bewaar dit goed! Hoe bereid
Bedenken: een tekening maken van de held
Les 1: De uitdaging Wat ga je schrijven? In deze les ga je een verhaal schrijven. Je bent zelf de held van het verhaal. De held van je verhaal gaat een uitdaging aan. Iets wat spannend of moeilijk is om
Tekst lezen en een tekstschema invullen
Tekst lezen en een tekstschema invullen Je gaat straks bij opdracht 2 de tekst samenvatten. In een samenvatting vertel je in het kort waar de tekst over gaat. 1. Lees eerst de tekst en onderstreep de woorden
Ik geloof, geloof ik. Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw. Mijn naam en klas:
Ik geloof, geloof ik Levensbeschouwelijk dossier Griftland college Bovenbouw Mijn naam en klas: Bezinningsmomenten In de godsdienstlessen stonden de afgelopen jaren verhalen centraal en de verschillende
DE NATIONALE WETENSCHAPSAGENDA VOOR SCHOLIEREN - DEEL 1 HAVO
DEEL 1 DE NATIONALE WETENSCHAPSAGENDA VOOR SCHOLIEREN - DEEL 1 In Nederland wordt veel wetenschappelijk onderzoek gedaan. Maar wie bepaalt wat er onderzocht wordt? In het voorjaar van 2015 hebben Nederlanders
PRESENTEREN NEDERLANDS AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG:
AAN HET EINDE VAN DEZE UITLEG: - Kun je een verzorgde brief schrijven. - Kun je op een juiste manier werkwoorden vervoegen. - Schrijf je op een juiste manier PRESENTEREN in meervoud. - Gebruik je hoofdletters
Help, ik moet een werkstuk maken!
Help, ik moet een werkstuk maken! Je gaat de komende tijd bezig met het maken van een werkstuk. Maar hoe zit een werkstuk nou eigenlijk in elkaar? Hoe moet je beginnen? En hoe kies je nou een onderwerp?
Meten van mediawijsheid. Bijlage 6. Interview. terug naar meten van mediawijsheid
Meten van mediawijsheid Bijlage 6 Interview terug naar meten van mediawijsheid Bijlage 6: Het interview Individueel interview Uitleg interview Ik zal je uitleggen wat de bedoeling is vandaag. Ik ben heel
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten
Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes
2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.
Fase.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot. 1 1 Lees onderstaande tekst. Daarna ga je zelf een soortgelijke tekst schrijven.