Schizofrenie en andere psychotische stoornissen



Vergelijkbare documenten
DSM 5 - psychose Dr. S. Geerts Dr. O. Cools

Codeer huidige toestand van de depressieve stoornis of bipolaire I stoornis met het vijfde cijfer:

Psychotische stoornissen in DSM V. Mirjam Klein (supervisor Erik Giltay) Afdeling Psychiatrie LUMC, Leiden

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

Correcties DSM 5 : Beknopt overzicht van de criteria

Somatoforme stoornissen

Bijlage van DSM V naar ICPC 1

Psychotische stoornissen & Schizofrenie. Rob Lutterman Verpleegkundig consulent psychiatrie Psychiatrie en Medische Psychologie, OLVG

Bijlage. Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes

DSM-IV-TR: Aandachtstekortstoornissen en gedragsstoornissen

Angststoornissen. (Anxiety Disorders)

Bijlage. Van ICD-9-CM-codes naar ICD-10-CM-codes (alfabetisch)

BEWEGINGSSTOORNISSEN IN DE PSYCHIATRIE Katatonie. Prof. dr. Peter N van Harten. PN van Harten

Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. InFoP 2. Inhoud

Psychosen en Schizofrenie. Lieuwe de Haan en Arjen Sutterland, Zorglijn Vroege Psychose

InFoP 2. Informatie voor Familieleden omtrent Psychose. Inhoud. Inleiding

Paniekaanval als specificatie

Lezing voor de NVA. Door Harmke Nygard-Smith Klinisch psycholoog. Ontwikkelingsstoornissen Dimence

Bijlage : Primaire DSM-IV diagnoses

4.3.1 Diagnostische Checklist voor cliënten zonder dementie: DSM-5 criteria

Correcties DSM 5 : Handboek voor de classificatie van psychische stoornissen

VERANDERING VAN GEDRAG: EEN PROBLEEM OF NIET? Marieke Schuurmans Verpleegkundige & onderzoeker UMC Utrecht/Hogeschool Utrecht

Psychose. Ziektebeeld en concrete tips. Cluster-ring justitie en GGZ ontmoeten elkaar - 26 februari 2015

Van somatoforme stoornissen naar somatisch symptoom stoornis

Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen in de DSM-5

Richtlijn Antipsychotica. Richtlijnenmiddag 2017

Bijlage 25: Autismespectrumstoornis in DSM-5 (voorlopige Nederlandse vertaling) 1

Drieluik psychiatrie workshop psychotische klachten in de thuiszorg

Veranderingen in de DSM-V stemmingsstoornissen. R.A. van Elmpt AIOS psychiatrie

Hoorcollege 4: Psychotische stoornissen

6 Forensische aspecten Aandachtspunten 134 Noten 134

Edwin Beld, psychiater. Werkzaam in Den Helder GGZ NHN

MIDDELENGERELATEERDE en VERSLAVINGSSTOORNISSEN. Dr. Marie-Catherine Monté en Dr. Marieke Waignein

Middelgerelateerde en verslavingsstoornissen

De registratie van doelsymptomen op een gesloten acute opnameafdeling

Aan de slag met psychose en bipolaire stoornis

Depressie, dysthymie en de bipolaire stoornis

Stemmings-en angststoornissen

Het is niet altijd wat het lijkt dat het is!! Rens Evers Psychiater MFCG Limburg Koraalgroep

Autisme en de DSM-5 symposium autismenetwerk Zuid- Holland Zuid Autismeweek

De kwaliteit van de omgeving (leefomstandigheden en voorzieningen) bepaalt in hoge mate de kwaliteit van de ontwikkeling van het kind.

Je bent alleen maar verslaafd! Wim van Loon, Psychiater. 10 februari 2014

SCID-5-S. Gestructureerd klinisch interview voor DSM-5 Syndroomstoornissen. Michael B. First Janet B. W. Williams Rhonda S. Karg Robert L.

GEK AL TE PSYCHOSE TUSSEN BREIN EN SAMENLEVING GEERDT MAGIELS SAMEN MET ERIK THYS MARC DE HERT INEZ GERMEYS HET MIS VERSTAND MET DE STEUN VAN

Behandelgroepen. Tarief behandelgroep. Geen behandeling bij 24 - uurs verblijf. 001 Geen behandeling bij 24-uurs verblijf 0 Indirecte tijd

SAMENVATTING bijlage Hoofdstuk 1 104

Op naar de DSM 5! Autismespectrumstoornis. J. Wolthaus, GZ-psycholoog en C. Schoenmakers, GZ-psycholoog

Schizophrenia spectrum and other psychotic disorders (dsm5.org) profile-based psychosen-zorg. Dr. Richard Bruggeman

RELEVANTIE VROEGHERKENNING: AT RISK MENTAL STATE (ARMS)

AGRESSIE. Basis emoties. Basis emoties. Agressie - sociologisch. Agressie - biologisch. Agressie en psychiatrie

Verantwoording data-analyses

Persoonlijkheidsstoornissen

Algemene folder Zorgprogramma Bipolaire Stoornissen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Schizofrenie en comorbide verslaving

Informatieavond Bipolaire stoornis. Bart van den Bergh, verpleegkundig specialist GGz Ronald Vonk, psychiater

PK Broeders Alexianen Tienen

3 Veelvoorkomende ziektebeelden

EEN NETWERKBENADERING

Cognitieve stoornissen en delier

V&VN VS oncologie 24 maart 2016 DEPRESSIE? OF? Klinisch redeneren met een oncologische casus Marieke van Piere VS GGZ Alrijne Leiden

Yulius Academie T Rapportage Toekomstverkenning 2014 Acute zorg/crisiszorg

Stadiëring en interepisodisch functioneren bij Bipolaire Stoornissen

Stemmingsstoornissen. Van DSM-IV-TR naar DSM-5. Johan van Dijk, klinisch psycholoog-psychotherapeut Max Güldner, klinisch psycholoog-psychotherapeut

psychiatrische diagnostiek

Klinische verschijnselen en beloop van een delirium

Ouderenpsychiatrie: Hulpmiddelen bij het Herkennen en Signaleren

DSM-5: de algemene wijzigingen ten opzichte van de DSM-IV

Grensoverschrijdend gedrag. Les 2: inleiding in de psychopathologie

BIJLAGE 1: Diagnose behandeling combinaties (dbc s) in euro s

Vergoeding bij niet gecontracteerde zorgverleners GGZ 2013

Vroegsignalering bij dementie

Postpartum psychiatrie op de moeder-baby unit

DSM 5 Nascholing d.d Obsessieve-compulsieve en verwante stoornissen Eetstoornissen. Santoucha Setroikromo AIOS, LUMC

Hebben jongeren met autisme een verhoogd risico op psychose?

THE COMPREHENSIVE ASSESSMENT OF AT-RISK MENTAL STATE CAARMS - TRAINING. No financial disclosure.

Schizofreniespectrumen andere psychotische stoornissen

Registratierichtlijn. E003 Beroepsgebonden depressie

VOLWASSENPSYCHIATRIE SAMENVATTING BOEK

GGZ bijeenkomst d.d. 21 augustus 2012: Hoogleraren GGZ, VWS en CVZ

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

Overzicht. Wat heeft hij/zij? Wat is zijn diagnose? Omgaan met psychische aandoeningen voor docenten. Inleiding. 1. Inleiding

Inhoud. Thema 1 Wat is psychiatrie? 1. Algemene inleiding 2

Reeks 14: Ik ben toch niet gek?! Dr. Maarten Bak, psychiater

Deelprestaties behandeling Bijzondere productgroepen Diagnostiek

DSM 5: Ontwikkelingsstoornissen. Stephan Gemsa Katinka Franken

Multidisciplinaire richtlijn schizofrenie

DSM-5 Inleiding in de belangrijkste veranderingen

De waarheid heelt de waan

Beeldvormend onderzoek voor de psychiater?

Verschijningsvormen van dementie op jonge leeftijd, verschillen en overeenkomsten Freek Gillissen

Psychiatrie voor juristen

Generalistische Basis GGZ

CAT VRAGEN OEFENEN Week 1. Cursus Psychisch Functioneren Mw. dr. U. Klumpers, psychiater/ cursuscoördinator Vrijdag 8 maart 2013

Samenwerkingsverband Vrijgevestigde Psychologen Amsterdam

Manisch depressief of bipolaire stoornis

Stemmingsstoornissen. Bij mensen met een verstandelijke beperking Kentalis- 25 november 2016 Carmen van Bussel

HOOFDSTUK 16 MENTALE AANDOENINGEN

Belangrijkste wijzigingen van DSM-IV naar DSM-5

Wegwijzer psychische stoornissen 1

Transcriptie:

Schizofrenie en andere psychotische stoornissen 295.xx Schizofrenie De volgende classificatie van het longitudinale beloop is van toepassing voor alle subtypes van schizofrenie: Episodisch met restsymptomen tussen de episodes (specificeer indien: Met opvallende negatieve symptomen)/episodisch zonder restverschijnselen tussen de episodes/ononderbroken (specificeer indien: Met opvallende negatieve symptomen) Eenmalige episode gedeeltelijk in remissie (specificeer indien: Met opvallende negatieve symptomen)/eenmalige episode volledig in remissie Ander of niet-gespecificeerd patroon.30 Paranoïde type.10 Gedesorganiseerd type.20 Katatone type.90 Ongedifferentieerde type.60 Resttype 295.40 Schizofreniforme stoornis Specificeer indien: Zonder gunstige prognostische kenmerken/met gunstige prognostische kenmerken 297.70 Schizoaffectieve stoornis Specificeer type: Bipolaire type/depressief type 297.1 Waanstoornis Specificeer type: Erotomane type/grootheidstype/jaloersheidstype/achtervolgingstype/ Somatisch type/gemengd type/niet gespecificeerde type 298.8 Kortdurende psychotische stoornis Specificeer indien: Met duidelijke stressveroorzakende factor(en)/zonder duidelijke stressveroorzakende factor(en)/met begin post partum 297.3 Gedeelde psychotische stoornis 293.xx Psychotische stoornis door... [vermeld de somatische aandoening].81 Met wanen.82 Met hallucinaties -----.-- - Psychotische stoornis door een middel (verwijs naar de stoornissen aan een middel gebonden voor de middelspecifieke codenummers)specificeer indien: Met begin tijdens intoxicatie/met begin tijdens onthouding 298.9 Psychotische stoornis NAO Schizofrenie (Schizophrenia) A. Kenmerkende symptomen: Twee (of meer) van de volgende, elk gedurende één maand een belangrijk deel van de tijd aanwezig (of korter bij succesvolle behandeling):

(1)wanen (2)hallucinaties (3)onsamenhangende spraak (bijvoorbeeld frequent de draad kwijtraken of incoherentie) (4)ernstig chaotisch of katatoon gedrag (5)negatieve symptomen, dat wil zeggen vervlakking van het affect, gedachten- of spraakarmoede of apathie N.B.: Slechts één symptoom uit criterium A wordt vereist indien de wanen bizar zijn of de hallucinaties bestaan uit een stem die voortdurend commentaar levert op het gedrag of de gedachten van betrokkene, of twee of meer stemmen die met elkaar spreken. B.Sociaal/Beroepsmatig disfunctioneren: Vanaf het begin van de stoornis ligt het functioneren, voor belangrijk deel van de tijd, op één of meer terreinen zoals werk, relaties of zelfverzorging duidelijk onder het niveau dat voor het begin van de stoornis werd bereikt (of indien het begin in de kinderleeftijd of adolescentie ligt is het niet gelukt het niveau te bereiken dat op relationeel, school of beroepsmatig terrein verwacht kon worden). C.Duur: Symptomen van de stoornis zijn gedurende ten minste zes maanden ononderbroken aanwezig. In deze periode van zes maanden moeten er ten minste één maand symptomen zijn die voldoen aan criterium A (dat wil zeggen symptomen uit de actieve fase) en kunnen er perioden voorkomen met symptomen van de prodromale of restsymptomen. Gedurende deze prodromale of restperiode kunnen de symptomen van de stoornis zich beperken tot negatieve symptomen of tot twee of meer symptomen van criterium A in een lichte vorm (bijvoorbeeld vreemde overtuigingen, ongewone zintuiglijke waarnemingen). D.Uitsluiting van schizoaffectieve of stemmingsstoornissen: Een schizoaffectieve stoornis en een stemmingsstoornis met psychotische kenmerken zijn uitgesloten omdat ofwel (1) er geen depressieve episodes, manische of gemengde episodes tegelijk met symptomen van de actieve fase zijn voorgekomen; of (2) indien er episodes met een stemmingsstoornis tijdens de actieve fase zijn voorgekomen die kort was in verhouding tot de duur van de actieve periode en de restperiode. E.Uitsluiting van het gebruik van middelen/of een somatische aandoening: De stoornis is niet het gevolg van de directe fysiologische effecten van een middel (bijvoorbeeld drug, geneesmiddel) of een somatische aandoening. F.Samenhang met een pervasieve ontwikkelingsstoornis: Indien er een voorgeschiedenis is met een autistische stoornis of een andere pervasieve ontwikkelingsstoornis wordt de aanvullende diagnose schizofrenie alleen gesteld indien er gedurende ten minste één maand (of korter indien met succes behandeld) opvallende wanen of hallucinaties zijn. Subtypes van schizofrenie De subtypes van schizofrenie worden gedefinieerd door de op de voorgrond staande symptomatologie op het moment van de beoordeling.

295.30 (F20.0x) Paranoïde type (Paranoid Type) Een vorm van schizofrenie waarbij aan de volgende criteria wordt voldaan: A.Preoccupatie met een of meer wanen of frequente gehoorshallucinaties. B.Geen van de volgende is opvallend aanwezig: onsamenhangende spraak, chaotisch of katatoon gedrag, vlak of inadequaat affect. 295.10 (F20.1x) Gedesorganiseerde type (Disorganized Type) Een vorm van schizofrenie waarbij aan de volgende criteria wordt voldaan: A.Alle volgende symptomen zijn opvallend aanwezig: (1)onsamenhangende spraak (2)chaotisch gedrag. (3)vlak of inadequaat affect B.Voldoet niet aan de criteria van het katatone type. 295.20 (F20.2x)Katatone type (Catatonic Type) Een vorm van schizofrenie waarin het beeld wordt overheerst door ten minste twee van de volgende: (1)motorische onbeweeglijkheid zich uitend in katalepsie (met inbegrip van wasachtige buigzaamheid) of stupor (2)overmatige motorische activiteit (die ogenschijnlijk doelloos is en niet beïnvloed wordt door externe prikkels) (3)extreem negativisme (een ogenschijnlijk zinloze weerstand tegen alle opdrachten of het handhaven van een rigide houding ondanks pogingen om in beweging gebracht te worden) of mutisme

(4)vreemde willekeurige bewegingen zich uitend in een katatone houding (willekeurig aannemen van inadequate of bizarre houdingen), stereotiepe bewegingen, opvallende maniërismen of opvallend grimasseren (5)echolalie of echopraxie 295.90 (F20.3x) Ongedifferentieerde type (Undifferentiated Type) Een vorm van schizofrenie waarbij symptomen die voldoen aan criterium A aanwezig zijn, maar waar niet voldaan wordt aan de criteria van het paranoïde, katatone of gedesorganiseerde type. 295.60 (F20.5x) Resttype (Residual Type) Een vorm van schizofrenie waarbij aan de volgende criteria wordt voldaan: A.Afwezigheid van opvallende wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak en uitgesproken inadequaat of katatoon gedrag. B.Er zijn voortdurende symptomen van de stoornis zichtbaar zoals blijkt uit de aanwezigheid van negatieve symptomen of van twee of meer symptomen, vermeld bij criterium A van schizofrenie, in een lichte vorm aanwezig (bijvoorbeeld vreemde overtuigingen, ongewone zintuiglijke waarnemingen). Classificatie van het longitudinale beloop van schizofrenie. Deze specificaties kunnen alleen worden gebruikt nadat er ten minste één jaar is verlopen na het eerste begin van de symptomen van de actieve fase: (x = 2) Episodisch met restsymptomen tussen de episodes: als het beloop wordt gekenmerkt door episodes waarbij aan criterium A van schizofrenie wordt voldaan en er klinisch significante restsymptomen tussen de episodes zijn. Met opvallende negatieve symptomen kan worden toegevoegd indien er opvallende negatieve symptomen in deze periodes aanwezig zijn. (x = 3) Episodisch zonder restsymptomen tussen de episodes: als het beloop wordt gekenmerkt door episodes waarbij aan criterium A van schizofrenie wordt voldaan en er geen klinisch significante restsymptomen tussen de episodes zijn. (x = 0) Ononderbroken: als de gehele (of bijna gehele) tijd aan de karakteristieke symptomen van criterium A wordt voldaan. Met opvallende negatieve symptomen kan worden toegevoegd indien er opvallende negatieve symptomen in deze periodes aanwezig zijn.

(x = 4) Eenmalige episode gedeeltelijk in remissie: als er een eenmalige episode is geweest waarbij aan criterium A van schizofrenie werd voldaan en er enkele significante restsymptomen zijn blijven bestaan. Met opvallende negatieve symptomen kan worden toegevoegd indien deze restsymptomen ook opvallende negatieve symptomen omvatten. (x = 5) Eenmalige episode volledig in remissie: Als er een eenmalige episode is geweest waarbij aan criterium A van schizofrenie werd voldaan en er geen klinisch significante restsymptomen zijn blijven bestaan. (x = 8) Overig of niet-specifiek patroon: indien een ander of niet specifiek beloopspatroon aanwezig is geweest. 295.40 (F20.8)Schizofreniforme stoornis (Schizophreniform Disorder) A.Aan de criteria A, D en E van schizofrenie wordt voldaan. B.Een episode van de stoornis (met inbegrip van prodromale, actieve en restsymptomen) duurt ten minste één maand maar korter dan zes maanden. (Als de diagnose gesteld moet worden zonder dat gewacht kan worden op herstel, moet deze als 'voorlopig' worden aangegeven.) Specificeer indien: Zonder gunstige prognostische kenmerken Met gunstige prognostische kenmerken: zich uitend in twee (of meer) van de volgende: (1) optreden van opvallende psychotische symptomen binnen vier weken na de eerste waarneembare verandering in het normale gedrag of functioneren (2) verwarring of verbijstering op het hoogtepunt van de psychotische episode (3) goed premorbide sociaal en beroepsmatig functioneren (4) afwezigheid van een afgestompt of vlak affect 295.70 (F25.x) Schizoaffectieve stoornis (Schizoaffective Disorder) A.Een ononderbroken ziekteperiode waarbij er op een bepaald momenten tegelijkertijd ofwel een depressieve episode, een manische of een gemengde episode aanwezig is met symptomen die voldoen aan criterium A van schizofrenie. N.B.: De depressieve episode moet het criterium A1 omvatten: depressieve stemming B.In dezelfde ziekteperiode zijn er gedurende ten minste twee weken wanen of hallucinaties aanwezig geweest zonder opvallende symptomen van een stemmingsstoornis.

C.De symptomen die voldoen aan de criteria van de stemmingsepisode zijn gedurende een belangrijk gedeelte van de totale duur van de actieve en restfase van de ziekte aanwezig. D.De stoornis is niet het gevolg van de directe fysiologische effecten van een middel (bijvoorbeeld drug, geneesmiddel) of de somatische aandoening. Specificeer type: (F25.0) Bipolaire type: indien de stoornis een manische of gemengde episode omvat (of een manische of een gemengde episode en depressieve episodes). (F25.1) Depressief type: indien de stoornis alleen depressieve episodes omvat. 297.1 (F22.00)Waanstoornis (Delusional disorder) A.Niet-bizarre wanen (dat wil zeggen betrekking hebbend op situaties die in het echte leven kunnen voorkomen zoals achtervolgd worden, vergiftigd worden, besmet worden, op een afstand bemind worden of bedrogen worden door echtgenoot of geliefde, of een ziekte hebben) met een duur van ten minste één maand. B.Er is nooit voldaan aan criterium A van schizofrenie. N.B.: Gevoels- en reukhallucinaties kunnen aanwezig zijn bij de waanstoornis als ze samenhangen met het waanthema. C.Los van de invloed van de wanen of de vertakkingen ervan is het functioneren niet duidelijk beperkt en is het gedrag niet onmiskenbaar vreemd of bizar. D.Indien stemmingsepisodes tegelijk met wanen zijn voorgekomen, was de totale duur daarvan kort in verhouding tot de duur van de waanperiodes. E.De stoornis is niet het gevolg van de directe fysiologische effecten van een middel (bijvoorbeeld drug, geneesmiddel) of een somatische aandoening. Specificeer type: (de volgende types worden toegekend op basis van het belangrijkste waanthema) Erotomane type (Erotomanic Type): Grootheidstype (Grandiose Type): Jaloersheidstype (Jealous Type): Achtervolgingstype wanen dat een ander, meestal iemand met een hogere sociale status, op betrokkene verliefd is. wanen over een opgeblazen zelfgevoel, macht, kennis, een bijzondere identiteit of een speciale relatie met een godheid of een beroemd persoon. wanen dat de seksuele partner van betrokkene ontrouw is. wanen dat betrokkene (of iemand met wie betrokkene een

(Persecutory Type): nauwe relatie heeft) op een of andere manier kwaadwillig wordt behandeld. Somatisch type (Somatic wanen dat betrokkene een of andere lichamelijke handicap of Type): de somatische aandoening heeft. Gemengd type (Mixed type): wanen die kenmerkend zijn voor meer dan een van de bovenstaande types zonder dat een thema de overhand heeft. Niet gespecificeerde type (Unspecified Type) 298.8 (F23.xx)Kortdurende psychotische stoornis (Brief Psychotic Disorder) A. Aanwezigheid van een (of meer) van de volgende symptomen: (1) wanen (2) hallucinaties (3) onsamenhangende spraak (bijvoorbeeld, frequent de draad kwijtraken of incoherentie) (4) ernstig chaotisch of katatoon gedrag N.B.: Sluit een symptoom uit indien het een cultureel aanvaard reactiepatroon is. B. De duur van een episode van de stoornis is ten minste één dag maar niet langer dan één maand met uiteindelijk een volledige terugkeer naar het premorbide niveau van functioneren. C. De stoornis is niet eerder toe te schrijven aan een stemmingsstoornis met psychotische kenmerken, schizoaffectieve stoornis of schizofrenie, en is niet het gevolg van de directe fysiologische effecten van een middel (bijvoorbeeld drug, geneesmiddel) of een somatische aandoening. Specificeer indien: (F23.81) Met duidelijke stressveroorzakende factor(en) (kortdurende reactieve psychose): indien de symptomen kort na en kennelijk voorkomen in reactie op gebeurtenissen die, alleen of samen, bij vrijwel iedereen in dezelfde omstandigheden en binnen de eigen cultuur uitgesproken stressvol zouden zijn. (F23.80) Zonder duidelijke stressveroorzakende factor(en): indien de symptomen niet kort na en kennelijk niet voorkomen in reactie op gebeurtenissen die, alleen of samen, bij vrijwel iedereen in dezelfde omstandigheden en binnen de eigen cultuur uitgesproken stressvol zouden zijn. Met begin post partum: indien begin binnen vier weken post partum. 297.3 (F24) Gedeelde psychotische stoornis (Folie à Deux)

(Shared Psychotic Disorder [Folie à Deux]) A.Een waan ontwikkelt zich bij een persoon in de context van een nauwe relatie met een ander(en) bij wie reeds een waan is vastgesteld. B.De waan heeft dezelfde inhoud als bij degene bij wie reeds een waan is vastgesteld. C.De stoornis is niet eerder toe te schrijven aan een andere psychotische stoornis (bijvoorbeeld Schizofrenie) of een stemmingsstoornis met psychotische kenmerken en is niet het gevolg van de directe fysiologische effecten van een middel (bijvoorbeeld drug, geneesmiddel) of een somatische aandoening. 293.xx (F06.x)Psychotische stoornissen door... [Vermeld de somatische aandoening] (Psychotic Disorder Due to... [Indicate the General Medical Condition]) A.Opvallende hallucinaties of wanen. B.Er zijn aanwijzingen vanuit anamnese, lichamelijk onderzoek of de laboratoriumuitslagen dat de stoornis de directe fysiologische consequentie is van een somatische aandoening. C.De stoornis is niet eerder toe te schrijven aan een andere psychische stoornis. D.De stoornis komt niet uitsluitend voor in het beloop van een delirium. Codenummer gebaseerd op het op de voorgrond staande symptoom:.81 (.2) Met wanen: indien de wanen het op de voorgrond staande symptoom zijn.82 (.0) Met hallucinaties: indien hallucinaties het op de voorgrond staande symptoom zijn Coderingsaanwijzing: Vermeld op As I ook de naam van de somatische aandoening, bijvoorbeeld 293.81 (F06.2) Psychotische stoornis door een longcarcinoom, met wanen; codeer ook de somatische aandoening op As III (zie voor de codenummers de speciale sectie). Coderingsaanwijzing: Indien wanen een onderdeel vormen van een reeds bestaande dementie worden de wanen indien aanwezig gecodeerd bij het juiste subtype, indien aanwezig, van de dementie, bijvoorbeeld 290.42 (F00.11) Vasculaire dementie, met wanen. Psychotische stoornis door een middel (Substance-induced Psychotic Disorder) A.Opvallende hallucinaties of wanen. N.B.: Sluit hallucinaties uit waarvan betrokkene inziet dat deze veroorzaakt worden door middelen.

B.Er zijn aanwijzingen vanuit anamnese, lichamelijk onderzoek of de laboratoriumuitslagen van ofwel (1) of (2): (1)de symptomen van A ontstonden tijdens, of binnen een maand na, de intoxicatie of onthouding van een middel (2)het gebruik van geneesmiddelen staat in een oorzakelijk in verband met de stoornis C.De stoornis is niet eerder toe te schrijven aan een psychotische stoornis die niet veroorzaakt is door een middel. Tot de aanwijzingen dat de symptomen eerder zijn toe te schrijven aan een psychotische stoornis die niet veroorzaakt is door een middel kunnen de volgende gerekend worden: de symptomen gaan vooraf aan het gebruik van het (genees)middel, de symptomen bleven een substantiële periode (bijvoorbeeld ongeveer een maand) aanwezig na het einde van de acute onthouding of ernstige intoxicatie, of zijn aanzienlijk ernstiger dan wat men zou kunnen verwachten op basis van de aard of hoeveelheden van het gebruikte middel of de duur van het gebruik; of er zijn andere aanwijzingen die het bestaan van een onafhankelijke niet door een middel teweeggebrachte psychotische stoornis aannemelijk maken (bijvoorbeeld een anamnese met recidiverende niet-middelafhankelijke episodes). D.De stoornis komt niet uitsluitend voor tijdens het beloop van een delirium of dementie. N.B.: Deze diagnose moet alleen in plaats van de diagnose 'Intoxicatie of onthouding van een middel' gesteld worden als de symptomen ernstiger zijn dan die welke meestal samengaan met het intoxicatie- of onthoudingssyndroom en als de symptomen voldoende ernstig zijn om afzonderlijke zorg te rechtvaardigen. Codenummer: Psychotische stoornis door [Specifiek middel] (291.5 (F10.51) Alcohol, met wanen; 291.3 (F10.52) Alcohol, met hallucinaties; 291.11 (F15.51) Amfetamine [of een amfetamine verwant middel], met wanen; 291.12 (15.52) Amfetamine [of een amfetamine verwant middel], met hallucinaties; 291.11 (F12.51) Cannabis, met wanen; 291.12 (F12.52) Cannabis, met hallucinaties; 291.11(F14.51) Cocaïne, met wanen; 291.12 (14.52) Cocaïne, met hallucinaties; 291.11 (F16.51) Hallucinogenen, met wanen; 291.12 (F16.52) Hallucinogeen, met hallucinaties; 291.11 (F18.51) Vluchtige stoffen, met wanen; 291.12 (F18.52) Vluchtige stoffen, met hallucinaties; 291.11 (F1.51) Opioïde, met wanen; 291.12 (11.52) Opioïde, met hallucinaties; 291.11 (F19.51) Fencyclidine [of een fencyclidine verwant middel], met wanen; 291.12 (F19.52) Fencyclidine [of een fencyclidine verwant middel], met hallucinaties; 291.11 (F13.51) Sedativum, hypnoticum of anxiolyticum, met wanen; 291.12 (F13.52) Sedativum, hypnoticum of anxiolyticum, met hallucinaties; 291.11 (F19.51) Ander [of onbekend] middel, met wanen; 291.12 (F19.52) Ander [of onbekend] middel, met hallucinaties) Coderingsaanwijzing: De diagnostische code hangt ervan af of het beeld wordt overheerst door wanen of hallucinaties. Zie de Procedures voor het vastleggen. Specificeer indien: (zie Tabel 2 op pagina 144 van de Beknopte handleiding voor de toepasbaarheid bij middelen) Met begin tijdens intoxicatie: indien aan de criteria van intoxicatie met een middel wordt voldaan en de symptomen tijdens het intoxicatie-syndroom zijn ontstaan

Met begin tijdens onthouding: indien aan de criteria van onthouding met een middel wordt voldaan en de symptomen tijdens of kort na het onthoudings-syndroom zijn ontstaan 298.9 (F29) Psychotische stoornis Niet Anderszins Omschreven (Psychotic Disorder Not Otherwise Specified) Deze categorie omvat de psychotische symptomatologie (dat wil zeggen wanen, hallucinaties, onsamenhangende spraak, sterk chaotisch of katatoon gedrag), waarover onvoldoende gegevens aanwezig zijn om een specifieke diagnose te stellen of waarover tegenstrijdige informatie bestaat, of stoornissen met psychotische symptomen die niet voldoen aan de criteria voor een van de specifieke psychotische stoornissen. Tot de voorbeelden horen: (1)Post partum psychose die niet voldoet aan de criteria voor een 'stemmingsstoornis met psychotische kenmerken', 'kortdurende psychotische stoornis', 'psychotische stoornis als gevolg van een somatische aandoening', of een 'psychotische stoornis door een middel' (2)Psychotische symptomen die korter dan één maand hebben geduurd maar die nog niet in remissie zijn, zodat niet voldaan wordt aan de criteria van een kortdurende psychotische stoornis (3)Persisterende gehoorshallucinaties bij aanwezigheid van andere kenmerken. (4)Persisterende niet-bizarre wanen met overlappende stemmingsepisodes die aanwezig waren gedurende een aanzienlijke periode van de waanstoornis (5)Situaties waarin een psychotische stoornis vastgesteld is maar waarbij niet kan worden vastgesteld of het primair het gevolg is van een somatische aandoening of door een middel is teweeggebracht