Richtlijn Antipsychotica. Richtlijnenmiddag 2017

Transcriptie

1 Richtlijn Antipsychotica Richtlijnenmiddag 2017

2 Voor wie Daarvoor is de indeling volgens de DSM 5: Waanstoornis Kortdurende psychotische stoornis Schizofreniforme stoornis Schizofrenie Schizoaffectieve stoornis Andere gespecificeerde schizofreniespectrumof andere psychotische stoornis Ongespecificeerde schizofreniespectrumof andere psychotische stoornis

3 Voor wie 1.a1 Overige stoornissen die met psychosen gepaard kunnen gaan, Bipolaire I en II stoornis; Depressieve stoornis; ASS, MCDD (Multi Complex Developmental Disorder); DIS (Dissociatieve identiteitsstoornis) en DIS NAO (Niet anders Omschreven); Schizotypische persoonlijkheidsstoornis.

4 Voor wie nog meer 1.a2 Stoornissen met veel overlap van symptomen: Angststoornis, obsessief compulsieve stoornis, trauma- en stressgerelateerde stoornis, neurocognitieve stoornis (delirium), persoonlijkheidsstoornissen, bewegingsstoornissen door neuroleptica (332.1 en 333.9).

5 Welk middel Parnassia doet in deze Richtlijn een dringend voorstel voor een zeer beperkt aantal middelen.

6 Welk middel Eerdere respons Somatische toestand Leeftijd Etniciteit Persoonlijke voorkeur van de patiënt voor een middel dient waar mogelijk voorrang te krijgen.(zie ook pakwijzer) Het bijwerkingenprofiel De therapietrouw, toedieningswijze (oraal of depot) Het kostenaspect

7 Welk middel

8 Instellen op een antipsychoticum niet in de dienst, eventueel is er een protocol noodmedicatie (Zie ook Acuut!)

9 Psychotherapie kan in alle gevallen gecombineerd worden Bij waanstoornis zijn antipsychotica weinig effectief, behandeling in de derde lijn vooral in combinatie met nietmedicamenteuze behandelmethoden. Bij kortdurende psychotische stoornis zijn antipsychotica slechts kortdurend nodig. Dat kan consequenties voor de toedieningsvorm hebben.

10 bij alle patiënten die voor langere tijd antipsychotica gebruiken toe werken naar een depot.

11 o A) er weinig verschil is in effectiviteit (Leucht et al Lancet) o B) er wel verschillen zijn in bijwerkingen, die mits correct gedoseerd, goed te ondervangen zijn o C) eerdere navragen onder de collega's nooit tot een voorkeur hebben geleid en het maken van een beperkte keuze goed is voor de inkoop en voorraad, maar ook mogelijk maakt dat de Parnassia Groep inzicht krijgt in de effecten op herstel van de patiënten door het stellen van een query uit Corvu

12 o D) de aanbevelingen zijn in overeenstemming met het concept Zorgstandaard Psychosen van GGZ Netwerk voor Goede Zorg en met het Concept Beleid Netwerk Vroege Psychose. De Multidisciplinaire Richtlijn (eveneens concept 2017) lijkt nog steeds een atypisch middel als eerste keus aan te raden, daar wijken wij in dit Formularium van af omdat de gevreesde bijwerking EPS te voorkomen is door de opbouw zorgvuldig te doen. Tardieve dyskinesie is, hoewel er nog discussie over is, te voorkomen door zo laag te doseren dat er geen EPS optreden. De bijwerking Metabool syndroom ten gevolge van de atypische middelen lijkt ten onrechte als milder dan EPS ten gevolge van de klassieke te worden gezien!

13 Klinisch Stap 1: Flupentixol: start 2 mg/dag. Per twee dagen met 1 mg ophogen. Stap 2: Indien Stap 1 onvoldoende resultaat geeft, dan quetiapine overwegen. Met 100mg/dag beginnen, per dag met 100mg verhogen tot 800mg/dag en deze dosering handhaven Stap 3: Indien ook dit onvoldoende resultaat heeft, dan clozapine overwegen. Zie clozapineprotocol van de werkgroep clozapine plus.

14 Poliklinisch (Start low, go slow!) Stap 1: Flupentixol: start 2 mg/dag. Per week met 2 mg ophogen. Stap 2: Quetiapine: in 4 dagen opbouwen: dag 1: 50 mg, dag 2: 100 mg, dag 3: 200 mg, dag 4: 300 mg. Hierna titreren tot een onderhoudsdosering van mg per dag; max. 750 mg per dag. Stap 3: Indien ook dit onvoldoende resultaat heeft, dan clozapine overwegen. Zie clozapineprotocol van de Werkgroep Clozapine Plus.

15 Speciale groepen (ouderen, kinderen, etniciteit, zwangerschap/ borstvoeding) Eerste psychose Delier Ouderen Etniciteit Katatonie Zwangerschap en borstvoeding Dementie Overige

16 Overige: Psychotische stoornis door een middel/medicatie hier bedoeld alcohol Psychotische stoornis door een middel/medicatie hier niet alcohol Psychotische stoornis door een somatische aandoening met wanen Psychotische stoornis door een somatische aandoening met hallucinaties Katatonie bij een andere psychische stoornis Katatone stoornis door een somatische aandoening Ongespecificeerde katatonie

17 Noodmedicatie Haloperidol/promethazine Clorazepaat of lorazepam

18 Opties bij therapieresistentie bloedspiegelbepaling. gentypering van het cytochroom systeem clozapine tot een bloedspiegel van 0,7 additie van een adjuvans te overwegen: lithiumcarbonaat indien er een bijkomend stemmingsaspect is, zo niet dan kan er gedacht worden aan lamotrigine of topiramaat. Als die evenmin helpen kan de additie van ECT overwogen worden

19 Verminderen of stoppen? protocol doorlopen maatschappelijk functioneren niet mogelijk is, overweeg dan het staken betere functionele outcome is met minder medicatie

20 Belangrijke aandachtspunten bij medicatie (Bijwerkingen) Bewegingsstoornissen Metabool syndroom Hormonale dysfuncties Maligne neuroleptica syndroom

21 CEP Medicatie beleid bij vroege psychose PG. Zéér leesbaar stuk! Uitvoerige literatuur! Start low, go slow! Eerst klassiek: flupentixol of penfluridol Tweede generatie: aripiprazol, bij affectieve comorbiditeit quetiapine of olanzapine

22

23

24

25

26