UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2013

Vergelijkbare documenten
UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2014

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2011

DEZE TAAK BESTAAT UIT 35 ITEMS. INDIEN NIET ANDERS VERMELD, IS ELKE VARIABELE EEN ELEMENT VAN. Ontbind x 4 1 in zoveel mogelijke factoren.

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS. MULO-III KANDIDATEN MAKEN DE ITEMS 1 T/M 30. MULO-IV KANDIDATEN MAKEN DE ITEMS 1 T/M 36.

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2008

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2013

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2007

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2009

UNIFORM EINDEXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2010

UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2008

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens TOELATINGSEXAMEN VWO/HAVO/NATIN 2008

Uitgewerkte oefeningen

3.1 Kwadratische functies[1]

Actief gedeelte - Maken van oefeningen

UNIFORM HEREXAMEN MULO tevens 2 E ZITTING STAATSEXAMEN MULO 2007

Tweede graadsfuncties

Tweede graadsfuncties

FAYA LOBI WEDSTRIJD 2014

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

12 Vlaamse Wiskunde Olympiade: eerste ronde

INHOUDSTABEL. 1. TRANSFORMATIES (fiche 1) SYMMETRIE (fiche 2) MERKWAARDIGE LIJNEN IN EEN DRIEHOEK (fiche 3)...6

2012 I Onafhankelijk van a

Tussendoelen wiskunde onderbouw vo vmbo

INLEIDING FUNCTIES 1. COÖRDINATEN

Eindexamen wiskunde B pilot havo II

Wiskunde MAVO-C & VBO. Woensdag 17 mei uur. vragen

Uitwerkingen Mei Eindexamen VWO Wiskunde B. Nederlands Mathematisch Instituut Voor Onderwijs en Onderzoek

Inhoud. 1 Ruimtefiguren 8. 4 Lijnen en hoeken Plaats bepalen Negatieve getallen Rekenen 100

6.0 Voorkennis AD BC. Kruislings vermenigvuldigen: Voorbeeld: 50 10x ( x 1) Willem-Jan van der Zanden

9.1 Gemiddelde, modus en mediaan [1]

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade: tweede ronde

5 keer beoordeeld 4 maart Wiskunde H6, H7, H8 Samenvatting

Voorkennis. 66 Noordhoff Uitgevers bv 11 0, en y = = ,33 = y = 4x(x 2) y = 19x(1 2x) y = 3x( x + 5) y = 4x(4x + 1)

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Examen Wiskundige Basistechniek 15 oktober 2011

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Ijkingstoets industrieel ingenieur aangeboden door UGent en VUB op 30 juni 2014: algemene feedback

Noordhoff Uitgevers bv

0,6 = 6 / 10 0,36 = 36 / 100 0,05 = 5 /100 2,02 = 2 gehelen en 2 / 100

Leerstofplanning. 3 vmbo-k

Factor = het getal waarmee je de oude hoeveelheid moet vermenigvuldigen om een nieuwe hoeveelheid te krijgen.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede ronde.

1. Het getal = 1800 is even. De andere antwoorden zijn oneven: 2009, = 11, = 191, = 209.

Junior Wiskunde Olympiade : eerste ronde

toelatingsexamen-geneeskunde.be Gebaseerd op nota s tijdens het examen, daarom worden niet altijd antwoordmogelijkheden vermeld.

5.7. Boekverslag door P woorden 11 januari keer beoordeeld. Wiskunde B

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

1. rechthoek. 2. vierkant. 3. driehoek.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts

Pienter 1ASO Extra oefeningen hoofdstuk 7

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Voorbeeldtentamen Wiskunde B

1BK2 1BK6 1BK7 1BK9 2BK1

Gecijferdheid periode D Bijeenkomst 2 Hand-out: Meetkundige begrippen en vormen. Instap. Een opgave uit de oefentoets:

Domein A: Inzicht en handelen

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

handleiding pagina s 687 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 444: tangram 2 Werkboek 3 Posters

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2008 tijdvak 1

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-II

Noordhoff Uitgevers bv

Statistiek: Herhaling en aanvulling

Voorbereidende sessie toelatingsexamen

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Tweede Ronde.

Wiskunde voor bachelor en master. Deel 1 Basiskennis en basisvaardigheden. c 2015, Syntax Media, Utrecht. Uitwerkingen hoofdstuk 9

Uitwerkingen tentamen Wiskunde B 16 januari 2015

A. B. C. D. Opgave 3. In een groot vierkant is een kleiner vierkant getekend. Wat is de oppervlakte van het kleine vierkant? A. B. C. D.

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

wiskunde B vwo 2016-I

PQS en PRS PS is de bissectrice van ˆP

12 Bewijzen in de vlakke meetkunde

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen

Kennemer College Beroepsgericht Programma van Toetsing en Afsluiting schooljaar Proefwerk 60 min 3 Ja Schriftelijk.

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

Wiskundige blokjespuzzel

Noordhoff Uitgevers bv

Eindexamen wiskunde B vwo I

6.1 Kwadraten [1] HERHALING: Volgorde bij berekeningen:

1 Junior Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Soorten lijnen. Soorten rechten

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

BRUGPAKKET 8: VLAKKE FIGUREN

Vlaamse Wiskunde Olympiade : eerste ronde

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 20 mei uur

Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Vlaamse Wiskunde Olympiade : tweede ronde

Vraag Antwoord Scores. 1 maximumscore Dus elke hoek is 30 1

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

handleiding pagina s 241 tot Handleiding 1.1 Kopieerbladen pagina 59: wandelplannen pagina 60: grondplannen constructies 2 Werkboek

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Kwadratisch verband vmbo-kgt34

1 Vlaamse Wiskunde Olympiade : Eerste Ronde.

WISKUNDE IS (EEN BEETJE) OORLOG

Transcriptie:

MINISTERIE VN NDERWIJS EN VLKSNTWIKKELING EXMENUREU UNIFRM EINDEXMEN MUL 2013 VK : WISKUNDE DTUM : MNDG 08 JULI 2013 TIJD : 09.30 11.30 UUR ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ DEZE TK ESTT UIT 35 ITEMS. INDIEN NIET NDERS VERMELD, IS ELKE VRIELE EEN ELEMENT VN. ------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------ 1 4 Gegeven de verzamelingen = {1, 4, 5} en = {1, 2, 3, 5}. U =. De breuk x 1 x 2 bestaat voor U is gelijk aan {5} {2, 3} {2, 3, 5} D {1, 2, 3, 4, 5} geen enkele waarde van x. x = 2 x 2 D alle waarden van x. 5 Gegeven: = 0, 3 en = 1, 5 is gelijk aan {2, 3} {1, 2, 3} 1, 3 D [1, 3] 3x y + x kan worden herleid tot 4x y 4x + y 2x y D 2x + y 2 3 (2 3 ) 2 is gelijk aan 2 5 2 6 4 5 D 4 6 3 2(x 1) + 4x is gelijk aan 2x + 1 2x + 5 5x 1 D 6x + 1 6

7 11 D 4 + = 3x 2x 1 2 x 1 = 0 x + 1 = 0 4x 1 = 0 D 4x + 1 = 0 = 0 8 Voor x bevat de oplossingsverzameling van 3 < x 1 0 elementen. 2 elementen. 3 elementen. D meer dan 3 elementen. De oplossingsverzameling van 3 = 3x + 8 is 9 12 y = 1 x + 3 y = x + 3 D Het gearceerde gebied in de figuur is de weergave van de relatie {(x, y) y x + 3 y 1 x + 3 y 0} 10 De oplossingsverzameling van 5(x 3) = 5x 3 is 0 D 1 {(x, y) y x + 3 y 1 x + 3 y 0} {(x, y) y x + 3 y 1 x + 3 y 0} D {(x, y) y x + 3 y 1 x + 3 y 0} 13 De oplossingsverzameling van 40 x 3x is {x x 10} {x x 10} {x x 10} D {x x 10}

14 wordt gespiegeld in het punt (0, 1). figuur III Door welke figuur wordt het beeld weergegeven? figuur I figuur IV figuur I figuur II figuur III D figuur IV 15 ij een translatie is ( 4, 2) het origineel van ( 5, 1). Wat is het beeld van (2, 4) bij deze translatie? figuur II (3, 7) ( 7, 1) (1, 1) D (1, 3)

x 2 = 16 (x 4) 2 = 0 (x 8) 2 = 0 (x 4)(x + 4) = 0 D (x 8)(x + 8) = 0 16 17 De discriminant van de vergelijking x 2 5x 3 = 0 is 21 De vergelijking x 2 = p + 1 heeft twee verschillende oplossingen. Voor alle mogelijke waarden van p geldt: p 1 p < 1 p 1 D p 1 22 13 37 13 D 37 x 2 5x + 6 = 0 (x 6)(x 1) = 0 (x 3)(x 2) = 0 (x + 6)(x + 1) = 0 D (x + 2)(x + 3) = 0 18 Eén der wortels van de vergelijking x 2 2x + 5 = 0 is 1 2 6 1 + 2 6 1 6 D 1 + 6 23 Gegeven de pijlenfiguur van een functie f van naar. 19 De oplossingsverzameling van x(x 2) = 3 is {3} {5} { 1, 3} D {3, 5} a b c d 4 7 10 15 21 x 2 4x = 6 (x 4) 2 = 6 (x 4) 2 = 22 (x 2) 2 = 6 D (x 2) 2 = 10 20 Het aantal elementen van het bereik van f is 2 3 4 D 5

24 Hieronder volgen twee beweringen: I Elke relatie is een functie. II Elke afbeelding is een functie. Voor bovenstaande beweringen geldt: alleen I is waar. alleen II is waar. I en II zijn waar. D I en II zijn niet waar. 25 Van een bergparabool is de top het punt ( 1, 4). Welk punt kan niet op de parabool liggen? ( 8, 6) (7, 5) ( 2, 4 ) D (6, 1) 26 Gegeven de functie f : x x 2 6x + 3. De vergelijking van de symmetrie-as van de grafiek van f is 28 Gegeven de functie f : x x 2 5x + 4. De nulpunten van deze functie zijn (0, 4) en (0, 1) ( 4, 0) en ( 1, 0) (0, 4) en (0, 1) D (4, 0) en (1, 0) 29 Gegeven de functie f : x (x + 2) 2 1. Van deze functie is de uiterste waarde p en de vergelijking van de symmetrie-as van de grafiek van f is x = m. Voor p en m geldt: p is een minimum en p = 1 en m = 2 p is een minimum en p = 1 en m = 2 p is een maximum en p = 1 en m = 2 D p is een maximum en p = 1 en m = 2 30 De cirkel gaat door de vier hoekpunten van het vierkant D. De diagonaal van het vierkant is 10. y = 3 y = 3 x = 3 D x = 3 D 10 27 Gegeven de eerstegraadsfunctie f : x x 2p en p. De grafiek van f snijdt de x-as in het punt ( 3, 0). Voor p geldt: p = 6 p = 1 p = 1 D p = 6 De oppervlakte van de cirkel is 10 20 25 D 100

frequentie 31 Van is gegeven: = 50 o en = 50 o is een rechthoekige driehoek. gelijkbenige driehoek. rechthoekig gelijkbenige driehoek. D gelijkzijdige driehoek. 32 In welke rij van waarnemingsgetallen is 6 de mediaan? 4 7 6 9 8 5 7 6 4 8 3 4 6 5 8 D 5 7 6 8 9 33 In dit lijndiagram is het aantal waarnemingsgetallen p en de modus is q. 34 Van enkele waarnemingsgetallen is de volgende frequentietabel gemaakt waarnemingsgetal 4 5 6 7 frequentie 5 4 2 4 De mediaan is p en het gemiddelde is q. Voor p en q geldt: p = 5 q = 5 p = 5 q = 5 p = 5 q = 5 D p = 5 q = 5 35 Gegeven de frequentietabel: waarnemingsgetal 5 6 10 frequentie p 5 1 Het gemiddelde is 4 3 2 1 0 a b c d waarnemingsgetallen D Voor p en q geldt: p 4 q 4 p 4 q c p 12 q 4 D p 12 q c