Samenvatting door M. 884 woorden 28 december 2015 6,1 5 keer beoordeeld Vak Economie Economie Hoofdstuk 5 1 Stroomgrootheden: meten tijden een bepaalde periode sparen, lenen, inkomen etc Voorraadgrootheden: meten op een tijdstip, elk moment bezit, schuld, saldo etc Voorraadgrootheden ontstaan door stroomgrootheden. Sparen: Uitstel van consumptie Gevaar: inflatie; het geld wordt minder waar, geld wordt niet terugbetaald Rente ter compensatie Lenen: Consumptie naar voren halen Voordeel: Nu genieten Investeren in toekomst bezit Inflatie: terug te betalen geld is minder waard Rente = vergoeding Lenen om te investeren = vergroten van je kapitaal Fysiek kapitaal: huis, aandelen, etc. Dit levert je inkomen, waardevermeerdering of verminderde uitgaven op Menselijk kapitaal: opleiding, gezondheid, etc. Dit levert je hoger inkomen op verdiencapaciteit Sparen & lenen = ruilen over tijd/ inter-temporele ruil prijs = rente 2 Rente bedrag: Lenen: geleend bedrag x rente % = rente Sparen: spaartegoed x rente % = rente https://www.scholieren.com/verslag/88895 Pagina 1 van 5
RIC = NIC/PIC x 100% Als je spaart kan je met inflatie te maken hebben. Hypothecaire lening: iemand leent geld met een ontroerend goed als onderpand. Dit is om te voorkomen dat de lening niet wordt afgelost. Hoge rentelasten doordat er een hoog bedrag geleend wordt Hypotheekrente aftrek: mensen mogen de hypotheekrente aftrekken van het inkomen waarover zij belasting betalen ze betalen minder inkomen belasting Als je een huis koopt komen er meer dingen: 3 Kosten voor het afsluiten van de hypotheek Kosten voor de makelaar Onderhoudskosten Balans: overzicht van bezittingen, schulden en eigenvermogen. Min. een keer per jaar altijd in evenwicht Linkerkant aangetrokken geld winkelpand, voorraad en inventaris Rechterkant: bezittingen : Vreemd vermogen: geld dat je terug moet betalen geleend geld Eigen vermogen: vermogen dat door de eigenaar ter beschikking is gesteld. Bezit: Vaste activa: bezittingen die langer dan 1 jaar meegaan bv. Inventaris, gebouw, etc. Vlottende activa: minder dan een jaar bv. Voorraden en debiteuren; geld dat je nog krijgt van klanten Liquide activa: geld kas en bank tegoeden Eigen vermogen Vreemd vermogen: Crediteuren: schulden bij de bank Obligatie lening Banklening (langlopend) Bankkrediet (kortlopend) Afschrijvingskosten (vaste activa) = aanschafwaarde restwaarde/ aantal gebruiksjaren Resultatenrekening: een overzicht van de opbrengsten en kosten van een bedrijf winst of verlies Omzet of opbrengst -inkoopwaarde van de verkopen (ingekochte grondstoffen, onderdelen, energie, diensten) = bruto winst -Bedrijfskosten (personeelskosten, huur, rente, afschrijvingskosten en overige kosten) = netto winst of verlies Netto winst leidt tot een hogere banksaldo van het bedrijf Kan worden uitgekeerd naar de eigenaar Kan worden geïnvesteerd door het bedrijf https://www.scholieren.com/verslag/88895 Pagina 2 van 5
Rendement: netto winst/ totaal vermogen x 100% De balans is een meting op één tijdstip bezittingen en schulden zijn voorraad grootheden Resultatenrekening is een meting over een periode kosten en opbrengsten zijn voorraadgrootheden. 4 Rijksbegroting wordt vooral opgesteld. Het financieel jaarverslag van het rijk achteraf. De overheid: Voor overheidstaken uit uitgaven Heft belastingen inkomsten Idealiter uitgaven = inkomsten Ruilt over tijd. Bij investering lening altijd noodzakelijk. Verschillende tekorten: Begrotingstekort: Rijksuitgaven rijksinkomsten Financieringstekort: Begrotingstekort- aflossing schuld Rijksuitgaven (exl aflossing) rijksinkomsten = toename staatsschuld nieuwe lening = begrotingstekort aflossing = oude lening Er wordt meer geleend dan afgelost Pensioen: AOW: Voor iedereen gelijk Omslagstelsel: huidige werkende betaald voor huidige gepensioneerd solidariteit Aanvullend pensioen: Huidige werkend betaalt grotendeels voor eigen pensioen = kapitaaldekkingsstelsel. Hoofdstuk 6 1 Gevangenendilemma: is een voorbeeld van een situatie waarin twee partijen een beslissing moeten nemen. Er wordt vooral gedacht in eigen belang De beslissing heeft gevolgen voor de partij zelf maar ook voor de andere partij De mogelijk uitkomsten worden in tabel gezet normaal vorm De uitkomst is voor beide partijen niet optimaal Het individueel belang wordt voorop gesteld ipv. het collectieve belang. Hierdoor komt er geen optimale uitkomst. 2 Externe effecten: gevolgen van productie/ consumptie die niet in de prijs zijn doorberekend. https://www.scholieren.com/verslag/88895 Pagina 3 van 5
Positief: opbrengsten die niet bij de maker of koper van het product terecht komen maar bij anderen. Gevolg: prijs van het product zou voor de koper lager moeten zijn. Negatief: kosten die niet door de maker of de koper worden betaald maar door anderen. Gevolg: prijs van het product zou hoger moeten zijn. Oplossingen door de overheid: Subsidie; milieuvervuiling Wetten; schadelijk gedrag Belasting; schadelijke producten duurder maken. Aanpak negatieve externe effecten: Duurzaam ondernemen Maatschappelijke verantwoord ondernemen; sociale belangen Collectieve goederen maatschappelijk belang 3 Het wordt niet jouw eigendom Andere maken er ook gebruik van Niemand wil het produceren overheid produceert het van belastingen Voorkomen meeliftgedrag ; men heeft nut van het product maar hoeft er niet voor te betalen. Oplossing gevangenendilemma: 3. Samenwerken: Beide de aandacht richten op het gemeenschappelijke belang Lastig vanwege de vrijwilligheid en de neiging om voor het eigenbelang te gaan. Verzonken kosten: investering die je maakt en alleen terugverdiend als je samenwerkt Misbruik door de ander; berovings probleem. Zelfbinding: Voordat je het spel speelt maak je jouw keuze bekend aan de ander, hierdoor krijg je het vertrouwen van de ander. Geloofwaardig Het succes stijgt indien: Aanwezigheid van sociale normen; groepsdruk; we doen iets wel of niet. Je reputatie; heb je in het verleden aan afspraken gehouden? Collectieve dwang Men streeft nu het collectieve belang na en niet het individuele belang. Voorkomen meelift gedrag Sociale normen Wetten/ regels ; boetes, belasting Contracten CAO = collectie arbeidsovereenkomst Afspraken over arbeidsvoorwaarden Tussen vakbond en het bedrijf Per branche/ sector of bedrijf Geldt alleen voor bedrijven die meedoen met de onderhandelingen Overheid kan CAO bindend verklaren ; CAO geldt dan voor de gehele sector. Centraal akkoord: een afspraak tussen alle vakbonden en werkgevers en de regering op landelijk niveau over de arbeidsvoorwaarden. alle Cao s moeten zich hieraan houden. Loonruimte De marge waarbinnen een loonstijging besproken kan worden. Ruimte tussen de huidige loon en max loon. Optelsom: stijging arbeidsproductiviteit + inflatie. 4 https://www.scholieren.com/verslag/88895 Pagina 4 van 5
Doelen Europese Unie: Vrijheid, veiligheid en recht binnen de EU Interne markt met eerlijke concurrentie Duurzame ontwikkeling Bevorderen solidariteit Bevorderen wetenschappelijke en technische vooruitgang Bestrijden van discriminatie Voordelen EU: Voorkomen conflicten Gezamenlijk optreden in de wereld Open grenzen Gemakkelijk handel drijven Euro? Nadelen EU: Opgeven zelfstandigheid Meer concurrentie Minder economische sturing via wisselkoers of overheidsuitgaven Euro? Besluitvorming: 3. 4. 5. Europese Raad: Regeringsleiders Bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten Raad van ministers/ Raad van de EU Wetgeving en begrotingstaak Europese commissie Uitvoerend dagelijks bestuur Indienen wetsvoorstellen, beheren begroting EU, handhaven recht, vertegenwoordigen EU op IT niveau Europees parlement Wordt als enige gekozen Wetgevende taak Europees hof van justitie Uitleg en toepassing van het recht https://www.scholieren.com/verslag/88895 Pagina 5 van 5